Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 2.
Zaterdag 12 April 1902.
Zestiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eenmes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Tweede Blad.
APOSTOLISCH SCHRIJVEN
van
Zijne Heiligheid Pans LEO XIII.
s aan alle Patriarchen, Primaten,
I Aartsbisschoppen en Bisschoppen
der Katholieke Wereld.
LEO XIII, PAIS.
Eerwaardige Broeders, Heil en
Apostolische Zegen.
Nu Wg het vijf-on-twintigste jaar
van Onze apostolische bediening be
reikt hebben en zelf verwonderd
voortdurende zorgen afgelegd, go voe
len Wij Ons, begrijpelijkerwijze, go
drongen, Onzen geest te verheffen tot
den van alle eeuwigheid gezegenden
God, die Ons, onder zooveel andere
gunsten, een pontificaat heeft willen
schenken van zóó langen duur, dnt
iu de geschiedenis nauwelijks enkele
dergelijke gevallen zijn aan te wijzen,
Tot den Vader van alle mensclien.
tot Hem, in Wiens handen het diep
zinnig geheim des levens berust, stijgt
daarom uit den onweerstaanbare!',
drang Onzes harten de lofzang On
zer dankbaarheid. Voorzeker, het oog
des menschen vermag niet de diepte
te doorgronden van Gods raadsbe
sluiten, nu Hy zoo boven alle ver
wachting Onzen ouderdom beeft ver
lengd, en Wij kunnen hier slechts
zwijgen en Hem aanbidden. Maa:
toch, één zaak is er, waaromtrent
Wij zekerheid bezitten, nl. deze dat
indien het Hem behaagd heeft en nog
behaagt, Ons leven te sparen, een
ernstige plicht op Ons rust, de plicht
om te leven voor het welzijn en den
bloei Zijner Onbevlekte Bruid, de
Heilige Kerk, en, wel verre van
tegenover de zorgen en bekommer
nissen den moed te verliezen, aan
Hem de ons overblijvende krachten
te wijden tot aan Onzen laatsten
snik.
Na den tol van rechtmatige dank
baarheid te hebben betaald aan Onzen
Hemelachen Vader, aan Wien eer en
glorie worden gebracht gedurende alle
eeuwen, is het Ons zeer aangenaam,
in de gedachte tot u terug te keeren
en tot u het woord te richten, tot
u, Eerwaardige Broeders, die, door
den H. Geest geroepen om bepaalde
gedeelten der kudde van Jesus Christus
te weiden, ddérdoor met Ons 'vel
hebt aan den strijd an aan de over
winningen, aan de smarten en aan
de vreugden van het herdersambt.
Neen, zij zullen nimmer uit Onze
herinnering worden weggewischt, die
talrijke en treffende blijken van door
godsvrucht bezielden eerbied, welke
gü Ons in den loop van Ons Ponti
ficaat hebt geschonken, en welke gjj
in de tegenwoordige omstandigheden
nog steeds vermeerdert met een wed
ijver vol teederbeid. Reeds innig met
u verbonden door Onzen plicht en
jOnze vaderlijke liefde, zijn Wij dit
nog meer geworden door deze aan
Ons hart zoo buitengewoon dierbare
'bewijzen van uw toewijding, minder
om hetgeen er persoonlijks in gelegen
'j Vert*ling van Dt Tijd.
