DE EEMBODE. .ieblad BIJVOEGSEL. Zaterdag 27 Augustus 1904. ichttiende Jaargang. Edelmoedigheid beloond. Edelmoedigheid beloond. Het was gedurende een der burger oorlogen, die zoo dikwijls Spanje hebben geteisterd. De provincie Arragon was een der voornaamste tooneelen van den burgerkrijg en de strijd had het karakter van onmenschelijke wreedheid aange- Het kasteel Feria, gebouwd op een heuvel ten zuiden der Pyreneën, was onlangs aangekocht door den graat van Ségorbe, een der hoofden van de regee- ringsgezinde party. De gematigdheid, waarvan hft immer blyk had gegeven, had hem echter niet beveiligd voor den haat der oproerlingen. De ondergaande herfstzon verlichtte nog even het kasteel. De graat was af wezig en de gravin had zich in haar vertrekken teruggetrokken, toen een vrouw van ongeveer vijftig jaar de gast vrijheid kwam inroepen. Zij was ar moedig gekleed, scheen uitgeput en niet in staat haar weg te vervolgen. In dezen tijd van troebelen was ieder een op zjjn hoede. De vrouw vertelde, dat zjj door de oproerlingen was aan gevallen, die haar hadden mishandeld en haar het weinige, dat ze bezat, hadden ontnomen. Om hetgeen zij zei te be vestigen, toonde zij de wonden, die zij had opgeloopen, en haar verscheurde kleederen. Zij verhaalde alles tot in zulke kleine bijzonderheden, en sprak met zoo grooten haat over de oproer lingen, die zich niet ontzien hadden, een weerlooze vrouw aan te vallen, dat men haar oprechtheid niet in twijfel kon trekken. Nimmer werd de poort van het kasteel voor ongelukkigen gesloten en met liefde werd de vrouw dar. ook opgenomen. Terwijl zij haar honger stilde, vertelde zij van de gruwelen, door de opstande lingen gepleegd en deed met onverschillig gelaat vragen omtrent het personeel van het huis, over zijn verdedigings middelen enz. Toen men haar alleen had gelaten, naderde zij het venster, en maakte zich gereed een signaal te geven, dat men zonder twjjfel buiten moest kennen, toen zij zich eensklaps om wendde, daar zjj lichte schreden achter zich hoorde. Een jonge vrouw trad nader, en toen zij het gelaat der vreemde vrouw bemerkt had, slaakte zij een kreet van verwondering. .Anita!" riep zjj uit. .Gij kent mijn naam, mevrouw? Wie zyt gij dan „Wie ik ben Ik ben de gravin van Ségorbe, gij herkent mij niet, omdat gij mij sinds mijn jeugd niet meer hebt gezien.... de jaren hebben mij veranderd. Maar u herken ik aanstonds, gij zijl Anita, dezelfde goede, brave vrouw, die tien jaar lang de plaats mijner moeder bebt ingenomen.... Zijt gij ongelukkig? Lijdt gij Ja, arm zyt gij ten minste, gij ziet er uitgeput en ontdaan uit. Maar gij zult hier niets te kort komen, gij zult niet langer lijden, goede Anila, ik wil het niet De vrouw scheen verlegen, haar ge laat was nog bleeker geworden; zjj durfde geen woord spreken, ook niet de oogen opheffen lot haar, die zjj eens met moederlijke genegenheid had lief gehad. Zij voelde het verschrikkelijke van de rol, die men haar had willen laten spelen. Als een spion was zy lafhartig in dit gastvrije huis gedrongen. Op eenigen afstand stonden mannen op het signaal te wachten, dal hen moest waarschuwen, dat het kasteel zonder verdediging was, dat men het ongestraft kon plunderen en verbranden. Schaamte en berouw beletten haar te spreken, z(j boog het hoofd om den blik der gravin te ontgaan, ,0, mijn arme Anita hernam deze, „gij zyt evenals zooveel anderen het