Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No 33.
Zaterdag 15 November 1902.
Zestiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn. Bameveld, Blaricum. Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
AL-onnomontsprija per drie maanden
Franco per postI 0,d0.
Afzonderlijke nummers f 0,05.
Bureau Breedestraat18 Amersfoort
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs dor Advortentièn i
V*u 1 lot 6 regelsfö.3ö
Voor iederen regel meer-0.05
Advertunttén moeien oiteriyk Vrijdagavond
n liet
mrgd ij
De belasting-quaestie.
Zonder vrees voor tegenspraak durven
wij beweren, dal er in onze dagen geen
quaestie bestaat, die zich srberpcr naar
den voorgrond dringl, en die hel maat
schappelijk leven onzes volks ernstiger
bemoeilijkt, dan .le belasting-quaestie.
Te verwonderen is dit echter niet, wijl
onze staatkunde met alle kracht in die
richting gedreven wordt. En ondanks
de treurige ervaringen, hiermede reeds
opgedaan, schijnt het alsof de eerste
schreden slechts zijn gezet op den weg,
die onvermijdelijk naar een onhoudbaar
opdrijven van belastingen voert. Nieuwe
belastingwetten worden immers maar
altijd door in uitzicht gesteld, en de
linancieele nood is reeds zoo groot, niet
enkel die van den Slaat, maar ook
die van verschillende gemeenten, dat
met angslige bezorgdheid de toekomst
wordt ingezien. Door den Staal die,
ondanks de enorme inkomsten van de
belastingplichtigen afgeperst, zich steeds
in linancieele moeilijkheid bevindt zijn
op de gemeenten zulke zware lasten
gelegd, dal er naar middelen moet
worden gezocht om daaraan eenigszins
te gemoct le komen.
En nu meent men een middel reeds
voorgesteld 0111 in den financieelen
nood dier gemeenten te voorzien, te
vinden in opcenten le doen heffen op
de successie-belasting. Zeer ad. rem wordt
echter dit middel door ,De Residentie
bode" bestredendit orgaan is er beslist
tegen, vooral wal de successie in de
rechte lijn betreft. Allereerst wijst hel
op de principieele bezwaren en zegt:
„Het is toch een bekend feit. dat de grnotc
vermogens zich boe langer zoo meer ver
deden. Betrekkelijk weinigen worden er ge
vonden, die in staat zijn het betaalde recht
aan to zuiveron, Op die wijze verminderen
de vermogens, vooral der kleine bozittors.
Ging men de succcssielasten in de rechte lijn
nog verlioogcn, het zou hocletnaal hopeloos
werk worden en de kleine middenstand zoo
wel als de meer gegoede grootcre gezinnen,
die vaak met moeite hun stand ophouden,
zullen na cenigc geslachten ten onder gaan.
Wü weten wel. dat er volon onder do zich
noemende vooruitstrevendon zijn, die met
deze overweging lachen, zoolang ten minste
het doel van hun streven nog niet bereikt
is en zij nog niet vooruit zijn gekomen.
Maar zoo zi'
willen, de Stat
Zeer terecht wordt hier gewezen op
de noodzakelijkheid der instandhouding
van een zeer kracliligcn middenstand,
waarover men in staalkundige kringen
zich maar al le weinig schijnt te be
kommeren. Zeker is, dal zoo voortgaande,
deze stand len gronde moet gaan.
Om slechts een voorbeeld te noemen.
De Gemeenteraad van Amsterdam:, de
hoofdstad des Rijks, die ook in belasling-
hcffen groot wil doen, heeft thans do
heffing dor stedelijke inkomstenbelasting
van 4' j perc. op 5',, gebracht en de
opcenten op hel personeel van 80 op
120 perc. Voegt men nu hierbij, dat de
belastingen daar reeds zoo drukkend j
werden gevoeld, dal kapitalisten eenvou
dig aan do stad den rug toekeerden, om
aan de afpersing eoner al le drukkende
stedelijke belasting te ontkomen, dan
wondere men zich allerminst, dat
thans in de verschillende dorpen in
liet Gooi als mei stoomkracht wordt
gebouwd, ol plannen beraamd, om die
kapitalistische vluchtelingen uit 's Rijks
hoofdstad onder dak te brengen. Maar
de rniddcnsland is genoopt le blijven.
