Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 19.
Zaterdag 9 Augustus 1902.
Zestiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn. Bameveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per drie maanden
Franco per post10,40.
Afzonderlijke nummers 0,05.
BureauBreedestraat, 18 Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advertontifin
Van 1 tot 6 regelsf0.30
Voor iederen regel meer- 0.05
Rechtsgevoel,
't Moet erkend worden: de kreten
van verontwaardiging over het plegen van
rechtsverkrachting, in den laatslen lijd
alom gehoord, namen een indrukwek
kende verhouding aan. Uit schier alle
beschaafde volkeren en natiën werden
protesten daartegen over de wereld ge
slingerd, in den meest krassen vorm.
Onbeschroomd werden de bedrijvers van
rechtsschennis aan de kaak gesteld, en
hunnen daden een onuitwischbaar brand
merk ingedrukt.
Voorzeker, dat doet goed aan 't hart
maar wel is het te bejammeren, dat dit
rechtsgevoel zoo laat is wakker gewor
den. Ware het immers eerder ontwaakt,
wellicht zouden dan daden van ruw
geweld, van barbaarschheid en schro
melijke rechtsvcrtreding óf achterwege
gebleven, óf niel zoo driest zijn gepleegd,
als de geschiedenis, vooral die der vorige
eeuw, heeft geboekt. Nu bevat die histo
rie zoo menige bladzijden, die als met
bloed en tranen geschreven zijn. We
lezen daar bv. van eene schandelijke tyran-
nieke verdrukking van het katholieke
Ierland, van het folteren en moorden
van katholieke Polen, die hun God
koning trouw bleven, en van zoov
daden van geweld en vertrapping 1
het recht, dat men blozen moet v
het nageslacht.
Zeer opmerkelijk echter is hoe z
derling het rechtsgevoel onzer tijden
zich soms in beweging zet. Een land
verrader wordt in Frankrijk tot tweemaal
toe veroordeeld, en toch ging uit zekere
pers een storm op over rechtsschennis
aan dezen gevonnisde gepleegd, terwijl
zijn rechters werden belasterd en geschol
den, als tot heden schier onbekend. Nu
echter in datzelfde Frankrijk doodon
schuldige religieusen vervolgd, bestolen,
belaagd en over de grenzen gedreven
worden, hoort men van de zijde dier
zich noemende verdedigers van hel recht
geen enkel woord van protest.
Bepalen we ons echter thans slechts tot
eene beschouwing van twee geschiedkun
dige gebeurtenissen nl. de overweldiging
van Rome, en den rooftocht inZuid-Afrika.
omdat daarin, vooral ook voor Neder-
laud, zeer gewichtige lessen liggen op
gesloten.
Toen vóór veertig jaren de overwel
diging des Erfgoeds van den H. Petrus,
door strooptochten in de Kerkelijke
Slaten reeds een begin van uitvoering
had gekregen, waren in Juni 1S62 drie
honderd aartsbisschoppen en bisschoppen
te Rome vercenigd, die l'ius IX een adres
aanboden. In dit merkwaardige docu
ment werd eerstens krachtig en waardig
geprotesteerd tegen de rechtsvertreding,
den H. Stoel aangedaan, en vervolgens
i- gezegd:
.Wij erkennen, dal uwe tijdelijke
souvereiniteit een noodzakelijkheid is, en
dat zij door de Voorzienigheid is vast
gesteld. Wij aarzelen niet te verklaren,
dat in den tegenwoordige» toestand der
menschelijke zaken deze tijdelijke souve
reiniteit volstrekt noodig is voor het
welzijn der Kerk en voor het vrije be
stuur der zielen. De Opperpriester van
Rome, het hoofd der gansche Kerk, kan
niet do onderdaan, noch zelfs de gast
van een vorst zijn. Hij moet, gezeten op
zijn troon en meester over zijn koninkrijk,
onafhankelijk zijn en in vreedzame en
vruchtbare vrijheid het katholiek geloof
kunnen beschermen en verdedigen en
den ehristelijken Staat regeeren en
De vorsten en regeeringen van Europa
hoorden die stem, die een stem der
katholieke wereld was, maar zij zwegen
en bicven zwijgen zelfs in 1870, toen
eerloos gespuis <loor de bres in dc
Porta Pia liet Rome des Pausen bin
nenstormde, en zich nestelde in hel
Quirinaal en Pius IX tol gevangene
maakte in zijn Vaticaan.
