Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 26. Zaterdag 29 September 1906. Twintigste Jaargang DE EEIBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnomenteprija per drie meenden Franco per post Afzonderlijke nummers 0,40. f 0,05. BureauBreedestraat 18, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Bij dit nummer behoort ren BiJvoegNel. Keu HchrIJven van hrt Doorluchtig Nrderlandach KplMcopocaat. Het volgend schrijven is door hel Doorluchtig Episcopaat van Nederland verzonden aan het Doorluchtig Epis copaat van Frankrijk: Aan HH. DD. HH. de Aarts bisschoppen en Bisschoppen van Frankrijk. Geliefde en Eerbiedwaardige Ambtsbroeders. De bewonderenswaardige encycliek, zoo kalm tevens en zoo energiek, welke de H. Vader tot U, eerbiedwaardige ambtsbroeders, richtte, heeft algemeen de aandacht getrokken en de harten doen trillen, wijl er niemand is, die niet gevoelt, zelfs al wil men het niet be kennen, dat de souvercine Opperpriester spreek met het gezag der waarheid en der rechtvaardigheid en onder den by- stand van den H. Geest. Dit beroep op het Katholieke Frank- rijk heeft weerklank gevonden in de geheele wereld en de hoop gewekt, dat de oudste Dochter der Kerk opnieuw in al haar fiere toewijding jegens de Kerk en den H. Stoel zich zal oprichten. En wy stellen er prijs op, hel EJ te ver klaren, dierbare en eerbiedwaardige ambtsbroeders, dat deze hoop in ons versterkt is, toen wy met blijde fierheid de plechtige verklaring vernamen, door Zjjne Eminentie kardinaal Lecot in naam van de vergaderde Bisschoppen van Frankryk afgelegd. Aan den vooravond derhalve van den grooten strijd, die U wacht, wanneer de vyandcn der Kerk hunne gelederen hebben opgesteld onder de banier van den onverzettelijken haat tegen het Catholicisme, gevoelen wij, uwe ambts broeders, behoefte U Ie zeggen, dat wy, een van harte met U, niet zullen op houden met U te bidden voor het heil der Kerk van Frankrijk en dat wy onze priesters en onze geloovigen zullen op wekken te bidden voor U. Prijs der Advsrtentiêni Van 1 tot 6 regelsf 0.31 Voor iederen regel meerf 0.01 En wij koesteren de verwachting, dat de katholieken van Frankrijk, aan Uwe zorg toevertrouwd, U zullen stichten door hun algeheele onderwerping aan de gedragslijn, welke de H. Stoel zich gewaardigd heeft aan te gevendat zy al hun talenten, al hun krachten en hulpmiddelen zullen aanwenden, om met U den goeden strijd te stryden onder de leiding des Pausen. Aldus zult gij als een strijdvaardig leger oplrekkcn ter overwinning, welke ongetwijfeld aan de zjjde der Kerk zal blijvenwant men verslaat haar niet door haar te vervolgen. Gewaardigt U, beminde en eerbied waardige ambtsbroeders, deze gevoelens van broederlijke genegenheid en harte lijke toewijding te aanvaarden van uwe ambstsbroeders in Jesus Christus. Utrecht, 5 Sept. 1906. (W.g.) f H. VAN DE WETERING, Aartsbisschop van Utrecht. P. LEIJTEN, Bisschop van Breda, t WILLEM. Bisschop v. 's Hertogenbosch, t J. H. DREHMANNS, Bisschop van Roermond, t A. J. CALLIER, Bisschop van Haarlem. Bestrijding van zedeloosheid ln schrift en beeld. De steeds toenemende, verregaande schaamteloosheid, waarmede allerlei zedelooze persproducten, met name prent- briefkaarlen, platen, boekwerken en an dere ergenis gevende artikelen voor winkelramen worden tentoongesteld, heeft opnieuw de vraag doen rijzen, wat er toch zou kunnen gedaan worden om daaraan zooveel mogelijk paal en perk Ie stellen. Thans is deze vraag, van zóó dringenden aard, gesteld, zooals wy bereids vermeldden, in de jongste vergadering van het Diocesaan Comité van Katholieke Sociale Aclie on do con clusie, waartoe men na uitvoerige beraad slaging kwam, is geen andere geweest, en kon niet anders wezen, dan de katho lieke Pers uit te noodigen daartegen op te komen, door r lortdurend een waarschu wing onder de oogen harer lezers te brengen tegen hel gevaar, dat de zede. looze uitstallingen opleveren, een waarschuwing in den