slachtoffer geworden van den vreeselijken burgeroorlog; de dienstboden hebben mij verleid, welke behandeling gjj van de oproerlingen hebt moeten verduren. En men heeft mij ook verteld, dat uw hart vervuld is met haat en wraak tegen die menschen. Verdrijf echter die ge dachten van wraak uil uw hoofd, inijn goede Anita, want wraak roept weer om wraak, 't Is omdat niemand weet te vergeten en te vergeven, dat die vreeselyke burgerkrijg in ons land is uitgebroken." „Deze gevoelens zijn de uwe, niet echter van uw man," antwoordde Anita. .Mijn man denkt evenals ik, en hij doet zijn best om de ellende, die de burgeroorlog na zich sleept, te verzachten. Indien het van hem afhing, zou geen enkele druppel bloed vergoten zijn. In zijn doodelijkste vijanden ziet hij slechts verdwaalde modebroeders. Wilt gij een voorbeeld Ik kan u een geheim toe vertrouwen, want ik weet, dal gij my niet zult verraden. Gij hebt zeker wel van Jaguar hooren spreken Niemand heeft onze zaak meer kwaad berokkend. Hij is in de handen van den graaf ge vallen...." ,En heeft men hem gefusilleerd?" „Jaguar verwachte niets anders, maar mijn man heeft hem met onderscheiding behandeld hij bewoont een vleugel van dit kasteel en de graaf is bereid hem de vrijheid terug te geven, indien hy wil beloven de wapens neer te leggen." De bijnaam van Jaguar was die van een der vurigste partijgangers, die aan het hoofd van een bende oproerlingen stondmen had hem dien naam ge geven wegens zijn verbazende snelheid van handelen en zijn buitengewonen moed. Anita kende hem goedhij was een van haar zonen en de hoop hem te wreken, had haar aangespoord, het kasteel Feria binnen te sluipen. Thans voelde zy meer en meer afkeer voor de zending, die zy op zich genomen had. Zij wilde zich voor de voeten der gravin werpen en haar zeggen: „Vergeef my, ik ben een ellendige, onwaardig, dat gij een blik op mij werpt I" Maar een andere gedachten kwam bij haar opzij wist, dat het kasteel Feria niet het eenige was, dat de oproerlingen dien dag zouden trachten in te nemen. „Waar is de graaf?" vroeg zij snel. „Hij is op het feest, dat de gouverneur geeft op zijn villa, die gjj daarginds kunt zien liggen." „O, God, welk een ongeluk I" riep de vrouw uit. „Wat wilt gij zeggen „Dat de dood dat huis bedreigt.... Zie!...." Op hetzelfde oogenblik verhief zich van de plaats, die de gravin met den vinger aanwees, een vuurkolom ten hemel. De oproerlingen hadden het buitengoed in brand gestoken en in de stilte van den avond hoorde men ge weerschoten, ,lk moet hem redden," zei Anita. Op hetzelfde oogenblik vloog zij naar buiten, de gravin verbluft achterlatend. Zij verhaastte nog haar schreden toen zij bij het licht der maan een man be merkte, die door drie anderen voort gesleept werd naar haar eigen huis. Door de wanorde, begunstigd door den brand, waren de oproerlingen het huis van den gouverneur binnengedrongen ieder een koos zijn eigen prooi uit. .Deze behoort mij," zei Predo, een der zonen van Anita. En geholpen door eenige makkers had hy zich van graaf Ségorbe meester gemaakt, en hem stevig geboeid. Hij leidde hem door een ravijn naar een onherbergzaam oord, waarde geregelde troepen niet zonder gevaar zouden kunnen doordringen. Aan weers zijden verhieven zich hooge rotsen. Bij een ouden boom stonden de drie mannen stil. Pedro, de jongste zoon van Anita, bond zjjn gevangene aan dien boom vast en na zijn