Ja, men zweeg, toon in vollen vrede,
zonder eenigen schijn van rechtmatige
beweegredenen en onder de meest be
zwarende omstandigheden Rome werd
overweldigdeen wettige Souvcrein,
door geheel Europa bij de plechtigslc
verdragen als zoodanig erkend, werd van
zijne Stalen beroofd, en de machtheb
bers van Europa zagen dit schelmstuk,
sommigen met voldoening, anderen stil
zwijgend aan. Smeekbeden en verzoek
schriften van de Katholieken in de ver
schillende landen van Europa aan hunne
respectieve regeerende Vorsten, oin voor
het zoo schandelijk vertreden recht van
den H. Stoel op te komen, bleven totaal
vruchteloos. Het gewelddadig bemach
tigen van de hoofdstad der katholieke
wereld werd eenvoudig als een voldon
gen feit erkend. Enhelaas ook de
Nederlandsche Regeering haastte zich
niet alleen daaraan mede te doen, maar
zij riep ook haren gezant terug, wijl Z.
H. de Paus door haar niet meer als
regcerend Vorst werd erkend.
Dit wraakroepende feit geschiedde in
n tijdperk, waarin de grondslagen
Ive van alle welgeordende maatschap
pij door ile verspreiding van de meest ver
derfelijke wanbeginselen voortdurend
werden ondermijnd, vorsten en volkeren
hunne veiligheid onophoudelijk bedreigd
zagen door een modern volkenrecht, geen
andere strekking hebbende dan de ver
krachting door list, verraad en geweld
van dc meest plechtige verdragen cn het
meest rechtmatig bezit.
De andere gebeurtenis, reods door ons
aangegeven, is dc rooftocht in Zuid-
Afrika. Deze moord- en plunderonder-
neming was echter slechts eene voort
zetting en beoefening van de leer, hij de
overweldiging van Rome gehuldigd.
.Wij weten," schreef prof. inr. J. de
Louter dezer dagen m liet Ulr. Dagblad
,dat een handvol dapperen een worste
ling op leven en dood 21/-.- j®al' hang
volhield tegen een der grootste mogend
heden van onzen tijd; dat de strijd werd
gevoerd tot verdediging van ideale goe
deren: behoud van eigen karakter cn
nationale onafhankelijkheid; dat daar
voor bereidvaardig werden geofferd goed
en bloed, lijf on leven, zelfs van vrou
wen en kindoren. Deze kennis is ons
genoeg oui diepe bewondering te koes
teren voor mannen, die in hun eenvoud
en heldenmoed ons een beschamend
voorbeeld gaven van een leven en sterven
voor hooger doel dan goud cn aanzien.
Deze kennis is voldoende om voorals
nog de critiek het zwijgen op te leggen
over hetgeen zij wellicht beter en ver
standiger hadden kunnen en moeten
doen.
.Tóch was alles te vergeefs. Tóch
gaat een krachtige stam ten onder en
bukt in schijnbaar vrijwillige onderwer
ping voor den gewetenloozcn overwin
naar, die geen middelen ontzag om zijn
doel te bereiken, en thans zjjn God
dankt voor zijn roemlooze zegepraal."
