DE EEMBODE. f
ieblad
BIJVOEGSEL.
Zaterdag 18 Maart 1905.
DB man m6t don handSObOBD. omstandigheden te houden, desnoods zyn ietwat strenge begrippen van eer
miin leren daarvoor geven. Ik niet overeenkwamen, geen scherts, en
httiende Jaargang.
Over de met bloed gedrenkte velden
van Talavera daalde de avondscheme
ring neer. In den laatsten schijn van
den scheidenden dag zag men van de
hoogte, waarop generaal Senardi met
zjjn stal stelling gekozen had, een schaar
Spaansch-Engetsche troepen zich haas
tig terugtrekken. Mismoedig keek de
generaal den wegtrekkenden vijand na,
dien hij wegens de afmatting zijner troepen
en het gebrek aan voldoende cavalerie
niet naar wensch vervolgen kon. Terwijl
bij eenigen otficieren zijn bevelen uit
deelde, hoorde men op eenigen afstand
schoten. Een op verkenning gezonden
adjudant keerde na korten tjjd terug
met het bericht, dat een officier van
het Zevenvorsten-regiment met zijn
mannen in een, aan den voet van het
gebergte gelegen molen nog eenige daar
verscholen Spanjaarden had ontdekt en
met deze slaags was geraakt. Het regiment
werd aldus genoemd, omdat het uit de
troepen van zeven kleinere Rijnbcnds-
vorsten was gevormd.
Kort daarop zag de generaal een nog
jongen officier van genoemd regiment
aan het hoofd van een halve compagnie
uit de richting van den molen naderen.
Hjj voerde een gevangene mee, die,
naar zijn kleeding te oordeelen, bij het
onregelmatige korps, de zoogenaamde
geurilla's behoorde.
Wat moet ge met dien kerel hier
doen zeide de generaal tot den jongen
officier. Weet u niet, dat men de guerilla's
op staanden voet doodschiet, daar ze
niet tot een geregeld leger behooren
Jawel, excellentie. Voor dezen man
moesten we echter een uitzondering
maken. Hij weerde zich als een rade-
looze en zou, daar hij zich in een ver
dekte stelling bevond, nog een halfduizend
van mijn mannen gedood hebben. Om
dat te voorkomen, heb ik hem, als hij
zich overgaf, lijdsbehoud beloofd.
Trlst bien. Om u nu in de ge
legenheid te stellen, uw woord te houden
zonder dat wij van onzen stelregel af
wijken, zal 'k hem laten doodschieten.
Dat kan u geen ernst zijn, excel
lentie. De man heeft mijn woord en
dat moet onder alle omstandigheden ge
houden worden.
Dan hadt ge het niet moeten
geven; in ieder geval heb ik hier te be
velen, antwoordde de generaal kort.
Toen gaf bij een zijner officieren bevel,
de executie te laten voltrekken. De
nauwelijks de jongelingsschoenen ont
wassen officier was bij de woorden van
den generaal bleek gewordenhij trad,
terwijl de uitdrukking van een vast be
sluit in zijn oogen lichtte, tot voor den
generaal.
De man heeft mijn woord, gene
raal, zei hij op bescheiden, doch vasten
toon, en ik ben gewoon dit onder alle
omstandigheden te houden, desnoods
zal ik mijn leven daarvoor geven. Ik
verzoek u dus nogmaals, laat den man vrij.
Nu is het genoeg! riep de generaal
ongeduldig uit, ik blijf bij mijn eens ge
geven bevelHij gaf den daarmee be
lasten officier een wenk, den gevangene
weg te laten voeren.
Maar eer het bevel nog uitgevoerd
kon worden, wendde zich de jongen
officier tot zijn manschappen en comman
deerde
Formeert carré!
In het volgende oogenblik stonden de
Duitsche grenadiers met gevelde bajo
netten schouder aan schouder, als een
muur, in de aangegeven orde, terwijl
hun olficier met zijn gevangene zich
in hun midden plaatste.
