Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 24. Zaterdag 12 September 1903. Zeventiende Jaargang. IE EEIBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist Verschijnt eiken ZATEADAQ. Abonnementsprijs psr drio a Franco per post Afzonderlijke nummer» f 0,40. f 0,05. BureauBreedestraat, 18 Amersfoort Uitgave van de Vereonlglng Do Eembode. Prijs dar AdvortontiOn i Van 1 tot 6 regel» Voor iederen regel meer n uiloriyk Vrijdagavond Waarom talmt gij! „Een zegepraal op den drank duivel ia ondenkbaar ala de vrouwen niet ernstig en krachtig medestrijden. Want do Vrouw vormt de Zeden. Zij is hot machtige Parlement bij deu man en de alvermogende koningin, ja, de alleonheerscheres in de kinderkamer." Da. Alph. AbiPnb. Het feest van Maria's Geboorte, voor eeDige dagen gevierd, zal binnen weinig tjjds blijken een der schoonste te zijn geweest, hetwelk door Amersfoorls Katholieken ooit mocht worden gevierd. Immers, dank zij den onverilauwden ijver en het rusteloos werken van hen, die 't met hunne evenmenschen zoo goed voor hebben, kwam dien dag de Mariavereeniging tot stand. De Mariavereeniging d.i. de vereeniging van vrouwen en meisje» van eiken stand, die onder bescherming van de H. Maagd Maria uit liefde tot God en den even- mensch, vereenigd optreden tegen het alcoholisme en vooral den sterken drank, ook in den vorm van likeuren, uit de huisgezinnen trachten te weren. De vrouw, uit alle rangen en klassen der maatschappij, heeft er zoo groot belang bij, dat de drank uit desamen- leving vooral die kleine maatschappij, welke wij gezin noemen worde ge dreven. Is zij niet de natuurlijke vijandin van den verwoester van alle huiselijk geluk,' van den vermoorder der goede zeden 1 Niet alleen wanneer zij behoort tot. hen, waarvan de onvergetelijke Vlekke z.g. getuigt „Wanneer zij met haar kinderen ziL te wachten bjj den eenzamen haard, al die lange, lange uren, in broodsgebrek misschien, maar al zij 't ook in weelde, met het vooruitzicht van de zich immer herhalende zedelijke martelingen, als de dronkaard, dien z(j eens met vreugde als haar echtgenoot aannam, de stille woning tot een hel zal maken, dan kan zjj het nauwelijks verbeelden, hoe zij eens liefde gevoeld heeft voor dezen man, die voor God en de menschen beloofd heeft haar beschermer te zijn en die haar beul geworden is." Maar ook dan wanneer zij behoort tot hen, die in haar kring nimmer slachtoffers van dien demon behoefden te zien en die zelf als „matig" konden staande blijven, of hen, die het bijna ongekende geluk heb ben nimmer met den drank in aanraking lezijn geweest. Want de drankellende heeft zulk een gapende wonde in het maat schappelijk lichaam geslagen, dal niemand geheel aan de noodlottige gevolgen kan ontkomen. En zou de wonde haar ziel toegebracht nog niet duizendvoudig erger zijn I Zal zij lalmen haar aartsvijand te be kampen Duizenden en duizenden man- n roepen om hulp. Zult gjj hen laten den poel der ellende! Massa's jonge lingen en jonge dochters zjjn neergestort in den afgrond, zult gjj hen het reddende touw weigeren? Drommen kinderen wordt het toege staan, dat zjj .matig" drinken, denkt gij niet aan de onomslootelijke waarheid dat een groot deel zal onmatig worden Zult gjj hen niet het tot hiertoe en niet verder toeroepen? Hier is een werk van groote naasten liefde te verrichtenzult gij achter blijven Meent niet reeds genoeg gedaan te hebben met de dronkenschap te ver foeien, of den dronkaard te haten (wal zeer onchristelijk is.) Want niet de dronkenschap, maar hel alcoholisme, dat schijnbaar fatsoenlijke