9EEEMB0DE. r
ieblad
Bijvoegsel.
Zaterdag 9 Mei 1903.
ventiende Jaargang.
Nieuw-Dordrecht, 23 April, de turfmassas zag uiHeken. De nieuws- de poging er toe zou op heden tevergeefs
gierigheid nam toe al naar gelang wij het zijn geweest. Het veen was door en door
IW88PIS D83P Ü0 V00D0D. terrein naderden. Wat liep thans in mijn slecht, een trog met deeg gelijk, maar
oog de viervoeter zacht, ik kreeg de ge- een trog waarin geen bodem is. Het was
was een zit. 7.8 stapte ik te dachte uit te stappen en Ie loopen, ongeveer zeven uur, de zon terdege aan 1 A tl I
Nieuw-Dordrecht, 23 April.
Opwairts naar de Veenen.
7.8 stapte ik te
Zwolle in de stoomtram, en in plaats
van 12.24 kwam de Iram om 1.8 te Eri
ca aan. Zes uren met enkele tusschen-
pozen trammen op mooie kussens is ten
langen leste toch vervelend, men kan in
dien tijd een heel leven voor des gees-
tes oog laten passcercn. Maar toch had
ik nog gaarne verder doorgestoomd, maar
zoover is het nog niet, hel zal diep in het
najaar wezen vooraleer het sloomros tot
Nieuw-Dordrecht zal doorloopen. Uitstap
pen was dus de boodschap, zoo ik len
minste niet terugwenschte te sloomen
naar Zwolle, want het stoomros is hier
een schichtig paard, gelijk het is afkeerig
van stilstaan.
71 kilometer waren aldus in die lange
uren afgelegd, een s..:ltrein zou geen
derde van dien tijd noodig hebben ge
had, doch laat ik niet niQrren, maar de
Dedemsvaartsche Stoomtram-Maatschap
pij dankbaar zijn die 71 kilometer had
ik zittende kunnen afleggen en de 5',.,
kilometer, die mij nogvanNieuw-Dordrechl
scheidden, moest ik op mijn onderdanen
lcopen.
Geheel op Veentcnue uitgerust, slappen
hoed, regenmantel en hooge laarzen,
wipte ik even op zij af, om den pastoor
van Erica (Nieuw-Amsterdaiii) te be
groeten. Juist zou ZijnEerwaarde gaan
tafelen en de uitnoodiging naeê aan te
zitten, nam ik met beide handen aan.
Toen kon ik er tegen, ik had trouwens
nog een marsch voor mij, het einddoel
voor dien dag was Compascuum, via
Nieuw-Dordrecht een alstand van circa
3 uren.
Goed half drie ging ik op marsch
men moet maar gelukkig wezen, daar
kwam een tilbury met een heusch paard
er voor mij tegen, om nota bene mij
op te laden.
De heer Koenders van Enschedé, die
onder toezicht van den heer Jetsje Dijk
stra, een Workumer, hel werk uitvoert
namens den werkgever, ondergeteekende,
was er op uit gegaan om den herder
van Nieuw-Dordrecht te zoeken. Nu
Koenders had de voldoening den pastoor
vlak bij Erica heelhuids aan te treffen,
en de pastoor had hel genoegen in de
tilbury te mogen rijden, terwijl het paard,
dat anders in den kalkmolen loopt, de
eer had luxepaard te spelen.
De weg naar Nieuw-Dordrecht is wel
erg primitief, men maakt in het rijtuig
wel menig carrambol, het bloed zou, als
het er vatbaar voor was, karnemelk
kunnen worden, maar het rijdt toch, eu
men komt er in ieder geval gemakke
lijker als loopende, al moet men er even
veel tijd voor besleden.
Mooi, prachtig, riep ik uit zoodra ik
het Oranje Kanaal was gepasseerd en
de pastorie, die reeds onder kap is, boven
de turfmassas zag uitsteken. De
gierigheid nam toe al naar gelang wij het
terrein naderden. Wat liep thans in mijn
oog de viervoeter zacht, ik kreeg de ge
dachte uit te stappen en Ie loopen,
maar bedacht mij vlug, want goed be
dacht kon het paard het toch nog vlug
ger dan de ongeduldige passagier. Daar
kwamen wij bij den bouwde funda
menten van de kerk waren kant en
klaar. Vier honderdduizend stcenen die
het gebouw zullen schragen zullen wel
dra voor het oog verborgen zijn.
