DE EEMBODE.
ieblad
BIJVOEGSEL.
Zaterdag 25 Juni 1904.
ittiende Jaargang.
Aartshertog eo ee
Veehoedster.
Uit i
i F. H.
Nabij het (raaie meer van Gmünden,
in Hoog-Ooslenrijk,: bevindt zicb het kas
teel van Ebenzweier. Hel was het ge
liefkoosd verblfjf van den aartshertog
MaximiliaanJd'Est.Jgrootnieester van de
Teutonische Orde, een vijftigtal jaren
geleden. Hij leefde er als volmaakt
Christen en als een vader te midden
van al degenen, welke van hem afhan
kelijk waren, hofbeambten, pachters of
dienaren.
Ouder deze laatsten bevond zich een
arme koeienhoedster met name Josephine.
Van af haar jeugd had zij geen ander
beroep uitgeoefend dan liet hoeden der
koeien, geen ander nachtkwartier gekend
dan haar stal. Eenige planken slechts
scheidden haar, gedurende den nacht,
van haar kudde, welke zij haastig op
zocht zoodra de dag weer aan den hemel
kwam.
Op zekeren morgen evenwel verliet
zjj haar armzalige legerstede niet: een
hevige koorts had haar aangetastmen
vond haar onverwacht hevig ziek.
Het gebeurde nu, dal er den volgenden
dag een groote maaltijd op het kasteel
plaats vond. De aartshertog ontving aan
zjjn tafel al zjjn beambten en met hen
een pater Redemptorist - den Eerw.
pater Zirnig, uit Puchheim die den
dienst verrichtte van aalmoezenier. Het
gesprek kwam op de herderin, en de
priester sprak als volgt
Zij heeft vandaag haar biecht gesproken
en morgen moet ik haar de laatste
Genademiddelen brengen. Maar ik ben
zeer ontstemd."
„En waarom dat?" vroeg de aarts
hertog.
.Omdat men niet tot haar kan komen
zonder den geheelen stal te moeten door
gaan 1 Het is voorzeker aan uw keizer
lijke hoogheid niet bekend, dat het arme
meisje, om zoo te zeggen, slaapt bij
haar koeien, en dat zulks niet de plaats
is voor het H. Sacrament."
.Natuurlijkriep de aartshertog op
levendigen toon uit. „De zieke moet
naar het kasteel overgebracht worden."
.Ik had er wel aan gedacht," her
nam de priester„maar de geneesheer
verklaart zich uitdrukkelijk daartegen.
Hij verzekerde, dat dit haar dood zou
zijn."
De aartzhertog bewaarde een oogen-
blik het stilzwijgen en was in gedachten
verzonken. Het was hem aan te zien,
dat hij naar een uitweg zochten al
de hofbeambten, die dit tweegesprek
hadden gevolgd, zwegen eveneens. Ein
delijk riep Maximiliaan uit:
„Welnu, aangezien er niets aan te
Veranderen is, ziehier wat wij gaan doen.
Zoo Onze Lieve Heer den stal moet
binnengaan, zal Hjj daar niet alleen naar
binnen komen ik zal Hem daarbij ver-
gezellen, eerwaarde pater, en het escorte,
j waarmede wij Hem zullen omringen,
zal een geringe schadeloosstelling zijn."
De hofbeamlen zagen elkaar sprake-
I loos aan, daar allen het nederig en leven
dig geloof van hun heer niet deelden.
De oude hofmaarschalk evenwel had,
na een oogenblik aarzelen, den moed
om eenige bemerkingen te maken om-
I trent het .decorum" en de etiquette,
i Mijn waarde maarschalk," antwoordde
de aartshertog, .zoo de Heer des hemels
en der aarde liet niet beneden Zich acht
daar binnen te gaan en een bezoek te
brengen aan dat arme kind, dan zal het
geen oneer zijn voor mij Hem daarheen
1 te vergezellen. Wat mijn hofbeambten
aangaat, zij zullen aan hun waardigheid
niet tekort doen door zich aan te slui
ten bij mijn gevolg."
