ieblad
No. 20.
Zaterdag 12 Augustus 1905.
Negentiende Jaargang.
nF FFMRflnF
BIJVOEGSEL.
Zaterdag 5 Augustus 1905.
DE EEMBODE
Een vrouw bij nitnemenieiii-
Sédan bad het keizerrijk zien instor
ten. Bazaine had gecapituleerd te Metz.
De Duitschers marcheerden op Parijs
aan, verwoesting en rouw op hun pad
zaaiend.
De mannen deden hun plicht; de
Het waren vooral de vrouwen, wier
verheven toewijding het oprichten moge
lijk maakte van ambulansen en veldhos
pitalen, en het verleenen van'diensten
in de achterhoede,' waar de gewonden
van de groote legers werden achterge
laten. Dit alles toch werkte prachtig,
doch .op het papier" alleen, en zonder
de zelfverloochening en den moed der
vrouwen, sidderde men bij de gedachte,
wat er zou geworden zijn van de
duizenden en duizenden gewonden op
het slagveld achtergebleven.
Overal bevonden zich verstandige en
moedige vrouwen om de goddelijke zen
ding van vrijwillige liefdezuster te ver
vullen. Overal, waar een plekje beschik
baar was, werden ambulansen opgericht.
Elk kasteel was hospitaal geworden.
Zoodra de eerste tijdingen van Frank
rijke rampspoeden geen twijfel meer lie
ten omtrent de mogelijkheid van een
inval, stelde mevrouw de gravin de Lit-
try haar kasteel ter beschikking van de
militaire autoriteit, dat zjj bewoonde in
de omstreken van Epernay. Veertig bed
den werden er opgeslagen.
Er werden er overal geplaatst, in de
vertrekken, in de biljardzalen. Mevrouw
de Littry, bijgestaan door haar drie ka
meniers, twee geneesheeren en eeqige
broeders van het Christelijk onderwijs,
werd ziekenverpleegster. De vlag van
Geneve, de standaard van het Roode
Kruis, wapperde op den voorgevelhet
was alsof men met roode letters er op
bad geschreven
.Hier ljjdt men I"
En zjj waren er niet alleen om te
tjjden, de ongelukkige gewonden, die er
inchtten en stierven. De edele vrouw,
die hen met haar zorgen en met haar
troost omringde, had zelf behoefte ge
troost te worden. Sedert langen tijd we
duwe, bezat zjj slechts een zoon, een
fikschen en knappen jongen man van
vijf-en-twintig jaren, op wien zjj trotsch
was. en die bij haar op het kasteel
woonde. Reeds bij de eerste nederlagen,
nam Jacques de Littry dienst in een
franc-tireurs korps; zijn moeder beproefde
niet hem tegen te houdenFrankrijk had
behoefte aan al zjjn kinderen. Zjj schonk
hem haar zegen en hij ging heen.
Hjj keerde niet meer terug.
Drie weken na zijn vertrek, werd een
der mannen van zijn korps, in een van
die ontmoetingen met den vijand gewond,
waarbij zjj, treuriger wjjze minder in
sterkte, altoos het onderspit dolven, naar
de ambulans van het kasteel gebracht.
Tegeljjk met de tjjding van een neder
laag meer, bracht hjj die van den dood
van Jacques Littry mede, gevallen in het
gevecht, onder zijn oogen, en wiens
lichaam men niet had kunnen terugvin
den, zoo schielijk was de terugtocht, zoo
snel de aftocht geweest om aan de
Duitschers te ontkomen.
De gravin legde een bovenmenschelijke
zielekracht aan den dag. Zjj nam den
rouw aan, maar zoo de moeder weende,
dan deed zij dit alleen op haar bidstoel,
voor het beeld van Hem, die zooveel leed
en die al de smarten begrijpt. Geen uur,
geen minuut, hield haar liefdadigheid op
zich bezig te houden met de gewonden,
te waken nacht en dag in de zaal, die
haar aangewezen was dopr de genees
heeren: geen enkele dergenen, welke
aldaar lagen uitgestrekt kon op haar
gelaat de diepe wanhoop lezen, waardoor
haar moederlijk hart was overweldigd.
