Katholiek Nieuws= en Advertentieblad
No. 50.
Zaterdag 16 Maart 1907.
Twintigste Jaargang.
DE EEMIDE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Biaricuni, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Franco per post
Afzonderlijke nummers.
f 0,40
f 0,05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
PpÜS der
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iedercn regel meerf 0.05
Dit nummer bestaat uit
twee bladen
EERSTE BLAD.
De strijd in Duitschland.
i.
Een tijdperk van vernieuwden strijd
is voor de Katholieken van Duitschland
weder aangebroken. De eerste aanval
moest het Centrum, die machtige partij
in den Rijksdag, reeds verduren. De
ontbinding van den Duitschen Rijksdag,
het werd door den Rijkskanselier Von
Billow van uit de hoogte aan het volk
verkondigd, had geen ander doel dan
ook het Centrum te treffen en een ge-
voeligen knak te geven. De berekening
heeft echter geducht gefaald. In plaats
van in kracht te verminderen, is het
versterkt uit den verkiezingsstrijd te
voorschijn gekomen. De Rijkskanselier
kwam voor het nuchtere feit te staan,
dat al zijn ophitsing en die zijner tra
wanten tegen liet Centrum niets hebben
uitgewerkt, dan alleen, dat de booze
hartstochten van hel anti-clericalismc
waren wakker geschud.
Wie nu de toestanden in Duitschland
slechts eenigszins kent, die weet ook,
dat daar onder een deel des volks
nog slecds een ingekankerde haat be
staat tegen de Katholieke Kerk, en
dal opwekken van dien gloeiende»
hartstocht zoo licht overslaat in lichte
laaie, welke vlam gemakkelijker aanzet,
dan zich breidelen laat. Maar de groote
troost voor den Katholieke blijft, dat
zij een macht kunnen ontwikkelen,
zooals bij de verkiezingen gebleken is,
die zich zoo maar niet laat verdringen.
Toch geeft de houding der Duitsche
Regeering ook thans nog veel te denken.
Wel zal de strijd door haar nu juist
niet onder anti-clericale leuze gevoerd
worden, maar de kultuurkamp, onder
Von Bismarck gevoerd, werd ock aan
gevangen onder eenvalsche huichelach
tige leuze, die echter door de wakkere
Centrumsmannen van toenmaals voor
treffelijk ontmaskerd werd. Zij zagen
maar al te goed in, dat een strijd tegen de
H. Kerk bedoeld werd, een strijd op
leven en dood. De tegenstand overtrof
echter de kracht van de aanvallers en
Von Bismarck werd gedwongen den
weg naar Canossa in te slaan.
Geen wonder dus, dat de vraag daar
in de pers geopperd werdZou 't
thans den weg weer opgaan, die op
Canossa uitloopt? Het katholieke orgaan
de „Kölnische Volkszcitung" waar
schuwt reeds, dat er veel te vreezen
staat. Voor Von Bülow is het duidelijk,
dat regeeren en daarbij het Centrum
ontwijken, dra onmogelijk zal blijken.
Als een angel blijft dit steken in het
hart van den Rijkskanselier en diens
aanhang. Vandaar dat men het Centrum
nog gevoelen liet, dat het immer van
de willekeur der Regeering afhangt,
dat een nieuwe ontbinding van den
Rijksdag, om dan den Centrumstoren
opnieuw te bestormen met beter succes,
nog altijd in het verschiet kan op
doemen. De regecring zal zich echter
wel tweemaal bedenken alvorens zulk
een waagstuk opnieuw te beproeven,
maar de geest van nijd en wrevel
tegen de katholieke partij treedt daarmee
maar al te zeer in 't licht.
De samendrijving der voor het oogen-
blik met de Regeering verbonden par
tijen, zelfs nadat de verkiezingen haar
uitspraak hebben gedaan, geeft mede
te denken. Het ophitsen der verschil
lende geloofspartijen, zelfs vanhooger
hand, wijst duidelijk op den aanvang
van een nieuw tijdperk, dal wellicht
nieuwen strijd voor dc Katholieken
brengen zal. De „Köln. Volkszg." roept
zijngeloofsgcnooten daarom toe:„Weest
op uwe hoede!" Want als de leuze
„Tegen Romemocht weerklinken,
dan zullen de mannen, die nu hun haat
tegen de Kerk moeten verkroppen, de
macht in handen hebben. En dan zal
een strijd ontbranden, die alleen door
vereende krachten, waarvan de ver
kiezingen een zoo schitterend voorbeeld
hebben gegeven, met succes kan be
dwongen worden.
Dat intusschen van regceringswege
reeds verdachte dingen worden gedaan
bewijst het „Berl. Tageblatt". Dit
Duitsche orgaan wist vóór enkele da
gen al te berichten, dat talrijke katho
lieke congregatiën in 't Rijnland van
de Regeering de opdracht hebben ge
kregen binnen enkele dagen te berichten
of en wanneer tot die stichting door
de Regeering toestemming is verleend.
Vermoed wordt, dat hiermede een
schouwing van het algchecle orde-
wezen is begonnen, en daartoe bestaat
zeker allen grond. Een feit is het,
dat in de vorige maand liet bestuur
van het hospitaal te WUpperfiirth door
de koninklijke regeering is gelast, bin
nen enkele dagen te berichten of de
stichting dezer nonncninrichting in 'I
hospitaal aldaar ook door de Regeering
is toegestaan en wanneer dat is ge
schied.