Daarop wendde zich de aartshertog
I tot den priester
„Om hoe laat, eerwaarde pater, denkt
u haar de Genademiddelen te gaan
I brengen?"
„Om zeven uur, monseigneur."
„Goed zoo. Ik wacht u hij de kapel.
En u, heeren," vervolgde hij tot zijn
hofbeambten zicli wendend, „om vijf
minuten voor zevenen zult gij u bj/in-
den bij de deur van de kapel or., ons
tot geleide te dicuen, maar allen ,in
i groot tenue" met brandende kaarsen."
Dit was een dagorder, afgekondigd
op den kalinen en lieren toon, welken
de aartshertog aansloeg, wanneer hij
i sprak tot zijn troepen.
De aartshertog ging intusschen voort
liet woord te richten tot don maarschalk,
die in zjjn nabijheid was gebleven.
.Het dienstpersoneel zal bijeenkomen
op de binnenplaats van het kasteel.
J Morgenochtend, zeer vroeg, moet de
ingang van den stal versierd worden
met de nieuwste planten uit het salon,
de schoonste bloemen uit mijn serre
moeten worden overgebracht naar hel
kamertje der zieke en mijn kamerdienaar
richle aldaar een klein altaar op, zoo
goed als dit mogelijk is."
De maarschalk boog en verwijderde
zich, daar hem zeer weinig tijd overbleef
I om zorg te dragen voor de uitvoering
van al die toebereidselen.
Daar men in de maand November
was, zoo was de dageraad van den
volgenden dag koud en mistig. Op het
gezegde uur trad de priester de kapel
uit. Achter hem en vlak in zijn nabij-
I heid schreed de aartshertog ingetogen,
I op vrome wijze voort. Hjj, zoo zeer voor
den eenvoud, droog dien dag zijn uniform
van grootmeester van de Teutonische
Orde, met den grooten witten mantel, en
j al zijn eereleekenen. Hij werd gevolgd
door een schitterenden staf „in groot
tenue". De stoet ging over de binnen
plaats van het kasteel, door de luinen
en pachthoeven heen naar den stal.
Op het geklep van het klokje lieten
mannelijke en vrouwelijke ondergeschik
ten hun werk in den steek, en sloten
zich verwonderd bij de kleine processie
Kort daarop bleef men op een rjj
achter elkaar staan in den somberen,
voehtigen slal. Vervolgens werd het een
zaam hoekje van de zieke door een
kaarsengloed verlichtdoch zeer weinig
hofbeambten konden er plaats vinden
de anderen hoopten zicli op by den
ingang. En toen het oogenblik van de
Communie naderde, knielden allen op
het voorbeeld van den vorst op het
stroo neder, waarmede men in allen
haast den grond had bedekt. Het ge-
aarzel van den vorigen dag was ver
dwenen. Deze nederige cn verheven
belijdenis des geloofs had doel getroffen
en de onverschilligen van harte in ver
rukking gebracht.
Eindciyk, toen alles was afgcloopen,
toen de aartshertog, na eenige woorden
van vrome aanmoediging aan de arme
Josephine te bobben toegevoegd, welke
tiaar ooren en oogen niet kon gclooven,
den terugweg naar het kasteel had ge
nomen, gevoelde menig buitenman zijn
oogen door tranen bevochtigd by het
zien voorbytrekken van de rijke unifor
men cn meer dan een duisterde op
goedigen toon
„Myn God, bewaar nog lang onzen
vromen en goeden aartshertog."
De kracht der discipline.
Eenige orders van Frederik den Grooten
brachten groote ontvredcnhcid te weeg.
Dij een gelegenheid besloten do sol
daten gebruik te maken van de gemakke
lijkheid waarmee ze Frederik altijd konden
naderen, om hein hun grieven voor te
dragen.
Een deputatie der grenadiers van
ügilvie marcheerde dus van hun kazerne
naar hel paleis en hield stil bij den in
gang.
