DE EEMBODE. iieblad Bijvoegsel. Zaterdag 30 April 1904. ;httiende Jaargang. GIOVANNI hÜ zorgde levens, dat deze niet bewust In 1755 ging bij naar Rome. Hier werd van ziin groot talent. werd zijne muziek niet hoog geschat. Het was Vrydag in de Passieweek, de dag waarop de Zeven Smarten van Maria bijzonder herdacht worden. De Hoogmis werd gezongen in de kerk van den Heiligen Genaro dei Poteri. te Napels. Door de gekleurde vensterglazen tintelden de reeds warme stralen van de Maartsche zon. Toen de Epistel gezongen was, hief de priester de Stabat Mater Dolorosa aan. de zang, die zoo- volmaakt de smarten van Maria weer geeft. Het koor. bestaande uit de wees kinderen dei Poveri de Gesu Christo, zetten den indrukwekkenden zang voort. Helder en lieflijk stegen die jeugdige stemmen ten hemel, en het scheen, dat die kleine zangers diep gevoelden, welk bitter lijden het hart overstelpte van de smartvolle Moeder. Deze weeskinderen genoten eene uit stekende opvoeding en de muziek werd hen onderwezen met de grootste zorg door een kunstenaar van buitengewoon talent meester Gaetano Greco. Een arme vrouw, neergeknield achter een pilaar, droeg in haar armen een zeer klein kind, dat sliep. Zij was bleek en mager, haar kwijnend gelaat getuigde van armoede en lijden. Herhaalde malen kwam er een holle hoest uit de kranke borst. En als die aanval voorbij was, drukte zij met een bijzonder gevoel van moederlijke teederheid den kleinen baby aan haar hart De bedroefde bad, en ieder woord van het heilig gezang scheen een weer klank te hebben in haar gemartelde ziel. Opeens ontwaakte de kleine, strekte zijne armpjes uit en sloeg de oogjes naar de plaats vanwaar de melodie hem trof. Arme, kleine Giovanni, fluisterde de jeugdige moeder, ik ga u verlaten O Mariaik stel mijn zoon onder uwe bescherming, hij zal weldra het meest verlaten weeskind van Napels zijn Ach kon ik u meenemen, dan waren wij beiden bij vader! Uitgeput viel de ongelukkige neer op de vochtige vloersteenen der kerk. Eenige dagen later was haar drukkende pelgrims tocht bier op aarde geëindigd het kind had zijne moeder verloren In zijn zevende jaar kwam Giovanni in het weeshuis dei Poveri de Gesu Christo. De professor Gaetano was bij het klimmen der jaren stug en onplei- zierig geworden, maar ging toch immer voort met goed gevolg de muziek te leeren in de inrichting. Weldra merkte bij welken bewonde renswaardiger aanleg de kleine Giovanni had. Op zijn twaalfde jaar had het kind alle moeilijkheden overwonnen, die de studie van de viool zoo zwaar maken, in zijn juist en zuiver spel lag gloed en uitdrukking. Gaetano was verheugd en trots op de vorderingen van zijn leerling, maar hij zorgde tevens, dat deze niet bewust werd van zijn groot talent. Giovanni geleek niet op zijne makkers ernstig en nadenkend als hij was, zocht hij de eenzaamheid. De muziek, waarin hij uitmuntte, die. welke hij het best gevoelde en uitvoerde, was de lijdensmuziek. Op zekeren dag, tegen het einde van 1722 speelden de kinderen vroolijk op de speelplaats van het weeshuis. Toen het spel in vollen gang was, zocht Giovanni, zonder gezien te worden, stil de speelplaats te verlaten'; hij nam zijn viool en ging naar de slaapzaal. Daar gaf hij zich geheel en al over aan de ingevingen van zijne kunst. Uit het diepste zijner ziel ontvloeiden de be wonderenswaardigste harmonieën. Deze tonen werden spoedig op de speelplaats gehoord, en terstond volgde een diepe stilte op het luidruchtig spel. Allen luisterden bewogen en vol belangstelling naar die zoetluidende muziek. De kleine, met schitterende oogen, begeesterd gezicht, verdiept in gedachten, gevoelde zich niet meer op aarde, hij was vergeten, waar hij zich bevond en dacht aan geen tijd. Toen zijn spel geëindigd was bemerkte hij zyn meester Gaetano en den meester Malei, die beiden op den drempel van de slaapzaal stoiiden te luisteren. Giovanni had willen wegloopen, maar het was te laat. Gaetano sloot den kleinen jongen in zyn armen, kuste hem vol aandoening Mijn kind, de hemel heeft u een zeldzaam talent geschonken. In het ver volg behoort gjj aan mij