was voor zooverre het Ons betreft, dan
vel wijl zij blijk gaven van onwan
kelbare gehechtheid aan dezen Aposlo-
üschen Stoel, het middelpunt en de
■iteun van al de andere zetels dor
':atholieke wereld. Indien het steeds
noodzakelijk is geweest, dat alle. kin
deren der Kerk in de verschillende
graden der hiërarchie innig niet elk
ander vereenigd bleven door de
banden eener wederzijdsche liefde en
door liet nastreven van der ïlflo doel
einden, ten einde op deze wijze slechts
één hart en één ziel te vormen, zoo
Is deze eenheid in onze tijden onont-
brerlyker geworden dan ooit. Want
inderdaad, wie kan onkundig zijn go-
bloven omtrent du geweldige samen
zwering van vijandige machten, die
lieden ten dage erop uit is liet
groote werk van .Josus Christus
te verwoesten on te doen verdwijnen,
door te trachten, met een verwoed
heid, die geen grenzen meer kent,
in de orde des geesles den mensoli
tc berooven van den schut der hcniel-
scbe waarheden en op maatschappe
lijk gebied de meest hoilige, de meest
heilzame christelijke instellingen te
ontwortelen? Door dit alles wordl
gij-zelven telken dage pijnlijk getrof
fen, gü, die tegenover Ons meer dan
eons uitdrukking hebt gegeven aan
uw bekommernissen en uw hartelend,
terwijl gij treurdet over de talrijko
vooroordeelen, vulschc stellingen en
dwaalbegrippen, wolko men ongestraft
verspreidt te midden der menigte.
Wat al strikken legt men niet aller-
wegon aan de menschen met een ge-
loovig gemoed Wat al hindernissen
vermeerdert men niet, ten einde don
woldadigen arbeid der Kerk te ver
zwakken en, zooveel mogelijk, te ver
nietigen En, als ware het om de
bespotting bij de onrechtvaardigheid
te voegen, legt mei. dor Kerk-zelve
ten laste, dat zij haar oude kracht niet
kan herwinnen en onmachtig is om
een dam op te werpen tegen den
stroom van bruisende hartstochten,
die alles dreigt mee te slepen!
Wij zouden wenschen, Eerwaardige
Broeders, u te kunnen spreken over
een minder bedroevend onderwerp en
dat meer in overeenstemming ware
met de gelukkige omstandigheid, die
Ons ertoe nor.pt, tot u het woord
te richten. Maar niets geeft tot zulke
woorden aanleiding, noch oe zware
beproevingen der Kerk, die dringend
om spoedige hulp vragen, noch de
toestand der hedendaagsohe maat
schappij, die, reeds lievig geschokt
onder zedelijk en stoffelijk opzicht,
voortsnelt naar een nog slechter toe
komst door het prijsgeven der groote
christelijke traditieseen wet der
Voorzienigheid, bevestigd door de ge
schiedenis, en die bewijst dat men
de groote godsdienstige beginselen
nietkan aanranden, zonder tegelijker
tijd de grondslagen aan te tasten der
sociale orde en van den socialen
bloei. Onder deze omstandigheden
komt het Ons, ten einde de zielen
eenige verkwikking te schenken en
haar opnieuw toe te rusten met geloof
en moed, tijdig en nuttig voor, een
aandachtige beschouwing te wijden
aan den oorsprong, de oorzaken, de
veelvuldige vormen van den onver-
zoenHjken oorlog, dien men voert
tegen de Kerk, er de noodlottige ge
volgen van aan te toonen en de ge
neesmiddelen daarvoor aan de hand
te doen. Dat Ons woord du3 luide
moge klinken, ofschoon het moet
herinneren aan waarheden, waarop
reeds vroeger werd gewezen dat het
gehoord worde niet enkel door de
zonen der katholieke Eenheid, maur
ook door hen, die zich hebben afge-
scheideu, en zelfs door de ongeluk-
kigen, die geen geloof meer bezitten
want zij zijn allen kinderen van
denzelfden Vader, allen bestemd tot
hetzelfde hoogste goed dat het ein
delijk ontvangen worde als het
testament, hetwelk Wij, die Ons op
zoo korten afstand van de poor
ten der eeuwigheid bevinden, willen
achterlaten aan de volken als een
onderpand van het heil, dat Wij voor
allen wenschon.