Generaal Keith was de officier van
de wacht cn hij stelde den koning met
haar komst in kennis cn voegde er bij
.Zal ik ze bevelen naar de kazerne
terug te gaan, Sire, en zc onder arrest
stellen?"
.Niet noodig; ze zijn gekomen om mg
te zien cn ze zullen me zien. Goede sol
daten hebben niets van me te vreczen
en het regiment Ogilvie, is een der beste,
die ik heb. Ik zal de kracht der disci
pline op ze beproeven!"
Haastig gooide de Koning zijn schab-
bigc oude uniform aan, zijn hooge rij
laarzen, die nog nooit schoensmeer
gezien hadden, zijn orde pour la mérite,
zijn steek, zijn zwaard en zijn krukstok.
„Sire" zei Keith, „past dat eigenlijk
wel?"
rijk, Hilversum, Hoogland
Prijs dar Advertontièn
regelsf 0.30.
regel moor-0.05.
onder de slagen v
Hunnen en Van- ambtenaars-wereld in de verschillende zijn krachtige maatregelen te' nemen, dagen lot hel volgende zittingsjaar.
Omtrent de Aziatische Mission komen
bij „do Propaganda" treurige berichten
in. De Koreaansche Christen-gemeenten
worden door allerlei geboefte verwoest,
en de Japaiincczon laten dit alles on
gehinderd loc. Vooral het teil, dut de
Koreuunselie missiën door Fransclic
geestelijkheid worden bediend en Frankrijk
de bondgenoot is vun Rusland, verklaart
de weinig vriendsehappeiyke houding
der Japanneezen.
In China en Mongolië biyken cellier
de zaken gunstiger te staan. Te Peking
zijn in liet atgcloopen jaar 5700 vol
wassenen gedooptdit jaar bcloolt hun
getal tut 10.000 aan te groeien. Do
Fransclte Zusters, door Combos uit
Tongking verjuugd, zün met groote bod
schap in Chuang-yi opgenomen.
In Mongolië werden gedurende do
eerste drie maanden dezes jaars 400
doopsels toegediend: 600 geloofsleer-
liiigcu bereiden zich op liet Sacrament
der wedergeboorte voor. De Congregatie
vun Scheut (by lirussel) maakt zich in
Uost-Mongolië hoogst verdienstciyk. Te
Lon-trau-palroo is op kosten van de
keizerlijke schatkist een gedenkzuil op
gericht voor de paters Heyrmann en
Mallet, in 1900 door de Cliineesche op
roerlingen doodgemarteld. Verschillende
hooggeplaatste Cliineezen cn vele soldaten
waren by de onthulling van het monu
ment tcgcnwooitjig-
Dy den uitval der Russische vloot uit
de haven van Port Arthur op 23 Juni
jl. werd hut linieschip do Peroswjct
door de Jupansclie vloot in den grond
geboord en het pantserschip Sebaslcpol
en de kruiser Pallada werden zwaar be
schadigd.
Volgens een rapport van den Japanschen
admiraal Togo begon de Russische vloot
Port Arthur te verlaten vroeg in den
morgen van Donderdag, voorafgegaan
door een stoomschip, om den weg van
mÜnun to zuiveren. De Nowik dreef de
Japanschc torpedojagers, die nader
kwamen let den aanval, terug en de
vloot ging zeewaarts. De hoofdmacht
van de Japansche vloot wachtte de Rus
sische vloot op met alle gcvechtsvlaggcn
in top.
Om half acht des avonds stuurden
de Russen naar de Japanschc vloot, die
een weinig naar rechts wendde om zich
op den aanval voor te bereiden; maar
om acht uur veranderden de Russen
van koers cn stuurden naar het noorden.
Admiraal Togo volgde met zyne vloot
in een lange enkele lijn.
FEUILLETON.
Id de laatste s
(2) .Je deedt ook beter, Sillier, op tyd op
je werk te komen, dto eerst naar do Kapel te
loopeo eo le gaan bidden," riep hem eeo Italiaan
toe, die reedt lang met God en Kerk gebroken
bad. .De nood ui ook je verstand wel scherpen
Boor eens, bidbroeder, als ik mjj aelf belp,
bebooft God my niet te helpen."