Maar de professor vergenoegt zich niet
met deze schandelijke schending van hel
volkenrecht te constateeren, ook .menige
dure les", welke zij bevat, wil hij ten
nutte maken. .Wat leert dat óns?"
vraagt hij, en geeft daarop tol bescheid
.Vooreerst late men het geloof varen
aan een volkenrechtdat niet strookt
met de oogenblikkelijkc belangen van dc
machtigen der aarde. In ruimen zin op
gevat word het reedslang vóór den
oorlog een eeuw, althans een halve
eeuw lang op schaamteloozc wijze
door Grool-Britlannië verloochend, door
zijn wakkeren tegenstander openlijk of
stilzwijgend buiten het bereik daarvan
te plaatsen en mitsdien naar eigen wil
lekeur te behandelen. Tijdens den oor
log heeft hel de meest elementaire he
ginselcn van het pas gecoditieeerdc oor
logsrecht mot voeten getreden en zich
eigenmachtig aangematigd al wat bevor
derlijk scheen aan zijn bijzonder belang.
Het volkenw/if is niets dan een toe-
komst-i</c(i(i/ als in de dagen van zijn
stichter Hugo de Grooteen droom, zóó
ver van verwezenlijking, dal zij, die hem
bij voorkeur koesteren, vinger noch tong
verroeren, wanneer hun afgod door het
slijk gefleurd e aan den schandpaal
geslagen wordt.
.Voorts erkenne men, dat in het
volkenvcrkcer ook moraal en humani
teit niets dan welluidende klanken zijn
om hel grofste eigenbelang te beman
telen. Geen mededoogen noch beschaving
weerhield den tienmaal sterkeren vijand
oin weerlooze vrouwen en kinderen van
huis en hof te verjagen, als vee in
kampen bijeen te drijven en daar van
honger cn ellende bij duizenden le doen
omkomen; evenmin om den dapperen,
van alle hulpmiddelen versloken vijand
met volle bewustzijn geneeskundigen en
geneesmiddelen te onthouden, die een
barmhartig Europa telkens met ijskouden
humor zag afwijzen.
„Eindelijk blijkt geen gemeenschap
van godsdienstig geloof in staat te zijn,
ccnigc heilzame droppelen te gieten in
den bitteren kelk van heb- en heersch-
zuchl, welke een begaafd volk dreef lot
een krijg te vuur en te zwaard legen
een in afkomst en godsdienst verwanten
stain, die zich niet wilde buigen onder
den overmoed van een hooghartig
onreclitvaardigen vijand."
Of deze waarheden, door prof. de
Louter hier verkondigd, ter bestemde
plaatse, ook ingang zullen vinden,
rncenen wij vooralsnog sterk te moeten
betwijfelen. Maar hij spiegele zich dan
aan hetgeen den H. Stoel wedervaren is.
Toen immers in den jare 1870 Z. II.
Paus Pius IX in dc welsprekendste be
togen tegen dc schandelijke verlreding
van het volkenrecht protesteerde, werd
evenmin, ook niet door de Regeering
van ons Nederland, naar diens om recht
en gerechtigheid smeekende taal geluis
terd. Thans evenwel moet Nederland
zelf van het zoo grievende schouwspel
getuige zijn, dat tegenover een volks
stam, door taal en afkomst ten nauwste
aan onze natie verwant, hel volkenrecht
wreedaardig geschonden wordt.
Intussehen, welk een „dure les" ligt
niet in de twee vermelde wereldgebeur
tenissen voor de volken, inzonderheid
lor het onze, opgesloten!
De vermaarde rechtsgeleerde, Mr. S. P.
Lipman stelde in zake de overweldiging
van Rome in 1870 reeds dn veelbeteeke-
nonde vraag .Vloeit niet ook de geschie
denis der staatkunde tot op den luiidigcn
dag van voorbeelden over, hoe lichtelijk
daden van geweld navolging uitlokken V"
En hij voegt er aan toe: „Die heden
het tegen een ander bedreven onrecht
goedkeurt, zal morgen wellicht van gelijk
onrecht het slachtoffer worden."
De Wachter, eerste jaargang
BUITENLAND.
