Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 4.
Zaterdag 22 April 1905.
Negentiende Jaargang.
DE EENBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs
r drie mauien
Franco per post10,40.
Afzonderlijke nummert 0,05.
BureauBreedestraat 18, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Dit nummer bestaat alt
twee Bladen.
PASCII EN.
Het Paaschfeezt is daar. Luide ruisebt
het lied der opstanding.Reiurrexit
sicut dixit. Alleluja, Hij is verrezen,
gelyk Hij gezegd beeft, Alleluja't Is
het lied der overwinning en zegepraal.
Bij de verheerlijkte grafstede wordt de
triomfkreet vernomen „De dood is ver
slonden in zegepraal. Waar, o dood, is
uwe overwinning? Waar, o dood, is
uw prikkel Zijn dood verwon den
dood, Zijn dood werd de kiem van
opstanding en leven.
Dood en leven staan derhalve hierin
't nauwste verband. Het eene is de
noodzakelijke voorwaarde voor 't andere:
door den dood tot het leveD, door de
vernedering tot de opstanding, door het
lijden tot de verheerlijkingMoest de
Christus dit alles niet lijden en aldus
ingaan in Zijne heerlijkheid!" Onafwijs
baar moesten alzoo door Hem, Wien
alle macht gegeven is in hemel en op
aarde, deze twee feiten, Zijn dood en
verrijzenis, worden geconstateerd en
Hjj heeft hemel en aarde, Jood en heiden
opgeroepen om beiden te getuigen. Ons
geloof mocht niet ijdel zijn.
Zijn dood. De natuur getuigt. Het
voorhangsel des tempels scheurt in tweeën
de aarde beeft, de rotsen splijten, de
graven openen zich en vele lichamen der
heiligen verrijzen en vertoonen zich aan
velen. De heidensche soldaten getuigen.
Zg komen en zien Ejetn reeds gestorven,
zij breken Zijne beenderen niet; een der
krijgsknechten opent met een lans Zijne
zijde en het daaruit stroomende water
en bloed bevestigt hun overtuiging. De
Joden getuigen. Joseph van Arimathea
vraagt Pilatus het lichaam van Jezus
om het in lijnwaad gewikkeld in zyn
grafstede neer te leggen. Na zich over
tuigd te hebben van Diens dood, staat
Pilatus het lyk des Heeren af. De ver
bitterde vijanden, overtuigd van Zijn
Prij» der Advertentién:
Van 1 tot 6 regelsfo.30
Voor iedere» regel meerfO.ON
sterven, gaan tot Pilalus, vragen hem
een wacht te plaatsen rondom de graf
stede, het graf te bewaken, opdat Zjjne
leerlingen het niet zouden wegnemen en
zeggen: Hij is van den doode ver
rezen. De H. H. vrouwen getuigen. Zij
gaan in den vroegen Paaschmcgen
met specerijen naar het graf om het
lijk te balsemen. Jood en heiden, vriend
en vijand roept de Almachtige op, om
samen te werken tot één getuigenis, tot
bevestiging van dit onloochenbare feit,
van ons geloof: „Ik geloof in Jezus
ChristusDie gestorven is.
Zijne verrijzenis. De graankorrel is
neergelegd in den schoot der aarde. Uit
zijn dood zal de kiem ontspruiten en
opbloeien tot een nieuw leven. Hij had
gesproken, dat Hij ten derden dage uit
den dood verrijzen zoude. Het oogen-
blik is aangebroken, waarop Zijn woord
in daad moet worden omgezet. Zgn
vrienden twijfelen of zijn ongeloovig
Zijn vyanden zijn reeds zeker van hun
zegepraal, trots alle wonderen by Zyn
dood. De Romeinsche wachters zullen Zijne
voorspelling te niet doen. tot eeo logen
maken. Maar Hij.... heeft door Zyn dood
den dood verwonnen, zegepralen zal Hij
over "t graf. Op den vroegen Paasch-
morgen toont Hij de Heer te zyn van
leven en dood, de verryzenis en het
leven, de macht bezittend uit den dood
tot het leven te verrijzen. Terwyl de
Romeinsche soldaten rustig en kalm de
wacht houden, vereenigt Zijne ziel zich
met het lichaam, de Doode verrijst;
beiden, verheerlykt door Zijne Godheid,
dringen gloriestralend door de steenen
gewelven opwaarts. De wachters ont
stellen tot doodelijken schrik. Eene
hevige aardbeving doet zich gevoelen.
