DE EEMBODE. ieblad No. 19. Zaterdag 11 Augustus 1906. Twintigste Jaargang. DE EEMBODE BIJVOEGSEL. Zaterdag 11 Augustus 1906. De Zesde Bede. (SU*.) Het had den directeur diep getroffen toen hij gewaar werd hoe ziekelijk de man er uit zag. Kerel, je moet weer in je jas zien te groeien, zeide hij op hartelijken toon, weet je wat, bljjf morgen in huis, dan kun je eens flink uitslapen, neen, maak maar geen bezwaren, ik laat een hulp- besteller komen, die den dienst toch leeren moet. En wacht 'ns, heb je nog niet wat te goed voor dat schrijfwerk van laatst Rif mompelde iets, dat de directeur voor eene toestemming hield. Kom maar hier, Rif, heb je niet twintig vel geschreven? Niet? maar tien Nou, maar dat waren die lange becijferingen, die gelden wel dubbel zeker wel! Alzoo tien dubbele vellen a 25 ets. per vel, dat is vijf gulden. Maar meneer, stamelde de arme vent, nu werkelijk verschrikt. Natuurlijk Rif, 't is voor mij per soonlijk en ik betaal mijn luidjes goed. En ga nu gauw naar huis, 't is waar achtig bij twaalven. Dus je bent morgen vrij, hoor jel Rif ging en de directeur meende, met het sluiten zijner deur, een verdacht geluid als van een snik te hooren, waarna de stilte niet meer verbroken werd, voordat meneer Roede, zich bij hem voegde, om hem goeden avond en wel te rusten te wenschen. We gaan samen, meneer Reede wacht even, en de heeren staken hun sigaar op, de commies draaide de laatste gaspit uit en de portier sloot de buiten deur, waarvan hij den directeur den sleutel overhandigde. Asjeblieft meneer, goeie nacht heeren I Slaap wel portier, och je moest morgen vroeg direct om den jongen Plank sturen voor een paar dagen dienst Niet vergeten hoor, 't staat trouwens ook op je leitje genoteerd. 't Zal gebeuren, meneer, zonder mankeeren, en de dienstvaardige portier hield zijne lantaarn hoog op, zoodat de heeren gemakkelijk de stoep af konden komen. Toch wel een stakker, die Rif, begon de directeur, en wat ziet de man er uit, geen lood vleesch aan heele lijf! Ja, zeker, een halve dooie, maar een vervelende kerel. De jonge commies kende de veranderde stemming van zijn chef nog niet. Vrooljjk ziet hij er zeker niet uit Misschien zware zorgen, wie weet, gel delijke nooden dan de verantwoordelijk heid voor zulke slordige menschen, die maar brieven met geld ongesloten zenden I Maar de contróle belet hun toch Ja, dat spreekt, de contröle is uitstekend Sprak er niet een beelje spot uit den toon, waarop deze laatste woorden geuit werden Reede vreesde het, maar durfde niets vragen, om zich en zjjn slaapje niet te verraden. Den volgenden dag kreeg de besteller Rif bezoek van zijn directeur in hoogst eigen persoon meneer moest eens met hem praten. Langzamerhand kwam alles voorden dagde oude vader had versterkend voedsel noodig, de vrouw was ook niet zoo flink als vroeger, de kinderen konden niet krijgen, wat zij noodig hadden en hijzelfmet den dood in de schoenen En toch zou mjjn man nog wel opknappen als hij een ander baantje had meneer, maar dat bestellen door en wind en dan weer op het ie kantoor, daar kan zijn zwakke borst niet tegenOok zouden we in eene der nieuwe arbeiders-wijken moeten wonen, daar is het veel gezonder en zelfs nog minder huur, maar dat is veel te ver van 't kantoor. Maar wat zou jullie dan willen, menschen Ja, ziet u als ik eene mangel kon krijgen tegen afbetaling, onder borgstel ling, dan was ik al een heel eind, ik kan