alcoholisme, is de maatschappelijke kwaal. Het alcoholisme, dat zooals de edele bisschop Mgr. Aug. Egger zegt, een vijand is van alle geloovigen, van de Kerk en van Christus, in wiens rijk het zulke vreeselijke verwoestingen aanricht, is wij herhalen niet de dronken schap, maar het weergaloos gebruik, dat het volk in het algemeen van alco holhoudende dranken maakt, met al den nasleep van ellenden, die daarvan in de geheele maatschappij het gevolg zijn hel i» het overal, ten allen tijde, door een ieder schenken van l'eau de vie, qui est l'eau de mort, het levenswater, dat den dood veroorzaakt! Wij zullen hier niet spreken over de heillooze gevolgen op stolfel(jk, maat schappelijk, hijgiCnisch, doch vooral op godsdienstig zedelijk gebied. Alleen dit 't Woord van Mgr Egger: „DeChris- telijke familie heeft geen erger vijand dan het alcoholismeis geheel in over eenstemming met de uitspraak van kar dinaal Manning: „De H. Kerk heeft in Engeland meer kinderen verloren door het alcoholisme, dan door het Protestan tisme en het ongeloof te zamen. Wij zouden TOO,000 Katholieken meer tellen indien de katholieke drankbestrijding 25 jaar eerder bestaan had." „Er is wel een» beweerd, heeft Vlekke gezegd, dat men door geldelijken steun drankbestrijder kan zjjn, ook al is men, zelfs in den zwaksten vorin geen onthou der. Deze bewering is slechts ten óeele waar en zeer zeker zou zij in de toepassing noodlottig kunnen worden voor zulkeleden dar hoogere klassen, welke zich gaarne door geldelijke ondersteuning van hun sociale plichten afmaken. In den strijd tegen het drankmisbruik kan geen rern- plafnntcnstelsel worden geduld er is persoonlijke en algemcene dienstplicht. Want het groote doel der drankbestrij ding moet zijn en blijven de karakter vorming bij hel gansche volk." „Mogen de hoogere standen, de ont wikkelde en verstandelijke personen, die zich rekenschap geven van de gevolgen hunner daden inzien, zegt de abt Le- mire, dat al wat op zichzelf geoorloofd is, niet geoorloofd is in de maatschap pelijke orde, mogen zij nadenken, zich aan 't werk zetten en beginnen met den alcohol uit hun eigen huis te verbannen. Wij vragen hun dat kleine offer niet uit naam der groote beginselen, niet uit naam van de hooge belangen hunner gezondheid en huns levens: neen, neen, die groote woorden zjjn hier niet gangbaar wij zouden een glimlach zien en al te veel ongeloovigen ontmoeten maar wjj vragen het in naam van den invloed, die genoemde personen oefenen op dat grillige ding, dat de schenk- en drinkmode wordt genoemd." Bovendien. Telt het alcoholisme niet evengoed in de hoogere kringen zijn slachtoffers? Ziet men niet dagelijks fa- milien en bloeiende zaken ten gronde gaan? Kardinaal Manning zei reed» 30 jaren geleden „Als ik dagelijks zie hoevele mannen, vrouwen en kinderen in hoogere en lagere standen ten va! komen door den drank, dan vind ik, dal de onthouding moet beoefend worden, zelfs door hen, die nooit tot onmatigheid bekoord worden. Wilden zij zich allen door voorbeeld en woord en invloed vereenigen, menige ziel, menig huisgezin thans in rampspoed verzonken, zou gered zijn." Daarom moet de ecbtgenoole onze bondgenoote worden in den strijd tegen het alcoholisme. En ook de moeder. Hoe dikwijls is de jenever de oorzaak, dat zij bij het slecht gedrag harer oudsten moet verzuchten, ziende het kleine, schuldelooze wicht op haar schoot„Och, konden zjj toch blijven zoo klein en zoo schuldeloos I" Laat de moeder toch begrijpen, dat haar kind onder den leeftijd van veertien jaren geen alcohol, in welken vorm ook, ook