Mille tonnerrex Is die jongen
gek geworden! riep de generaal, en op
het gelaat van de otficieren, die hun
jongen moedigen kameraad verloren
achtten, teekemie zich een uitdrukking
van hevigen schrik. Een iu de nabijheid
toevende Fransche stafofficier reed nu
op den gener.ial toe:
We zullen den gevangene niet
loskrijgen, excclentie, zei hij. voor die
mannen daar hun laatste patronen
verschoten hebben, want de jonge officier,
wiens bevelen zij blindelings volgen, is
,de man met den handschoen."
Deze melkbaard ongelooflijk!
zei de grijsaard, terwijl hij den jongen
luitenant met duidelijke minachting be
keek. En gij meent werkelijk, dat hij in
staat ware, door te zetten?
U kunt daarvan overtuigd zijn,
generaal, hij schrik voor niets terug.
Goed, hij mag dan den Span
jaard behouden dien jongen duivel.
Breng u de zaak in orde, ik wil er niets
meer mee te doen hebben, Ait reooir. Hij
gaf zijn paard de sporen en reed met
zijn gevolg weg.
Onder de otficieren van het Zeven
vorsten-regiment werd tegelijk met het
bericht, dat luitenant v. Wiedberg
zoo heette de jonge officier een Spaan-
schen bandiet als gast herbergde, het
voorval niet den Fransche generaal be
kend; en daar deze bij de Duitschers
niet erg bemind was, lachte men hartelijk
om de les, die hem gegeven was. Maar
niemand van hen, die den jongen v.
Wiedberg meer van nabij kende, ver
wonderde zich er over, daar men al
lang van hem gewoon was, dat hij steeds
zóó handelde, als zijn ridderlijk, gevoel
hem dit voorschreef. Men was om die
reden gewoon hem schertsend met den
eeretitel van „de laatste ridder" te be
stempelen. De bijnaam van man met den
handiehoen," dien zijn Fransche kame
raden hem gegeven hadden, had een
eigenaardigen oorsprong.
Hoewel v. Wiedberg als een beminne
lijk, bescheiden en vreedzaam kameraad
algemeen bekend en geacht was, ver
stond hij toch in de zaken, welke met I
zijn ietwat strenge begrippen v
niet overeenkwamen, geen scherts, e
het was bekend, dat als ooit een zijner
kameraden deze te na kwam, v. Wied
berg hem zonder meer zijn handschoen
toewierp.
Gedurende verscheidene dagen nam
de Spaansche gast, wiens manierenden
man van opvoeding verrieden, aan de
officierstafel plaats, tot hij op zekeren
ochtend plotseling uit het leger ver
dwenen was. In zijn slaapplaats vond
men het venster open en op de tafel
een papier, waarop hij zijn grootmoedigen
redder en beschermer voor zjjn hulp
oprecht dankte en verzocht zijn vlucht
te willen verontschuldigen, daar het
vaderland zijn verdere diensten nondig
had. De brief welke met de betuiging
van onuitsprekelijke dankbaarheid sloot,
droeg als onderleekening
Francesco, hertog van Olivarez.
Luitenant v. Wiedberg zoowel als zijn
regimentscommandant,dien hij hetvoorval
aanstonds meldde, waren niet weinig ver
wonderd, toen ze uit dezen naam.diezenu
voor't eerst hoorden, een dermachtigsteen
dapperste Spaansche partijleiders leerden
kennen. Daar de zaak nu eenmaal loch
niet anders was en de overste, die zijn
luitenant had toegestaan, den gevangene
als zijn gast te behandelen, zich evengoed
schuldig gevoelde als de luitenant, die
verzuimd had zijn gast op diens cere-
woord te verplichten niet te zullen
vluchten, ried hij den luitenant aan,
den naam van den gevangene geheim
te houden, daar de zaak anders licht
onaangename gevolgen konden hebben.
Tot geluk van de beide officieren
werd het voorval, waaraan men wegens
onbekendheid met den rang van een
ontvluchte? niet veel waarde hechtte,
spoedig vergeten.