vorm eener op wekking niet te koopen in die winkels, welke dergelijke zedelooze persproducten ten toon stellen. Bij deze praclische bestrijding mag de katholieke Pers zich echter geenszins bepalen, en bepaalt zij zich ook nimmer, bij het beschouwen der ontzettende ellende, door de zedelooze persproducten gesticht. Zij zou hare roeping niet ge trouw zjjn, als ze zich niet geheel dienst baar stelde tot bestrijding van een kwaad, zoo diep rampzalige gevolgen ver toont. Daarvan werd ten vorigen jare op den Katholiekendag te Straatsburg een diep treffende voorstelling gegevendoor den heer Roeren, magistraat der recht bank te Keulen. Deze man van rijpe ervaring en groote verdienslen had het punt.Bestrijding van zedeloosheid in schrift en beeld", voorkomende op de agenda, op zich genomen. Van zijne rede, die een overweldigenden indruk mankte, laten wy hier het onderstaande volgen „Dal dit thema op de agenda van een onzer openbare vergaderingen ge plaatst is, is eenerzyds te verklaren door de ontzettende toename der zede looze persproducten, anderzijds echter ook door het verblijdende feit, dat de beweging daartegen steeds breedere, men kan zeggen alle kringen der be volking heeft aangegrepen, 't ls hel doel mijner verhandeling, om u uiteen te zetten, dat de zedelijke achteruitgang, waarin wy ons volgens onfeilbare statis tische gegevens bevinden, hoofdzakelijk haar grond vind in de toenemende verbreiding van zedelooze geschriften en afbeeldingen. Indien ik u het materiaal, dat ik bezil, mocht voorleggen, en gij met eigen oogea aauschouwdet de duivel achtige obscoeniteiten dezer producten, dan behoefde ik geen woord inter to zeggen, dan zoudt gij allen lot den laatsten man zonder meer erkennen, dal, wan neer hier niet met krachtige hand wordt in gegrepen, ons gansche volksleven, en met name onze jeugd, zedelijk te gronde moet worden gericht. Wanneer het mo gelijk ware den levensloop na te gaan van zoovelen, die niettegenstaande hunne j zorgvuldige opvoeding, later op den weg van ondeugd en misdaad zjjn verzeild geraakt, dan zou men heel zeker juist op déze bronnen van het kwaad terecht komen. De verbreiding van het .letterkundige" vuil is verschrikkelijk groot. Daar bestaat een groot aantal van boekwinkels en werkkamers, die zich uitsluitend bezig houden met het vervaardigen en ver spreiden dezer geschriften. Tengevolge der technische vervolmaking kunnen deze geschriften tegenwoordig voor spot prijzen over het geheele land worden verspreidde wetgeving moet met dezen veranderden toestand rekening houden. De afdeoling .Advertentién" van lal- looze bladen wemelt van annoncen, waarin deze geschriften en afbeeldingen worden aangeprezen. Men heeft de som, die jaarlijks hiurvoor wordt uitgegeven, sen millioen mark berekend, doch in werkelijkheid moet zy veel hooger geraamd worden. Maar als men ook slechts een millioen mark aanneemt, dan beduidt dit een omzet van vele raillioenen dezer verpestende artikelen, dew(jl de ze doorgaans voor den prjjs vaneenige groschen te verkrjjgon zyn. Het feit, dal deze sommen voortdurend jaar in jaar uil betaald worden, bewjjet, dat de uitgave winstgevend is en de adverteerders daarbij goede zaken maken. Daarenboven wordt het land met openljjk als drukwerk verzonden prospectussen en circulaires, met series van geschriften en albeeldingen als 't ware overstroomd, waarin reeds door heL aangeven van titel en inhoud op weerzinwekkende wjjze op de lagere hartstochten gewerkt wordt Eindelijk wensch ik nog te wijzen op du giftige werking der in massa's spreide aanlokkende en schaaralelooze prenl briefkaarten en der thans alom tentoongestelde muloscopen met hun uitsluitend op de zinnelijkheid berekende opschriften en tafureelcn. Het doet u wee aan het hart, wanneer men deze muloscopen reeds door de schooljeugd belegerd ziel, en men bedenkt, welk gift hier in éen oogslag wellicht voor het gansche leven in zoo menig nu nog onschuldig kinderhart wordt opgenomen. Zoo