Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No 34. Zaterdag 18 November 1899. Dertiende Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. memtsprija per drie Diudni Franco per post Afeonderljjke f 0,40. f 0,05. BureauBreedestraatE 349, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs dar AdvartantUm Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meer- 6.05 Gelijk wij reeds vermeldden, is de beer mr. F. D. Graaf Schimmelpenninck door de Provinciale Staten van Utrecht tot lid van Gedeputeerde Staten verkozen, eene betrekking, die onvereenigbaar is met het burgemeestersambt, zoodat in deze verkiezing en de aanvaarding daarvan eene aftreding als burgemeester dezer gemeente lag opgesloten. In de raads zitting van jl. Maandag nu heeft de heer Schimmelpenninck een woord van afscheid gesproken, dat zoo juist den man teekent, aan wïen de belangen van Amersfoort gedurende acht jaarals hoofd dezer stad waren toevertrouwd. De edelman in den vollen zin des woords hield aan het einde van deze raads vergadering de volgende rede: Mjjne Heeren. Het ul B wel niet verwonderen el» ik lliens een enkel woord lot n wil ipreken. Mjjne benoeming tol lid ven Gedeputeerde Sinten dexer Provincie wn» n niet onbekend, evenmin nis bet n onbekend we», dal dit ambt onvereenigbaar ia met dat van Borgemeeater deter Gemeente. Ik vertrouw en weet, dat allen billijken waarom ik mg de vereerende keme liet welge vallen en ik ben Irotach op de vele blijken van aanhankelijkheid mij na die benoeming beloond, trotach ook op bet leedweien, dat mij werd ge geven by de banddmk van gelukwenaching. Waar ik de laatate maal in deze vergadering den hamer hanteer, moet ik een woord spreken van grooten, werkelijk gevoelden dank. Orscbooo ik geen vorzamelnatunr beril, ioo heb ik toch verschillende geachrillen en gedruk- ten verzameld, die mjj gebeurtenissen berinneren, voor mg van belang. Ik zocht daarin echter niet op, de woorden bet eerst in deze Raads zaal door mjj gesproken. Ik deed dat niet, om dat ik ze mjj nog te goed herinnerde o.a. toen ik xeide dat ik hel Burgemeestersambt steeds onthield mjj van bet doen van beloften maar hoopte, dat bet voldoende zon zjjn, dat bet mjjn voornemen was om getronw volgens mjjn toon pas algelegden eed te handelen en ik ver trouwde op de welwillendheid en de medewer king van den Raad. Na, oa acht jaar, durf ik gemat verklaren, dat het ambt mjj geen teleurstellingen baalde, dat ik gevonden beb, wat ik meende te vinden, en dat ik naar mjjn krachten beb getracht, mjjn plechtig gedane belofte gestand te doen ar mjj geen teleurstellingen zjjn te benrt gevallen, waar ik beb kunnen medewerken tot het welzjjn der Gemeente, daar is dat voorna melijk te danken aan den Raad. Zjjn welwil- sid, zjjn medewerking, zjjn beleeldheid ten rnjj tot groole dankbaarheid. Voor dat alles, Mijne Heeren, mjjn zeer diepgevoelden dank. Zjj, die van het eerste begin zitting hadden den Raad, weten dal mjjn presidium de duide lijkste sporen droeg van ongewoonteik bekleedde vóór desenimmers een geheel anderen werkkring. niet éénmaal is daarvan misbruik ge maakt integendeel, de Haad is rnjj tells altijd i gemoet gekomen. Ook daarvoor grooten dank, Mjjoe Heeren. Met trotach mag en kan ik thans constatee- 10, dat de beraadslagingen alljjd hebben ge dragen den stempel van onderlinge welwillend heid en onderlinge waardeeriog, bjj soms hel grootste verschil van inzicht. Dit was een sterk twjjs van oprechtheid en ook hiervoor breng n thans mjjn bartelgken dank. Heeren Wethouders, u beiden dank ik even- er voor de goede