DE EEMBODE.
f T «io
Bijvoegsel.
Zaterdag 23 April 1904.
httiende Jaargang.
Gen oproer Io de gevangenis.
(Uit kef levsn vin »n Ouiltch gevangenisdirecteur).
Vele lange dienstjaren heb ik achter
den rug, maar één dag heb ik in de
gevangenis te Berlijn beleefd, die niet
spoedig uit mijn geheugen zal gewischt
worden't was een dag, waarop mijn
leven aan een zijden draad hingmaar
hoe verschrikkelijk die dag ook was, toch
denk ik er niet ongaarne aan, omdat hij
voor mij ook een bewijs is, dat de goede
God Zijn hand over de Zjjnen uitstrekt.
Het was in het rumoerige jaar 1848.
Het is bekend, hoe opgewonden in de
Maartdagen bijna alle gemoederen waren.
In de straten waren barricaden opge
richt en het woeste geschreeuw en ge
huil der razende menigte vermengde zich
met het knallen der schoten van de aan
rukkende soldaten. Deze oproerige stem
ming deelde zich ook aan de gevange
nen meeook zij waren ontevreden en
mompelden dreigende woorden. Maar ook
wij van onzen kant waren dubbel op
onze hoedehet verkeer met de buiten
wereld werd zooveel mogeiijk beperkt.
Op mijn beambten kon ik rekenen, allen
waren mannen met vele dienstjaren ach
ter den rug en van beproefde trouw. De
correspondentie der gevangenen werd
scherp nagegaan en toch waren zij goed
onderricht van alles, wat er buiten voor
viel, en men kon het den meesten hun
ner aanzien, dat ze meer dan ooit naar
de vrijheid en de buitenlucht haakten.
Het toezicht werd bij dag en bij nacht
verdubbeldde cellen, waarin vijftien
tot dertig man sliepen, zorgvuldig be
waakt. Thans, is de geheele ruimte in
de bovenste verdieping der gevangenis
in vijf verschillende kamers atgedeeld
vroeger was het slechts één groote zaal,
waarin alle gezonde gevangenen, vaak
over de tweehonderd, waren, die daar
kinderspeelgoed fabriceerden.
Alle mogelijke werktuigen, als hamers,
beitels, zagen, vijlen, schaven, enz. waren
in hun handen. Vier opzichters hadden
het toezicht over deze groote schaar.
Ofschoon het spreken der gevangenen
onder elkaar verboden was, zoo kon het
toch altijd niet bemerkt of verhinderd
worden. Het werk bracht het soms mee,
dat de gevangenen nu en dan iets aan
elkaar vroegen. Maar wie kon telkens
nagaan of het gesprokene op het werk
betrekking had?
Eenige der beste gevangenen hadden
de opzichters gewaarschuwd op hun
hoede te zyn, daar men booze plannen
beraamde; zij wisten zelf niet juist, wat
het was, maar de halve woorden, die
zij hier en daar hadden opgevangen, het
gebarenspel der oogen en de dreigende
woorden en verwenschingen deden niets
goeds verwachten. Dagelijks kwam ik
zelf in de groote werkzaal en spoorde
de opzichters aan, toch steeds goed toe
te zienmaar toch kwam het onweer
;r ons dan wij verwacht hadden,
is middagtijd. De koks hadden
het eten op de langs tafel gezet de
huisklok sloeg twaalf uur, eenige oogen-
blikken daarna werd met de bel het
teeken gegeven, dat het werk moest ge
staakt worden. Ik legde de pen neer en
wilde insgelijks gaan middagmalen.
Daar dreunde het eensklaps boven
mijn hoofd als een ver verwijderde don
der, die elke seconde geweldiger werd.
Ik snelde mijn kamer uit in de groote
gang. Daar kwamen zij de trappen af
naar beneden, niet zooals gewoonlijk in
afgemeten tred, rustig en bedaard, neen,
als een bende wilde duivels stormden
zij omlaag en ieder had een wapen in
de hand. dat hij in de werkkamer had
kunnen bemachtigen.