Inderdaad, in de veenen bouwen, valt
niet mede, kerk en pastorie zijn geheel
onderkelderd, wel te verstaan, dat men
er schuitje kan varenreeds slaat er
een meter water in. Wat do pastorie be
treft, dezelve krijgt voor */s uen wal er-
vrije kelder waar men rechtstandig kan
loopen, een luxe, die niet overdreven is,
daar van bijbouwen en bergplaatsen geen
sprake nog is, om de vier meter massa
hooge veengrond rondom den bouw.
Bloem- en moestuin slaan bijgevolg in de
eerste jaren ook niet op hot programma.
Doch voor rhumaliek behoef ik niet bang
te zijn, daar geheel de bouw overkluisd
is. De parochianen behoeven derhalve
ook niet bevreesd te zijn, dal zij door
den vloer naar den kelder zullen verhuizen.
De kerk zal met Pinksteren, even als
de pastorie reeds nu, onder kap wezen.
De romp van de pastorie is inderdaad
mooi, en over enkele weken vertrouw ik
hetzelfde van de innerlijke ruimte te
getuigen.
Tot nu loc, is de bouw zonder onge
lukken geschied, terwijl de heerlijkste
harmonie heerscht tusschcn opzichter,
uilvoerder en arbeiders het zal mij ook
geenszins verwonderen ol de heeren
Koenders en Beune van Enschedé zullen
weldra gezochte kerkbouwers in ons
bisdom worden.
Onderwijl was het half zes in den
avond geworden en nog was ik met den
opzichter niet uitgepraat, terwijl de heer
Koenders mijn haast begon te begrijpen.
Ik moest immers nog naar Compascuum,
dwars over het veen, circa anderhalf
uur en alvorens hel veen te betreden,
naar hel hulp-kantoor der Posterijen,
alwaar een aangeteckend stuk op afhalen
wachtte. Toen ik wilde gaan, stond de
tilbury weer gereed. Men kan tegen
woordig naar Compascuum komen langs
Sclioltenswijk, dat is een zijkanaal aan
gelegd door den grooten induslrieël den
heer Scholten van Groningen, men moet
dan wel een half uur grooter afstand
afleggen, maar de veenrcis wordl er door
op de helft verkort.
Ingestapt en vooruit .bles", wij reden
weereven ingewipl in het kantoor,
het pakket in ontvangst genomen, en
opnieuw ging het „vooruit", tot het
einde van de Wijk. Hartelijk afscheid
nemende van den heer Koenders stond
ik voor het hoogveen. Al had onze
viervoeter geleerd op klompen te loopen,
de poging er toe zou op heden tevergeefs
zijn geweest. Het veen was door en door
slecht, een trog met deeg gelijk, maar
trog waarin geen bodem is. Het was
ongeveer zeven uur, de zon terdege aan
het afgaan en daar stond ik gansch
alleen op het moor (veen). Geen hut,
geen keet in de nabijheid, turf beneden,
turf boven, turf, de zoogenaamde weg,
dien ik moest gaan, die mij nog drie
kwartier van het einddoel, Compascuum,
scheidde. Geen honderd passen afgelegd
of het zweel parelde mij langs het hoofd,
mijn 58 cM. hooge laarzen bleken nog
te laag te zijn.
Verraderlijk zijn sommige vaengrondeu,
i geen wonder, een gestoken turf houdt
kilo's water, hoeveel vocht moet dan
el een veenlaag van vier nieter diep
bevatten. Natuurlijkerwijze kan men een
veen weg van 3 kwartier niet in 3 kwar
tier afleggen, omdat men bij iedere
voetstap, die men zei, in het veen weg
zakt, en het telkens uittrekken der beencn
vereischt ook zijn tijd.
De zon was reeds lang het andere
halfrond gaan verlichten toen Ik eindelijk
het eeriige steenen huis van Compascuum
had bereikt. De behuizing van Jan Berend
Wilken, den vader, laat mij zeggen den
stichter van Compascuum mocht ik niet
voorbijgaan, alvorens ik de houten pas
torie van Compascuum zou binnentreden.