is 't te verklaren, dat ouders en opvoeders vaak vol vertwjjft ling klagen, dat het hun byna onmogelijk is gemaakt, de jeugd nog te beschermen. Hier ligt de eigenlijke kern van het euvel, en hier moet begonnen worden wil waarijjk eene verbetering volgen. Men moet alle krachten inspannen, opdat niet opgroeie een jeugd, die reeds aan onzedelijkheid ia overgegeven, want de ondeugd ia later slechts moeilijk Ie onder drukken. Derhalve moet de jeugd be schermd worden tegen den vloed van obscoeniteiten, die in woord en beeld allerwege haar omgeeft eo zoo nood zakelijk vergiftigen moet." Zoo werd met treffende welsprekend heid door den heer Roeren op de gevaren gewezen, die het godsdienstig en zedeljjk leven van het Duitsche volk bedreigen Diep weemoedig weerklinken de woorden bij don aanvang zjjner rede: .Indien ik u het materiaal, dat ik bezil, mocht voorleggen, en gjj met eigen oogen aan- schouwdet de duivelachtige schandelijk heden dezor producten, dan behoefde ik geen woord meer te zeggen, dan zoudt gjj allen tot den laalsten man zoader meer erkennen, dal, wanneer hier niet met krachtige band wordt ingegrepen, ons gansclio volksleven, oa met name onze jeugd zedeljjk te gronde moet worden gericht". Helaashetzelfde moet ook ten aanzien van ons vaderland worden gezegd. Tracht men ook hier te lande ons volksleven, en met name de jeugd niet zedeljjk ten gronde te richten Wordt ook hier niet gejjverd met duivelachtige sluwheid, on gekende onbeschaamdheid, of vermeteien durf, out oud en jong met de afschuwe lijkste lectuur te vergiftigen? Een oproeping tot den strjjd tegen zedeloosheid in schrift en beeld is dus waarijjk niet overbodig. Maar in dien strjjd komt de zwaarste taak aan de katholieke Pers; haar past het leeuwen deel, wil zjj aan hare moeiljjke, maar verhevene laak beantwoorden. Doch hierover nog iets in een volgend artikel. FEUILLETON. De oude loods. 1) Mei geweld braken de donkergroene golven op de tuidelijke klippen der eilandjet aan de knel, en beapetten mei ecbitlorend wit echulm hel kleine roodgeichilderde huis, del op de punt ten het buitenste eiland lag. liet wie een donkere herlatoachttuuchen <le klippen huilde de atorm, en lig rukte van Ijjd tot l|)d groote etukken leem tan het dek af, die bij tuaacheo de klippen ellogerde. In het kleine kamertje, waer een vetkaareje een met achijeael wierp over de armoedige meubelen, die beatonden uil een paar stoelen, een bed en eene kist, die lot tafel dieode, terwijl eenlg viacbgerel in een hoek lag, zat geheel alleen een grijsaard mei zilverwit hear. 11 waa bezig een net te veretellanmaar wznneer de windetooten zoo lievig werden, dat bel huisje op zbo grondveateo schudde, las hij ijverig in het groote kerkboek, dat open geslagao vóór hem op da kist leg. Loods Polle, zooals hij door sijne buren, de vlaichere van de naaalbilgelegen eilanden, werd genoemd, bezet ondtnka z|jn hoogen ouderdom nog de kracht, die den eiland bewoner kenmerkt, meer ook de innige gods vrucht, die men heeet overal b|j de kioderen der zee aantreft. Terwgl z(j in hun brooze «aar. tuigen de wildste golven Irolseeren, verootmoe digen zij zich met kinderlijk vertrouwen vóór Hem, die de golven met dón woord kan doen bedaren. Gisteren was liet stil, maar vandaag woedl de zee, zooals ik hel in geen lien jaar beleerd heb, zuchtte loods Polle, terwijl l'Ü streek. Het is vandaag juist tien jaar geleden, dat bel sohlp, wanrop mjjn Erik was, op de punt van Hango strandde. Dat waa juist eeo stormachtige dag ala nu. Ja, hij is weg, ging de oude mau voort, terwijl hjj zijne oogen el- droogde, voor altijd weg. Ale by nu nog leefde Mam neen, wat geelt het oude wonden open le rglen lljj kamt toch niet terug. dat op de zee uitzag, eo zag naar builen. Tolkens werd de hemel door bliksemstralen verlicht, maar zonderling genoeg werden zyae wangen hooger gekleurd eo schitterden zyne groote oogen by den aanblik van dale geweldige natuurkrachten, evenals in zyn