niet als bier of w(jn, mag gebruiken. Er wordt nog, o, zooveel schuldige dwaasheid op dit gebied uitgehaald. Vrouwen en meisjes, waarom'talmt gjj? Misschien uit vrees voor spot? „Er zijn helaas 1" zegt Mgr. Egger, zelf geheel-onthouder, „ten opzichte der onthouding nog vele katholieke spot ters, Over hen mag ik niet zwijgen. „Deze spotters spotten niet met de drankbestrijding maar met Christus zjj spotten in haar met de zelfverloo chening, die Christus geleeraard heeft en waarvan de drankbestrijding slechts een bizondore toepassing iszij spotten in haar met de wet der naaslenlielde, door Christus zelf gegevenzij spotten mot zijne begeerte naar de redding der zondaars, die loor haar bewerkt zal worden. Wat mij betreft, ik reken mjj dezen spot tot een eer." Vrouwen en meisjes, waarom talmt gjj D aan te sluiten bij de Mariaver eeniging? Is 't zoo moeilijk eene kleine opoffering te getroosten? Niet hoeveel de strenge plicht gebiedt zegt P. f'. Smit S. J. is de vraag der liefde; hoeveel de evenmenseh lijdt, dit is haar maatstaf. Misschien zegt ge: „Eén glaasje kan toch geen kwaad, Dat heelt elke dronkaard gezegd en herhaald. Gij hebt geljjk, inaar er zjjn er zeer velen voor wie éen glaasje het eerste kwaad is, omdat zij er den smaak van beet krijgen en het later bij één glaasje onmogelijk kunnen laten. Hadden sommige lieden, dat ééne glaasje, dat geen kwaad kan, laten staan, zij waren voor veel ellende en groote rampen bewaard gebleven 1 Spurgeon zegt: „Wie meent, dat de eerste stap zoo gevaarlijk niet is, heelt spoedig den tweeden gezet." „Een booze neiging is eerst een voor bijganger, daarna een gasl, later een gebieder." (Montaigne). „Ouders, tracht uwe kinderen teleeren, dat zij 't van meet af zonder alcoholische dranken doen," roept kardinaal Manning U toe. Hoe zult ge hen drankvrij op voeden, als gjj zelf niet 't voorbeeld geeft. Tracht niet hen zoog. „matig" op te voeden want hoevelen is het niet gelukt. Wilt niet spelen met vuur. Daarom terwille van uw familie, uw echtgenoot, uw kinderen, in naam van ChristUB talmt niet langer katholieke vrouwen en meisjes. Zet nooit in uw leven een glas sterken drank aan uwe lippen, (ook niet in den vorm van likeur). a) Zijt gij echtgenoote, tracht uw echlgenoot door uw gebed en uwe raad gevingen van den drank af te houden. Zijt gij moeder, verwijder dat ver gif van de lippen uwer kinderen. Tracht ten minste eene vriendin over te halen uw voorbeeld te volgen. Daarom ook rereenigt u en laat u opschrijven in de Maria-Vereeniging. BUITENLAND. De Turken trachten als gewoonlijk ook thans weder in Macedonia de op stand door een ontzettende menschen- slachting te onderdrukken. Een consulair bericht uit Saloniki, meldt, „dat volgens betrouwbare mede- deeling in Zandjak en Monastir de opstand feitelijk onderdrukt is. De Bashi- boezoeks hielpen de Turken men ging daarby, naar gemeld wordt, met bloe dige wreedheid te werk. Het doel der Turken is blijkbaar niet de Bulgaarsche inwoners, maar alle Christenen uit te roeien." Toch zjjn de Turken bij ui hun wreed heid niet bij machte overal hun doel te bereiken. Uit Constantinopel wordt al thans aan de „Temps" gemeld „De ongerustheid in Turksche regeo- ringskringen is toegenomen tengevolge van nieuwe rapporten van den inspecteur- generaal Hilmi Pacha, meldende, dat de opstandelingen een hernieuwde roeriglieid toonen en hun aantal thans op 25.000 geschal wordt. De oorlogsparljj wint veld in het villajel Adrianopel. De opstande lingen hebben zich meester gemaakt van het stadje Agathopoli aan de Zwarte Zee en er een