Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 32.
Zaterdag 10 November 1900.
Veertiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn. Barneveld, Blaricum. Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden. Nijkerk, Soest. Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abounementeprij» par drie maanden t
Franco per postf 0,40.
Afzonderlijke nummersf 0,05.
BureauBr eedestraat, 18 Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prija der AdvertentiSn i
Van 1 tot 6 regelsfo.30
Voor iederen regel meero.05
Corrospondentién 0
Samenwerking.
1.
De vraag met welke partij of partijen
wij, Katholieken, bij de stembus zullen
samenwerken is wel een der gewichtigste
en neteligste der vragen. Dit blijkt ook
thans weer uit de polemiek, welke daar
over in de Katholieke pers reeds werd
gevoerd ten aanzien der verkiezingen
voor de Staten-Gcncraal in het volgend
jaar. Terwijl van de eene zijde samen
werking met gematigde liberalen werd
aanbevolen, werd van den anderen kant
een bondgenootschap met de Anti-revo-
lutionnairen met kracht en geestdrift
aangeprezen. Te midden van dezen strijd
verscheen in De Tijd een drietal merk
waardige artikelen onder het opschrill:
„Samenwerking met andere partijen....
of?" Ter inleiding van onze beschouwing
over deze quaestie ontleenen wij aan een
dier artikelen het volgende citaat
sommige katholieke bladen zich onledig gehou
den met de behandeling der traag: in hoever
gen m 19oThet"aI omniet aanbevelenswaardig
voorkomt, onzerzijds Ie hljjven samenwerken
Naar
n 1897, oponi'
wel wat voorbarig
een positief antwoord te geven, waar men immers
bp znlk antwoord, t zp in bevestigenden, 't zy
in ontkennende!) ziu, rekening dient te houden
de maanden, welke óns nog van Juni 1901
scheiden, kunnen voordoen. En wy verwooderen
ooa dan ook wel eenigszins over de animositeit,
welke wp in de polemiek le dezen aanzien ge
voerd by sommigen onzer collegaas in de pers
meenden op te merken. Wy voor ons men
kan het weten hebben nimmer heil gezien
in een onvoorwaardelijk samengaan der katho
lieke met de overige zich als .poeilief-christelijfc"'
aandieoende kiezers, W(i hebben zella ona ver-
oorloold en 't is ooa door dezen en genen
wel eens kwalijk genomen! -,^rne! nameen
zienlijk deel van de door ons bedoelde kiezers
aan de Stembus ons party te stehen, en met
Nog altgd
met- misded'
en S®33
manilest onderte
voorkomen, dai
kenden, er blgk van
zelfde'gevoelen, als wg voorstonden, was toe
gedaan. Met andere woordendal men een zestal
jaren geleden het onder ons er urn lijk over
de „christelyke" partgen aan de politieke Stem
bus ten eenemale alhankeiyk te stelleu van deze
andereiu hoever kan zulk een samenwerking
al of niet dienen lot zegepraal der beginselen.
Met deze redeneering werd, naar
ze bescheiden nicening, de discussie
?r samenwerking in het rechte spoor ge
leid. De voornaamste zorg moet toch zijn,
dat dc beginselen, die wij voorstaan, en
de belangen, die ons dierbaar rijn, op de
eerste plaats in aanmerking komen, wan
neer samenwerking, met welke partij of
partijen ook, ter sprake komt. Daarom
achten wij het niet ondienstig allereerst
de aandacht te vestigen op de thans
bestaande positie der Katholieke Slaats-
Wat we dan echter ontwaren stemt
geenszins tot blijmoedigheid. Vóór korte
jaren toch werd de Katholieke Staats
partij in de Tweede Kamer vertegen
woordigd door 27 leden wal nog
altijd beneden het getal bleel, waarop
onze partij in verhouding tol de bevol
king des lands met volle recht mag
aanspraak maken en thans is dit
cijfer tot 22 gedaald.