werk genoeg vinden en Rif kan heel aardig schoenlappen, dan hadden we zeker zooveel als nu en was Rif n eigen baas. Och vrouw, wat praal je, daar is imers toch geen kijk op Neem u het haar niet kwalijk, meneer In 't geheel niet, man, sprekende menschen zijn veelal te helpen, ont houd dat! Rif kleurde, hij wist, dat men hem zijne geslotenheid verweet, maar hij dan vreemden zoo maar met zijne zorgen en nooden lastig vallen? Nu, sprak meneer Krammer, op staande, ik zal je wensch in de gedachten houden, dat beloof ik je, en nu zal ik je voorloopig als ernstig ziek melden, dan kun je thuis voor mij schrijven, zooveel je lust gevoelt, alleen raad ik je, overwerk je niet, je houdt je volle weekloon, laat mij daar maar voor zorgen. Op het postkantoor heerschte de grootste verbazing, toen men hoorde, hoe dc geminachte besteller Rif nu plotseling in de blazendste gunst stond bij den jongen directeur. Niemand kon de oorzaak vermoeden, maar iedereen zag de heilzame uitwerking van 's heeren Krammers belangstelling. Rif verhuisde naar de gezonde buiten wijk, hij fleurde geheel weer op en oefende zijn oude vak, het schoenlappen, met lust uit. Zijne vrouw kreeg eene nieuwmodische mangel tegen bespottelijk lagen prijs, zoo laag, dat zij het werk tuig reeds na een jaar vrij had. Eene borgstelling had zij niet eens noodig meneer Krammer had er goed voor gesproken, zei de leverancier. De menschen gaan bij de week vooruit i er gaat geen dag voorbij, dat zij hun edelmoedigen weldoener niet in hunne gebeden gedenken. Eens, bij een nieuw bewijs van harte lijkheid, werd het den eenvoudigen man toch te machtig en hij zei lot zijn voor- maligen chef: Meneer, waaraan heb ik toch al uwe goedheid te danken? Aan de zesde bede van het Onze Vader, klonk het raadselachtig antwoord. Rif begreep het eerst iet, maar lang zamerhand werd hem alles duidelijk, alles wat hemzelf betrof, niets van hetgeen zijn begunstiger aanging. De arme daglooner wist niet, dat dezelfde verzoeking, waarvoor hij bijna bezweken was, ook zijn directeur gemar teld had, den jongen man; die gespeeld en gedobbeld had en op hel punt had gestaan, voor het eerst -:>r toevlucht te nemen tot de hem toevertrouwde gelden. Leenen, wilde hij, leenen uit de kas, misbruik maken van het groote vertrouwen, dat de directie in hem stelde, alles was voorbeid, de kans op ontdekking was zoo goed als nul, dien avond zou hij het wagen. Toen had de gedempte bede weer klonken Leid ons niet in bekoring, en hij zelf had erbij gevoegd maar verlos ons van den kwade. Verlost was hij, gered aan den rand van den afgrond, dien hij nu plotseling vóór zich zag, maar waarvan hij zich nog kon verwijderen. Zijn dankbaar heid bestond daarin, dat bij den spreker die gezegende woorden een gelukkig levenslot bezorgden. En tot in hocgen ouderdom had hij den grootsten eerbied voor de zesde bede van het Gebed des Heeren. Plaatselijke Berichten. Njjkerk. Da timmermansknecht G. v. Slooten, die een splinter in de hand kreeg, wanrdoi.i bloedvergiliigiog ontstond en op aandrang -an den behandelenden geneesheer zich naar Utrecot had begeven, is daar Zaterdag overleden. Door den OlHcier vsn Justitie te Zwolle is Landman uil Nijkerkerveen weder in het bezit gesteld van de volle f 1170 waarvan hjjopden Amerstoortscben weg door Blaokcstegn en Woudenberg berooid werd. Door het uitschieten van een steigerpaal ongeluk zich inwendig ernstig te kneuzen, zoodat