toe Mync woning zal de uwe zijn en gij zult u in volle vrijheid kunnen overgeven aan de kunst, die u bezielt Den volgenden nacht kon de kleine wees niet slapenzoo snel was zijn toe stand veranderd, met het hoofdje vol gedachten lag hij op zyn nieuw rustbed De meester heeft mij meer ge prezen dan ik verdien, dacht hij, maar, kon ik toch eens die gevoelens uit drukken, waarvan mijn binnenste zoo vol is. Waar dan, op welke plaats, heb ik een melodie gehoord, die zoo zoet is en dag en nacht mijn geest vervult, die, als de herinnering uit een drooin ver dwijnt, wanneer ik ze wil achterhalen Van nu af lachte de fortuin den kleinen Giovanni tegen. Op twee-en-twintigjarigen leeftijd componeerde hij eene mis voor zes stemmen, welke te Napels gezongen werd op het feest van den heiligen Januarius, en zeer bewonderd werd Maar te midden van zijn welslagen gevoelde hij zich toch niet gelukkig. Om hem afleiding te geven gaf Gaetano hem den raad zijne gedachten op wereldsche muziek te zetten. Giovanni volgde dezen raad en gaf de muziek voor eenige opera's, maar hij bleef treurend en gejaagd In 1755 ging hij naar Rome. Hier werd zijne muziek niet hoog geschat. Zeker wel omdat er weinig brio in lag. Giovanni erkende zelf de juistheid van deze aanmerking; een opgewekte en schelklinkende muziek kwam niet over een met zijn vernuft, met de opwel- van zijne ziel. Hij keerde dan ook weldra naar Napels terug, waar hij dikwijls neerknielde aan den voet van het altaar, waar zyne stervende moeder hem toevertrouwd had aan de Moeder van SmartenDaar zeide bij op zekeren dag vaarwel aan alle wereldsche muziek en beloofde in het vervolg zijn talent voor God alleen lingen te gebruiken. Het jaar liep ten einde. Giovanni werd immer bleeker en was meer en meer in diepe gedachten verzonken Voort durend overwoog hij het lijden van den Heiland en de smarten van diens Moeder- Een bewonderenswaardige Salve Re- gina." welke hij in dien lyd componeerde, geelt duidelijk te kennen, welk een innige en teedere godsdienstzin hem be zielde, en welk eeu talentvol kunstenaar hij was. Maar tevreden was bij niet. Zyn ideaal ontvlood hem immer De tijd is nog niet gekomen fluisterde hij en slaakte een zucht, die zijne smart verried. In het diepst van mijn ziel weer klinkt voortdurend eene zoete muziek, die ik in mijne kinderjaren meen gehoord te hebben Odat ik die niet weer te geven accoorden toch eens op het papier kon zetten! Gedurende de Vasten van 1756 gaf Giovanni zich geheel en al over aan het gebed, de overweging en de studie. lederen morgen ontving hij het Brood des Levens; en dan, na een lange en vurige dankzegging bij het altaar, dat zulk een aantrekkingskracht op hem had, keerde hij terug naar zijne kamer en gaf zich over aan zijn arbeid. Dikwijls kwamen hemelsche accoorden van daar naar buiten. Hy leefde bijna voortdurend in eene heilige verukking. Ternauwernood besteedde hij eenige oogenblikken om voedsel te gebruiken, steeds straalden uit zijne oogen een wonderbare gloed. Giovanni leeft in het Paradijs, zeiden eenigen. Anderen, beter bekend met den inwendigen strijd van den jeugdigen kunstenaar, zeidenIn een Paradijs van smarten. Hij zal niet lang meer hier op aarde zyn, Giovanni zal het Paascbfeest in den Hemel gaan vieren. Op zekeren morgen ging hij een be zoek brengen aan zijn ouden vriend en leermeester Gaetano. Hij overhandigde hem een rol papier met het opschrift: Stabat Mater Dolorosa van Giovanni Pergolese. Eindelijk, zeide hij, heb ik de muziek kunnen schrijven, die mij overal volgde en mij altijd ontvlood. Nu heb ik rust. Meester, wees zoo goed om mijn handschrift na te zien. wijk, Hilversum, Hoogland, Prijs dar AdvartautlSn 6 regels 9> regel meer o uiterlijk Vrijdagavond laats ente- 0 ge- langen was by den Paus te worden loe- I tradities, in zyn geloof, in zyn rechten te vinden, zal hy daar tevergeefs heb- voordeel zÜn- gelalen, vond hy te Rome de poorten en in zijn belangende eerstgeboren ben gezocht. Zelfs de geschenken, waar- Omtrent het bezoek v Rome wordt in een offlcieele nota van den H. Stoel gezegd In het feit van het bezoek, dat