Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No 22. Zaterdag 26 Augustus 1899.Dertiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn. Barneveld. Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonn»ioênt«prij« par dria maasdam
Franco per post
I Afzonderlijke
f0,40.
f 0,05.
BureauBreedestraat, E 349, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs dar Advartantiim
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meer- 0.05
Het ééne Italië.
Het baat niet meer of de Regeering
van bet ééne Italië ook al tracht haar
inachtelooze, schier onhoudbare positie
te verbloemen; steeds klaarder treedt
aan 't licht, dat de vrijbuiters in het
Quirinaal te Rome niet op rozen slapen,
dat hun toestand voortdurend hachlijker
wordt. De droeve klachten over de ellende,
waaronder het arme Italiaansche volk
zijn bestaan moet voortslepen, beginnen
steeds ernstiger en wanhopiger te weer
klinken.
En toch had Koning Humbert ten
vorigen jare bij de herdenking van het
vijftigjarig bestaan der Italiaansche grond
wet nog den treurigen moed in een
toespraak, naast godtergende smalerij,
te durven snoeven op .,de huidige groot
heid" van Italië.
De protesten daartegen, men herinnere
het zich, bleven echter niet uit. 't Was
te veel zelfs voor de aanhangers van
den Roovervorst. De .Corriere Toscano"
kon zijn gemoed niet langer onderdrukken.
Sinds 28 jaren bezitten we Rome, zeide
dit blad, en het eenige, wal we gedaan
hebben, is die reusachtige bouwonder
neming, welke de .hoofdstad" voor een
eeuw geruïneerd heeft.
,En die onderneming zelve aldus
vervolgde het blad is een karakteris
tiek teeken van ons temperament als
voorbijgaande gasten en feestvierende
lui. Wij hebben kazernen te Rome ge
bouwd, maar rsgeering noch particulieren
hebben een enkele hul opgericht in de
Romeinsche Campagna; niemand heelt
er aan gedacht, ook maar een bunder
braak land te ontginnen.
.Do kapitalen ontbrekenwij zijn
aim. Dat is waar, pijnlijk waar. Maar
als men bedenkt, dat Afrika alieen ons
500 millioen en eene trillende zelfver
achting heeft gekostdat alle gedenk-
teekenen, die de Italiaansche sentimen
taliteit heeft opgericht voor Garibaldi
en Victor Emmanuel, de begrootingen
der Italiaansche gemeenten met vele
honderden millioenen hebben bezwaard
dat twintig jaren na zijn dood de Koning
Bevrijder ftir) nog geen monument heeft
in Italit-'s hoofdstad, omdat wc er de
millioenen voor hebben willen verspillen,
waarmee een groot aantal woeste gron
den van het schiereiland hadden kunnen
ontgonnen worden, dan is er reden
om zich af te vragen, of de hulp der
vreemde kapitalisten, die op onze ellende
speculeeren, niet behalve een hoon ook
een strenge waarschuwing is legen de
lichtzinnigheid, de onbedachtzaamheid
van Italië."
Zulke harde waarheden en scherpe
verwijten werden den indringers in het
Quirinaal naar het hoofd geslingerd.
Van alle kanten werden ze vernomen.
Op den dag zclvcn, waarop Koning Hum-
bert de .voorspoed" zijns lands durfde
roemen, werd in de Italiaansche Kamer
in opvolgende redevoeringen geweeklaagd
over de ellende des volks. De broodop -
roeren, in die dagen, deden het overige.
Deze werden natuurlijk wel bedwongen
door kruid en lood, maar daarmede
keert geen welvaart onder een volk terug.
De waarheid, dat het ééne Italië zijn
laatste periode doorleeft, kwam dezer
dagen nog klaarder aan 't licht. De
medestichter van het ééne Italië, de
beruchte Staatsman Crispi liet zich im
mers de klacht ontsnappen „Italië valt
eiken dag dieper in den afgrond en
niemand heelt de kracht het land op
te heffen."