Nog steeds komen nieuwe protesten
in tegen het schandelijk willekeurig op
treden van Combes. Nevens protesten
van Kerkvorsten uil de verschillende
Fransche dioceezcn en die van voorname
invloedrijke Katholieken, verneemt men
ook protesten van radicalen van invloed
en van brieven van de heeren Monod
cn Goblel tegen do willekeur en rechts
vertreding, waarmede zelfsWaldeck-
Rousseau instemt. Deze heeft althans
iu een interview verklaard de meening
te doelen der heeren Goblut en Monod.
En in een artikel in de „Radical" wordt
door don heer Sigismund Lacroix rond
weg gezegd, „dal Combes door zijn
brutaal en onwettig optreden een nood
lottige dwaling heeft begaan."
Intussehen hebben de rcvolutionnairen
van allerlei pluimage Zondag te Parijs
in den geest van Combes geijverd. In
de rue Fürstenberg trachtte een bende
socialisten oen school van de Broeders
der Chrislclijkc leer le bestormen, terwijl
een andere troep, onder aanvoering van
den anarchist Lobcrstad, naar de kerk
van St. Sulpice trok en een derde
tegen den avond een anti-clericale be
tooging organiseerde in de nabijheid
der kerk van het II. Hart. De politie
moest de manifestanten telkens uit
eenjagen.
Toch verklaarde op dien zelfden dag
de Fransche minister van Marine, Pelle-
tan, te Salon, dat do regeering niet voor
nemens is, naar Canossa te gaan. En
FEUILLETON.
Geloof en Liefde.
S) .Lieve vader, zeg mg nu eens rondnit,
waarom gij Lucius
,1k zal hel u zeggen, kiod, Lucius is te ge
ring voor u."
Julia wilde dit weerspreken, doch Servius liet
haar niet aan 't woord komen en sprak :.Luciie
ls overigens een goed jongeling, maar een echte
oud-Romein is hij niet. Hy gaat tc veel met
zijn hart te rade, hy is te zacht, tc - hoe zal
ik zeggen, te gevoelvol. Dc echte, oude Romein
is van beier slot gemaakt, oiel zoo weekhartig.
Daarenboven is Lucius wel ridder, maar eeo
ridder zonder naam, zonder aanzien en ook
Weder wilde Julia lucht geven aan ha;
voelen maar Servins maakte een afwerende
bewegiog met de baod en sprak :„Laat my uit
spreken, kind, ik heb u een nog gewichtiger me-
detling te doen. De keizer heeft mjj als hooge
gunst tot satraap over Syrië aangesteld. Dit is
een builengowone eer, welke mg hoogO ver
plichting en zorgen oplegt. In twee, hoogstens
drie weken, verlaten wjj Rome cn gaan
Antiochia, de hoofdstad van Syrië. Oordeel ju
zelf, kind, daar de dood my de overigen oc
heelt. Op n rust de hoop van myoen Stan
1 mjjoe familie. Ik mag niet toelaten, da
arm, onbekend jongeling uw echtgeoool wordt."
Servius had de laatste woorden met de
scherpte, de snijdende konde van een oud-Romein
uilgesproken, welke geen tegenspraak dulden
dit wist Julia by ondervindig en zjj weende
niet verdragen, daarom voegde hy eropjjskon-
„Julia, gjj moogt ni
en. Het is
le dochter zelt kiest; gij zult u toch houdei
inn het oude gebruik, Julia
.Zeker, vader, ik weet, dat dit myo plicht is
lia Icon van opwinding en harleleed nil
ir spreken. Servins begon dal alles le vei
inhy wilde er een eind uan maken e
i. Zoodra alles
naar Syrië. Wees onbezorgd, ik zal een echtge-
evenzoo ging. Van buD prille jeugd af hadden
zy elkaar leoren kennen. Zy hadden een gevoel
als behoorden zjj by elkaar. Huuue liefde was
niet het verslindende vuur eener hartstocht, maar
eeu rustige, diepe, reine toegenegeoheiddeze op
geven was een goed deel van hun eigen ik offe
ren, en dat is steeds het pijnlijkste. Julia bezat
t zjj t
lang doodniemand dan bare dienstmaagd en
TWEEDE HOOFDSTUK.