Verscheidene maanden later werd een
voor de Franschen ongelukkige slag
geleverd tusschen dezen en door Engeland
geholpen Spanjaarden. Ook de hertog
van Olivarez nam aan het hootd zjjaer
guerilla's aan den slag deel. Na den
slag nam de hertog zijn intrek in een
klooster, welks gangen en zalen met
gewonde Spanjaarden gevuld waren.
Toen hij door een zaal liep, herkende
hij in een voor dood daar neerliggenden
vjjand zijn jongen vriend en redder deri
luitenant v. Wiedberg. De hertog riep
aanstonds de monniken er by en gaf
hun den zwaargewonde ter verpleging,
terwijl hij hun opdroeg de grootste zorg
voor hem te dragen. Aan zijn tijdige
hulp en de goede verzorging der mon
niken was het te danken, dat de zwaar
gewonde weer genas. Hij verliet de
monniken, aan wien hij zijn leven te
danken had, en was een van de weinigen
van het regiment, die hun haardsteden
terugzagen. Hij stierf als overste te
Arolsen in 1859.
vijk, Hilversum, Hoogland
Prijs dtr AdvertentiSn i
regelsf 0.30
i regel meerf0.05
oliën en Adverlontiën moeien uiterlijk Vrijdagavond
e volharding werd voortdurend Dewegderhalveligtgebaandtotvrijmaking Waarlijk, wij zijn thans den c
n zou worden toegestaan.
Koeropatkine is door Linevitsj ver
vangen. Generaal Koeropalkine blijlt
echter op het oorlogstooneel; hjj is
benoemd tot bevelhebber van het eerste
Kussische leger. Het besluit van den
'l'zaar blijkt te zjjn uitgelokt door een
verzoek van Koeropatkine zelf, die toen
hjj van het opperbevel ontheven werd,
vroeg ee» post bjj het veldleger, hoe
gering ook, te mogen behouden. Dit
heeft het hart van den Tzaar verteederd
generaal Koeropatkine heeft nu de
gelegenheid om te toonen, dat hjj als
legerbevelhebber beter op zjjne plaats
is dan als opperbevelhebber.
De nieuwe opperbevelhebber van het
Russische leger seinde Dinsdag, dat hjj
de troepen, uit Rusland aangekomen
geïnspecteerd had, en dat hun houding
uitstekend en de gezondheidstoestand
Omtrent de roobilisatieplannen in
Rusland zond een Petersburger corres
pondent van het Berl. Tagebl. het vol
gende telegramBesloten is tot de
mobilisatie van zes legercorpsen. Boven
dien zullen verschillende kozakken-divisies
van den Don naar Mandsjoerjje worden
gezonden. Onder de Russischo officieren
is sedert de nederlaag bjj Moekden een
zeer actieve beweging op te merken
uit allerlei militaire districten worden
aan het ministerie van oorlog verzoek
schriften gezonden van officieren, die
verzoeken naar het oorlogstooneel te
worden gezonden met verplaatsing der
gewonde en zieke officieren in hun function.
Ernstig houdt de regeering zich thans
bezig me', de quacetie van de munitie-
levering. Door de staking op de ataats-
patronenfabrieken is een zeer merkbaar
gebrek aan patronen en projectielen
ontstaan, zoodat in Duitschland zeer
aanzienlijke bestellingen zjjn geplaatst.
De Russische regeering zal, om de
zware verliezen aan officieren eenigs-
zins goed te maken, twee nieuwe kadetten-
scholen oprichten, met een cursus van
voorloopig vier jaar j 4UÜ tot 600 jonkers
kunnen er geplaatst worden.
Van de 40>/.000 soldaten, die tegen
Japan moeten worden gemobiliseerd, zjjn
150 000 beschikbaar, die sedert Januari
zjjn geoefendde overigen zullen in drie
termijnen, April, Mei en Juni, onder
de wapenen geroepen worden.
Een belangrijke mededeeling is ge
daan door den Russischen minister van
openbare werken, prins Chilkof, die den
Tzaar een rapport heeft voorgelegd,
waarin uiteengezet wordt, dat binnen-
FEUILLETON.