Doch om van Jan Berend in de pastorie
(ook in de kerk) te komen dat is
een reuzentaak. Nergens ter wereld kan
een slechter weg worden gevondendie
vijf minuten gaans zijn in één woord
verschrikkelijk. Is hel dus wonder, dal
ik vier dagen gewacht heb alvorens dat
kleine eindje weer af te leggen Jam
mer genoeg was toen de vader van
Compascuum precies uitgegaan en had
ik een vergeefsche ballanseertocht afge
legd.
Vier dagen en nachten was ik in Com
pascuum geweest en in al dien tijd had
ik mijn neus niet builen hut venster
gehad om de eenvoudige reden, dal ik
voor plezier de laarzen niet aan- en
uittrek, eu zonder de verlengstukken
kan men niet buiten de pastorie zich
begeven. Verveeld had ik mij daarom
toch niet. Voor récréatie opende ik het
verzegelde pakket 30 obligaties ieder van
föOO rentende 4"/(„ vervaldag telkens 1
Juli met coupons voor twintig jaren ten
laste van de te bouwen Parochiekerk van
den H. Henricus te Nieuw-Dordrecht,
welke obligaties, talons en coupons, ik
allen met den wijdschen naam van
pastoor-voorzitter mocht leekenen. GCO
maal achter elkander je eigen naam
mogen of liever moeten schrijven is nu
juist geen récréaliewerk. Zoo er liefheb
bers zijn, de heer W. Laane le Roosen
daal zal u gaarne, tegen contanten, een
of meer obligaties zenden. Jammer ge
noeg, dat die leening noodig is, maar al
preek ik mij dood, ik zie geen kans zon
der die leening den bouw te kunnen
rijk, Hilversum, Hoogland,
st.
Prija der Advertentdtn i
t 6 regel»
irea regel n
lebal-
isatie
ont-
gotui-
oover
slaat,
>t het
getui-
rs-ge-
racht,
3t de
rgend
open-
ir ont-
ijdens
vrien-
ardig-
heeft
sr aan
Keizer
e tele-
jkheid
liaansche Br.", geprezen werk voort- bestrijden, als thans plaats vindt. Een
gezet met eene hartstochtelijkheid, die zóó in het oogvallend krijgsplan, al» zij
nog treuriger dingen in de toekomtt thans ten uitvoer legt, is zeker nog
'l Gezamenlijk* antl-clericale partijen.
graphisch aan, dal de" H. Sto'e^op'zijn
verzoek, hem belast, als bijzouderen
delegaat den Paus te vertegenwoordigen
bij de plechtige inzegening van den
nieuwen gevel der kathedraal te Metz.
Verder zond de keizer, alvorens Monte
Cassino te verlaten, twee telegrammen
aan de abten der Benedictijner-abdijen
van Beuron en van Maria Laach, om
hun de voldoening uit te drukken, die
'iÜ ondervonden had, toen lijj in de abdij
an Monte Cassino hel werk, de kunst
n de wetenschap der Benedictijner
monniken gezien en onder hen zoovele
hooge en artistieke geesten van Duitsche
nationaliteit ontmoet had.
Naar verluidt heeft Keizer Wilhelm
hij het verlaten van het Vaticaan gezegd
tct een prelaat„God behoude Paus
Leo nog lang in het leven, want h(j is
n zegen voor de menschheid."
Men behoeft niet te vragen of de
Evangelische Bond en de propagandisten
van de Los-van-Rome-beweging in
Duitschland, daarvan ook geschrokken
zyn.
Kardinaal Richard, aartsbisschop van
Parys, heeft tot de geestelijkheid en de
geloovigen van zijn bisdom een brief ge
richt, waarin hij gebeden en boetedagen
voorschrijft voor Frankrijk.
Z. Em. kardinaal Lecot, aartsbisschop
van Bordeaux, heeft voor zijn diocees
Zondag 24 Mei, het feest van O. L.
Vrouw Hulp der Christenen, als de
dag van openbare plechtige gebeden
aangewezen. In een herderlijk schrijven
spoort de prelaat zijn geloovigen aan,
allen aan die gebeden deel le nemen
en verzoekt hun tevens, daags te voren,
Zaterdag 23 Mei, le vasten, om door
gebed en vasten den toorn des hemels
te stillen.
Vele andere Fransche bisschoppen
hebben openbare gebeden voorgeschreven,
om in dezen tijd van beproeving en
vervolging, Gods barmhartigheid over
het arme Frankrijk af te smeeken.
't Zjjn dan ook wel dagen van be
proeving, welke de Katholieken in dit
ongelukkige land doorleven.