voorloopige regcering uit stedelijke notabelen gevestigd." De toestand wordt reeds zoo hache lijk, dat de meeste gezantschappen te Constantinopel binnenshuis worden bewaakt door raatrozen van de wacht schepen. Het Duitsche gezantschap wordt bewaakt door een afdeeling Turksche soldaten, aangezien de Loreley, het Duit sche wachtschip, in de Zwarte Zee aan het kruisen is. FEUILLETON. Weldoen en dankbaarheid. Vol berouw over el iljoe zonden knielde hi) voor Qod, bevel zich in Maria'e machtige voorepraak bjj den eeuwigen Recbter, en bereidde zicb, bg gemis aan priesterlijken bgalani! voor lol de terectatalelliDg eo tot den overgang in 'l eeuwige leven. En loch kwam voor hem de dag deB doods niet. Een geruime tjjd verliepFrans wist zelf» niet meer van tjjd of uurbg wiet niet meer of het dag ol nacht was, of boe lang by reeds ln den kerker vertoofd bad. Wel bemerkte by, dat zgn baard en hoofdhaar sterk waren gegroeid. Lang moest hg bier das al geleden hebben. En toch kwam geen berouw over den gedanen slap by bem op. „Als rogue weldoeners maa gered," verzuchtte hg, „ik wil gaarno Igd eterven I" Op zekeren dag, hy zelf wist niet of het dag ol nacht wae, boorde hy een ongewoon leven in de gevangenis. „Ach," dacht hjj, „er worden weer nieuwe gevangenen iogekerkerd, ol er wordt oprnimiog gebonden onder degenen, die bier reeds zoolang tnebten en na komt ook mgne beurt I" Steeds nader kwam het leven; by boorde verwarde gesprekken, vele alemmon dooreen terwyi denren werden opengemaakt en gesloten. Na wierp hg zich op de knieën en beval zyno ziel opnieuw aan den Heer, den Qod van barm hartigheid en in de bescherming der heilige Maagd, de Koningin der martelaren; daar werd ook zgoe deur opengedaan eo de rnwe stem van den cipier riep„Robespierre is dood 80 - Hy liet de dear openstaan co ging verder. Frans was zoo geroerd door deze woorden, dat bg in zwym viel; eerst nadat hy heen en weer geschud werd, kwam bg weder bg. Het was de cipier, die hem schudde en oprichtte. „Wat on?" riep bg bem met gaelgke scherts toe, „is het je bier dan zoo goed bevalleD, dat je er heel niet nit wilt?" „Mag ik dan heengaan? vroeg Frans weilelend, „Waarheen ge maar wilt!" antwoordde do cipier met vreugde. Na vermande de jonge man zich en wankelde naar buiten, door de duistere, vochtige, met traoen besproeide gangen, klom langzaam de trap op en betrad den bof, waar voor den eersten keer na zoo langen tjjd, hel schitterend zoonelichl zöne dofie oogen trof en de vrjjo, reine luebt hem tegennoei. Hg kon het licht niet verdragen en moest op een sleenen bank aan den mnnr gaan zitten, om eeoigszins op krachten te komen en het oog aan het liebt te doen gewennen. Na een nur vond bem de cipier daar nog zitten. Hy bleek menscheiyker te zgn dan men dat van zgn vak zou gedacht hebben. Hg ging naar Item toe on sprak inedoljjdeod„Jongs man, ga in myn kamertje en kom wat op verhaal." Hy reikte bem hierop de baad bracht bem in de kamer. Z0ne vrouw, v s bem dra met spgzen eo schonk bom wjjn, welke bem zeer versterkte. „Wttmoesthy echter nu beginnen?Zgn kleercn aren zeer slecht eo hg zag er nit ala eco halve wilde. „Weet je wat," sprak de cipier, „ga bier maar Iteo, dan zal ik een barbier laten komen." Spoedig itwam deze co weldra viel het haar vao baard en hoofd. Na zag hg er geheel andere nit, maar nu zag men ook eerst dnidelgk zgn vermagerd en droevig gelaat. Daarna word hg verder liefderijk verzorgd. Welk een weldaad voor den armen verloste 1 Hg kon geen woord van dank vinden I Toen hg weder wat bekomen was, vroeg de cipier: „Woont bier