verstandhouding die steeds tnsschen ons heerschte. Met groot geluk zal menigmaal terugdenken aan de vele nren, die wjj samen doorbrachten in onze dageljjksche bemoeiingen. Ook tol n. Mijnheer den Secretaris, wensch ik tn eokel woord te zeggen. Bjj mjjn inlree-rede zeide ik hel onomwonden en ik heb het gemeend, en die mjj nu goed amen, sollen thans niet aan mjjn woorden twjjfelen ik zon oiet naar het Burgemeesters- t hebben gedongen, als ik den onden, trou heer Scbellns niet naast me bad geweten. Zeer dikwjjls heb ik den oiet genoeg geprezen mmio genoeg betreurden Scheltus geraad pleegd. Toen ik een ander ambt aannam, ver lichtte hjj mjjn laak en nam mg een swaren last van de schouders. En toen gij, Mgnbeer de aris, den man opvolgdet, die u reeds als zjjn opvolger bad aangewezen, toen hleel ik gerost, wanl ook o steunde mjj, en slondt mjj steeds trouw ter zjjde. Ook u dank ik voor den steno, dien o mjj geven hebt. Ook wil ik een woord van holde spreken tot Ie hoofd- en verdere ambtenaren, die mjj mjjn nbt zoo gemakkelijk hebben gemaakl. Laat mg eindigen met een wensch. In mjjn tjjd is Amersloort niet rijk geweest ui groote evenementen,- zjjn omzetting in een groole garnizoensplaats geschiedde reeds onder ijjn voorganger, ik heb slechts Ie leiden gehad sn vrjj gewonen loop van zaken. Maar ook kleine zaken hebben hon groote zorgen. Gjj, Mjjoe Heeren, deeldet die op steeds verstandige, bedaarde, voorzichtige wjjze. De Financiën vooral zjjn zeer teere planteo, cli wal moet gebeuren, moet geschieden, doch hoop, dat de Raad steeds in dezelfde rich ting zal bljjrsn voortgaan, inel omzichtigheid en zich niet wagend op jja van éen nacht. Ik eindig met de bede, dat God u zegene, persoonlijk en maatschappelijk, en uwe beraad- agingen doe gedjjen voor Amersloort. God zegene Amersfoort. Een warm applaus volgde op deze woorden, waarna de heer Visser, als oudste Wethouder in jaren, antwoordde Mijnheer Schimmelpenninck. U bracht ons dank, doch de Raad is u dank verschuldigd en het doet ons leed, u als Voor- terug dat de Gemeente niet sterk is ver anderd, doch zjj breidde zich in uw tjjd toch ik meer evenredig is geworden op de uitbreiding van liet onderwgs, waardoor de goede naam van onze Gemeente naar buiten versterkt-, op de Gasfabriek, die wel- gebruik wordt gesteld, leen hebt u deze zaken voorbereid, doch ook hebt u een begin gemaakt met de invoe- Kaai vooral vondl o tijd om bjj de vele ge- :htige betrekkingen, die u bekleeddet bjj Rijk, Provincie en Gemeente, nog instellingen van maar ook met daad te steunen. Ik geloof niet inbescheiden te zjjn als ik hier releveer hoe illen bjj o een welwillend gehoor vonden, als ik even zeg hoe zeer velen in u een grooten ■leun verliezen. Ik dank n dan ook namens de geheele Bar- gerjj. (k dank u namens den Raad voor uwe goede leiding, die steeds zich kenmerkte door hoffe- Ijjkheid en onpartijdigheid, en voor de loyale uitvoering der besluiten. U herdacht de Wethouders, welnu, ik meen ook namens mjjn ambtgenoot van onderwjjs iken als ik u dankzeg voor nw meegaand heid, toegevendheid en vriendschappelijkheid irgaderingen van het Dageljjkscb Be- 'einige dagen wellicht znll u uw ambt als Burgemeester neerleggen, doch ik boop en vertrouw dat vele banden u zullen blijven bin den aan Amersfoort, en ik weet, dat ik geen vergeefsch beroep op u doe als ik u verzoek om ook in uw nieuw ambt de belangen van Amersfoort vóór Ie willen staan. Moge het u gegeven zgn, dit in lengte van jaren Ie mogen doen. Onzerzjjds voegen wij hierbij den harl- grondigen wensch, dat de heer Mr. F. D. Graaf