0p 't goede pad teruggekeerd.
'I Is een prachtige zomeravond aan de zee
kust ven BreUgneVer In 't westen verdwijnt
zoo juist de laatste straal der wegzinkende
zon en giet eea stroom van purper over land
en zee; het water schittert van goudglans, en
i kleine zeilschepen, die
i klippen zoo rjjke kust
heen en weer varen, glanzen in de schitterende
stralen. Zelfs het ruwe, wildverbrokkelde land
der Bretegoers neemt een vriendelijk aanschijn,
bjj deze prachtige purperverlichting, en de
norsche Bretagnera zelfs ljjken er vriendelijk
en vrooljjk onder.
Een weerspiegeling van dezen wonderlijken
afscheidsgroet der zon, ligt op de galants-
trekken der beide jongelingen, die op dnt zelfde
oogenblik lange het strand op en neer wandelen
ajj zien er blijde, tevreden en opgewekt nit en
zjjn in een drnk gesprek gewikkeld.
Beide zijn Bretagners, dsl verraadt de klank
„Hoe schoon is toch ons andera zoo rnw
geboorteland," zegt do een, een slank jongeling,
mei aacble innemende gelaatstrekken «dit
avondbeeld, zooala bet daar voor ons ligl, til
Bg nooit meer uit het geheugen gaan, al wordt
lk bij mjjoe studiën nog zoo ver van hier
,Mjj ook niet," antwoordde zgo metgezel, een
klein, getal jongeling met echt Fransche trekken,
levendige bewegingen en goostlge, lonkelende
oogen. ,Wjj Bretagners, maken de volksspreuk
lot waarheid:
,Hoe ruwer en wilder 't vaderland, des te
dieper iodruk maakt het in 'smeoschen ziel."
.Zoo ia het, Eugëne de oogeo vao den
blondgelokten knaap oameo een droomerige
uitdrukking aan, toen zjj nogmaals zweefden
over hel met roodgoud overgoten laodschap,
en daarna op zjjn makker bleven rosten
.en niet waar, 't scherpst van alle indrukken
uit ons dierbaar geboortelaod ligt wel die van
ons zelf in onze zielen? Vrongde en smart
hebben wjj bjj onze stadiën samen gedeeld,
als broeders saamgeleefdzulk een edel, innig
vriendschapsverbond kan nooit verbroken wor
den door scheidiog or beroepsstand."
„Nooit,"- luidde bet antwoord, „wjj bljjven
vrienden voor 't leven."
Beiden drukten elkaar de band als ter be
zegeling van het verhoud, juist toen van den
naburig en kerktoren een klokje begon te luideo.
Het Augelus-klokje," fluisterde de blonde,
en plotaeling hield het werken en zwoegeo der
menscheo op. De landlieden staakten het werk,
de visschers lieten buune nollen rusten, de
wandelaars bleven staan, om de handeo te
vouwen au der hemelscbe Koningin den groet
des Engels te brengen, Het was een' plechtig,
aangrjjpeod oogenblik. De met rood-goud over-
togeo hemel, de purperen zee, het zachte me
lodieus geklop van het klokje, de biddeode
menacbeo, alle» tcheeo licb te vereeolg
ir Hemell
lingin. Ook de beide
lolprjjzingen di
vriendeo stonden stil onder don iodruk van de
plechtige Aogeluistemmingdiape geroerdheid
eu innige liefde tot Haria stonden op bun ge
laat te lezen, toen zjj daar atondeu met ont-
tól de heilige Maagd richtend. Vooral de blond
gelokte joogeling werd evenals door den
sclioooen avond, thana door hel Aogelntklokje
geheel meegesleept; in zjjn groote, heldere oogen,
parelde een traan, en zjjne atem trilde liebt,
toen hg na bet eindigen van bet Ave Maria
tot zjjuen vriend zeide,Eo behalve ons ge
voel voor 't vaderlaod en onze vriendschap,
boeit ons nog eeo derde aan Brelagne en san
elkaar, onze heiligs godsdienst en de liefde
lot de Hemelkooioglo. Niet waar, Eugène
De aangesprokene knikte, lerwjjl de avond
over land en zee neerdaalde. De uitgestrekte
watervlakte lag daar in 't schemer, schaduwen
omhulden berg eo dal. De visschers en schepe
lingen kwamen aan land, legden hnnne vaar
tuigen vast en gingen naar huis. De landlieden
volgden
Jaren zjjn voorbijgegaan. Beide boezemvrien
den, die wjj in hnn geboorteland Bretagoe
hebben leereo keoneo, hebben sen verschillend
beroep gekozende ideale, bloode Jeannot Villot
had de neiging van zjjo vroom, godvruchtig
hart gevolgd en bracht als pater Redemptorist
zjjne leerlingen tut goddelijke en wereldlijke
wjjtbeid. De jonge ordesgeestelijke hsd
arjjs niet slechts den ns
i zijD, maar nok dien vac
sar wiens onderricht v
EugAoe Meriot daarentegen tras advokua!