Antiochia, waar thans Servius zijn verblijf
ucld als keizerlyk stadhouder vau Syrië, was
loor hare pracht en uitgestrektheidzelis mecr-
lere keizei i verhieven haar lot residentie. Hierbij
oegde zich het wonderscboone, vruchtbare dal,
raarin Antiochia haar schoonheid uitbreidde,
torlom, iemaod verwend door de genietingen
an Rome, kon zelfs daar wonen.
Het beviel Servius goed in z(jn nieuw hoog
mbt; ook Julia gewende zich langzamerhand
anhaar nieuw leven. Zjj was bljjde vau Rome, en
an Lucius verre te zyn. daar zjj toch geen hoop
urfde koesteren ooit de zjjne te zullen worden,
adert de aankomst te Antiochia waren er weken
n maanden verloopen; opeens sh
.Tyding uit RomeEr
Met groote kalmte vroeg Julia
.Lucius
.Juist, Lucius," antwoordde Nizi
Home
.Hoe ei
at vroeg Julia
1, mag ik u niet zeggen,"
antwoordde Nizia
.Wilt g'y hem zien, met bem spreken?"
Julia bezon zich eeu oogenblik on antwoordde
daarna beschi
het
t. Ik w
lit zoo toestaan Wat zou Lucius hier
.Hg zal opnieuw aanzoek willeu doen om
awe band. Hij kan er op hopen hier beter te
dagen dan Ie Rome. De keuze van eenen echt-
Vergeefschc, ydelo hoop," zeide Julia meer
lol zich zelf dau tot Nizia. .Die arme Lucius!
dat hij mjjnea vader niet beter kent! Thans
lestaat er minder kans op dan ooit Er beslaat
mlstrekt geen uitzicht, ik weet het maar al te
Servius behoorde ook
dal wil zeggen
weel, voor alles
iinderljjke liefde hil
was haar iets als ee
ligen moeder hai
Julia
mNiger
Zij noemde
hem steeds vadertje. Geen wonder, dat Ju
lia tol hem ging, als zy iets bijzonders op
baar hart hadEli Niger, hy zou zich liever
zeil leed veroorzaakt, dan z|]n lieveling een
bede geweigerd te hebben. Nauwljjks hadJulin
door Nizia vernomen, dat Lucius te Antiochia
was aangekomen, of zjj ging naar den ouden
Niger. Zjj vond hem, zittende op een rustbed,
een perkamentrol lezend. De oude mao wilde
voor zijne gebiedster opsluu, doch dat stond
zjj niet toe, drukte heiu zacht in de kussens,
ging zelf op eeo laag stoolijo zitten, nam zjjne
rechterhand en sprak op vleienden toon
.Vadertje, ik heb wat, dat wil zeggen, ik zou
wel gaarne iels willen weten."
Zjj had den oudeu man reeds geheel voor
hartelijkheid, die
n ook
de vrjjheid geschonkennog meer, hjj had hem
zjjd verlrouwen en zjjne achting geschonken,
Sedert dien tjjd was Niger als een lid der familie
beschouwd geworden. Evenals zyn vader han
delde ook Serviusook hjj beschouwde en eerde
Niger als zjjo raadgever en vertrouwde, voor
wien hjj geene geheimen bezatNiger diende
zijnen heer met even onwankelbare trouw. Maar
eeu zwak bad de oude, goede Niger toch, een
groot zwak tegenover Jnlia. Hg kende haar van
haar eerste levensjaren afhoe dikwyls droeg
hy het kleine meisje op zjjne armen! Met
Niger trok de schouders op, als wildo hg
antwoorden:,Eigenlgk moest ik u nietszeggeo,
maar toch moet ik het u toevertrouwen." Werkc-
kelyk antwoordde hg
,lk zal n alles zeggen, maar onder de stipite
geheimhouding. Ja, Lucius teas hier
.Is hg er dau niet meer?" vroeg Julia snel.
.Neen, hg is niet meer te Antiochia."
.Wat moest hg bier doen?"