Zeer natuurlijk is intusschen, dat de
vrijmetselaars in Frankrijk zich wrevelig
gevoelen, naar aanleiding van het bezoek
van Keizer Wilhelm aan het Vaticaan.
De Temps, het vrijdenkers-orgaan van
Parijs, zegt, dat Combes het Vaticaan
van zich stoot, niettegenstaande Frank
rijk het Vaticaan nog noodig heeft om
zijn invloed in zijn kolonies te hand
haven. Het bezoek var. Keizer Wilhelm
aan het Vaticaan komt er ons weer eens
aan herinneren, zegt het blad, dat, indien
wij ooit den misslag begaan, het Vaticaan
FEUILLETON.
DE VEROORDEELDE.
3) .God loooe het u duizendvoud, hooge
voritin," riep Maria alt ea kaste de baoden der
kearvoratin.
Aanminnig lachend likto de hooge vrouw
Marie op de wangen en zeido op schertsen-
den toon,Qy hebt mij mjjn armband terug
gebracht en due mag ik nwo schuldenares niet
blijven, ik zal n» man tot a terugvoeren.
Wel, mijnheer de architect, laat ooa bet slot
een zien, dan kunt ge mjj onderweg van de be
kwaamheid van den heer Brand 't een en
ander meedeelenen gij, rajjn kind, ga maar
kalm naar hnis, gg zult apoedig van mjj kooron."
Mei deze woorden groette de voritin de viouw
minzaam en schreed naar het met bloemen
versierde gebouw, terwgl Marie door nieuwe
hoop gesterkt naar hare woniog ijlde.
Den ien Juli 1711, tegen negen uur's avonds
kwam Brand met xjju zoontje to Di
Aan de Leipziger poort zond hg den koetsier
weg, die hen in twee dagen van Oschatz
Dresden had gebracht. In de alad keorsohte nog
op dit uur van den schoonon xomoruvond, volop
leven en beweginghet hof toch van den pracht-
lievendon koning Augustue I on de traaio om-
gering der stad, hadden lioel
leien van Europa berwaaret gelokt, alsmede
veel Poolsche edellieden. I)it straatleven met
onte afwisseling boeide den knaap buitcn-
>o, die, ware lijj thuis gebleven, reeds
ter rust zou geweest zijn. Vrooljjk slapte
hjj naast zjjn vader voort, die er weinig acht op
wal er om hem heen gebeurde, want nog
was hjj met zulk een bezwaard hart te Dres-
Nadenkend over het onprettige soldatonloven,
it zoo scherp afstak bjj zgne werkzaamhoid en
zjjn gezellig tehuis, was hjj over de Elbebrug
gegaan naar de Wilsdruffer poort, loon hjj
plotseling hevig schrok eu bemerkte, dat zg'n
zoontje, die zoo juist nog naast hem had geioopen,
verdwenen was. In het donker van den in vallenden
nacht was het Tentje op den hoek eener straat
van hem afgeraakt en had zijnen vader uil het
gezicht verloren. Een hevige angst overviel Brand,
want aan den hemel vertoonden zich donkere
onweerswolken en waar moest hjj den joogen
zoeken Welk een ongeluk kon den knaap over
komen, wanneer bg in een vreemde stad den
nacht onder den blooten hemel moest doorbren
gen? Wat een hartzeer voor zjjoe moeder, als
zg baren Frits in plaats vau gezond en vrooljjk,
dood, of door angst en koude doodziek zou
terugvioden
Al deze en dergeljjke beelden tradeD hein
voor oogeu en met onbeschrgCfoiyke angst jjlde
hg door de straten en riep overal dan m
van zgn kind. Alles tevergeefs. Middernacht
reeds voorbg en nog had hg geen spoor van
het kind gevonden.
Juist wilde Brand naar de hoofdwacht
het kind te zoeken,
den olHcier, tl
meedeelen, ten e
e krggeo, om m.
oen In zgne nahgheid eene
.Vadervader I"
.Frits, mgn Frits!" riep Bi
kind al en vond ten slotte zgD zoon m een
portaal van een winkel.