Toen het teeken met de bel gegeven
werd, zoo vertelde mij de opzichter later,
ging een woeste kreet door de werkzaal,
men stiet de bewakers op zij en beide
deuren van de werkplaats openbrekend,
sprongen zij als wilde dieren de trappen
af naar beneden.
Zonder een enkel wapen bij me stond
ik plotseling tegenover deze razende
menigte. De .lange Henner", een der
meest gevreesde grvangenen, die tot
levenslange gevangenisstraf veroordeeld
was, stond aan de spit;. Hij had een
bijl in de hand, zijn groote, zwarte oogen
fonkelden en met zjjn reusachtige gestalte
voor me tredend, schreeuwde hij.Nu
is het gedaan met jou, bloedhond, je
laatste uur is geslagen."
„Wat valt Jelui in, kerels riep ik
hun stoutmoedig toe.wie veroorlooft
je de werktuigen uit de zaal weg te
nemen en zoo te tieren Is dat de orde,
die hier heerschen moet
„Ba, orde, daarmee is het nu uitwij
gevangenen maken thans de huisorde
het eerste is, dat we ons van jou en
overige opzichters ontdoen. Je hebt
ons nu genoeg gekweld, je u
slagen."
„Denkt ge, dat dit zoo gemakkelijk
zal gaan Eer ik en de opzichters ster
ven, zal ook menigeen van u het met
den dood moeten bekoopen. En ik weet,
dat er hier ook verscheidene gevangenen
zijn, die zich aan mijn zijde zullen scharen,
Is het dan nog niet genoeg, dat vergoten
bloed aan uw handen kleeft Ligt de
oude bloedschuld je dan niet zwaar ge
noeg op de ziel Wilt ge die nog ver
zwaren Hoe kunt gij, die nog slechts
een korten tjjd hier hebt door te bren
gen, zoo dwaas zijn, een nieuwe straf
op je te laden? Komt hier aa.i mijn
zijde, die niets met de opstandelingen
gemeen wilt hebben I"
Dit zeggende rukte ik het geweer uit
de handen van den naast mij staanden
bewaker, terwijl weldra ook de andere
opzichters benevens een twintig gevan
genen zich bij mij voegden.
De voorste rijen zwegen stil, maar uit de
achterste riepen verschillende stemmen
Breekt de deur open, of neemt den sleutel
weg!"
„Halt," riep ik hun toen. ,Zijt ge dol,
zoo uit de gevangenis te willen? In deze
kleeren kent men je aanstonds. Indien
je nog je eigen kleeren hadt I"
,Voor den dag daarmee! Den sleutel
i de kleerkast. Ja, onze kleeren moeten
eerst hebbeD," schreeuwden ze wild
door elkaar.
Ik wenkte hen met de hand en daar
zij geloofden, dat ik aan hun verlangen
wilde voldoen, zwegen zij. „Wacht hier,
ik zal den sleutel halen," antwoordde ik.
De oproerlingen, in den waan, dat ik
hun den sleutel voor de kleerkamer wer
kelijk zou halen, lieten mij ongestoord
de kamer binnengaan. Een oogenblik
alleen, ademde ik diep, zonk op de knieën
en smeekte den goeden God, dat Hij mij
voor een vreeselijken dood zou bewaren
en spoedig Zijn hulp zou zenden, om
het snoode plan der oproerlingen te ver
ijdelen.
Na eenige minuten stond ik gesterkt
en bemoedigd op, verliet de kamer en
trad op de bende toe.
„Dat heeft lang geduurd," brulde de
„lange Henner.'' „Maar nu gauw den
sleutel hier, dat we onze kleeren kun
nen aantrekken
Ter zijde stond de opzichter met de
sleutels, die aan een ring bevestigd
waren, voor de voor- en achterdeur. Ik
nam die bliksemsnel uit zijn hand, en
de sleutels der uitgangen en die der
kleerkast in de hoogte houdend, riep ik
de bende toe: .Zoolang ik leef, zult ge
daarmee de deuren niet openent" Dit
zeggende, slingerde ik ze met alle ge
weld het raam uit op straat
Het gehuil, dat nu losbrak, was vreese-
lijk. In hun verwachting teleurgesteld,
stormden zjj als bloeddorstige tijgers op
mij los, maar de opzichter en de trouw
gebleven gevangenen drongen om mij
heen en schenen hun leven duur te wil
len verkoopen. Maar wat vermocht ons
hoopje tegen de bijna zesmaal sterkere
overmacht
.Sla doodSla doodriepen de
woeste kerels en met een forschen sprong
stond de „lange Henner" voor mij, de
zware bijl boven mijn hoofd zwaaiend.