makkers wegge zonden te hehben sprak hij hem toe .Gij weet, dat gij gaat stervenhet bloed van mijn broeder roept om wraak maar geloof niet, dat je leven ons vol doende is, al de uwen zullen opgeofferd worden." De gevangene kon niet antwoorden, een zakdoek was hem als een prop in den mond geduwd. Pedro haastte zich volstrekt niet, zeker als hy er van was, dat zijn offer hem niet zou ontsnappen. Dicht in de nabijheid lag een hut, die hij binnentrad. .Vader," zei hij, ,gij moet bij het feest zjjn, kom, gij moet zien hoe ik mijn broeder wreek." Hij kwam terug, gevolgd door een grijsaard, met woeste trekken. Thans richtte hij zijn geweer op de borst van den ongelukkige. Maar hij had den tijd niet den haan over te halen. Een vrouw kwam aansnellen met loshangende haren, en bedekte met haar lichaam dat van den graaf. rwijk, Hilversum, Hoogland, it. Prijs dsr Ad verten tl èn I t 6 regelsfo.30 ren regel meer-0.05 ilea uiterlijk Vrijdagavond aan hel bureau bezorgd zjjo. d, dat oepen dan van zelf vriendschap ontstaat men aan het oordeel van dezen veel- wetenden vriend van lieverlede groote het aardrjjk voorvalt, moet volgens I pletteren," een strijd dus op leven t de Katholieke beginselen van Christus dood, was aangekondigd. en Zijne Kerk beoordeeld worden. Of Ten bewijze zy hier vermeld iets uit twee intieme vrienden, 24en dezer uit Laval dag was hjj te Turijn, is de bisschop den vertrokken. Zater- i, van waar uit hij een brief schreef aan den H. Vader en aan minister Combes. Zondag kwam hjj in de Eeuwige Stad aan en nam zijn intrek bij de Trappisten. Dezelfde maatregel is inlusschen reeds toegepast door Combes op Mgr. Geay, bis schop van Laval, als hij tegenover Mgr. Le Nordez genomen hadnl. de inhouding der staatsbezoldiging. Deze daad wordt door den „Figaro" als een ydele uiting van wraak gebrandmerkt. Voorts merkt dit blad op: „Menkan thansconstaleeren, dat het Fransche episcopaat eenstem mig weigert gehoor te geven aan Com bes verlokking tot opstand tegen het geestelijk gezag van den H. Stoel; dit feit kan de minister door het inhouden der slaatsbezoldiging niet ongedaan maken." Ook door de geestelijkheid van het bisdom-Laval is lot den H. Vader een betuiging van gehoorzaamheid en trouw gericht. Het schrijven draagt de onder- teekening dor parochiale geestelijkheid van al de 27 dekanaten van dat bisdom. Thans heeft reeds de geestelijkheid van 42 aartsbisdommen en bisdommen bij monde harer opperherders getuigenis afgelegd van haar trouw en onderwor penheid aan den H. Stoel. De ontzettende brand, welke Vrijdag uitbrak in de petroleum-tanks te Ant werpen, heeft vele menschenlevens ge kost en millioenen schade aangericht. Dinsdag waren reeds acht Ijjken gevonden en werden er 17 personen vermist. De 17 vermisten zjjn Wslen, en men ver moedde, dat deze soms naar hun land waren teruggekeerd, zonder iets te zeggen. Maar ook kan het, en men vreest, dat dit laalite vermoeden maar al te zeer waarheid beval, dat zjj mede zijn om gekomen. De schade wordt geraamd op 7 rail- lioen franks. Uit een olflcieuse nota uil Tokio blijkt, dat de Japanners niet meer ge- looven Port Arthur stormenderhand te kunnen vermeesteren, wijl de vesting sterker is dan vermoed werd. Dit nieuws heeft natuurlijk een neerslachtigen in druk gemaakt. De Japanners schatten thans zeiven hunne verliezen vóór de vesting op 15.000 man. De laatste aanval zou hebben plaats