Schimmelpenninck in zijne nieuwe betrekking die oprechte sympathie en waardeering moge ondervinden, welke hij van Amersfoorts ingezetenen zoo van ganscher harte genoten heeft. BUITENLAND. De Italiaansche Kamer is Dinsdag door Koning Humbert met het gewone praal vertoon geopend. De telegraaf vermeldde in het kort, dat de Koning het betreurde, dat de tijdelijke verwikkelingen de regelmatige afwikkeling van den arbeid der Kamer beletten, maar de gevolgen daarvan zul len onbeteekenend zijn. De maatregelen tot verbetering van den toestand van het land zijn nog niet ten uitvoer gelegd. Hij noodigde de Kamer uit dezen arbeid, dien het volk met vertrouwen tegemoet ziet, te hervatten. Debinnenlandsche- en de buitenlandsche staatkunde zullen aan het land voorspoed en vooruitgang verze keren. De Koning wenscble Italië geluk met de deelneming aan de vredes-con- ferentie en de resultaten daarvan. De regeering, zeide hjj, blijft de verplichtin gen eerbiedigen, die zij op zich heeft geno toen Rome tot hoofdstad werd uitge roepen. Wat hier aangekondigd wordt is dus niet veel zaaksde gelukwensch met ltalië's deelneming aan de Vredes-con- ferentie had althans beter achterwege kunnen blijven. De aanhef der konink lijke rede was bijzonder kenmerkend. De zoon van Victor Emmanuel ving deze aldus aan Ik verschijn andermaal in uw midden mei een hart vol bljjdschap en vertrou wen, want ik weet, dat wij boven alles, zelfs boven den godsdienst, door liefde tot het vaderland verbonden zijn." Naar beweerd wordt, heeft de koning reeds meermalen op last der loge met zulke volzinnen gebluft. j de heropening der Fransche Kamer jl. Dinsdag heeft het er weder geducht gespannen. De belangstelling van het publiek was zeer grootalle tribunes waren bezet, toen de zitting aanving. De president Deschanel werd al dadelijk onderhanden genomen door de afgevaar digde Morinaud, omdat diens verzoek, om voorlezing van een schrijven van Déroulède te doen, waarin deze zijn voorloopige invrijheidstelling afwijst, maar voor den heer Paulin Méry verlof ver zocht, dat deze in zijn naam mocht steramen, werd afgewezen. Dit gaf natuur lijk aanleiding tot heftige protesten. Denys Cochin lichtte nu zjjne inter pellatie toe, waarin hjj alle ministers aanviel, der Regeering de opneming van een socialist in het Kabinet verweet, ontkende, dat de Republiek in gevaar verkeerde en het ontslag van de leger- chefs critiseerde. Daarop viel Grandraaison in het bjj- zonder den minister van oorlog, generaal De Galliffet, aan en critiseerde verder de beslissing van minister-president Waldeck-Ronsseau in zake de werksta king te Creusot. De heer Zévaès, die nu aan het woord kwam, vroeg der Regeering welke maat regelen zij dacht te nemen om een einde te maken aan de kuiperijen van clericalen en militaristen. Hij verlangde afschaffing van de voorrechten van de geestelijkheid, scheiding van Kerk en Staat, leeken- personeel in de hospitalen, nationalisatie van de goederen in de doode hand en vervanging van het tegenwoordige leger door eene militie. Door den heer Lasies werden daarna aan generaal De Galliffet ophelderingen gevraagd over de verplaatsing van ver schillende officieren. Hij noemde de tegenwoordige regeering onwaardig met zulk eene regeering is schending der krijgstucht een plicht voor het leger. Hiervoor werd de censuur over hem uitgesproken. Generaal De Galliffet kwam nu aan't woord en zeide: „Ik alleen heb deze maatre gelen genomen en als ik het nogmaals moest doen, zou ik geen oogenblik aarzelen." Dit antwoord ontlokte aan dehezren Firmin Faure en Morinaud zulke krasse