Een Engel des Heeren daalt af van
den Hemel en wentelt den steen van
het graf. Van den schrik hersteld
spoedden eenige der wachters zich naar
de stad en treden als getuigen op voor
de opperpriesters van alles, wat daar
geschiedde. En om het groote feit nog
meer te bevestigen, wordt raad gehouden
door de ouderlingen, om het te ont
kennen, maar de groote sommen gelds
ter omkooping der soldaten om te ge
tuigen, dat de leerlingen, terwijl zij
sliepen, Hem hebben weggenomen, be
vestigt nog meer de gebeurtenis. Hoe
verydelt de Verrezene de beraadslagingen
der boo2en
Andere getuigen treden op. 't Zijn de
H. H. Vrouwen. Reeds vroeg in den
morgen naderen zij met specerijen de
grafstede. Zij vinden den zwaren graf
steen afgewenteld en de Engelen, onfeil
bare getuigen, die haar bemoedigen te
onderzoeken: „Wilt niet vreezen: Gij
zoekt Jezus van Nazareth, den Gekruiste.
Wat zoekt gij nog den Levende onder
de dooden. Hij is hier nietHij is verrezen,
gelijk Hij gezegd heeft. Komt eu ziet de
plaats, waar men den Heer beeft gelegd."
Bemoedigd dalen zij in de grafstede af
en aanschouwen daar de lijkwaden, door
den Verrezene afgeschud. Zij herinneren
zich het woord Zyner voorspelling en
met groote vreugde spoeden zij zich
voort om de biyde boodschap te brengen
aan Zijne Apostelen. Petrus en Johannes
snellen grafwaarts en overtuigen zich.
De twijfelzucht en 't ongeloof der
Apostelen en leerlingen is zoo groot,
dat de Heer zelf hen door herhaalde
verschijningen gedurende veertig dagen
van Zijae verrijzenis moet overtuigen.
Maar eenmaal overtuigd treden zij voor
de wereld op als getuigen der onloochen
bare waarheid„Ik geloof in Jezus
Christus, Die ten derden dage van den
doode is verrezen." Zij verkondigen,
wat zij gezien hebben, aan tijdgenooten,
die, mede-getuigen, deze waaiheid niet
kunnen ontkennen; zij prediken dit groot
geheim alom en bezegelen deze waarheid
door schitterende teekenen en wonderen.
Zoo staan de dood er de verrijzenis
des Heeren onafwijsbaar geconstateerd
voor ons in de geschiedenis. Niet ijdel
derhalve is ons geloof. En toch wordt
het ontkend vooral in onze dagen, 't
Ongeloof maakt den mensch het dier
gelyk, loochent de onsterfelijkheid der
ziel, de verrijzenis des vleesches. Het
graf is het einde van zijn beslaan, zoo
beweert men, daar heerscht de eeuwige
dood. Wij daarentegen blikken troostvol
opwaarts tot Hem, den Eerstgeborene
onder de broeders, de Opstanding en het
Levenwij gelooven, dat Hij bij Zyne
wederkomst onze lichamen uit de graven
zal oproepen en hopen dat 't zyn zal
„in vitain aeternam, tot het eeuwige
BUITENLAND.
De Osesrvatore Romano bevat een
Encycliek van den H. Vader, beginnende
met de woorden: Acerbo nimis a» difficili
tempore, gericht aan alle bisschoppen der
gansche wereld, handelend over het
onderwijs der christelijke geloofsleer.