Wat moet hel nu voor dien stand wor
den als de belastingen zóó worden opge
voerd, dat daardoor juist de bezillenden
meer uit de stad verdreven wor
den? De vraag stellen is ze, dunkt ons,
beantwoorden
De .Residentiebode" betoogt verder,
tl men er op rekenen kan, dal, als
>1 succcssiereeiil verhoogd wordl. het
aantal gegoede landgenoolen, hetwelk
ons land zal verlaten, legio worden
gaal. Ten bewijze voert hel blad het
volgende aan
.Hoods zijn er thans over do 40,000 eenigs
zins bemiddelde Nederlanders in Brussel en
zijn voorsteden gevestigd, dio zich dtutr in
Men moet wezenlijk niet uit het oog ver
liezen. dat ons lieve Vaderland waarom
trent de Geneste! meencn wij. getuigde, dat
hot buiten zijn schuld nan tic haren is ont
woekerd geen Eldorado mag ge
noemd worden I
Het leven is hier gewoonweg guur en duur.
natuurschoon, dat zijn pracht ontleent aan
zijn voedseUirengoinien vijand, hol waiu
moet verdedigd worden, dat zicli wreekt doe
voortdurend brandmiers te eischen in lu
'lligeti overgangsmaatregel had afgeschaft
K11 niettegenstaande .lat allesom
nilje kon nog een Eldorado wezen, indini
ijkt» vrijheid.
Maar ook die heeft
Wij' noemen Imide maatregelen daarom
,-erhodig en bIh ze dat zijn een onnoodigon
lasi. den ineergegooileii opgelegd -, een vrij-
'lorooving, welke lien, die dnartoe in
door de katholieke leden der Tweede
Knmcr ontworpen, zij hier, in navolging
van „De Residentiebode", nog even
eraan herinnert), dat Ie vijfde paragraaf
van dit program o.a. heval:
.Geen verdere uitbreiding of verhoo-
ging van 's Rijks direclc belastingen.
.Afschaffing van hel recht van succes
sie in de rechte lijn."
inden
ir znl dr
I aan lint vaderland bindt ft', vnrl.rekei
in den vreemde betere levensvoorwaarde)
elk gebied te gaan zoeken.
A I non 1 ti k O, In I ll„ j
beste middel oeno lliiike vo:lioogilig dei
't Zijn harde waarheden, welke „l)c
Residentiebode" hier te genieten geelt.
Immers, bij al de zware linancieele ofibrs,
nis volk voortdurend op het altaar
des vaderlands reeds plengen moest,
heeft men ook het offer der persoonlijke
vrijheid gcëischt, wat alweer meebracht,
dat nog grootcr financiccle offers werden
verlangd. Men sprak van sociale nooden,
die gelenigd moeten worden, doch wier
leniging om financiccle redenen vertra
ging ondervond. En onderwijl dit ver
kondigd werd, ging men door oen
Leerplichtwet en een - nieuwe Militiewet
driest de sociale nooden verergeren,
den financieelen toestand hachelijker
maken. De Slaalsbegrooling voor 1903 is
daarvoor mede een sprekend bewij
Voor degenen, die met ons nog ecnige
waarde hechten aan het programma
koel onthaal heeft ge-
BUITENLAND.
Wal Keizer Wilhelm tnel zijn bezoek
aan Engeland eigenlijk beoogt, valt nog
niet uit le maken. Maar wel is overtui
gend gebleken, dat het Eugclschc volk er
volstrekt niet mee ingenomen is. De
Keizer werd Zaterdag aan liet Wolverton-
slalion door den koning hartelijk verwel
komd, en reed van daar naar Sandring-
hatti, waar hij de premier, Balfour, tninis-
Chambcrlain met mevrouw Chamber
lain, minister Brodriek en sir Frank
Lascelles, de Britsche gezant te Herlijn,
ontmoelle met den prins van Wales.
Zondag zijn al deze hoogc personen,
benevens lord Iïoberls en lady Roberts
op Sandringham te gast geweest
hebben ook den dienst in de hofkapel
bijgewoond Ier gelegenheid van koning
Eduards verjaardag. Voor den aanvang
van den dienst had keizer Wilhelm een
langdurig onderhoud niet koning Eduard
en sprak vervolgens ook eenigen lijd met
minister Chamberlain.
De Ëngelsclte pers heeft Keizer Wilhelm
geenszins een hartelijke ontvangst hcrcid.
.Schamper zegt o.a. de Daily Mail, dat
het van affectatie zou getuigen aan le
nemen, dal de keizer enkel le Sandring
ham komt om fazanten te schieten. Waar
de Duitsche pers zulks beweert, gehoor
zaamt zij eenvoudig aan een hevel van
hoogerhand. Zaken zijn echter niet met
Engeland te doen. De truc van liet oude
spelletje, waarbij Rusland tegen Engeland
werd uitgespoeld, is thans doorzien daar
kan men Engeland niet meer mee van
gen. Ook kan du houding van de Üuit-
schers gedurende den Boerenoorlog niet
vergelen worden.