Zoover zijn we thans gekomen, dat
de katholieke leden der Tweede Kamer
alleen in katholieke districten gekozen
zijn. Zelfs in districten als Katwijk en
Loosduinen, waar men Katholieken ter
Tweede Kamer afvaardigde, werd door
onze christelijke bondgenooten beproefd,
de katholieke Kamerzetels te bemachti
gen, wat hun maar al te goed gelukte.
Zoo staan dc zaken thans ten aan
zien van de Katholieke Staatspartij.
Weg te cijferen is dus niet het bru
tale feit, dat de steun, door tie katho
lieke kiezers, in niet-katholiekc kiesdis
tricten, aan andersgezinde candidaten
verleend, niet eens ten gevolge had, dat
ook maar één katholieke candidaat in
een district gekozen werd, waar zij zelve
niet over een meerderheid beschikten.
In niet-katholieke districten bleef op
die wijze den katholieken kiezers geen
andere keuze, dan hunne lang niet te
versmaden krachten aan te wenden, tot
de verkiezing van andersdenkende can
didaten. En als zoodanig werden in de
laatste jaren, niet het minst bij de
jongste Kamerverkiezingen, de ..christe
lijke" candidaten aangeprezen.
Ook hierin ondervond men echter al
weer bittere teleurstelling, 't Gebeurde
immers, dat b.v. bij behandeling van
een wetsontwerp, hetwelk van katholieke
zijde voor onaanneemlijk werd verklaard,
op grond van met kracht en klem ont
vouwde redenen, bedoelde Kamerleden,
die toch alleen aan den steun der
katholieke kiezers hun Kamerzetel te
danken hadden, als besliste tegenstan
ders optraden.
""aar zulke misstanden voorkomen,
moet aan de tactiek bij verkiezingen
toch ongetwijfeld iets haperen.
Niet te verwonderen dus, dat er on-
;r ons bezorgdheid bestaat over de aan
nemen houding hij dc aanslaande
irkiezingen voor tie Tweede Kantor.
Waar toch uit dun staat van zaken le
Icercn en te betoogen vult, dal de
katholieke partij zich allerminst tegen-
andere partijen door bewijzen van
vriendschap of dankbaarheid gebonden
acht, moet de verkiezingscampagne ook
dit standpunt met onbevangen blik
beschouwd worden.
En dan stelleu we ons dc vraag
oet een bondgenootschap, op den
ouden voet, zonder meer, met als
.christelijke" aangeduide partijen weder
aanvaard worden V
Wij schromen niet tegen een bevesti
gend antwoord onze ernstige bedenkin
gen in te brengen.
Als „christelijk" leekenen zich Chris
telijk-Historischen, Vrij-Anti-revolution-
m en rle Anti-revolutionnairen.
Wellicht zal men ons hier tegen
werpen, dat de Christelijk-Historischen,
als volbloed papenhaters, niet eens in
aanmerking mogen komen, wat ten
volle instemming verdientmaar toch
kreeg het onlangs den schijn alsof men
aan onze zijde nog niet aan de be
keering der .Christelijk-Historischen"
wanhoopte, toen in het orgaan dier
fractie, in 't .\W. Daybld., een minder
felle anti-papistische geest werd opge
merkt. Wat evenwel daarvan, bij schijn
baar betere gezindheid, zou le hopen
zijn, bewijst het volgende fraaie stukje
uit genoemd blad, bij eene bespreking
van Iivenrediye verteyenwoordijiny
Het klinkt zeer rechtvaardig om te zeggen:
als ill! katholieken Iwce «ijlde or een derde
[n^de'ïweede LKniiierrhelilTeu,'lma!irni,hi!toriselh
is dal een groote ketterij. Vooreerst gaat het
niet aan. hier godsdienstige en politieke par-
De roomschen als godsdiunstige party mogen
staatkundige party zyn zy veel minder talrijk.