.Wie beeft U, Sardi, over my ala rechter
aangesteld aotwoorde Stiller kalm maar bestial.
,lk geloof locb, dat bel u niet aangaat, wanneer
ik bid. Overigens wil ik ook met iemand, die
bet geloof aan God verloren beeft, nieta te
maken bebben. Gaat gg uw weg, ik zal den
myneo gaan. De goede God tal u oog wei eeoa
tooneo, dat Hg te bevelen heeft."
Sardi lachte luidkeels, doch lei niets meer,
toen hy bemerkte, dat tgu spottende woorden
by byoa alle ago kameraden gerechten alkeer
wekten.
De y>el bedekte de gebeelekalkrots, zoodat
bel worken er op zeer moeiiyk wav. Stiller
ging flink aan 'I werkhg ging naar een groot
uitspringend rotablok. Dil blok tooode een grooie
scheur door het gebeele berggevstrte, welke
in de Isatate dagen met water volgeloopen was.
Tengevolge van deo strengen vont was dat
water bevroren en roodoende de scheur veel
verder naar beneden doorgespleten. Stiller bad
een patroon gelegd in bel vooruitspringende
blok en de lont aangelegd. Tegen verwachting
sprong de mjin nog voor SlUler rich uit ,1a
voeten bad kunooo maken. Door de hevige
dreumng achcurde hol gebeele blek van do
rots los en viel met donderend geraas in do
diepte. Stiller inct zich slepend. Mei schrik on
aan, ieder hiold Stiller voor reddeloos verloreo.
Het Deeratortende kalkblok tuimelde op eeo
ander vooruitspringend rotsblok eo slingerde
Stiller in een oabgiyod boicbje, waarin de
ongelukkige buiten kennis bleet liggen, lerwyl
de steenmassa inet eeo donderend geweld io
Alle kameraden snelden naar Stiller toe, «lleo
vooraan Sardimet inspanning van allo krachten
en levensgevaar gelukle bel deo Italiaan, den
bewnBtelooze uit zyn gevaarlijke positie to be-
vrydeo. Hg aam bem op i(jn breede schouders
en droeg hem naar hnis. Wal een gejammet
was het daar, toen de vader in dien toestand
werd thuisgebracht I Moeder eo roon meenden
niets anders dan een igk le zien.
.Vandaag beeft Stiller niet gebeden," aprak
de Italiaan spottend, .anders was bg er heden
niet afgeatort I" Met deze woordeo legde by den
bewustelooze op eeo bed eo verwjjderdo zich
als ging bem dal alles mots aan. Spoedig daarna
kwam Je geroepen dokier bioneo co conata-
toerde een zware iowendige koenziog, die leker
spoedig deo dood leogevolge zon hebben. Tocb
gelakte bel dea bekwamen dokter de gewoode
voor korten tijd tot bewnstzgo lerog te roepeo.