Welk een diepe beteekenis ligt in deze
sombere verzuchtinghel is de smart
kreet van een wanhopige, diezjjnidealen
als rook verdwijnen ziet.
Luisteren wij thans een enkel oogen-
blik naar den bekenden Staatsman Emile
Olivier, onder wiens regeering in 1870
tot den oorlog met Pruisen besloten
werd. In hel dezer dagen van zijn hand
verschenen vierde deel van zijn „Ge
schiedenis van het liberale keizetnjk"
zet deze liberale oud-minister van Napo
leon III zijne denkwijze uiteen over Rome
als hoofdstad van Italië. Hij zegt;
Te midden der oesterfljike puinhoopeo. die lot
ons «preken van Augustus en Marcus Aurelius,
op de versteende golven der uitgestrekte en
zwijgende Cainpiigne kan zich alleen, zonder
door de Majesteit der eeuwen verpletterd te
worden, de opvolger van l'etru* staande houden,
die spreekt iirbi cl orbi in de algemeens, de vol-
heerlijke taal, naast welke er enkel dialecten zijn.
ieder ander ie daar een indringer, dien de
Voorzienigheid er slechts voor een lijd duldt.
In een zeilde stad kunnen niet samen bestaan
en zich in hun wedarzydsclte onafhankelijkheid,
waardigheid en veiligheid bewegen, een Paus
en een koning, een Harloment en een College
van kardinalen. Hjj, die kniolt, zou lo klein
schjjnen aan de voeten van hem, die zegent,
en xjj, die door enkele luetiseheiyke stemmen
zya aangewezen, naast tien, die de uitverkorenen
üods zijn
Het Pausdcm als wereldmacht erkend
en geprezenvorsten en Staatslieden
brengen als om strijd daaraan hunne
hulde, en toch werd de Paus door lage
intriges van de vredes-conferentie ge
weerd is er wel onzinniger politiek
denkbaar? Maar een gedelegeerde van
den Paus-Koning kon ten congresse
niet geduld, omdat.ja, omdat tegen-
over hel in een poel van jammer en
ellende wegzinkende ééne Italië de macht
en hel aanzien des Pausen stijgen van
uur tot uur.
BUITENLAND.
In Frankrijk, en met name te Parijs,
schijnen de tijden der beeldstormerij
weer te zijn aangebroken. Arm Frankrijk,
spoedig blijken en daarom zoudt gij mü en u
zeiven meer schade dan voordeel doen, door
met geweld Ie willen optreden. Daarom, laat
al en" bier heelde de'stem van den pastoor
.zorg inlusschen voor mijne arme zusier."
Besluiteloos bleven de mannen staan. De op-
den van den priester hunne uitwerking op de
vertoornde monigle, de soldalen maakten ge
bruik van dit wjjlclen en voerden, in versnelden
pas. hunnen gevangene met zich. Zonder de
stand zeer bedenkelijk geweest en zij haastten
zich daarom zoo veel zjj konden. Aan den weg
stonden een paar vrouwen te weenen eene
barer drong bjjna met geweld door de soldaten
heen, on den pastoor de handen te kussen.
Daarop trok zij zich den warmen doek van de
schouders en wierp hem den gevangene toe. Ruw
werd de vrouw achterwaarts gestooten en de
treurige stoet verdween in het duister van den
Decembernacbt.
Te Bozen, hel anders zoo vreedzame stadje,
gelegen tusscbeo Eisaek en Talfer, zag het er
nu erg oorlogzuchtig uiL Alle dageo trokken
grootere Iroepeoafdeelingen er door, voor welke
natuorljjk de inwoners van Bozen moesten zor
gen. lo alle stralen krioelde bet van Fransche
nnilormen en er was bijna geen burger, die niet
twee ol meer Franachen herbergde. De stad
deed al wat zjj kon om aan de op bevelendon
toon uilgesproken elscheo te voldoenmaar
waar zoo velen volop wenschleo te eten en
drinken, raakt de beste voorraadscbonr ten
slotte uitgeput en de Franschen hielden als een
zwerm sprinkhanen huis. Overal reeds begon
gebrek te komen. Met gtoo'.e moeite en zware
opolTeriogen moest de magistraat van buiten
koorn en brood laten komen en vooral de nood
der arme bevolkiog steeg ten '.op. De weldadig-
liehl echter werd bjj den dag grooler juist door
du eiachen, welke haar gesteld werden.