Omtrent den gezondsheidstoestand
van keizer Wilhelm II circuleert in de
buitenlandsche bladen het volgende be
richt
„Volgens inlichtingen te Berlijn inge
wonnen heeft de Keizer van zijn toch
ten op de Middellandsche Zee niet
zooveel profijt getrokken als men voor
zijn gezondheid verwacht had. Zijn ge-
neesheeren zien zich genoodzaakt bij
hem aan te dringen op de absolute
noodzakelijkheid van een lange rust
periode. Tot hiertoe was zyn reis slechts
een aaneenschakeling van bezoeken en
vermoeiende ceremonies, die de ge
zondheid van den Keizer eer na- dan
voordeel deden. Zaterdag voelde hij
zich ongesteld, zoodat hy niet bij een
garden-part, ter zijne eer te Taormina
gegeven, kon tegenwoordig wezen; ge
heel den dag bleef hij in zijn vertrek.
De toestand van den Keizer veroorzaakt
de Keizerin groote ongerustheid."
De Fransche Kamer heeft reeds de
voornaamste artikelen van het wetsont
werp tot scheiding van Kerk en Staat
met groote meerderheid van stemmen
aangenomen. Verwacht wordt, dat het
rampzalige wetsontwerp in zijn geheel
met eene meerderheid van 100 stemmen
zal worden aangenomen.
Terwyl de Fransche kamer revolutie-
werk verricht, begint de revolutie ook
elders het hoofd op te steken. Te
Limoges, een stad in Midden-Frankrijk
aan de rivier de Vienne, is het Zaterdag
en Zondagnacht en Maandag zeer roerig
geweest. De glasblazers aldaar hebben
het werk gestaakt. De minister van
Binnenlandsche Zaken wilde troepen
naar Limoges zenden, maar de socia
listische burgemeester Labusière achtte
geen troepen noodig, de stakers waren
volgens hem kalme roenschen. Hoe die
kalme menschen zich gedragen, meldt
ons Reuter uil Limoges:
De betoogers trachtten de deuren
der gevangenis open te breken om hun
gevangen makkers te bevrijden ze deden
daarna een aanval op het kermisplein,
waar ze verwoestingen aanrichtten en
hnizen plunderden. Militairen gaven vuur
naar men zegt viel er één doode en
werden drie personen gekwetst, waarvan
één doodelijk. Alvorens het tot schieten
kwam, werd de menigte driemaal ge
sommeerd uiteen te gaan, de betoogers
antwoordden met een hagelbui van
steenen en toen schoten eenige soldaten
in hun opgewondenheid zonder het bevel
daartoe ontvangen te hebben. Dertig
personen werden door steenworpen
gewond.
By een interpellatie in de Fransche
Kamer over deze onlusten deelde de
minister mede, dat 2 betoogers waren
gedood, maar dat 68 soldaten waren
gewond, waaronder 8 officieren.
Uit Moskou werd Dinsdag gemeld,
dat Koltajew, de moordenaar van groot
vorst Sergius, ter dood veroordeeld i».
Er komen gunstiger berichten in over
de Russische financiën, dan de Dnitsche
bladen kwamen opdisschen. De binnen
landsche leening is geheel volteekend en
nog talryke ingeschrijvingen kwamen na
de volteekening in.
De oude orthodoxe familiën, die in
Rusland de grootste fortuinen bezitten,
hebben een besluit genomen, om den
Czaar te hulp te komen door een bedrag
van een milliard roebel (1.235.000.000
gulden) ter beschikking te stellen van
den Staat tot voortzetting van den oorlog.
Dit kapitaal wordt geleend voor den
tijd van tien jaar, zonder interest. Aan
het hoofd der geldschieters staan de
familiën Boegroff en Blinoft uit Nitnjr-
Nowgorod Morosoff en Rioboetchinsky
uit Moskou, die onmetelijke fortuinen
bezitten. Het bepaalde bedrag is vol
doende, ora den oorlog nog voort te
zetten gedurende twee jaren, zonder dat
Rusland een binnen- of buitenlandsche
Itening behoeft uit te schrijven.