Te allen tijde heelt de Heilige
Kerk van Christus to strijden en tc
lijden gehad voor de waarheid en du
gerechtigheid. Door denGoddelijkon
Verlosser-Zelvun gaslicht om iu do
wereld het Rijk Gods to verspreiden,
moet zij, hy het licht van do wet des
Evangelies, de gevallen monschheid
leiden naar haar eeuwige bestemming,
dat wil zeggenhaar bozit (loon
ïiemon van de eindelooze goederen,
elke God ons heeft beloofd en tot
welker hoogte onze krachton alleen
ons niet veroorloven op te stijgen
hemolsehe zending, bu' liet volbren
gen waarvan z"g noodzakelijkerwijze
in boteing moest komen met de tal-
looze hartstochten, voortspruitend uit
dou ouden val eu hot daaruit ge
volgde bederf, den hoogmoed, de bo-
georlijkhoid, de teugullooze zucht naar
stoffelijke genietingen on de ondeug
den en oiigoregclilheden, die zij na
zich sloepen en die allen in de Kerk
den machtigste!! breidel vindon.
)t feit dezer vorvnlgiugon moet
ons geen verwondering barenzijn zij
ons niet voorspeld gowordon door don
Goddelijken Meestor en weten wij
niet (liiL zü zullen duren zoo lang de
wereld duurt? Immers, wal zoute de
Zaligmaker tot Zijn leerlingen, toen
Hü lien uitzond, om don schut Zijnor
leer te brengen aan allo volken? Nie
mand. die bet niet weet: „Gij zult
olgd worden van stad tot stad
wille van Mijn naam; gg zult ge
haat en veracht worden, gij zult voor
de rechtbanken gesleurd en tot do
meest vernederende straffen veroor
deeld worden." En ten einde hen aan
te moedigen dergelijke beproevingen
te verduren, stelde 11 ij hun Zicli-Zel-
ven tot voorbeeld. „Indien "de wereld
u haat, weef dan, dat zij Mij liet eerst
gehaat heeft, vóór u. Si mundus
vos odit, scitote quia me priorem
vobis odio haliuit" (1). Ziedaar do
voldoening, ziedaar de helooning,
welke de Zaligmaker ons belooft hier
beneden.
Al wie met gezond oordeel en eon-
voudig de zaken beschouwt, zal nim
mer voor zulk eon haat de reden
kuniien vinden. Wien toch had de
Goddelijke Verlosser ooit beleedigd,
of waarin had Hij misdaan? Op dezo
aarde neergedaald ten gevolge van een
oneindige liefde, had Hg daar een vlek-
kelooze leer gepredikt vol vertroosting
en geheel erop berekend om alle men
schen broederlijk to vereenigen in vredo
en liefde. Hg had noch de grootheid,
noch de eer dezer wereld nagejaagd en
aan niomands rechten te kort gedaan
integendeel, men had Zijn grenzenloos
medelijden gezien met de zwakken,
de zieken, de armen, de zondaren en
do verdruktenzoodat Hg slechts ge
leefd had, om met volle handen onder
de menschen Zijn goddelijke weldaden
te verspreiden, Het was dus van den
kant dezer menschen een overmaat
van louter boosheid, des te meer be
treurenswaardig naarmate zij i
onrechtvaardig was, en volgens de
voorspelling van Simeon werd de
Verlosser het teoken van tegenspraak
op deze wereldSignum cui coritra-
dicetur (2).
Moet men zich dan nog erover
verwonderen, indien de katholieko
Kerk, die de goddelijke zending van
Jesus Christus voortzet en de onom
koopbare bewaarster Zijner waarheid
is, niet heeft kunnen ontkomen aan
het lot van den Meester? De wereld
verandert niet; naast de kinderen
Gods staan te allen tijde de tra
wanten van den grooten vijand van
het raenschelijk geslacht, van hera
die, weerspannig tegen den Allerhoog
ste van den beginne af, in het Evan
gelie de vorst dezer wereld wordt
genoemd. En ziedaar waarom die
wereld tegenover de goddelijke wet
en tegenover dengene, die haar deze
wet in den naam van God voorhoudt
in zich voelt koken en met ongebrei-
delden hoogmoed tot opstand voelt
komen een geest van onafhankelijk
heid, waarop zg niet in het minst
recht heeft!