een katholiek vorst of staatshoofd in de tegen woordige omstandigheden aan Rome brengt, ligt nooJzakelyk, stilzwijgender- wijs een zeer ernstige beleediging van den Paus van Rome; dat moest noch kon de Fransche regeering ontgaan, evenmin als dat andere regeeringen ont gaan is. Deze hebben zich op prijzens waardige wyze onthouden, ondanks per soonlijke ot familiebanden." „De reis van Loubet," aldus besluit de nota„is uit haar zelf een daad van openlijke vijandigheid tegenover den H. Stoel." Keizer Wilhelm schijnt ernstig gestemd, sinds zijn terugkeer in zijn land. Te Karlsruhe heeft hij reeds gezinspeeld op de gevaren, die den vrede bedreigen. Nu weer heeft hij by de indienststelling eener nieuwe spoorwegbrug over den Rijn, bij Mainz, gezegd ,lk hoop, dat de nieuwe brug onder alle opzichten moge beantwoorden aan de verwachting. Ik hoop van ganscher harte, dat de vrede moge bewaard blijven, want hij is noodig voor de ontwikkeling industrie en handel. Ik ben er in- tusschen van overtuigd, dat de brug, in dien zij moest gebruikt worden voor ernstiger transporten, geheel zou beant woorden aan de beproevingen, waaraan zij onderworpen zou worden." Dal de toespeling hier militaire trans porten betreft is duidelijk. Toch moet de quaestie of de vrede zal bewaard blij de keizer druk bezighouden, om bij de opening eener spoorwegbrug de vrede- zaak er mee in verband te brengen. Niet zonder reden wordt dan ook de vraag gesteld Waartoe dat Het eerste ernstige gevecht tusschen Russen en Japanners is, geljjk verwacht werd, geleverd aan de Jaloe, de rivier, die Manlsjoerije en Korea scheidt. De Japanners begonnen op Dinsdag der vorige week dien strijd aan de Jaloe, welke aanval tot Zondag werd voortgezet, op welken dag de beslissende slag geleverd werd. Toen de Japanners zich op dien dag meester maakten van de heuvel reeks tusschen Kioelien-tsjeng en Yoshoko aan den rechteroever van de lbo, boden Je Russen andermaal tegenstand op de heuvels ten Noordwesten van Kioelien- tsjeng. De Japanners rukten langs drie wegen op en hunne linie strekte zich van Antoeng tot Loeishoekan. De FEUILLETON. Verifgsdwsald M weergekeerd. VarWttof dee H|d dev French# reefeerlejan 1) Dat au ook het geval te Spiert geweeet, eo paatoor L»brechl dacht «et kommer aan de talrijke zlelea, die kicb ia deo loop vao zjjo bijna aeertigjirige priesterlijke loopbaaa vao de Kerk baddeo afgeacbiedeo. Eo thans? Slood do niet weer een afgedwaald acbaap op 't poot, de veilige kudde te terlateo? Of helen de woorden, waarmede Holm de pastorie verlaten bad, nog eea aodere nitleggiog toe? Onwille- kearlg gleg de priester iaa het raam ataaa 't scheen hem, als moeat bjj dea opgewoadea joogea man oasieo, bem terugroepen van eea onzalig voornemen. Hoe bjj daar de straat doorliep, alt moeat hjj een gevaarlijken vjjaod ontvluchten I Hooldschuddeod keek de bejaarde prieater bem na. „AU bet meer niet met snelle pat met hem ten aerderae gaat," mompelde hij; daarna stond bjj plolaeliog in ijjn volle laagte op eo bield tjju rechterhand bovao de oogen. om beter te kannen zien. Buiten was n.l. eea jonge man op den haastigen jongeling toegetreden, en beiden stonden thans op eenigen afetand van de pastorie in drnk gesprek mat elkaar. Enkele oogeabbkken daalde er een wolk van diepe bekommernis op de trekken van den ooden prieater. „Holm, Holm! Dat ie voor u geen goed kame raad I" aaide de pastoor xnebtend bjj sichielve. |n 'l volgend oogeoltlik verdwenen Holm to druk werd voortgexe:. „Je hebt je dus door den paste bepraten?" vroeg Lodewflk na i „Je bebt hel goed opgekoapt," sprak de aoder. „Je bent vrg man, bekt een goede raak eo kenoia ven je vak, daarom beboef je voor niemand te xwggeo, en het minst hier nam xjja stem een beteekeoisvolleo toon aan voor iemand, die nwen scboonsteo verwechlingeo den bodem heeft ingeslagen." Hjj klople hierop den vriend c p de schoudert en verdween in eene xjjstreel. III. Lodewjjk Rnoge was nist ouder dan zeven entwintig jaar, doch had een veel bewogen jeugd achle- den rug. Reeds In tgn prille jeugd waren zjjo ouders hem door den dood ootvalleo, en