FEUILLETON.
PASCHEN
'I Wu Zaterdagavond vóór Paschen. la
de Groote Sociëteit waren weinig menachen,
en hoewel de meeaten barer leden van de
liberale kleur waren bleven ijj loch dien avond
thuis, onbewust bel voorbeeld volgend van de
groote meerderheid der burgerij, die sich in
ingetogenheid tot het heilig Peaschleeat voorbe-
Aan een hoektafeltje satan een viertal heeren,
een jong dokter, eeo patr ingenieurs ven deo
waterstaat, die den rolgendeu dag niets te doen
hadden en dos lang in bun bed koodeo blijven,
alsmede een advocaat zonder praktijk, die met
lijn tjjd geen raad wijt.
't Waa kwart over elven, de dokter dronk
ago grogjo leeg en maakte aanstalten om been
te gaan.
„Bé, Willy, ga je au al naar buis. Moet je
morgen ja Paschen bouden vroeg er eeo
•pottend.
De dokter haalde de eeboudera op en ant
woordde niet: 't was al enkele jaren geleden,
dit hg zgn Paecben gehondsn bad, maar toch
kon bjj op dit stuk van zgo ondervrager geen
grappen velen.
„A proposje komt ongeveer overall" gei
de andere ingenieur. „Heb je ook die geecbiede-
nia geboord van den oppeaser van kapitein
Tojler?"
.Neeo, wat ie dat dan'7
„Da lui, bg wien Tnyler ijjo kamers heeft,
hebben hem aangeklaagd wegens diefstal. Hjj
moet geld uit de lade gestolen hebben, dat be
weren ze ten minste; meu sou bet aodere niet
van bem deuken, bjj leek toch zoo'n geschikte
jongen «a 't ie voor Tnyler ook niet pleizie-
rig."
„Die stommeriken kannen bun senklecbt
toch niet bewjjzen!" kwam de advocaat grof
tnsschenbeide.
„Wel neen, enkel hebben ze geconstateerd,
„Wat droi
ie die kerpl c
n knec ts te pi
o geld v
winkellade, en deer
aansprakelijk voor. Looier vermoeden, aoders
niet; ik wou, dat ik dien man eeos verdedigen
mocbl, dan zou ik dien winkelier wat aoders
vertellen. Hoe dikwgla gebeurt bet niet, dat
er meiden o! knechts onschuldig beticht wor-
t zjjn zak
doek.
,'t Gaat toch maar niet aan, iemand licht
vaardig voor dief uit ts maken," vervolgde de
Willy keek om en wjjdde een oogenblik zgn
aandacht aan bet biljarten. Toen nam bjj
haastig hoed en jas, gaf deo bediende, die bem
hielp, een geldstuk voor verieeriog en nam met
een kort: „Boosoir. heerenI" elacheid van zgn
Op straat gekomen wierp da dokter drif'ig
zgn sigaar weg, zette zgn kraag op en slapte
ving voort.
mij daarbij aao te kjikeo," bromde hjj bjj
zichself. En hjj dacht aan een pijnlijk voorval
uit net laatste jaar van zijn studeotaotjj.t. lljj
zjjoer inwoning, en bjj bad toen opeens geld
noodig gehad om eeo speelschuld af Ie doeo
over dergelijke dingen dacht; er over speken
durfde bjj niet, en locb, bjj moest geld hebben.
De gelegeoheid om bet weg te nemen was
gunstig, en bjj deed bel. Wat toen volgde,
spookte steeds els een droom door zjjo boofd
boe de verdeokiog op de dienstbode viel, boe
bg te laf wsa om schold te bekeooen en takel
sjjo vader wist te i-verreden er geen politie
zaak van te mekeo, boe de ongelukkige met
tranen in de oogeo was weggezonden, det
leelda alles oog ago herinnering, del was
de groote vlek op sjjo leven, op sjjo eer.