Weldenkende mannen on vrouwen waren
onophoudelijk in de weer, het dreigend gevaar
het hoofd Ie bieden, en vooral de nagelaten
betrekkingen der ongelukkigen, die hunne vrij
heidsliefde met den dood hadden moeten be-
koopen, werden mild bedacht. En deze ongeluk
kigen waren niet weinige. Er ging bijna geen
week voorbij, waarin de bewoners nietgedwongeo
werden zulk eene strafuitvoering binneo hunne
maren te moeten aanschouwen.
Vooral heden was do vertwijfeling groot en
in groepen stonden de mannen met toornige
gelaatstrekken bjjecn om het bjjoa zekere lot
lo bespreken der twee ongelukkigen, die giste
ren door eene afdeeling soldaten waren opge
bracht, om schier de deuren der hoofdwacht
.0 Godwanneer zal het ander* worden
Zoo sprak zuchtend Peter Kofier, de bakker,
terwijl hp met donkeren blik zjjn ledigen win
kel beschouwde, ,'t Helpt je niets, Malver Tei-
ver 1" sprak hjj, zich tot den hall verhongerden
man koerend, die voor zijne toonbank stond.
,'t Helpt je niets, al wou je ook bet dubbele
I betalen. Volgens het laatste bevel mag er aan
FEUILLETON.
De Pastoor van Vols.
I) Kort na middernacht boorde men in het
dorp een groot rumoer, vermengd met Fransche
scheldwoorden en verwenschingen en den regel
matigen pas van naderende soldaten. Eene troep
van ongeveer vijfentwintig man rukte op dit
oogewoue uur Vols binnen en deed de bewo
ners nit den slasp opschrikken. Wat koD dal
beteekenen Wal wilden die soldaten Niet lang
zon men daarvan onkundig bljjven. De soldaten
marcheerden door de met sneeuw bedekte stralen
naar de pastorie, omsingelden het hnis en de
aanvoerder van den troep sliet met de koll van
hel geweer tegen de dear, zoodat het hnis ervan
dreunde. Doodeljjk verschrokken stond Barbars,
die gelijkvloers sliep op en trok hare kleeren
aan. Op hetzelfde oogenblik kwam de pastoor,
slechls dun gekleed, de trap af, met eene kaars
in de hand.
«Doe open of ik sla de deur inriep men
van buiten.
„Blijf bedaard, Barbara!" sprak de puloor
kalm lol haar, terwijl zjj zich aan hem vast
klampte. ,lk moet toch eens hooren, wst men
van ons hebban wilMet vaste hand schoof
hjj den grendel van de deur; onbevreesd stond
hjj nu voor de soldalen.
„Zijt gjj de geestelijke?"
,lk ben de putoor van Völs
.Wat maakt mjj dal, of ge de geestelijke of
de putoor ajjt! Hier heb ik een bevel lol in-
hechtenisneming, volgens welk ik u onmiddellijk
naar Bozeo moet voeren." Bjj deze woorden
bield de sergeant den puloor het bevel voor;
vol ontzetting sloeg Barbara de urnen om diens
hals. .Neen, gjj moogt mjjneo bloeder niet
wegvoeren. Wal zon hij, die nooit ieinaod leed
berokkende, voor kwaad gesticht hebben?"
.Houd jo mond toe, vrouw, en ga uil den
weg," jprak de aanvoerder barach. „Vooruit,
putoor, mijn tijd is kostbaar.1"
De geestelijke drukte de hand tegen het voor-
hoofd, als in eenen droom en sprak,lk word
dan gevangen genomen en wauoin Waarvan
word ik beschuldigd?"
.Dat weet ik niet, gaal mjj ook niets aan,
maar jelui zieleherders bitsen overal bel kop
pige boerenvolk op'1 is juist zooals 't behoort,
als men daarvoor een stokje steekt."