uitdrukkingen, dat zij tot de orde wer den geroepen. Voorts verklaarde Generaal de Galliffet, dat hij zich niet heeft te bemoeien met wat een iegeljjk in het leger in den grond van zijn hart denkt. Paul de Cassagnac had echter een andere meening en riep uit: „De gratie van Dreyfus is een kaakslag aan het leger. Wacht u er voor, het leger van de Republiek te scheiden I" Ten slotte zeide de heer Viviani der regeering den steun der socialisten toe. Het debat werd hierop tot Donderdag verdaagd. FEUILLETON. Van bet geloof afgevallen- (Slot) 3) Eindelijk kwam het feest van Maria Hemel vaart, zonder dat ik echter de kerk durfde bezoe ken ik moaat met geweld de stad uit en reed MO rtr, afgelegen oord. Vandaar zond ik rjjtuig en bedienden teiog en was bigde den voet te kunnen zetten op bet zachte gras en mg een oogenblik ontslagen te zien van den dwang. Ik doorliep de groene weide tot bjj een groep boomen, waarvan er een geveld was. Welk ten genot, op den onden boom te kunnen zittmi, het matte boofd te laten leunen tegen de harde eiken schors, rondom mg zonneschijn en bloemen I Weldra sprongen lachende kinde ren om de afsluiting in 't veldeenigen hadden schorten vol bloemen, anderen droegen slingers en kransen. .Komt," riepen zjj, ,wjj zullen c dame rit?" en zjj wilden omkeer en. .Neen, kinderen, komt maar hier, en vertelt rnjj eens, waarom ge die fraaie slingers maakt .Het is vandaag Maria Hemelvaart eo avond mogen wjj met de processie gaan .Zoo," vroeg ik, „zjjt ge dan katholieke i9ter bierbeen gezonden om bloemen te plokken." ,En dat doe je wel gaarne Y' in Onze Lieve Vrouw." Zjj gingen aan 't werk, pinkten en schikten i bloemen met hunne ijverige vingertjes. Ik ;ek met weemoedige blikken naar hnn werk peens begon een der meisjes te ringen:,Hei lige Maria, zonder vlek ontvangen, bid voor ons, die tot u onze toevlucht nemen." Zjj zoog eo langzamerhand violen de andere stemmetjes ook in. .Wie leert b dat, kleine .Pater Robert en de zusters," antwoordde bet kind. „Ja, lieve dame," zeide een vriendelijk meis je met lachende oogeo, ,en toen we dezen sa op de trap zaten eo dit liedje zongen, kwam er een heer voorbg, ik gelooi een An- glikaanscbe geestelijke, die met den stok dreigde en zeide, dat wjj geen kettersche liedjes moch ten zingen." „En wat deedt gjj T' .Wat wg deden We zongen nog harder, zoodat hg wegging. Meent u, dat een man, die ziogen op bet feeet van onze lieve Moeder .Knot ge nog meer zingen?" ,0 ja," sprak het kind en zong een ander schoon lied. Mjjn hoofd en mjjn hart zonken steeds dieper. Ik vergat den warmen zonne schijn eo de fraaie bloemen. Ik dacht slechts aan bet kostbare geloof, dat lk verkocht, ver loochend, verloren had. Het lied was aangrijpend schoonzelfs mjjn laf, afvallig hart verheugde zich over het oude geloof, de oogen der kin deren straalden, hunne aangezichten gloeiden terwjjl zjj zongen. Ik drong de aankomende tra nen terug en de kleine, die het eerst had ge zongen bjj de hand nemend, vroeg ik.Hoor eens, lief kind, als ik n dit fraaie horloge, en veel schoone, nieuwe kleeren en overvloed van lekkers geef, ga je dan met mjj naar eene An- .Naar de kerk neensprak het meisje, .neen, niet één keer zelfs I" ,Maar als ik je nu voor je beele leven een rijke dame maak, dan wel?" Het kind -zag mjj met haren zeldzamen, won derbaren blik aan en zeide.Jezus heeft gezegd Wat baat bet den mensch de geheele wereld te bezitten en schade te lijden aan zjjne ziel!" Ik keerde mjj om. God helpe mjj, maar ik kon niets antwoorden. Werkluigelgk plukte ik eenige viooltjes, maakte er een tuiltje