geneeskundige hulp moest ingeroepen worden. Barneveld. Maandag had een ruim 30-jarige dochter van do Wed. V. alhier het ongeluk van een vracht rogge te vallen, tenger lge waarvan zjj haar arm brak. wijk, Hilversum, Hoogland, PzriJ» dor AdvortentiSni 1 te principieele, theoretische socialisme, ver klaart, waarom de georganiseerde arbei ders, die van het platteland naar de stad komen, heelemaal niet profiteeren van de meerdere politieke kennis der arbeiders in de stad en dat zy geheel ongeschikt zjjn tot het voeren der propa ganda op het land. Het getal arbeiders, dat onze beginselen duidelijk en over tuigend kan verdedigen is zeer klein." Het blijkt meer en meer, dal ook de toestand in het Franiche leger heel wat te wenschen overlaat. Volgens de „Éclair" heeft de Fransche Minister van Oorlog, Etienne, een vertrouwelijke cir culaire aan de officieren gericht om hen te wijzen op de gevaren, die dreigen door de anli-militairistische gezindheid van sommige onderofficieren. Velen heb ben zich onmiddellijk na de beëindiging van het laatste schooljaar van d; mili taire opleidings-inrichting St. Maixent uitgelaten in dien zin, dat zij slechts daarom in het leger wilden blijven, omdat zij daardoor in de gelegenheid waren een krachtige propaganda voor hunne denkbeelden te voeren. Een ontzettende scheepsramp heeft plaats gehad bu kaap Palos, aan de Spaansche kust. Het stoomschip Sirio heeft schipbreuk geleden en is onmiddellijk gezonken. Het kwam van Barcelona en had 800 land verhuizers aan boord, het grootste ge deelte Italianen, de anderen zijn Span jaarden. Het aantal geredde personen is volgens de jongste mededeelingen 545, zoodat er tot dusver nog steeds 385 personen ontbreken. Meerdere menschen zijn echter door voorbijvarende schepen nog opgepikt, zcodat men van meening is, dat het aantal slachtoffers niet veel meer dan 200 zal bedragen. Onderhen is de bisschop van San Paulo, mgr. Camargo de Barros, die verdronk, door dat een Argentijn hem zijn reddingsboei afnam terwijl hij wegzonk, zoo wordt gemeld, zegende hij de drenkelingen. De Ijjke prior van het Benedictijnen-klooster bleef tijde op het zinkende schip en gaf ook zijn zegen itan de slachtoffers. De geredde prelaat is de bisschop van Parahyba, mgr. da Miranda Henriques. Behaive de slachtoffers werden de overige opvarenden in reddingsbooten en door koorden, van de kaap afgeworpen sche gered. De bewoners van kaap Palos, een ling 1600 1700 visschers, deden alle moge lijke moeite tol redding. De geredden bleven op de markt van het plaatsje .Daarin moet ik n tegenspreken I Lodewjjk is geen kronenroover. De hoogs waardigheid van keizer wees lijj vao de band, toen het meerendeel der kenrsorsten hem gekozen had eerst na lang aanhouden nnm hp ze aan .Waarom is Lodewjjks broeder dan aan onzen kant? lljj sal hem toch wel beter kennen, denk ik." .Broeder Bernardus, ga keen! Dat gil den verrader in uw midden dnldt, die den wgzereD broeder baat, is waar, maar oiet mooi, en werp een ongnostig licht op nw zaak 1" ,Eo toch is Frederik het schoonste sieraad voor de koningskroon, Een kleiner vorst is ten spot der menigte. Daarom kan Hnbshurg slechts do erfgenaam van de Duitscko keizers- macht zjjn I" .Vreest gjj dan den rooden haan niet, dien Leopolds krjjgers op 't klooster zouden kunnen zetten I Ziet gjj dao oiet io, dat gjj eo uw met gezellen een vreeselgke vergelding op den hals haalt?" ,0 neen