Alle gewonden werden opgenomen in
de ambulans, tot welke natie zjj ook be
hoorden. Franschen of Duitschers wer
den er met dezelfde zorg behandeld: daar
bevonden zich vijanden noch vrienden
meer. maar arme beklagenswaardige we
zens, zonen, broeders, vaders, om te
worden verbonden, om bij te waken, te
ondersteunen, te redden.
Hoe weinigen helaas weruen er van
gered
Het gebeurde op zekeren avond. Op
den dag waren binnengebracht twee
Fransche artilleristen en een Duitsch sol
daat, een Beier, van atletische gestalte,
met zwaren rosachligen baard. Hij had
een sabelhouw bekomen over den schou
der en een gebroken been. Hij kreeg
een plaats in de zaal van mevrouw de
Littry, waar zich reeds vijf andere ge
wonden bevonden.
Toen de Beier de heelkundige behan
deling had ondergaan, was verbonden
en ter ruste gelegd, nam het waken een
aanvang. O, die edele ziekenverpleegster
wist te spreken van die nachten, van
die lange nachten aan het ziekbed der
stervenden doorgebracht, bjj het schijnsel
van hel zwakke nachtlichtje, in die hos
pitaal-lucht welke het hart doet krimpen,
die lange nachten, alleen gestoord door
zuchten of ijlhoofdigheid.
Omstreeks middernacht riep de dokter
haar op gederapten toon uit een nabij
gelegen klein vertrek. Het betrof het op
maken van de lijst der kledingstukken
en van de voorwerpen op elk van de
gewonden, op den dag binnengebracht,
gevonden. Vervolgens werd daarvan een
pak gemaakt, waaraan men een nummer
gaf, overeenkomstig met dat van den
zieke. Dank aan die formaliteit, kon
men, wanneer de persoon in beterschap
toenam hem zijn zaken teruggeven bij
.n zijn
Terwjjl de dokter het opgaf, schreef
de gravin het op. Thans kwam de beurt
aan den Beier. Na de verschillende stuk
ken van de uniform, de bolronde flesch,
de pjjp, te gebben opgenoemd, kwam
het horloge.
Een gouden remontoir horloge,
met de initialen J. L. op de binnenplaat.
De gravin sprong op bjj dat gezicht
de pen ontsnapte aan haar vingers.
Maar dat is zjjn horloge, riep zij
uit. Het is het horloge van mijn arm,
dierbaar kind, dokter.
En met onweerstaanbare opgewonden
heid zich meester makend van het voor
werp, bracht de moeder het aan haar
lippen, en kuste het op teederljjke wjjze.
Mijn arme Jacques, mijn arme
JacquesZjj hebben u gedoodZij hebben
u bestolen I O de ellendelingen I
Het was de eerste keer, dat een woord
van drift haar uit den mond kwam.
Is dat alles?
Ja, mevrouw. O, neem mjj niet
kwalijk. Gelieve nog dit in te schrjjven
een portemonnaie in Russisch leder, mei
de initialen J. L. in zilver er op.
Maar dat is hel zijne! Het is die,
welke ik hem heb gegeven op zijn laatste
feest. O mijn God, zij geloofd, Gij die
de dierbare relieken van mijn teergelief
den zoon mij teruggeeft! En met de
grootste behoedzaamheid bracht zij de
twee voorwerpen weg en kwam weer
teru,' om plaats te nemen aan het tafeltje,
waarop het nachtlichtje brandde in de
zaal der gewonden.
O, wie zal den blik weergeven van
de gekwetste leeuwin, welke die moeder
wierp op de lijdenssponde, waarop lag
uitgestrekt de moordenaar van haar zoon.
Wie zal den somberen afschrik, de
stomme verwensching mededeeien welke
lag in dien ontroostbaren, onverbidde-
1 ijken blik.
Zjj zette zich neder, en na haar met
kussen te hebben overdekt, opende zjj
de beurs.