Reeds waande ik mij verloren en beval
mijn ziel in Gods barmhartigheid,
toen zich eensklaps een donderende stem
boven het gehuil der razende menigte
verhief en riep: .Geeft acht! Legt aan!"
Ware een bliksemschicht voor de
voeten der woeste bende neergekomen,
dan had zij niet meer kunnen ontstellen.
Voor hen stonden een officier en twaalf
soldaten, en evenveel geweren waren
gereed op het eerste commando vuur te
geven: slechts enkele woorden waren
genoeg en de moorddadige kogels zouden
hun werk doen.
De sleutels waren juist de deur uil-
gevlogen, toen de officier in de straat
verscheen om de wacht builen af te los-
«ieblad
wijk, Hilversum, Hoogland,
Prijs der Advertontièni
regels
regel meer
bereid. Waar het om gaat, werd o. a.
door de N. R. Ct. reeds onomwonden
aldus gezegd:
„Het gaat toch bij deze Statenverkie-
FEUILLETON.
Versfgedwaald doeh weergekeerd.
De schemering begon (e vallen en juist klonk
ven da oode beroemde Munsterkerk der stad
Spier» bet Angelus-klokje, waarmede de klokken
der overigens talrijke kerken der eeuwenoude
rtjkeated vroofjjk instemdeo. Juist bed debejaarde
putoor Dominica» Lebr echt den Engel des Heeren
ten einde gebeden, toen buiten btulige schreden
weerklanken en terstond daarop de deur werd
geopend. Een jonge men trad binnen en grootte
bjjoa onbeleefd en seer kortaf.
.Mijnheer do putoor, u hebt m jj 'illeosprekeo,
en daar ben ik," sprei it Aangekomene. Deze
boette Adolf Holm, een seeentwloligjirig jonk
parochie van den algemeaa g each ten
beer putoor LebrechL Dom laatste was voor
'I oogenblik seer verrut door 't onverwacht
besook; spoedig echter herstelde hjj xich en
bood deo jongeling vriendelijk de hand.
.Hat verheugt mjj zeer, dit gg mjjo wentcb
loo bereidwillig zjjt nagekomen," sprak
•erwjjl bg tgn besoeker naar een
K veroorzaakt mg verdriet," sprak de eer-
la ham putoor op arnaUgea toon. .Met
weerszijden de kansen wankelend staan.
De .Nederlander", het orgaan van het
Kamerlid Lohman, gaat nog dieper op de
zaak in, en komt daarom niet te onpas met
smart beb ik reeds drie jaren waargenomen,
dit nw gedrag steeds lichtzinniger wordt, en
het ontvangen der heilige Sacramenten steeds
leldaumer. Ea ibano beroemt gg a In gezel-
echeppen van op zjjn minst genomen veidecht
allooi, dat gg aedert maaodeo niet meer ter
kerko gaat, en rag beschouwt els den vernietiger
van nw levensgeluk
,Eo ik zou uiet welen, wet durvan onwaar
zou zgo," viel de ander deo putoor trotaeb in
de rede. .U weet, dat ik in 't voorjaar met
Kreazens Hilger in 't bnwelgk zon treden
wat ter wereld beb ik u in den weg gelegd,
it,' gg near haar oudera gegaan zjjt en hen
voor mg bebt gewaarschuwd, als ware ik een
misdadiger Wat beb ik
.Mg hebt gg oieta in den wog gelegd," viel
de puloor hem io de rede, ,en wat ik gedaan
heb, gebood mij mgo plicht als zieleherder.
Kreszens is een goed, braar kind, en waart gg
gebleveo, zooals pastoor Germer zaliger, die n
tot de eerete H. Communie voorbereidde, mg
u schilderde, nooit zou ik een wanklank in tlw
doon en laten hebben laten booren."