jongen Igd. En hy bracht zyne gedachten onder woorden. Ik heb in mjjn leven veel vreemde lan den gezien, prevelde hy, terwijl l>U 'il® gelaal tegen de ruiten drukte. Dat was een heerlyke tyj, rjjk aan vreugde, maar ook aan zorgen. Maar sedert myn Katrie atierf, ben il lliuli gableveo, en menig Ichip heb ik door de brao- ding heeo gelooJst. En nu loopt het ten einde, Myo zooo, myn Erik, ach, kon ik u zlenl ln eeo andere wereld zal het zeker ge beuren, want God is genadig, co Hé, w> een felle bliksemstraal I bewegen Groote God, als het eens een schip was I Dan moet ik naar builen. Myn leven ia toch niet vevl meer weard. Het ia allsen nog goed genoeg om het voor dal van zyn mademeo- echen op te offeren. Ha I riep de gryaeard uil, toeo ecu tweede bliksemstraal de woedeude golveo eenige secon den verlichtte, een vaartuig, een groot achlpl Het atrydl legen den elorra en zal vergaan Loods Polle zweeg plotseliog en viel eenige oogeoblikkeo op den stoel neer, Icrwyi hy de handen ever zyne borst vouwde. HU bad. Toen hy zyn gebed gefiindigd had, sprung hy up en richtte zyn gespierd lichaam recht overuiod. Spoedig was lig gereed met den zuidwester op Ik zal za redden, sprak hy zachtjes. Moge de Heer u>y dubbele kracht geven I Hel werd donker In de kamer. Loode Polle snelde naar buiten. In het eeral wankelde by onder de hevige wladalooten, maar spoedig herkreeg hy ayoe krachten en lange list smalle met vele kroukelingen naar beneden, slingerende ptd, snelde hy naar het strand, waar rjjtio boot vastgenieerd lag tusachen twee groote sleeoblokken, dio baar tegen de gulven be schermden. Daar ginds op het schuimende water werd eeu groot schip been en weer geslingerd, alsof liet een notedop was. Tegen de slanke masten zwiepten de verscheurde zeilen. Nu eenz dook bal vaarluig zoo diep ia de golven dat alleen de toppen der masten uog zichtbaar waren, dan weer werd hel met vraaaeiyk geweld anel omhoog gelieven, elsol de boheersclier der zee hel In zyn razerojj lot aen de donkere storm- wolken wil Ie werpen, omdat hy hel niet hy zich In de diepte kon hulen. De groote romp kraakte, alaof hy elk oogeohlik uil zuo voegen Zou gaan en daarby huilde da wind l|jo wildste lied lo hot want. Maar dat alles miste zUne uitwerking op de rusteloos arbeidende beman ning, die, zooal niet haar rlgan leren, toch ten minste het een here hoede losvei trouwde schip Elk bevel van den kaplloln ward anel en nauwkeurig opgevolgdliet volk wist, dat zyiie redding en die van het schip vooral van igne vlugheij en zUne tegenwoordigheid ven gtcet UU den groolon inael stond de kapitein, een door weer en wind geharde oude zeebonk. Naast Item aloud aen men vau ongevaer «Uf-en-twlnllg jaar, wiens lichtblauwe oogen opmerkzaam op den kapitein geviatigd wsren, wloos bevelen bg met krachtige stem herhaalde, Kapitein, vroeg de jonge stuurman, waar zyn we nu? Naar myo berekeolng|vlak by da FlnicheOolf. De Fioscbe Uull I riep de jonge man levendig uil, Toch niet In de nabijheid van Hango? Waar ga tien jaar geledon geatrand ijlt, vervolgde de kapitein, Neen, zoo ver zyn wy, geloof ik, niet gekomen. Wel heelt de aterke ■trooming one een heel eind uil dan koera ge bracht, maar Eeo vlammande bliksemstraal daad den kapi tein zwUgeo en varlichtle hal gahealn dek. Tage- lykertyd brak eeo groote golf een achteren over het eebip eo wierp het op sUde. De kapitein •prong near dan fukkemeel, n.aarioodra by het louw, waaraan hy Zich •eelhlald, losliet, ward hy als een veertje weggeslingerd. Eeo ontzettende angilkreel weerklonkby was over boord geepoeld. Dit allee waa bet werk van slechte eenige •aeonden en niemand van da bemanning had er nog iets van bespeurd, toen do Jonge Muur man uitliep; Kapitein oserboord I Maar zy hadden nu geen tyd foor achrtk en droefheid. De Jongeling, ln wiao da matrozen evenveel vertrouwen eteldeo alt in hun verloren kapitein, onm bet bevel over. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1906 | | pagina 1