dan niemand, dien je kent?" „Ja wel," sprak Frans, zich een braven kruidenier herinnerend, die bg mynheer Laurent zyae waren insloeg, „leeft mynheer Brandean do kruidenier, nog?" „Keo je dieo vroeg de cipier verrast, „die wooot hier heel dicht bg. Wacht, ik zit hem De man, die veel medelgden had met den jongeling, ging zelf naar mijnheer Brandean, en deze kwam met bem mede Persoonlgk konden beiden elkaar niet, maar Frans bad jarenlang do zeken met dezen klant zelf gedaan, en kon bem tot in de kleinste bgzonJcrheden moc- deelon, wat door myohoer Brendeau by den hoor Laurent besteld was geworden. Weldra was Brandean overluigd, Frans Tboaret voor zich te hebben, wiens naam bg zoo dikwijls in zyn» handelsbrieven bad gelezen. Mynheer Brondeau was een braaf, vriendelgk man, die Frana torstond met zich meenam, om hem te verplegen, tot hg hersteld zon zijn om weer oaar Rouaao terug te kunnen keeren. Mot een bezwaard hart zag Frana do slad Rouaan, on met nog beklemder gemoed trad by haar biooen. Terstond ging hy de poort nit, naar de villa. Sidderend klopte hg aan. Eeo onbekend heer kwam voor. „Ik zoek mgo- heer Laurent," aprak hy met bevende atem. Hemel I antwoordde do beer, „weot gg dan niet, dat mynheer Laurent ale aristocraat naar Parijs is gevoerd en geguillotineerd „Maar zjjne vroaw?" „Dat kan ik u niet zeggen," lnidde het ant- 1 „Eo deze villa?" vroeg bg verder. „Heb ik, als nationaal eigendom voor de •om van tien dnizend Irancs gekocht," antwoordde de heor, groette en liet Frans staan. Deze wist nu vooreerst genoeg, om tot de overtuiging te komeo „Gg hebt geen onderkomen meer en ven mgnheer Lanrent weet niemand iets meer I" De boop, dat hy gered zon zgn kwam toch nog ia zyn hart op. Nu ging hy lot een ond handelsvriend van mynheer Lanrent. Dezs scbrok toen hg hem zag. „Waar zjjt g'j geweest sedert het ongeluk vaa den heer Laurent vroeg hy. Voor het eerst verhaalde Frans bier, wat hg godaao bod en de rechtschapen koopman sloot hem in zjjno armen, ,Gy moet bg mg blyven," rak hy, en knot by mij In betrekking komen." Niele kon den jongen man moer verblijden, die in alles gebrek had, dan werk eobrood te vinden. Met verjongde krachten zon hy zich aan zyn werk, zetten, doch deed eeral onderzoek naar den 8chipper, dio mjjnbear Laarent dien avond go- varen had, Toch duurde het lang voor hg het rechte spoor kon vinden, want do schipper waagde het niet zich bekend te maken. Toch gelukte be> hem eindelijk met behulp van zyn vriend, den echrgver op het raadhuis, den schipper op te sporen. Van deze kreeg by de geruststellende ver zekering, dat zy op hunne vlucht den molen aan de Seino gelukkig hadden bereikt. Daarop sobre»! bg aan den molenaar, die nog In leven was, eu ontving van dezen weder goed oienwa over een groot ceel fannner vlucht. Thans begoa lig hoop to koesteren, dat de brave liedeo nog in 't leven konden zgn en verzocht zyn ebel om inlichtingen ts Genève in te winnen. En zoo verkreeg by ut drie maanden tevergeefs gezocht te hebben de zekerheid, det iijo beide pleegouders nog leot- doo eo te GeoAvo woonden. Van dien tgd af bad by geen rest of dour meer. Met onweer staanbaar geweld werd hy tot diegenen getrok ken, die hy zoo iooig liefhad. Hoe ongaarne zgn heer het heengaan van den (linken en degelijken bediende uit zyn handels huis nok zag, wilde bg hem toch niet bentoei- lyken, Wijl hy bomerkte, hoe verlangend bjj was om zyoe geliefde ploegouders terug te zien. Eindoiyk reisde bg dan ook naar Zwitserland al. Word' vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1903 | | pagina 1