de bjjna achtjarige knaap wie daardoor aan vreemde bandeo. ot liever, aan xichzelf overgelaten. Dat bad bem later in gexelschappeo gebracht, die elke edelere aandoeoiog in ago jeugdig gemoed hadden verstikt. Op xjjn negentiende jaar reeds spotte bjj met Qod, Kerk en Priesters, bezocht dc godsdieostoeleningcn niet meer en leidde een leven xooale slechts een diepgevallen meotch lelden kan. Wat hem echter 'c meest afatootend maakte, was hel in bjjoa geheel Spiers bekende leit, dat hg, waar bem dat van paa scheen, meeeterljjk den huiobslaar wist te laag spelen. Was dagelijks de H. Mis bjjwonen, tot hjj teo slotte we." de schapenvacht afwierp. Zjjoe geldelijke omstandigheden helen voel to wenscheo ovar. Hg h.d een niet te versmaden vermogen vao xjjne ouders geërfd, doch dat met zjjoe kameraden langzamerhand er door gebracht. Thans was hjj schrjjver in de kanselarjj van den stadhouder en dankte dexe betrekking geheel aan de gunst van een Invloedrijken vriend zjjos overleden Deze man had zich aao den jongen Holm vastgeklampt. Sedert hel gesprek met den pas toor was deze inderdaad niet meer in de kerk geweest. Evenals den zielzorger, legde hjj bet zoo aan, dat hg elk lid der Familie Hilger or week. Hg meende io Imnne oogen een voorwerp van verachting te zjjo, ofschoon dat volstrekt niet bet geval wasde oudera toch hadden hem hooggeschat. De ernstige vermaningen van pastoor Lebrecht hadden bjj den vader en de door degelijke voorstelliogen weder op het goede Hier liet ook Krei Had Adolf dat maar kuonen vermoeden I Hji gaf veel at op deo grjjzeo priealer, en als ver standige Heden Irachtten bem hel verkeerde zijner handelwgze le doen inzien, gaf hjj voor, dat de pas'oor zelt hem tot de tegenwoordige uit de katholieke Kerk te traden. „Al zon ik het alleen maar doen om den pastoor te plagen,' had hg er bggevoegd. N'aluurlgk vond hy grootee bjjraL „Je tolt den pastoor ergeren en de familie Hilger er by. ik zou wel een andere veel beten party voor je welen, maar 't meisje is lutersch Je overgang zon het zaakje heel wat verder brengen." Opmerkzaam had Adolf geluisterdWi meen je—wat weel je? vroeg hg. „Ik weet, wat ik weet," antwoordde Runge „Wie dan?" vroeg by met aandrang. Vermoed je niet, win?" eenige spot klonk uit deze woorden. „Wal drommel, apreek of xwgg, 'l kan me weinig echelen I .Bertha Wagner, achynt je niet oogenegen te zjjo," sprak deze tbens. „Beo je daarvan zeker vroeg Holm. „Aon ik het je anders aanraden klonk de weervreag. Lodewgk zag waarschjjnlgk wel io, det spreken hier beter waa dan zwggeo, wilde hjj ego invloed op Holm niet zien verminderen. De familie Wagner waa een rgke, aanzienlijke koopmansfamilie, aanhangers der nieuwe leer eo daardoor- onverzoeniyke bestrijders van bel katholieke geloof. Bij kalmer overleg ware hei deo jongen man allicht duideiyk geworden, dal een alval van het katholieke geloof, hem, die van beroep meubelmaker waz en de eenvoudige tk zyoi vaders voortzette, oog volstrekt geen 'gang zou verschaffen tot die trotsche koop mansfamilie. Zgne verblinding echter was te groot, het viel n had ai hoog hiogen. De prgs. zyo katholiek geloof verzaken, scheen hem niet le hoog, want bet gold eene aanzieolyke bruid le verwerven. Toch wee hg besluiteloos. Zgo geweten ver maande hem: „Wat zou je oude moeder wel zeggen van zulk een step IV. rajjnheer paatoor, kom toch dadelgk I Tante Margaretha ia er zeer slecht tan loe en cal wel sterven," Met deze woorden trad de zestienjarige Elaje Kreff, de jongste nicht vao Adolf Holm, op den I ten December ld85 weenend Lebnebt „Arm kind," troostte deze baar, „watscheelt de goede *rouw dan herinner mg ook niet is al lang sukkelend. Adolf zal nog de oorzaak vao mjjuen dood worden," heelt zg or langs lot mgoe moeder gezegd. Hg komt niet mier inde kerk en ontvangt de heilige Sacramenten ook tere traoen nu is hg var plan protestant te woruen. Hg weigerde ook u te roepen." Da dienaar (soda verbleekte zichtbaar. „Heer, geef hem licht I" sprak bg en vouwde de handen. Wordt vtrvolgdJ,

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1904 | | pagina 5