Zjj bevatte slechts eenig klein geld
en twee biljetjes van honderd francs,
welke de nieuwe eigenaar nog niet de
gelegenheid had gehad aan te spreken.
Op dat oogenblik verhief zich een
heesche stem uit het bed van den Beier.
De ongelukkige ten prooi aan een bran
dende koorts, vroeg te drinken.
De bedroefde moeder verroerde zich
niet.
Lijd maar, lijd maar, rampzalige,
die mjjn kind hebt gedood. Neen, gij
zult niet te drinken hebben, zeide half
luid de verbitterde moeder.
Hjj ook heeft dorst gehad, op den
hard bevroren grond, in den onverzoen-
lijken nachthij ook heeft geroepen om
hulp, en niemand is op zijn geluid af
gekomen en hjj is dood, dood, ver van
zjjn moeder, dood, zonder een drup
water, zonder een vriendenwoord. Neen,
Kamer der Stalen-Generaal en burge
meester van 's-Hertogenbosch, wonende
aldaar.
4. De Hoogwelgeb. heer jhr. rar.
Paulus Josephus Aloysius Anacletus
Maria van Nispen tot Sevenaer, lid van
de Ged. Stalen van Gelderland, wonende
te Arnhem.
5. De Weled.Geslr. heer mr. Walther
Simon Joseph van Waterschoot van der
Gracht, lid van de Eerste Kamer dor
Staten-Generaal en notaris, wonende te
Amsterdam, a. voor zich, b. in hoedanig
heid van mondeling lasthebber van den
hooggeleerden heer Jozef Maria Lodewijk
Keulier, professor aan het Grootsemi
narie te Roermond, wonende aldaar.
De comparanten gaven te kennen, dat
stuurders op en worden verder bjj deze
als zoodanig benoemd
1. Zjjne Doorluchtige Hoogwaardigheid
Monseigneur Henricus van de Wetering,
Aartsbisschop van Utrecht, voornoemd
Hunne Doorluchtige Hoogwaardig
heden
2. Monseigneur Petrus Leyten, Bis
schop van Breda;
3. Monseigneur Wilhelmus van de Ven,
Bisschop van 's-Hertogenbosch;
4. Monseigneur Josephus Hubertus
Drehmanns, Bisschop van Roermond
5. Monseigneur Augustinu» Josephus
Callier, Bisschop van Haarlem.
De heeren
6. Mr. van den Biesen, voornoemd.
dat oogenblik op bestuurder te zijn.
Van het besluit wordt hem schriftelijk
kennis gegeven.
Art. 9. De Slichting wordt onderhou
den door de inkomsten harer goederen
en kapitalen; voorts door conlributiën
van belangstellenden, vrjjwillige bijdragen,
erfstellingen, legaten en liefdegiften, door
bijdragen van hen, die de lessen der
bijzondere hoogleeraren of der leeraren
aan eene bijzondere Katholieke Univer
siteit volgen en eindelijk door eventueel
van rjjks-, provincie- of gemeentewege
te verleenen subsidiên. Het bestuur zal
zoo noodig of wenschelijk bijzondere
regelingen treffen, maatregelen nemen
of reglementen vaststellen ten aanzien
ijk, Hilversum, Hoogland,
Prij» dar Advertantièn:
■egelsf o.30
regel meerf0.05
u hrzorpil zjjn.
nlterljjk Vrijdait'vond
BUITENLAND.
Het reeds lang aangekondigde bezoek
dor Fransche vloot aan de haven van
Portsmouth in Engeland heeft Maandag
plaats gehad.
Achttien Fransche oorlogsschepen,
onder commando van admiraal Caillard,
stoomden de Solent in, salueerden voor
den koning van Engeland, toen het
koninklijk jacht voorbij voer. Zoodra de
vloot het anker had laten vallen, ging
Caillard aan boord van liet koninklijke
jacht, om een officieel bezoek aan koning
Eduard te brengen, die een groot aan
tal ridderorden aan Fransche admiraals
i
en kapiteins verleende. Des avonds was
admiraal Caillard met de vlagofficieren
ten gastmaal bij koning Eduard, aan
hoord van diens jacht.