van, en terwjjl ik het het kind gar, verzocht ik het, die, met toestemming der zuster, aan den voet van het beeld der Lieve Vrouwe te leggen. Een smar- leljjken blik wierp ik op de kinderen en hunne bloemen en ging met een bedroefd en geroerd Eenige maanden later kwam mijn kleine Waller ter wereld; en ofschoon hjj nn reeds drie jaar is beb ik sinds dien tjjd mjjne gezondheid ge mist, en ook no krjjg ik die niet meer terug. Ik kon er niet bovenop komen. Ik hield mjjn klein, lief kind in de armen en dacht, dat ik de groot ste gave; welke ik hem schenken kon, reeds verkocht bad. lk verlangde er met hart en ziel naar zjjne kleine handjes hel krniateeken te doen maken, en hem bet .Wees gegroet" voor te bidden, en toch ik waagde het niet. De gedachte, dal ik zjjne onsterfeljjke ziel hel hoog ste goed onthouden had, heeft mjj gedood." Hare stem werd zwakker, de gevouwen ban den ontsloten zich, de bleeke lippen (rilden, een oogenblik dacht ik, dat cjj dood was. lk hielp baar zoo goed ik kon en keerde toen eenige oogenblikken later met beklemd hart naarhnis terug. Hoe aangenaam en schoon scheen mjj ons geliefd klooster toe, bjj dit weelderig paleis vergeleken Den volgendeo morgen ging ik naar Florence terug. Haar echtgenoot bevond zich in de kamer, toen ik binnentradeen edel uitziend, deftig heer, die baar op de handen scheen te dragen. Hjj ontving mjj zeer beleefd, doch zichtbaar .Zuster Magdalena, mjjne eebtgenoote heeft mjj verzocht, een katholieken priester toe te staan, bjj haar te komen, lk had gehoopt haar te zien sterven in het aangenomen geloof, maar God beware mjj, bare laatste bede niet te ver vullen. Zog daarom aan dengene, die zjj wenscht, dat mjjn huis steeds voor hem openstaat, en wjjl zjj vooral nwe tegenwoordigheid wenscht, verzoek ik u, dit huis als het uwe te beschouwen." Hjj zeide zjjne eebtgenoote hierop vaarwel en liet ons alleen. Mjjn taak waa inderdaad een zware. Ik bereidde haar voor ter biecht, maar hare zenuwen waren zoo hoog gespannen, haar kommer en berouw zoo groot, dat ik maar wei nig vorderde. Plotseling ging de deur open en een lief knaapje sprong de kamer binnen, ge volgd door het kindermeisje. Snel de vrouw een teeken gevend been te gaan trok Florence den knaap tol zich. .Hier z kind, honderd levens zou ik willen opofferen, om n katholiek te zien." .Hebt ge al met uwen echtgenoot gesproken „Ja, en bjj beloofde mjj alles, doch deze eene bede wilde bjj niet inwilligen." .God zal zich zjjoer erbarmen, Florencebet smeeken eener moeder wordt altjjd verhoord, en wjj snaters zullen dageljjks voor hem bidden." .God zegene u, zuster Magdalena. D laat lk mjjn knaapje als een heilige gedachtenis, doe voor hem, wat gg kunt." Arme moeder I Sidderend speelden hare ver magerde handen door zjjne dichte lokken, en boe glansden hare oogen, als zjj aan 't oogen blik dacht, dat zjj van hem scheiden moest De knaap keek verwonderd rond; ik geloof, dat bjj nooit te voren eene non had gezien. Ten laatste nam bjj mjjne rozenkrans in zjjne bandjes en spaalde er mede. .Walter," riep zjjne moeder, .kom eens hier I" en bjj ging. .Kniel mjjn lieveling," en hjj kniel de. „Bid het Onze Vader, Walter I" en de kleine handjes vonwend bad hjj het .Neem nu dit kruis in uwe handen 1" en met verbaasden blik deed hjj het. .Zeg mjj nn na: ,0, zoete Jezus, door Dw krnis, door Uw ljjden, door Uwe pijnen, door Uwe groole liefde, door Uwe genade, door Uwe liefde tot Uwe heilige jMoeder, vergeef mjjne moeder har» zware zonden." Langzaam es das-

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1899 | | pagina 1