Deze lyd benutte de geestelgke den kranke voor
de eenwige reis voor te bereideo. Spoedig
daarop verloor Stiller bet bewastzyn weer,
en loader do'odalryd. Drie dagen later legde
men hem ter ruste op bet groene kerkhof. Tal-
ryk wareo de deelnemers van don Ijjksioel. Do
eigenaars dor kulkinijuen million er persoon
lijk aun deel; allo woiklleden hadden dien dag
v'u gekregen, zonder inhouding van hun loon,
Alleen de Italiaan nam er niet iud deel, doch
ging naar de herberg. .Dood ia dood", sprak
hy, .waartoe al die drukte, waarvan de doode
hoort of
Algem
s de
rdigiog o
s gedrag van den Italiaan. De beide
et dozen rampzalige en ontsloegen hem. tljj
voer wraak, Nadat hy nog euoigo dagen in
>t stadje In do kroegon geloopen bad, en zich
ken dag aan drank te huiten had gegaan,
•rdween hg uil do «treek. Allo werklieden
rrademden, toen ijj eindelijk van den losbol
inlagen waren, die overal de grootste erger-
Ui
weduwe Stiller leidde nu mol haren zoon
in het haisjo. Hel kleine pensioen, baar
den eigenaar gegeven, was niet voldoende
n te onderhoudenook was het slechts
de weduwe gegeven, de krachtige jonge-
moesl voor zich zelf den kost maar ver-
o, hg had zelfs een kracüligo slenn zyner
Ier knooen zjjo, als hy daarnaar was op-
ld. De verwonde jongeling vond echter
>Ün vader in 'I zweet zijns aanuchijas mo
lloneo. Van nu af aan moaat hy echter, dl
geld aan zgne moeder en deze gal hem op Zoo-
en leesldagen een rnim zakgeld, daar hjj lolgens
hare meening, al een zekero rol onder de jonge
lieden moest vervullen. Deze dwaze daad der
moeder was de eersle schrede lot des joogclings
verderf. Hel geld, dat de moeder hem gaf, was
wollira niet meer toereikend, om rijn uilgaven
op Zoo- on feestdagen to boslrijden, ,Hs, ha,"
dacht hy 1)0 zich zeil, .moedor woel volstrokl
niel, wal Ik verdlon, en vooral niet, wal ik
met overwerken verdien." Zoo hield hy geregeld
ccoig geld van zjjn loon achter, zonder dat
zgoe moeder liet bemerkte. Het op zulke wg'ze
achtergehouden geld werd dan in gezelschap
voor alch zelf le zorgen hadden, op dl
in de omliggende dorpen verleerd.
Zoo had de joogoliog eenige jaren doorgo-
hrachlslooJs verder had hjj zich van 't pad
van den godsdienst verwilderd, en terwyi op
Zon- en feestdagen do geloovigen naar Gods
buis gingen, rood hy steeds een voorwendsel
de kerk voorhg le gaan, als hy het nog noodig
vond, zyne moeder er van in kenois le stellen.
In 't stadje Stromberg schudde leder 't hoofd
n op.
e moeder er meermalen opmerk-
n ik, oude vrouw, aan den grooten
jongen oog doen?" sprak zy dan, ,ik heb aan
hem geduan, wat ik koo, moor kan men vao
mg niel verwachten. De lastcraara hier in de
stad schuiven allo dolle streken, die er begaan
worden op rekening van hem. Ik ken myn
joegen beier dan alle lasteraars in de slad.
Juist wyi hg zoo'n knappe jongen ia, beoüdt
menige moeder mg eo verklei.! hem gaarne
In de oogen van anderen. Overigens: Jeugd
kont geen deugd en de jeugd moet uitrazen."
.Mooie groodoo, vronw Stiller," berispte haar
do yverige printer. .Jeugd kent geen deugd,
zegt gij, juiel, ala de Ouders er hel van kinds
been ut niol m gebracht hobbon. En julat daarin
hebt n gedwaald. Ik herinner u aan zyn school
jaren weel gy nog wel, boe boos gg waan
op deo goedeo ooderwjjzer. die zich zooveel
mocile golrooetlo, om uw zoon een goede op-
voediog le geven Nu coudl gy hem kunnen
danken, ala gij hem meer behulpzaam waart
geweest, in plaals van bem tegen to werken,
Allee kamt in de wereld lot zün recht eo vooral
oon verkeerde opvoediog. Als ik my niet be
drieg, zuil gy oog menig bittor uur aan uw
zoon beleven. Zoo gg thans meenl, oiets meer
met hem le knooeo uitrichten, bobt gy geiyk,
waot het boompje kso men buigen, deo boom
echter niet. Het eenige, wat gy op uw ouden
dag nog kunt doen la bidden en maar altyd
bidden, dat hen de genade Gons moge treffen,
zonder welke hy zQo igdeiyt en eeuwig ongeluk
zeker tegemoet gaal." Hiermedo Dam do goeate-
ïyko atschold. Word! vtrvoifd),