De koning dronk op de gezondheid
van president Loubet en gaf daarbij zijn
vreugde te kennen, dat hij admiraal
Caillard en diens mooie vloot mocht
ontvangen. Hij herinn rde daarbij aan
dc vriendelijke ontvangt, hel Britsche
eskader te Brost bereid. De koning zeide
overtuigd te zjjn, dat het voornaamste
voordeel van dit bezoek zal zijn den vrede
te handhaven.
Het Fransche Kamerlid Guyot de
Villeneuve, die indertijd met de open
baarmaking van dc aanbrenging-.bricijes
het schandaal in het leger aan den gang
heeft gemaakt, kondigt in de Eclair
aan, dat hij bij hel bijeenkomen van
de Kamer den minister vuil Oorlog zal
ondervragen over de schandelijke uit
tarting, welke gelegen is in de weder-
indiensttreding van generaal Peigné.
Toen Rouvicr aan de regeering kwam,
nam hjj een afwachtende houding aan,
omdat deze beloofde de opgewonden
gemoederen tol bedaren te zullen brengen.
Inderdaad werd Peigné ook achteruit
gezet, en daardoor een veroordeeiing
van het verklikkerssyslaem uitgesproken.
Nu de hoofd-verklikker wederom in
cere hersteld is, acht Guyot hel noodig
zjjn zweep weer op le nemen en de
verdiende geeseling te hervallen.
Te Ars hebben groole kerkelijke feesten
plaats gehad ter eere van den 46stcn
verjaardag van den dood van den geluk
zaligen Vianney en den len verjaardag
van zjjn zaligverklaring (8 Januari 1905).
Drie kardinalen, 15 aartsbisschoppen
en bisschoppen en 50.000 geloovigen
waren bjj de plechtigheden, die in een
hulpkerk een groot zeil, op kolommen
rustend, gehouden werden, aanwezig.
Na een plechtig triduum is hel feest
zelfs met groot en luister gevierd. Meer
dan duizend priesters assisteerden bij
dc verschillende ceremonies, dien dag
gehouden.
's Morgens heeft kardinaal l'crraud
een lijkrede gehouden, die in zjjne sobere
welsprekendheid een diepen indruk
maakte.
's Middags werden de plechtige Ves
pers gecelebreerd, waarbij Mgr. Lui;on,
bisschop van Bclley, vol entroering al
de deelnemers aan de feesten dankle.
Het Fransche episcopaat heeft weder
om een zjjncr leden verloren door den
dood van Mgr. Delannoy, bisschop van
Aire, die Maandag in den ouderdom van
81 jaar is overleden. Mgr. Delannoy
was sedert 1876 bisschop van Aire.
Men meldl uit Rome, dal er lusschen
den il. Sloel en minister-president Rou-
vier met den mees! en tact en discretie
onderhandelingen zjjn gevoerd over de
vaststelling van eenige candidalen voor
de vacante bisschopszetels, 14 in getal.
Omtrent 4 candidalen is men geheel
tot overeenstemming gekomen. Wel heeft
men, van zekere sjjde, op allerlei ergerlijke
manieren, de onderhandelingen in de
war trachten te sturen, maar men hoopt
ze toch tot een gelukkig einde te kunnen
j brengen.
In den laatsten tijd werd telkens mel
ding gemaakt van een ontmoeting tus-
schen den Keizer van Duilschland en den
Koning van Engeland, doch aanstonds
van andere zjjde weer tegengesproken.
Thans eenter kondigt de .Daily Graphic"
de ontmoeting des keizers met koning
Eduard als definitief aan. Dit met .Fo
reign Office" in betrekking staande blad
begroet die samenkomst met groote
ingenomenheid.
Uit Petersburg ontving de Köln. Zlg.
bericht, dat de beraadslagingen over de
volksvertegenwoordiging onder voorzitter
schap van den Keizer duideljjk bewjjzen,
dat nu ook door de bureaucratie erkend
wordt, dat de volksvertegenwoordiging