De „Standard" echter geeft den Keizer
raad en bezweert hem zich Engeland lot
bondgenoot te maken. Duilschland zal
dien behoeven, wanneer liet in de klem
komt tusschcn Frankrijk en Rusland,
terwijl Eng-land overigens geen bond
genoot van 1100de hcefi.
Hut Berliner Tageblutt maakt dan
ook terecht de opmerking, dat keizer
Wilhelm nog nooit bij een bezoek aan
Engeland van de zijde der Engelschn
De Ëngelsclte minister-president, Bal
four, schijnt al even optimistisch te
denken over Zuid-Afrika als zijn ambt
genoot Chamberlain. Op een feestmaal
van dun burgemeester te Londen heeft
hij Maandag o.a. gezegd: Een nieuwe
vraag was nu, of op den oorlog een
tijdperk van vrede volgen zou, met niet
minder succes. Er waren groote zedelijke
en stoffelijke moeilijkheden te over
winnen, maar hy hoopte, dat over
eenige maanden de toestand der Zuid-
Afrikaansche knloniön in grooteren stof-
lelijken bloei zou verkeeren dan ooit
le voren. Ook in de verbetering van
tien zcdclijken toestand zou men onge
twijfeld slagen. Men had zeer bekwame
bestuurders, gelijk Milner en Chamberlain.
Door toedoen van Milner en Chamber
lain zal dus Zuid-Afrika gaan bloeien
nog grooter dan ooit te voren. Maar
Reilz. de gewezen staatssecretaris der
Zuid-Afriknanschc Republiek denkt daar
heel anders over. Het November-nummer
der „North American Review" bevat een
artikel van zijne hand onder den titel
„Vrede?" waarin hy o.a. zegt:
.Indien ik, met de stukken en de
feiten voor mij, voor de vraag gesteld
word: ls dit vrede? dan antwoord
ik beslist en onvoorwaardelijk: Neen.
„Misschien is het de veelgeprezen
Pax Brilannica, maar hel is geen vrede
in de gewone en eerlijke bcteekenis van
het woord.
Iel zou kunnen zijn een „Vrede, die
alle begrip te boven gaat," maar het
kan niet beschouwd worden als een
duurzame vrede, noch als een, die het
geweten bindt van die mannen, die, om
het overschot hunner vrouwen en kin
deren te sparen, hem teekenden om
zoo le zeggen met het mes op de keel."
Ten slotte zegt hij
.Deze oorlog in Zuid-Afrika heeft,
met andere belangrijke zaken, aan de
wereld bewezen, dathoezeer ook de
conventie van Genève en de Haagsche
conferentie daarmede in tegenspraak
zijn het internationaal recht niets
anders meer bcteekent dan het recht
van den sterkste."
Het moedige optreden van Z.Em. kardi
naal Perraud, bisschop van Aulun, heeft,
gelijk te voorzien was, van alle zijden
levendige bewijzen van sympathie uit
gelokt. De .Setnaine Religieuse" van
het diocees Autun bevat daaromtrent
het volgende schrijven
Sedert 30 October heeft Z.Em. kardi
naal Perraud van alle zijden zoovee-
FEUILLETON.
De Camisard
Episode uit den strijd van Lodeu.-\jk XIV
tegen de oproerige boeren.
Slot.
S) Zooder Marianne van iet* te verwittigen,
slapte do brave pastoor, toen de schemering ge
vallen was, door het bosch, om de plaats te
bereiken, welke de Camisard bem aangeduid
had. Daar vond byeene overleden v
wanrschjjnljjk gelroffen door oen algedwaulden
kogel; een kind vnn slechts weinige ma
en naast haar een slapend jongske van ongeveer
Men stelle zich de verbazing van Mat
voor, toen de pastoor, op elkeo arm een kind
dragend, de pastorie bioneotrsd, eo de onde,
trouwe dienstmaagd, die geen verklaring had
kunnen vinden voor zijne alwezigheid, uit den
slaap wekte.
.Heilige MoederWal wilt u mei die kin
deren beginDen riep zjj,En wat zjjn dat
dan nog voor kinderen? Misschien wel Cami-
sarden-kinderen En waarschijnlijk niet eens
gedoopt f
.Dan zal ik ze iloopen!" zeide de waardige
dienaar Gods; en toen nu het kleine wicht Inide
begon te schreeuwen, riep zjj op eenen loon,
waarin medelijden en verwondering op komische
ken?" En op betzellde oogenblik beproefde zij
dit met ware moederlietde.
Deo volgenden morgen, terwijl 'Ie grijze Mr
anne mei talrijke lerechtwjjzigiogon de groot
bewjjzeD van aanhankelijkheid toonde, ging
geestelijke met eenige lieden naar den dalweg,
waar do vrouw van den Camisard lag, en
groef baar volgens de regelen der heilige ka
tholieke Kelk op de plaats zelf, waar de dood
haar verrast had.