.Goed, als uw bevel zoo luidt, moet ik ge-
hoorzameo, ik mag uwen plicht nit. verzwaren.
Het kan niet anders of mjjne onschuld zal spoe
dig blijken. Sla mjj toe, dat ik mü kleed voor
den moeiiyken tocht."
.Uitvluchten, niets dan uitvluchtenschreeuw
de de oftlcier. .Aankleeden, wie weel, wal daar
achter steekt-, door de vlucht wilt ge u
onttrekken aan de vestingstraf. Voorwaarts,
Barbars schreeuwde hel nit, toen op een ge
geven teeken de soldaten den grjjsaud aangre
pen en hem de handboeien aandeden. Met
opgeheven banden wierp zQ zich voor den
aanvoerder cn zag hem half waanzinnig aan.
Zy wilde vragen, smeeken, doch geen klank
kwam over hue lippen. Schrik en ontzetting
hadden haar de spraak benomen.
.Barbara, arme zuster, schep moed I God de
Heer zendt ons deze nieuwe beproeving. Wees
lerm. OITer uwe zorgeo God op, die erger om
ods leed. Vurwel, als God liet wil, zien wij
elkaar spoedig terug I"
De soldaten stomplen den herder de deur uit
terwyl de arme vrouw, door hel verdriet Ier-
neergedrukt, schyobaar levenloos op de marme
ren sleenen van de gang neerzonk.
Voor de pastorie was inmiddels eene toornige
de huiten kwamen aansnellen, om de oorzaak
van den nacbteljjkeo overval te vernemen.
Een kreet «aD woede weerklonk, toen hun
zieleherder te midden der soldaleo zichtbaar
werd. blootshoofds, slechts weinig gekleed en
met geboeide handen. Dreigend drongen de
mannen op de soldalen in en schreeuwden
.Laat onzen putoor dadelijk los. Foei, schaamt
n, een ouden, weerloozen man, zoo weg Ie
voerenSlaat de kerels den schedel in, laat
de klok luideo, wapens hier, geen hunner zal
ons ontsnappen!"
De soldaten, die van alle kanten werden be
dreigd, maakten aanstalten om gebruik te
maken van hunne wapens. In het volgend oogen
blik zou er een bloedige kamp begoonen zjjn,
welks aQoop noodlottig kon worden. Daar ver
hief de grjjze priester zyoe stem en zeide:
.Beminde geloovigeo, laat al. Waarom bedreigt
gjj deze lieden, die hnnoeo plicht doen Welke
zouden de gevolgen wel zjjn indien gy mij met
geweld bevryddet? Zware straffen voor u en
de uwen. Als God het wil zal mjjne onschuld
•lat zijn zonen en dochters de hand ziel
slaan aan de aan God gewijde heilig
dommen en gewijde zaken
Zondag 1.1. tegen drie uur liepen een
groot aantal socialisten te hoop op de
Place de la République te Parijs Se bas-
liaan Faure, anarchist en heftig Dreylus-
ard, had hen daartoe opgeroepen. Al
spoedig werden deze lieden handgemeen
met de politie, revolverschoten weer
klonken en een politic-commissaris werd
door twee messteken gewond. Üok op
de Place de la Nation werd gevochten
en hoewel Faure en enkele anderen wer
den gearresteerd, trokken de betoogers
vorder en wierpon bij twee godsdienst igo
instellingen de ruiten in. Geen gewapende
macht behalve de politieagenten, liet
zich zien. De Kegecring achtte het blijk
baar niet noodig perk en paal Ie stellen
aan het groi.Uto vandalisme. Wat toch
gebeurde Te vijt uur trok de bende
naar de Rue Arbay, waar een a inval
rfer-J gedaan op de St. Jozelskerk. Met
messen en bijlen gewapend, uit de win
kels gestolen, stormden zij aan. De ijze
ren hekken voor de kerk werden ver
nield, de deur stuk gehakt en joelende
en tierende drong het gespuis de kerk
binnen. Alles werd geplunderd. Zes
altaren werd verwoest, de doopvont
op den grond geworpen, de schilderijen
verscheurd, de heelden stukgeslagen. Nu
was de beurt aan het hoogaltaar. Hier
werd hel tabernakel op den grond ge
worpen, de H. Hosties werden vertrapt,
de meubels vernield. Het is echter gelukkig
gebleken, dat geen voorwerpen van den
eeredienst verdwenen zijn ook de H.