Men vindt onder hen. die den roomsehen gods-
heele woordkatholiek, leidt hier dus tot
ip politiek gebied kennen wgslecl
liristelyk-historischen. radicalen, socialisten enz
Commentaar achten we hier overbodig.
Met de „Christelijk-Historischen" valt
dus niets aan te vangen, maar hoe
onder andere „christelijke" frac-
over ons, Katholieken, wordt ge
dacht, leert ons b.v. de volgende ont
boezeming, die wij in den uiili-reo.
Snlfrlander, na de jongste algemeene
verkiezingen voor de l'rov. Staten, aan
troffen
Hot volk weel zeur goed, en kan liet dage
lijks ervaren, dal de ivUthollekcn hol prute-
reel iieter werkende middelen uni de protes-
anteo le bemoeilijken. Vooral in r.-kalholieke
Is dat nu .christelijk?" Zulke liefe
lijkheden worden ons, Katholieken, toe
gediend, niet als de verkiezingen in
aantocht zijn, maar wel als de stembus
gesloten is. En het behoort volstrekt
niet lol de zeldzaamheden, dat de katho
lieke kiezers, als zij zich het vuur uit
de sloffen hebben gcloopcn, om een
„christclijkcn" candidaat aan een Kamer
zetel te helpen, op dergelijke wijze
worden onthaald.
Verre zij echter van ons de bedoeling
hiermede te willen beweren, dat de
zich noemende „christelijke" Kamerle
den in 't algemeen ons, Katholieken,
een zoo „onchristelijk" liarl toedragen,
maar wie waarborgt ons bij verkiezin
gen, dat wij geen polilieken flater begaan
In ieder geval is het dus zaak voor
onze partij er voor te zorgen, dat de
kiezers weten, wat van een door hen te
steunen candidaat, gekozen zijnde, te
hopen of te vreezen valt.
Ende Standaard-zelf doet ons
daartoe het middel aan de hand. Onlangs
hield dit orgaan zich bezig met de
quaestie der verhouding lusschen de
gekozenen en hunne kiezers en wees er
op, dat staatsrechterlijk drieerlei stand
punt kan worden onderscheiden. Deze
standpunten worden aldus aangegeven
i maodal impóratif, of lastgeving, zoo de
•s denkon, en do gekozene illeen hel resnl-
van hun denken in zgn slem heeft uil le
en. Ile kiezers, als laslgever», hebben ils-
Ko eindelijk,
ijken band, die
ip zudcljjke wi
ilgona d
idiilalon zich -
0 vraagstukken
Die uitsprei
loreoïo ergheid** vs
zedelijk van aard zgn e
Hieruit vloeit nu weder het volgende
voort
„By mandat impóralit denken dej kiezers de
gekozene behoeft niet te denken, hg stemt maar.
lig is do Amslerdamscho kruier, die de bood
schap van de kiezers overbrengt by de Regeering.
Ill) het slelsel van VcrtraueuamHoncr denkt
alleen de gekozene, de kiezers denken niel. Zg
Het systeem van „den zedelgkon band" daar
entegen wil, dat kiezers en gekozene beiden
denken dat ze beidon de uitkomst van hun
denken openbnron dat ze, waar die ullkomst
genoegzaam eenparig blijkt te zgn, elkaar over
en wéér binden en dat deze band geknoopt
wordt voor de kiezers doordien ze den candidaat
stemmen,^ en voor den gekozene doordien hg
Echter blijft bij elk der drie stelsels
speelruimte voor verschil van opvatting
-Het mandat impératif kan scherper of min
der scherp belgnd, over meer cl minder ponten
loopen, en strikter of minder sitikt veranlwoor-
De Vertrauensmilnner konoen vertronwd wor
den om hun hooge positie, om hun groot land
bezit, of ook om hun vage politieke sympalhieén.