,En ik verzeker u, dat Ik aaa de zgde van
dit meisje de gelukkigste eo braafste meascb
had kunnen worden I" riep de jonge man uil.
„Dat wil ik wel gelooven," antwoordde de
psuloor kalm, .maar ik verheel mg zalf ook niel,
dat ovao geuukkelgk het tegendeel bad knnneo ge-
scbiedeo, eo bet ongeluk onder uw dak sgo intrek
bad genomen. Nog ligt alles in uwe band. Toon
aan goeden wil, word weer, wat gg geweest zgt I"
1 weede Kamer te ontbinden in de hoop reeds denzelfden av< nd honderden sta
bij de nieuwe verkiezingen ook voor kers zich weer kwamen aanmelden,
deze Kamer eene meerderheid te be- Maandag liepen alle treinen weer vol
gens de dienstregeling met uitzondering
,n eenige nachttreinen.
Zonder zich aan leiders te storen werd
algemeen den arbeid hervat. De leiders
hebber, dus daar ook hoog spel gespeeld,
>ar dit totaal verloren.
Keizer Wilhelm heeft den 23en dezer
door den gevolmachtigden gezant van
Ptuisen b(j het Valicaan den Paus het
eerste deel van het boek van dr. Ernest
Sleinmann over de Sixtijnsche kapel
laten aanbieden.
De Paus heeft den Duitschen keizer
met groote hartelijkheid zijn dank betuigd
voor diens attentie.
De gezant stelde den H. Vader tevens
den schrijver van het boek voor.
De president der Fransche Republiek,
Loubet, is Zondagnamiddag te Rome
aangekomen, en met de gebruikelijke
formaliteiten begroet. Dat met den armen
Loubet geducht werd gesold, ligt voor
de hand. De ontmoeting tusschen den
president en den koning en de koningin
van Italië heette bijzonder hartelijk. Bjj
de feestmaaltijden werd natuurlijk ge
toost, en daarin vooral gewezen op de
oude tradition en de onuitroeibare verwant
schap tusschen Italië en Frankrijk. De
bijeenkomst bevestigde weder de aloude
vriendschap en was alweder een waar
borg voor de handhaving van den
vrede.
Toch heeft Loubet met zijn komst te
Rome niet al zjjn wenschen bevredigd
gezien, den Paus mocht bjj niet naderen.
De anli-clericale „Sera" ende„Unitk
Cattolicft" schrijven beide, dat, zoo er
al niet officiëele besprekingen gevoerd
zijn over de ontvangst van Loubet op
hel Vaticaan, officieus hemel en aarde
bewogen werden, om den president der
republiek door Pius X te doen ontvangen.
Door deze twee Italiaansche bladen
wordt dus bevestigd, hoe Z. H. onwrik
baar bleef, acht slaande op beloften noch
bedreigingen, in zijn besluit, om Loubet
geen audiëntie te verleenen.
De godsdienstshaat neemt in Frank
rijk steeds afschuwelijker vormen aan.
In den nacht van Diuidag heeft de haat
van het sectarisme zijne woede gekoeld
in het heiligdom van Nazareth te Mar
seille. Alles is geschonden, vernield,
verbrand.
Een beeld van het Kindje Jezus en
een van de H. Clara, op bijzondere
wijze in dit heiligdom vereerd, hebben
de godsdiensthaters bet hoofd afgeslagen.
Sinds Januari, schrijft deLibre Parole",
.Dal zjjn heisenscbimmeo, eerwaarde," sprak
ïolm anel. .Een rjjker partjj beeft zich opga-
laan en nu ia het uw werk den minder be
voorrechte ter zjjde te schuiven."
Pastoor Lebreeht wist eerat niet, wat hij moest
igend gezegde,
drie weken geleden,
bjj bjj
.01 denkt u, eet
heb. Zondag ia bel
boe gjj den rjjkeo li
lijk de hand hebt g>
Hilger en bjj Kreazene stond, en boe gg ze alle
drie een eiodweega hebl vergezeld?"
Nu kou de pastoor moeilijk zjjn lachen be
dwingen.