Ach! hoe dikwijls hebben de vijan
den der Kerk mot ongehoorde wreed
heid, op onbeschaamd onrechtvaardige
wijzo en tot ontegensprekelijk nadeel
voor de maatschappij, in de meest
bewogen tijdperken, zicli gevormd tot
dichte drommen, ten einde het werk
van God to verwoesten I
Bleef "eenig vervolgingsmiddeljzon-
der uitwerking? Zy beproefden een
ander. Gedurende drio volle eeuwen
bezaaide hot Romeinsche Keizerrijk,
misbruik makend van brutaal ge
weld, al zijn provinciën met de lijken
onzer martelaren en purperde met
hun bloed elke plek gronds van dozo
heilige stad. Vervolgens nam de ket
terij, "U cQns onder oen mom en
dan weer mot onbedekt geiunl, baar
toovlucht tol drogredenen en sluwe
kunstgrepen, ton einde do eensge
zindheid en de eenheid der Kerk te
verbroken.
Als een"vorwoestendu orkaan ont
ketenden zicli daarna in hot, Noorden
de barbaren on in hot Zuiden liet
islamisme, overal puiiiboopen achter
zich latend in er f/ i I i i woes
tenij. Aldus jwerd van eeuw tot'eouw
overgeleverd de noodlottige erfenis
van den haat, waaronder de Bruid
Christus gebukt ging.
en kwam een Cosarismo, even
achterdochtig als machtig, naijverig
op de grootheid van andoren, in hoo
hedge mate liet ook zijn eigen groot
heid rnoclit ontwikkeld hebben, en
dat zich ton taak stelde de Kerk
zonder T onderbreking to bestrijden,
ten einde beslag te leggen op haar
rechten en haar vrijheid met voeten
treden. Hot hart bloedt bg liet
zion van deze Moedor, zoo vaak ter
prooi aan angsten on onuitsprekelijke
smarten! Toch, zegevierend ovor alle
hinderpalen, over alle geweldenarij en
tirannie, breidde zg voortdurend haar
vreedzame tenten wijder uit, redde zg
vau den ondergang liet glorierijke pand
der kunsten, der geschiedenis, dor
wetenschappen en dor letteren, en den
geest van het Evangelie doende door
dringen over heel de uitgestrektheid
dor sociale orde, riep zij aloin de
christelijke beschaving in het leven,
deze beschaving, waaraan de volken,
indien zij zich door haar wolda
digen invloed laten boheerschon,
rechtvaardige wetten danken, zachte
zeden, bescherming der zwakken,
medelijden met. do armen en onge-
lukkigen, eerbied voor do rechten en
de waardigheid vun alle menschen, on
daardoor, zooveel als dit te midden
van de wisselvalligheid dezer wereld
ten minste mogelijk is, die kalmte in
het sociale leven, welke het uitvloeisel
is van een wijze verstandhouding
tussehen de gerechtigheid en de
vrijheid.
Deze bewijzen van de innerlijke
goedhoid der Kerk zijn even schitte
rend en verheven als duurzaam. En
toch, evenals iu de middeleeuwen en
gedurende de eerste eeuwen, zien wij
in tgden, die dichter de onze nader
den, do Kerk aangevallen, onder
zeker opzicht, met meer heftigheid en
pijnlijker dan ooit. Ten gevolge van
een reeks historische oorzaken, wel
bekend, verhief de zoogenaamde Her
vorming in de 16e eeuw den stan
daard van het oproer, en besloten de
Kerk recht in het hart te treffen,
viel zg vermetel liet Pausdom aan
zg verbrak den zoo kostbaren band
der oude eenheid van geloof en vun
gezag, die, meermalen haar kracht,
invloed en luister verhonderdvoudi
gend, dank zij het eensgezind na
streven derzolfde doeleinden, alle vol
ken vereenigde onder eenzelfden her
dersstaf en eenzelfden Herder, en zg
wierp aldus onder liet Christenvolk
een noodlottige kiein van betreurens
waardige ontbinding.