Kinzoo ook bj) den zedelyken band kan er
en weer, over meerdere of slechts enkele vraag
stukken zich zal uitlatenals ook over deze
andere, ol een gekozene, die na de stembus
vlak andersom gaat denken, fair doet met zgn
mandaat te behouden, of wel moreel gehouden
Hierover meer in een volgend artikel.
BUITENLAND.
In Spanje zijn de Carlisten weer
woelig geworden. Op verschillende
plaatsen verwekken Carlistische ben
den onlusten, die tot krachtige maat
regelen van de zijde der Spaansche
FEUILLETON.
DE BLINDE.
(Vrij n
\t Duilsch.)
4) Den volgenden Zondag bespeelde de blin
de in de kerk het orgel en zong doarby met
zgn zachle reine tenorstem de misgezangen en
eenige Marialiederen, die hg zelf op muziek
had gezet. Het biddende volk hoorde met ver
rukking toe, de zoete toonen schenen met de
wierookwolken vereenigd ten hemel op le sty-
gen, en de gebeden der talryte aanwezigen
als emeekende zuchten voor den troon der
eeuwige Barmhartigheid neder te leggen.
Na het eindigen der godsdienstoefening liet
Johan zich in de pastorie leiden, om zün wel
doener, den bejaarden pastoor, te begroeten.
„Johan" sprak do priester, terwyl hy zgn
bevende hand op hot hoold van den jongen man
legde, „God is met u! Toen ik straks uw or
gelspel en uw gezang hoorde, werd bet mg
duidelgk, dat God n ryke gaven geschonken
heeft, maar ook, dat ge uw geloof en uw
dienstzin Irouw hebt bewaard. Dat is veell
in nw duisternis en veel troostrgk erbar.
in nw leed."
Het gansche dorp sprak dieo dag over
blinde, en hoeveel schooner zgn zang en
was, dan dat van den schoolmeester, die
ziende oogen bad, en boe het schier nie
vatten en te begrijpen viel, dat een blinde
zulks vermocht te loeren.
Ook i
dacht had aangehoord, en daarby ook vernam
dal de blinde uitstokeod viool spelen kon,
hoopte daarvan partij te kunnen trekken. Nauw
waren dan ook de gasten vertrokken, ol bg
spoedde zich naar don zoo door allen gepre-
bg muziek maken uit de kunst geleerd heelt.
hoeft niet te verhongeren, en na ge blind, das
dubbel behoeftig zyt, is hel nog des te beier.
Nu heb ik een gevoelig, soms al le gevoelig
hart, om iemand le helpen, zooveel ik slechts
kan. En daar ge ook een
ik u al ai
helpen
Hier hield hg e<
uitwerking zyo woorden hadden, doch niemand
„Welnu," zoo ging bg weder voort, „de
menschen zeggen, dat ge prachtig orgel spelen
en zingen knnt, en het vioolspel meesterlijk
verstaat. Is dat zoo?"
„Ja."
„Zie, Johan," ging de kastelein iels nader-
-al komen, dat ge er een geheele week v
leven kunt, en ik, ja, ik doe er nog het overige bg."
De moeder had gedurende dat gesprek met
klimmende angst haren zoon bespieddoch
toen zg bemerkte, dal zgn gezicht ernstiger
uitdrukking kreeg, begun zjj geheel le her
ademen.