,Zoo, zoosprak bjj. .Thans blaast de wind
uit een heel anderen hoek. Gjj beziel dus de
saak uil bet oogpunt van ijverzucht. Nu, laai
dan rnjja woord u voldoende zijn, dat Jacob
Hanser op dien dag met heel andere bedoelingen
kwam, Die z«l n Kreszens nooit afhandig maken.
Gjj zelf zjjt door uw gedrag er schuld aan, ala
uw hartewenach, met Kreszenz Hilger iu 't
huwelijk te treden, verijdeld wordt, fk kan u
dan ook alechta mjjn raad herbalenLaat af
van de ougodsdienatlge gezelschappen, waarin
gjj u thans beweegt, en leid voortaan een levens-
wondel, die u niet met God eo uw geweten in
strijd brengl. Volgt gjj mjjoe woorden, den kan
Doch bjj, wien deze wellgemeende woorden
golden, keek donker voor xicb.
.Laten wjj daarover maar niet meer spreken,
jongen man.Maar, veronderstel eens, dal bet
gehoopte geluk uwa levens verloren waro, ver
stout gij u don den lieven God in den hemel
den oorlog to verklaren? Waagt gg liet om die
reden Zjjoe heilige Kerk den rug te koeren, hare
vriendelijke vermaningen in den wind Ie slaan?"
„Mg dankt, dat bet op een andere manier
ook wel mogeljjk is te leven," sprak de jonge
man op trotacheo toon.
.Wie beslrjjdt hel, dat buiten de Katholieke
Kerk goed leven ia? antwoordde pasloor Lebrecht
met zekere bedoeliog. .Maar oa dit levoo komt
er ook vroeg of laat een sterven, en zooals bekend
is zegt een oude apreok, dat bet ala Katholiek
slechts goed aterven ia."
Adoll mompelde slechts eeuige onverstaanbare
woorden als antwoord. Da pastoor stond open
.Adolf," sprak bg op hertelgken toon, .wilt
gjj dan werkelijk niet terugkeeren en weer eeo
trouwe zoou veu onze Moeder de heilige Kerk
worden
De aangesprokene stond op en scheeo aan
hevige opwinding ten prooi, welke bjj trachtte
den baas Ie wordeo. Dit gelokte hem echter niet.
,Ik zou denken, mjjnheer pastoor, dat u wel
weet, det ik als aan scburltig schaap word
aangezien. Meer woordeo behoeven wjj niet te
verspillen. Het schurftige schaap zal uw gezonds
lammetjes niet langer laslig vallen en nog minder
gevaarlijk zjja. Vaarwel I"
Haastig greep hjj zjjn hoed ea alormde da
.Goede God, verlicht zfjo verstand, laat hem
niet ten gronde gaan 1" smeekte de grjjze ziele
herder, toen bjj van sjjne eerste verrassiog be
komen wee. .Wal zou hjj van plan tgn?"
Deze bezorgdheid was oiel zonder grond. De
dwaling telde te dien tjjde nauweljjka anderhalve
eeuw na zjjn ontslaan, doch had reeds in het
vereenigde Uuitecbe vaderland min ol meer
wortel gescholen. Ook de oude katholieke stad
Spiera was er oiet van verschoond gebleven.
Gedurende de eerste zeventig jaren hadden
leeraren van die dwaling lelkeua getracht het
volk al te trekken van hel onde, voorvaderlijke
geloof, doch de herders hadden gewaakt en met
onvermoeide zorg de pogingen der indringers
verjjdeld. Sedert echter keizer Rudolf II den
keizersatoel had beseteo, waren de aauvaUea
op het heilige katholieke geloof steeds heviger
geworden. Deze vorst, wien de tot regeeren
vereiechte eigenschappen geheel ontbraken,'-kon
dat drjjven niet. tegengaan. Daar brak de dertig
jarige oorlog met al zjjoe gruwelen en verschrik
kingen over bel land uit. Bjj den Westphaalschrn
vrede werd au het prolesUntisme algeheels
vrjjheid in het geheele Dnilache rjjk toegestaan,
en het gevolg was, dat op vele plaatsen in goed
katholieke gemaeoteo in 't vervolg predikanten
hun dtjjveu ongehinderd koodoo uitoefenen.
(Wordt vermijd.)