.Goddank, dal ik je terug beb I" riep Brand
on nam het van angst sidderende kind op don
arm. .Arme Frits," sprak zjjn vader, ,gy hobt
zeker veel geweend, maar zeg my nu eens, waar
heb je nte verloren
.Waar dia groote kerk staat met die steenen
beelden," antwoordde het kind snikkend. .Maar
wees niet boos op mg vader, 't was mgn
schold niet. Gg waart opeens weg, en toen ik
u niet meer zag, liep ik maar hierheen, waar
ik wachten wilde, lot u terugkwam."
bewoners schenen ter raste te zgn gegaan
en daar op zgn herhaalde kloppen geen antwoord
kwam, en zyn kwartier gelgkvloera lag, maakte
hy het luik opeo, dat niet gegrendeld was,
drukte eeu ruit in en opende het eenster. Hierop
klom by met zgo zooolje in bet kamertje, waur
by met hem ter ruste ging, nog lang ge
plaagd door droeve gedachten, zoodal hjj niet
kon inslapen.
Bjj do eerste zonnestralen ontwaakte de thans
musketier geworden architect alt zware droomon,
vroeg, c
n bet armelgke vertrekje. Hel
zich le
ig dal deed, zgo kiod le
bjj zjjn neef Botig. die als wachter bg
de fezanten diende, eo daarna aan zgne soldaten-
plichten te voldoen. Zoo giDgen dan belden heen
l vorraslen spoedig het echtpaar Batig met
zn bozooit, die jnist aao huo onlbgt waren
tgonnen.
Weinig woorden waren voldoende, om de fa
milie do oorzaak van het vroege en onvorwachte
bezoek bekend le maken. Hot jongentje werd
harteiyk ontvangen uo met üelkozingen overladen,
en spoedig was hij, door deze liefdevolle ont
vangst en de nieuwe omgeving, de scheiding
van zyn vader en zgn nachtelgk ongeval ver-
Brand beval zgn kind nogmaals in hnone zorg
aao, beloofde Frits spoedig ierng te komen en
begaf zich vlug naar zgn kwartier. Zgne kost-
vrouw was intusschen ontwaakt en bereidde
hem een alles behalve vriendelgke ontvangst.
Juffrouw Uhloman had een kleinen kruideniers
winkel en haar man, sen oud soldaat, die haar
voorheen in de zaak bgslond, was hulpbehoerend
geworden. Om nu haar inkomen, dat niet groot
bevorderen, had zjj de ruimto
n kleine
randerc
waarin zg togen vergoeding de inkwartiering
barer bnron opnam.
Wü moeten hier nog even vermelden, dat le
dien tyde, lol na het bouwen der nieuwe kazerne,
bet grootste deel van hel Dresdener garnizuen
bg do burgerg ingekwartierd was. Bg de onbe
schaamde manier, waarop dikwyis gehuwde
mannen tol militaire diensten werden geprest,
gebeurde het niet zelden, dal menig rekrnat met
vrouw en kind In hetzelfde kwartier trok
ken, omdat van al het oogenblik, dat zulk een
man uil zyn werkkring gerukt werd, voor zgn
gozin hel nrodigo levensonderhoud ontbrak.
Brand had, zooals reeds vroeger is gemeld,
reeds eerder ia 't huis van julTrouw Uhlemaun
io kwartier gelegen en ook nu had men hem
daarheen verwezen. Wgl hg echter niet, als zgne
kameraden, tyoe soldü a«n brandewgn, bier of
tabak deze vrouw in don schoot wierp, en ty
dus aan hom geoa bgzoador goeden klant had,
maakte zy op boosaardige manier gebruik van
de wjize, waatop Brand in den nacht in zgn
kwartier geklommen was, om zich op dezen
te wreken ol hem kwyi te worden. Dezen
.flauwerd," zooals zg Brand noemde, die geen
tabak rookte en geen drank gebruikte, dien zou
zg eens goed laten voeleo, waar 't op stond.
Het nude wgf had Brandt kloppen in den
nacht zeer goed gehoord, ook wist rij dal h\j
het was, die dien avond nog bioneD moest zgo,
eD zg word den volgenden dag woedend, toen
zg zag, op welko wgee Brand in haar Uais ga.
Zö wachtte den terugkeer van den .flauwerl"
in hare huisdeur af, en mot de handen in de zyden
ontving zy hem mot een vloed «an scheldwoorden
en smaadredenenzy beschuldigde hem van
don nachloiyken inbraak in haar huis en spoedde
zich hoen, om hom by zyn overheden aan te
klagen ale dief en inbreker.
De stem der luid