I Ik dien injjn vorst tot den laatsten ademtocht, al komen er ook hevige stormen opzetten. In 't kortnw brief heb ik aan koning Lodewjjk gezonden 1" De onde Hans schrok geweldig. ,Nu is alles voor mjj ook verloren: eer, bezi'tiog en vader land 1" Hjj werd door vertwjjieling aangegrepen en met een verwensching trok hg een dolk uil zjjn wambuis en slingerde hem naar abt Maurns; daarna kwam hjj in koene vlnckt bulten en vlnchtte naar 't westen. Het wnpou was juist goworpen. Hjj trol het midden der borat, doeb bedeklen oom. Hjj hondt werkelgk veel vao bem." .Laat den bedroefde hier komen," Met betraande oogen trad Hendrik binnen. De abt sprak tot bem.Gjj weet, wat er gebeurd is. Uw oom jeeit een moordaanslag gepleegd. Zjjn hoofd staat niet vast meer op zjjn schouders I" .Hoogeerwaarde abt, stort ons, om Godswil, niet dieper in 'tongeluk!" viel Hendrik bom in de rede". .Als gjj de waarheid zegt, zal nw oom genadig babandeld wordeo. Vertel mjj uw afkomst". .Mjjo naam is Hendrik van Sterneck en die van mjjn oom Hans von Golling. Wjj wonen te Linz. Zes kinderen wachten daar op hun Maurus lnide. .Vertel, waarde vriend 1 ,Wjj reden zoo snel mogeljjk. Te MQi verwisselden wjj van paarden en 's avoods waren wjj in koning Lodewjjks leger. Dekooiog ontviog mjj minzaam en was io'I eerst ontsteld, doch daarna verbengd over de boodschap. Hjj zeide, dat ik wachten moest op denuitslag den beslissenden slag, want overmorgen zou bjj het wagen, daar niet voor den volgenden dag zjjn veldheer Schwepperman in '1 leger kon zjjn on uw boodschap bem tot soel bandelen droog. Op den morgen van een 38en wist Lodewjjk zjjo tegenstander, door voortdurende troepenbeweging tot den aanval aan te zeiten. Ik stond op een hoogte en zag het begin van don slag. Evenals wind en tegenwind afwisse lend door de korenvelden strjjkeo, eveuzoo bevonden zich zege eo voordeel nn aan dezen dan aan dien kant. De Bohemers werdeo weldra door de Hongaren in 't nanw gebracht; bun lange, met bonte voeren versierde pjjten gonsden als een vertoornde bjjeozwerm door de lncht. De scboone Frederik verscheen io koninklijk gewaad, omgeven door S00 ruiters. Met eigen hand versloeg hjj meer dan 60 strijders en sloeg onze rjjksbaoier tegen den grond. Zjjo tegenstander Lodewjjk zocht bjj tevergeefs, want diens bescheiden aard bad hem een een voudig elrjjdgcwnad doen kiezen. Reeds juichten de Oostonrjjksche heldenscharen die eteeds meer voorwaarts droogoo. Daar keerde zich plotseling de kaos. Door oen behendige wending wist Schwepperman den vjjand bet stof en de zonne stralen in 'l gelaat te brengen. De ridders en do Beierscbe poorters streden vol woede, lot Frederik gevangen genomen werd. Eo wat deed koning Lodewjjk, toen bjj Frederik zag? Hg zei vriendelgk„Ik ben bljj, neef, n te zien 1 Uw leven wil ik niet I" Vol vuur sprak abt Maorus.Daar onze heer en koning zoo'o edel hart loont, zal ons dat ten voorbeeld strekken I Laat den unde, die mg dooden wilde ik hoor, dat bg at weer op de been is en zgo neei vrg. Zg kannen ongehinderd van hier vertrekken!" .Hoogeerwaarde abt," sprak pater Ambrosins nog, ,ik moet u van den koning, die mg terstond liet roepen, vele groeten overbrengen en de verzekering van zgn voorldnrende hoogachting. Weldra zal hg een bezoek brengen aan Fflrsten- (eld en u dan persoonlgk bedanken voor uw reddende daad".

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1906 | | pagina 5