Hosties zijn weer verzameld. Op een plein
voor de kerk werden meubelen en wal
er verder vernield was op een hoop
geworpen en in brand gestoken. Eerst
nu kwam de gewapende macht tusschen
beide en deed enkele arrestaties. Nog
den gchcelen avond van Zondag duur
den de betoogingen voort, waarbij nog
al gebruik gemaakt werd van de wape
nen. Niet minder dan 420 personen
zijn gekwetst, onder wie eet* aantal
politie-agenten. Een 150 tal arres
taties vonden plaats en eerst tegen één
uur des nachts was de orde hersteld.
Het proces Dreyfus is nog steeds in
vollen gang. Dinsdag is Labori, de ver
dediger van Dreyfus, weder in de ge
rechtszaal verschenen en werd mei
toejuiching door het geheele publiek
begroet. Door den president van den
krijgsraad werd hem een hartelijk woord
van welkom toegesproken en deelneming
betuigd met het ongeval hem overkomen,
waarop Labori in hartelijke bewoordin
gen zijnen dank daarvoor betuigde.
Daarna werd het proces voortgezet,
doch nog altijd wordt naar meer licht
in deze duistere zaak uitgezien.
In het Pruisische Huis van Afgevaar
digden was in den laatsten tijd de kanaal-
wet aanhangig gemaakteen warme
strijd was te wachten, daar o.a. het
Centrum tegen zou stemmen en de Kei
zer er op rekende, dat deze wel zou
worden aangenomen. Dit heeft echter
niet zoo mogen zijn. Vóór de stemming
spraken nog Hohenlohe en minister
Miquet vóór het ontwerp en gaven als
hun gevoelen te kennen, dat zij voor-
loopig al tevreden zouden zjjn met het
Dortimind-Rheinkanal. Met groote meer
derheid werd echter de geheele wet
verworpen.
Te begrijpen is, dat Z. M. de Keizer
het den Afgevaardigden hoogst kwalijk
neemt, dal deze wet, welke hjj verlangde
aangenomen te zien, is afgestemd.
In de Kamer geloefde nten dan ook
algemeen, dat eene ontbinding der Kamer
en een aftreden van den minister Von
der Recke het gevolg zou zijn van de
afstemming der wetook houdt men
het er voor, dat velen in de poli
tieke beambten-wereld verplaatst zullen
worden.
Van de gehouden Kroonraad te Pots
dam is nog weinig met zekerheid bekend.
Vier uren duurden de beraadslagingen.
Volgens de Nul. ZUj. ziet het er met
minister Von der Recke slecht uil en
kan men verwachten, dat hij spoedig
uit het politieke leven zal verdwijnen.
Hjj moei zich n.l. niet gekweten hebben
van eene opdracht, hem door Z. M. den
Keizer gegeven, naar den wensch van
zijn keizerlijken meester. Bedoelde op
dracht werd hem door den Keizer gegeven
onmiddellijk vóór de derde lezing der
Kanaalwet. De instructies van Z. M.
luidden in dien zin, dat de regeerings-
bearnbten, die bekend stonden als tegen
standers der wet, volkomen vrij bleven
in het uitbrengen van hunne slem, maar
dat zij na een ongunstig votum natuur
lijk onmogelijk hunne betrekking konden
bljjven waarnemen. Minister Von der
Recke moet nu echter dezen ambtenaren
slechts hebben aangespoord voor de wet
te stemmen en dit moet het misnoegen
van Z. M. dermate hebben opgewekt,
dat des ministers politieke doodvonnis
schijnt geteekend.