„Kastelein," anlwoordde de blinde ernstig en
waardig, „gij zult een duidelgk antwoord heb
ben. Korl, vóórdat ik blind geworden ben, ging
ik eens het was ook op een Zondag uw
huis voorbg lk hoorde muziek, en nienwsgierig
gelijk de jeugJ nu eenmaal is, stak ik mgn
hoofd door het geopende vensterraam. Daar zag
ik een blinde aan dc tafel zitten, die op een
oude viool speelde en daarbg liedjes zong,
die ik niet verstond, maar waarom de aanwe-
zendeu schaterend lachten en in de handen
klapten. Hierop lieten zij hem drioken uit hun
ne glazen, en wierpen koperstukken in zgn toe-
gereikten hoed. Dal pgoigde my en vervulde
mg mei een nog nooit gekend leed. Kaste
lein, ik weel wat blind zgn heel, en weet
hel nog te meer, omdat er een tyd is geweest,
waarin ik met gelukkige oogen de heerlyke
schepping Gods aanschouwen mocht. En zal
ik, door God beproefd, nu in uwe herbergjon
gen en ouden ten dans opwekken, en rajj de zon
den daarvan op mgn geweien laden? Zal ik,
ik die als blinde mgn pastoor zoo veel te dan
ken heb, want hg plaatste mg in het blinden-
geslicbt, als bedelmuzikant dalgene weder in
de herberg te niet doen, wat hg, de priester,
op den kansel en in den biechtstoel met zooveel
moeite heeft opgericht Liever neem ik mijo
viool en cither en verpletter ze legen gindschen
boom, dan dat ik mg zóó ver vergeten zo
Wat de goede God van injj genomen heel
heb ik reeds lang alsofler mot vreugde gebrachi
wat Hg mg gegeven I
„Job;
en du m
igieg daarvan
leen ik nooit mgne hand, en nooit tot dat, wal
„Gij zyt even geleerd als hoogmoedig gewor
den," spotte de kasleteio. „Mijn zaak gaal ook
goed zonder uw gerammel. Maar dat zeg ik u,
hoogcr
deur, anders wetp ik u
tt. Verstaat ge dat?"
t hart verliet de kastelein
blinde, de deur achter zich
„Johan, ik dank u, ik dank u voor ieder
woord, dat go gesproken hebt. Uw Vader
daar boven in den hernel heelt hot gehoord en
zal u stellig daarom zegenen
Den volgenden morgen verliet Johan reeds
vroeg zgn legerstede. ,üe muziek is de suiker,
de arbeid het brood", zeide hg schertsend tot
zgne moeder en begon een korf le vlechten.
Teenen en gereedschap daarvoor had hg uit
het gesticht meegebracht. Eer het avond was,
was de arbeid voltooid, en tevreden zette hg
hem terzijde.
Zoo ging het dag aan dag. En toen' de week
ten einde was stond een heele ry verschillende
korven in des blinden werkplaats. En wanneer
nu de moeder hem prees, maar daarbij zeide
gaf hg vroolgk U
hebben verlangen naar moer, moeder."
Do volgende woek liet, hy de teenen on-
aangeioerd in een hoek liggen, en begon bor
stels te makenhg arbeidde me! toenemende
lust van den vroegen morgen tot den laten
avond, en wanneer ook deze week ten einde
was, lelde hy mei innig genoegen zgn voorraad
korven en horstelwerk.
.Moeder," zeide nu de blinde, „ge ziet, uw
zoon wil een ecriyk arbeider, maar geen
bedelaar zijn I"
Zoo snelden herfst en winter voorbg. Johan
was onvermoeid bg zgn arbeidde menschen
kwamen van wjjd en zyd om bg hem in te
koopen. Hierdoor waren zorg en kommer nit
de but geweken on vrede en zegen woonden
ooder bet met mos begroeide rieten dak.
In de leote word in de dorpen nit den omtrek
volgens gewoonte oen Paaschmarkt gehouden j
ook daarhenen toog de blinde door zgoe moe
der begeleid. Gedurende den winter bad hg
zoo vlglig gewerkt, dat hg een groote voorraad
korven eo borstelwerk had. Maar ook deze
was spoedig in geld omgezet en de stem van
Johan beefde van vreugde, toen hg in de band
zgoer moeder een som kon leggen, groot genoeg
om bg de in den stal staande koe nog een
tweede te koopen.
„Moeder," riep by gelukkig uil, „wanneer
God zijn zegen ooa verder schenkt, dan wü ik