gehad op 26 Aug. j.l., maar even als de vorige met enorme verliezen af geslagen zijn. De Russische artillerie zou ontzettende verwoestingen hebben aan gericht onder de Japansche colonnes. FEUILLETON. Wmk van een Wees. (3) .Ziet ge," too begon lij mee fonkelende oogen haar atrafpreek, „wat nw geeat van tegenspraak en nwe koppigheid hebben uitge werkt In plaats van het leven' van tjjo prak tisch en kant op te nemen en met een grapje in te (temmen, komt gg in 't geheel niet nit nw landelijk vooroordeel. Van n ia het ver metelheid, n olet te schikken naar degenen, van wier welwillendheid en goedheid gjj alhaogt. Wanneer ik, als bnisvronw, mjjne gasten niets heb te verwijlen, boe durft gjj het dan wagen, mijnen neet, die tevens mgn petekind is, als een dommeo schoolknaap de les lexen? Reeds lang heb ik lngeiieo, dat gij bg ona niet paat. Daar nn echter mijn neet enkele weken bjj ons denkt te bljjven, maar gg hier een twistappel ijjt, door wie roedf vandaag het middagmaal bedorven ia, aal het 't beste ago, dat gij maar vertrekt. Derhalve, mjjn vroom nichtje, met al nw schijnheiligheid, pak je boeltje by elkaar en ga, vanwaar ge gekomen rgt. Als boeren meid kont ge beter dieoat doen." .Blom Pan)," xoo wendde zg xich tol dexen, .laten wg het verwaande juffertje maar alleen laten." Met de haar aigeoe Irotachheld verliet xjj de kamer, ge volgd door baar waarden neef, wiens gelaat leedvermaak uitdrukte en triomf over den ge bakken poets, waardoor de nicht nit bet bnie, dat baar een ander tebnii beloofde te worden, was gedrongen. .Maar," xeide Paul, toen zij alleen in de talon waren, .wat zal oom daarvan zeggen? Het ie toch het kind zgos broedore, dat u wel met recht de dear wyst." .Hier in hals ben ik baas," antwoordde zg met klem, .en mgn man heeft zich te voegen naar mffn wil." De arme Tony, die met znlk een bigde hoop in het bnia baars ooms gekomen was, voelde al haren moed ontzinken by de schaodelgke woorden barer tante. Nanwiyks hadden beiden de kamer verlaten, of sg wilde naar baar kamer tje gaan, om voor het beeld van het H. Hart van Jezus haar gemoed uit le etorten. Hare krachten schoten haar echter te kort sn zy viel in onmacht osset baren stoel. Ondertnaacbeo had Maurits, wiena kond- bloederigheid bg de onbeschaamdheid zgos neefs toch Ietwat warm was geworden, tot be koeling eeue kleine waadeliug gemaakt en keerde □u naar hnis terug, waar hy de gemoederen weer bedaard meende te vlndeo. Zooder arg waan trad by de kamer binnen, waarin bg zgne vrouw, mot haren oeel en nicht gelaten had. Zgo blik viel op de beiwymde, en by riep laid en verschrokken om hnlp. Hy dacht, dat AdSIe on wel bezorgd zou zgo om de arme weee; maar zj) bleef zonder medelijden ia de geopende deur staan en riep.Zoo, zoo, ook die comedie nog Als men het vertroetelde hartekiodje van mgobeer Manrits het niet near den zin maakt, geeft men het niet in alle op zichten gelijk, den werpt zij zich op den grond en speelt de onmachtige. .Waarljjk, zjj verstaat de knnet van bedriegen in den grond 1" Gednrende dezen vloed van woorden zijner vrouw, was de oom druk bezig de bezwymde in 't leven terng le roepen en sprak ngdig: .Gjj zult niet eerder tevreden zgn, voor ge de arme Tony gedood hebl. En als sy daar dan dood terneder ligt, zult gg nog zeggen, dat zg eene huichelaarster was." By deze laatste woorden wierp hy haar een blik toe, welke zy niet ge woon was en die