Willy '.erburgb was niet godsdienstig,'t kinder
lijk geloof bad bjj aao de universiteit verloren,
maar dnbbel zwaar drukte hem bet bewustzijn
der schuld, omdat hjj den weg niet meer kende,
die tot vergeving leidt.
Wrevelig gestemd bereikte hg zgn buis; bjj
wierp zich op zijn kamer op een canapé eu
bleef zitteo mjjmeren. Eindelijk sloeg bet balt
twee, meer dau tjjd om naar bed te gaan
langzaam stond bjj op en wilde zijn kaart een-
staken. toen met eeo ruk de bel overging.
Da dokter school liet raam op en vroeg, wat
er g.aode was.
„Of rfe dokter onmiddellijk bg een zieke wou
komen," klonk bel ven benedeo. „Er Is groots
haast bjj, 't is een vrouw, dia bloedspuwing
„Je ik kom," eo bet ratrn ging weer dicht
De juege dokter stond in de geheels st.d,
vooral bjj de armeo, els bniteogewoon hulp
vaardig bekeodmeu schreef dit toe aao zi'n
bijzondere goedhartigheid, maar niemand ver
moedde, dat bjj daardoor eeo groote schold
aao zfcbzell zocht te voldoeo. In eeo oogweek
bad bjj zjjo jas weer tan en was gereed zjjo
al voortlo-,pende door al
evenwel had bjj gezien, dat bier geen redden
maar mogelijk wie, en bjjea eeo nor ventreek
voor de zieke weer bg kennis kwam. Met
eeo vrag*nden blik zag zjj den dokier ten
maar op det oogeoblik werd de deur geopend
en trad de priester met de H. Olie de kamer
Allen verlieten bet vertrek, de dokter waa
diep ontroerd eo de menscbeo waren verwon
derd, dat bjj zich bet lot van dia arme naaiater
zoo sterk aantrok. Na verloop van tien minu
ten riep de priester den dokter alleen binnen.
Huiverend trad bjj naar bet bed, maar toen
de zieke bem opeens baar uitgeteerde baud
toestak, waa zjjo gevoel bem te machtig en
soikkeod zonk bjj op de knieén naut hellede-
i bjj hem wooode en al lang suk
kelde, maar dia nu wel zeker sterven zoo.
.Dins, Dins," herbaalde de dokter.
Na eeo groot kwartier betrad bjj een ar
moedig zolderkamertjede schoenmakers-
vrouw eo nog een paar menseben wachtten
reeds op zjjo komst en wezen bem bjj bet
liebt van een walmend olielampje op bet
schamele bed, waarop een vronw, doodsbleek
en schjjabear bewusteloos lag uitgestrekt.
Eeo schok voer deo dokter door de leden,
b|j werd doodsbleek. De scboenmakersvroow
schreef bet daaraan toe, dal by van den toa
stend der zieke aehrok eo vroeg of bet niet
goed zoo zjjo den putoor te ontbieden.
„Ja, onmiddellijk."
De dokter wu zich weer meester geworden
en begou zgn laak als geneesheer. Spoedig
it doffe i
I, ik heb het gedu
Zjj begreep bem onmiddellijk eu knikte met
bet boe'd.
„Ik zei bel openlijk zeggen, waar alle mao-
scbeo bjj zgn," vervolgde de dokter opga-
woodeo, maar zg schudde van neen eo twee
tranen vloeiden langa baar iogavallao wangen.
.Niemand kent me bier in de etad," fluis
terde zjj, „laat, wat voorby ia, voorbjj zjjo
't ia nu goed."
.Maar ik ben er de sebnld ven, dat rij armoede
en gebrek geleden bebt, bier in een groote
vreemde stadik ben de oorzaak vu uw dood
miucbieo?" briebt de dokter mat moeite uit.
.Bid voor mij els ik dood ul zjja ik