Verscheidene jaren waren na het bovent
haalde vorvlogen, toen de oude pasloor,
thans reeds de zeventig overschreden had, eena
op eene bank voor do pastorie in de s
der zon zich koesterde. Naast hem zat een knaap
van ongeveer twaall jaar, die met Inider
de heiligen-legende van den dag las, terwijl de
pastoor van Ijjd lot tjjd een blik wierp op
grooteo, forschen jongeling van vjjltlen o(
lien jaren, die drnk bezig was een klein tuintje,
bel sieraad van den pastoor, te bewerken. De
onde Marianne, die blind geworden was, luisterde
aandachtig naar de voorlering, welke plotseling
werd onderbroken door het hoefgetrappel
een of twee paarden. De knaap liet een vreugde
kreet hooren, de jongeliog onderbrak zjjn
womlerd,
keljjk kw,
doen was, De knaap sprak
niler, die voorlerende. Wcr-
0 deftig man. die nog io zjjn
jaren was, aangereden en hield stil voor
lerige woning van den geestelijke. Een rjjk
it den zadel sprong en mei klinkende
iordde de eerwaardo
.Beter dan 1!
grijsaard.
„Hoe zool" vroeg de vreemdeling, „indien
deze vraag niet onbescheiden is."
.Volstrek! niet!" antwoordde de pastoor, .Zjj
zjjn mijn aangenomen kioderen, doch dat is oen
onde geschiedenis, die al mijne parochianen
kennen, die mjj daarbij hielpen met hunne mil
de giften, om de kinderen van eenen Camisard
in 'I kalholieke gelcof op le voeden."
Bjj deze woorden scheen de vreemdeling diep
geroerd: bij vroeg echler, zonder dat de pastoor
dit scheen le bemerken, mei schijnbare kalmte
,En wat denkl gij nu van deze jongelieden te
maken
.Degelijke weiklail" antwoordde de pastoor,
„ik beo niet rjjk genoeg, om ze lot iets beters
loidoo."
le middelen had
zij zich op het heilig priesterschap toe-
1 als ze daartoe geene roeping gevoel-
•ze vraag is hier oiet op zjjoe plaats,"
3 lech oiet tea uitvoer gebracht kao worden,
u mjj misschien raad of hijstand verleonen?
Naar uw geheolo verschijning Ie oordeeleu
moet gij wel een voornaam heer zjjn."
.Voornaam neenRjjk jasprak de
«indeling met bijzonderen nadrnk op zijo
UI gezegde. De oude Marianne, dio met do
den blinden eigene scherpzinnigheid reeds Ung
mot opmerkzaamheid had goloislerd naar de
klank van de slein ilea vreemdelinge, riep thans
plotseling: „Eerwaarde heer, herkent gij dan
dezen man, die lot u spreekt, niet f
De geeslolijke, wien de trekken van den vreem
de bekend voorkwamen, keek dezen schorp aan
eo riep loen verwonderd uit,Mjjo GodZon
't mogelijk zjjn Zjjt go hel werkelijk
,Ja, edele man." sprak de vreemdeling mi
een hartelijke uitdrukking, terwijl bij den vrije
loop liet aan zjjne ontroering, ,lk ben degen
dien gij met ware christelijke liefde onder n
dak opDaamt. Ik bon de Camisard 1"
.Is het wezenlijk waar vroeg de geestelijke
half ongeloovig.
.En ten bewijze, dat het waar is, beloof ik
vallen Godshuis i
,God zegone u voor znlk esne gift," sprak
priester, een dankbaren blik ten hemel ge
richt. Enuwe zoons
.Laten zij in mij nog slechts don vreemdeling
!D," verzocht de vroegere Camisard „opdat
echter gerost bont zjjn over de toekomst uwer
ingenomen kinderen, zeg ik u, dal ik, van hier
t den dood tegemoet geleid, van mjjna won-
in genas, bjj de capitulatie van onzen generaal
Cavalier ingesloleo, genade verkreeg. Met mijnen
irmaligen generaal ging ik nnar Iodic, word
daar door handelsondernemingen rjjk, en kom
1de godsdienst vroeg de pastoor
bedroefd.
.Zjj blijven dien getrouw, waarin zjj door
zulk een leermeesler zijn grootgebracht." sprak
de Camisard, lerwjjl hjj den edelen grjjsaard de
hand rjjkle.
Nog op 't oogenblik wonen Je nakomelingen
vao den Camisard als hooggoachle, rjjke koop
lieden te Londen, alwaar oil den mond van een
daar wonende bovengenoemd verhaal vernomen
werd. Allen hebben vastgehouden aan hel katho
lieke geloof, waarin de edele priester de groot-