baar wel een weinig van streek bracht. En tot Pan), die met zyne tante in de kamer gekomen was riep by op looroigen loon.Gjj deugniet, waag het niet nog eeos of ik zal je mgn wandelstok op je rog in (weeën Tony's onmacht dunrde wel een half nnr. Eindelijk sloeg zy de oogen op, doch baar toe stand was van dien aard, dat sy verscheidene degen ongesteld bleef. Aan haar heengaan dacht niemand meer. lotnischen kwam voor den neef het nor aan van vertrek. Tony ademde vryer, daar zy thans cp verbetering in haren toestand hoopte. Hare tante verenderde ecbler volstrekt niet, en here booze luim werd nog by den dag grooter. Ook haar oom werd het eeuwige geecheld om zyue nicht moede. Hy verdedigde baar niet meer, zooele voorheen, tegen de stekelige uitvallen zyner vrouw, want daardoor werd hy aliyd uil zyue rustige rust gebracht en die achlle by boven alles. Weliswaar beklaagde lig het meisje, me', wier komst io zijn hnia de duivel zgne vronw in zgne maebt scheen gekregen le hebben, Deze alleeu om haar nichtje! Het zon dan ook verre weg 't beste zgn, dat deze laatste hel bnia ver liet. Zooder zgne vronw of Tooy er van te verwittigen, zocht bg eeos geschikte dienst voor zgn oichljo. En hy vond er een, maar eerst na verloop van enkele weken kon Tony er komen, in welken Igd het jonge meisje baar geduld nog eene op de proel kon (tellen. De hoop, dat zy dit hnis spoedig zon kannen ver laten boezemde haar nieuwen moed in. Ook hare tante werd wal zachter tegen haar, wegens het vooruitzicht spoedig van deze .lastige plaag" ontslagen le worden, zooals zy Tony reeds lang Een oud spreekwoord zegtDe raensch wikt God beschikt, eo zoo was hel ook bier. Acht degen na het bericht, dat Tony het hnia zon veriaten, klaagde hare tante over hevige pgnen in de rechter xyde. Zg moest hel bed honden en het wee heer den volgenden dag geheel onmo- gelgk ook mear eene enkele beweging te meken. Haar geheels lichaam wee verlamd. Nu toonde zich de edele ziel der vrooms weeze in ei beren omvang. Alle hardheid, welke bare lente beer aligd bad aangedaan, was in een oogweak ver geten. Dag en nacht waa zy onvermoeid by de zieke en verpleegde baar met bewonderens waardige zelfopoffering. Het scheen, dat de pynen haar terngetootende inborst sterker dan voorheen prikkelder, sg wss onaitstasnbaarderdan ooit; wellicht werkte baar booze gemoed, waartegen zy zich nog immer trachtte te verzeilen. Haar geweten hield baar hare ziekte voor als een gerechte atraf Gods. Zy wilde echter deze stem niet hooren en deze tweestrijd in baar binnenste verbitterdo haar leven en dat der omstanders. Ze was joist io zooverre beter, dat zg bet bed kon verlaten, toen een nienwe slag, als een bliksemstraal aan eenen wolkeloozeo hemel, den rentenier en zyne vrouw treffen kwam. De heer Maurits H. bad by het overdoen der zaak het grootste gedeelte vso zjjo geld in de ■ask gelaten, opdat zgn opvolger dat kapitaal nog zon vergrooteo ook waa Manrita borg voor hem gebleven by zyne schuldeischers. Deze op volger had hem onder honingzoete woorden en vleiergen znlke schoonsebgoende heloden ge daan, dat hy wantrouwen had moeten opvatten Jniat heden was deze schnrk met de noorder zon sertrokken en had alle contanten meege nomen, terwyi de meeste winkelwaren nog onbe taald waren, zoodat de schuldeischera den borg aanspraken. /Wordt vtrvolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1904 | | pagina 5