Daarmede willen Wg niet beweren,
dat men van het begin der beweging
af het erop had toogelegd het christe
lijk beginsel uit den boezem dei-
maatschappij te verdrijven, maar, door
den eenen kant te weigeren de
erkenningder suprematie van den
zoti>i van Rome, oorzaak en band
der eenheid, en "anderzijds door de
verkondiging;;van het'beginsel van het
vrije onderzoek, schokte men, tot in
zijn óiepste grondvesten, het door
God gestichte bouwwerk en opende
men den weg voor eindelooze afwij
kingen, voor twijfelingen en ontken
ningen /wnt betreft de moest gewich
tige onderwerpen, zóózeer, dat holgoen
voorviel d«\\ierekeningen van de in
voerders dei nieuwigheden zelveu
overschreed.
Nu lag de weg gebaand; en weldra
dan ook verhdi zich de trotsche en
spotzieko zoogtiaamde wijsbegeerte
der 18e"eeuw en schrijdt op dien weg
voort. Zg tracht de heilige boeken
der Schriftuur in ein belachelijk dag
licht toestellen en verwerpt alle god
delijk geopenbaarde waarheid ten
einde aan de consciöniie der volkoren
alle godsdienstig gelool te ontrukken
en den cbristelijken laest in elk
levensblgk uit te dooven. Aan deze
bron onlweldon het rationalisme en
hot pantheïsme, het naturalisme en
hot materialismeheillooze en doo-
delijke stelsels, die, onder nieuwere
vormen, de oude dwalingen deden
herrijzen, tot wier weerlegging de
Kerkvaders' 'en Leeraren van den
voortijd zich reeds zegevierend had
den aangegord. En zoo gebeurde hot,
dat de hoovaardij der nieuwere eeuwen,
door een overmatig steunen op eigen
voortreffelijkheid van inzicht, met
blindheid werd goslugen en, evenals
liet heidendom, slechts in ijdele droom
beelden haar"; fgeestes-voedsel zocht,
zelfs waar het do hoedanigheden gold
van de monscholgke ziel en de eeuwige
liestomraing, die haar heerlijkst voor
recht vormt.
De strgd tegen de Kerk alzoo nam
ion karakter aan ernstiger dan in
liet verleden, niet minder vanwege
de hevigheid der aanvallen, dan van
wege den omvang waarin zij tegen
Ilaar werden gericht. Immers het
ongeloof van onzen tijd bepaalt zich
niot tot hot in twijfel trekken of het
ontkennen van do een of andere ge
loofswaarheid. Wat het bestrijdt is
hot samenstol-zelf van de beginselen
door de Openbaring gepredikt en door
do ware wijsbegeerte verdedigd .van
die grondwaarheden, van die on
schendbare beginselen, die den mensch
hot einddoel loeren van zijn reis door
liet leven, die hem getrouw doen
blijven aan zijn plicht, die in zijn
hart moed brengen en berusting en
die, door hem een onkrenkbaar recht
en een volmaakt geluk te beloven
aan de overzijde van het graf, hem
doen besluiten den tijd als minder
waardig te beschouwen dan de eeuwig
heid 6D de aarde te doen achterstaan
bg den Hemel. En, wat stelde men
iri de plaats van die bewijzen, van die
zoo onvergelijkelijke krachtmiddelen,
door het Geloof verstrekt? Een gru
welijk scepticisme, dat de harten tot
een ijsklomp maakt en in het gemoed
van den ineDsch alle hooger streven
doet vergaan.
Zulke noodlottige dwalingen, gij,
Eerwaardige Broeders, zijt er getui
gen van, zijn uit het gebied der
ideeën maar al te zeer in de open
baringen van de daad en in de krin
gen van het publieke leven overge
gaan.
Groote en machtige Staten brengen
ze zonder ophouden in praktijk, en
zg beelden zich in, dat zij daardoor
beschavingsarbeid verrichten en aan
hot hoofd staan van den vooruitgang.
En, als rustte niet op de overheden
de verplichting in zichzelven als het
kort begrip te bevatten en te ver-
toonen van hetgeen de zedeleer 't
voortreffelgkstaanbiedt,achtten zij zich
ontslagen van de taak in het openbaar
God te eeren, terwijl zich slechts al
te vaak bet geval voordoet, dat zg,
er zich op beroemend ten aanzien van
allen godsdienstvorm onverschillig te
blijven, inderdaad vijandig staan ten
opzichte van den eenigen godsdienst