gewordan, doch bad door zjjo stalen vljjt zjjn
laaie volhardiog, in 't bereiken van 't voorge
stelde doel, maar vooral door zjjoe welbespraakt
heid oi enkele jaren van werken, zoodanig de
aandacht der regeeringskriogeo op zich ge
trokken, dat hjj weldra in 't ministerie kwam,
en daar de hoogste sport der ambteoaaraladder
beklom. Nog geen veertig jaar was de knappe,
werklustige, energieke man, als bet ware de
rechterband geworden van den minister van
eeredieost, en was bjjna alvermogend is dele
gewichtige afdoeliog van het Fransche kabinet.
Jammer maar, dat met Eugèaea wetenschap
pelijke en staatkundige beleekeois zjjn gods
dienst on vroomheid geea gelijken tred hadden
gebonden. In tegendeel! De moeitevolle be
roepsbezigheden hadden de vroegere chrlateljjke
groodbeginaelen geheel verstikt, en bet geloof,
dat zich in daden toool, geheel vernietigd. Eerst
hsd het hem aan tjjd ontbroken bjj zjjn steeds
bet niet vervullen van zjjn godsdienstplichten
tot een gewoonte geworden.
Ja nog meerDe Fransche rsgeering van
dien tjjd bewoog zich in eone bepaald anti
christelijke richting, en woedde vooral onder
monniken on zusters, onder voorwendsel, den
■taat en da wereldgeestelijken te beschermen
tegen deu grooten invloed der ordes-geeiteljjken.
In bet gebeele land warden do eerbiedwaar
dige, zoo zegeorjjk werkende congregaties op-
goheveu, de leden er van, van hnis en eigendom
berooid, verjaagd en overal verstrooid. Niets,
was dozen kerkhaters heilig; zelfs grijsaards
en zicka rasters vonden la ban oog geen genade.
En jnisl EngAoe Meriots hand was bjj deze
gruwzame vervolgingen altjjd in 't spel; zijn
ondergeschikten gaven hem de congregaties aan,
en hjj zelf weee zjjn chef, den minister van
Op zekeren stormachtigen herfstavond zat
EugAoe Meriot in zjjn werkkabinet; over zjjne
papieren gebogen zat lijj ijverig te schrjjven
en maakte zoo nn en dan aanteekenlogan in
zijn dagboek.
Daar werd de portiAra van de voorkamer
gerolscbloot op zjj geschoven en de barean-dienaar
.Staat Zjjn Excellentie toe, dat ee
wordt binnengeleid vroeg hjj zacht.
Nanweljjks melkbaar hiel de ai
het hoofd op van zjjae akten, om eeo vluggen
blik op het kasrtje te werpen, dat de dienaar
voor hem bad gelegd. .Emile Sergeant" stond
er op, met Blechte hand geschreven, zonder
nadere aanwjjziog van aland of beroep.
Hjj maakte een afwerende handbewegtog en
schreef door. Toch bleef de bedieode nog op
zjjn plaats.
,Acb, Excellentie," stamelde deze,, 't is een