Daarover staat men terecht verbaasd.
De Eerw. Zusters uit het moederhuis
te Dernbaeh hebben huti liefdewerk
reeds ongeveer veertig jaren op de
voortreffelijkste wijze op het gebied
der christelijke charilas zonder cenig
onderscheid in de belijdenis te maken,
onafgebroken voortgezetwat moet
mi de handelwijze der Regeering in
deze beteekencn
Er is meer. „De Frankf. Ztg." weet
mee te doelen, dat de regccrings-pre-
sideut te Trier „zwarte lijsten" over
geestelijken heeft laten opmaken. Welk
doel aan deze handelwijze voorzit is
niet duidelijk, merkt het blad terecht op.
Dat de Duitsche Katholieken onmis
kenbare tcckcncn van een minder
goede gezindheid der Regeering hierin
zien, is nogal begrijpelijk. Niet echter
met die vreeze van de overwonnenen,
integendeel, fier en onbeschroomd zien
zij den toestand onder de oogen en
houden zich tot eiken strijd gereed.
Von Biilow heeft dit in den Rijksdag
reeds moeten ondervinden.
Daarover nog iets in een volgend
artikel.
BUITENLAND.
Het feest van Z. H. den Paus zal
den 19en Maart gevierd worden. Triomf
bogen zijn in den hof van het Bel
vedere opgericht. Er zal een concert
gegeven worden, een défilé der
pauselijke soldaten voor den Paus,
daarna illuminatie.
Gedurende het korte bezoek, dat
prof. De Martens, de vrcdes-makelaar
van den keizer aller Russen, aan Rome
bracht, heeft hij geen audiëntie aange
vraagd bij het Vaticaan, waaruit men
mag concludeeren, dat dus hel Rus
sische gouvernement opnieuw in gebre
ke zal blijven, den H. Stoel op de
Vredesconferentie uit te noodigen.
De oppositie zegt men komt
ditmaal niet van Italië, zooals in 1899,
maar van de Fransche regeering, die
aan Rusland heeft doen weten, dat zij
zich verzetten zou tegendieuitnoodiging.
Naar verzekert wordt is men in 't
Vaticaan geheel en al op de hoogte
van de diplomatieke intriges van zekere
regeering om den Paus te weren en
men heeft het waardiger gevonden er
niet op aan te dringen.
Moordaanslagen op ministers zijn
tegenwoordig aan de orde van den dag.
Maandag is de minister-president van
Bulgarije, Petkof, in hel stadspark te
Sofia aangevallen en gedood met drie
revolverschoten. Hij wandelde met den
minister van Handel, Gonndiof, die aan
den arm gekwetst werd.
De dader, die gevangen genomen is,
is een ontslagen bestuursambtenaar.
De minister van Biunenlaudsehe
Zaken, tevens voorzitter van den minis
terraad, Dimitcr Petkof, was met liet
nieuwe ministerie in November 1906
opgetreden. In het kabinet Betrof (1903)
had hij ook de portefeuille van Biniien-
landschc Zaken. Langzamerhand ver
zoend met Ruslands invloed, bestreed
hij liet overslaan der Macedonische
onlusten naar Bulgarije.
De landverhuizing neemt ook in
Spanje groote afmetingen aan. Dage
lijks schepen zich houderden arbeiders
gezinnen in alle havens in. Donderdag
zijn te Malaga 730 gezinnen naar de
Sandwicheilanden scheep gegaan, waar
de regeering voordeelige aanbiedingen
heeft gedaan. Zij krijgen daar akkers
oin te bebouwen en woningen en de
kans om na drie jaren werkens eige
naars van den grond te worden.
De Madrileensche kranten schrijven
over de beweging als over een groot
gevaar, dat gekeerd dient te worden.
Het is geen landverhuizing meer, roept
de Impartial uit, maar een vlucht!
De Duitsche bladen zien in de aan
kondiging van de benoeming van baron
v. Marsehall tot eersten afgevaardigde
van het Duitsche rijk op de Hangsche
conferentie een bewijs, dat men van
Duitschen kant groote beteekenis aan
de te verwachten beraadslagingen hecht.
Von Marschall is een man van gezag
op het stuk van het volkenrecht en
vroeger staatssecretaris van buitenland-
sclie zaken geweest. Hij is ook een
slagvaardige redenaar en debater.
De aanvullingsbegrooting voor de
Koloniën is Dinsdag door den Rijksdag
in derde lezing aangenomen, tegen de
stemmen der sociaal-democraten, de
Polen en het Centrum. Eveneens het
wetsontwerp betreffende den spoorweg
Keetmanshoop-Kubiib en de wet be
treffende de garantie der Iccning vooi
Zuid-West-Afrika. Hiermede zijn de
aanvragen voor de koloniën definitief
toegestaan.
Hei heeft allen schijn, dat de Rus
sische regeering ook met de tweede
Doema niet hard zal opschieten.
De elementen in de oppositie ver
dienen weinig vertrouwen, van daar
dat reeds geruchten loepen over een
aanstaande ontbinding der nieuwe Doc-
De „Nowoje Wremja," die de toe
komst al onheilspellend tegendonkïrt,
is reeds den weg der ontbinding aan
liet gereed maken.
Het parlement, zegt liet blad. heeft
maar één reden van bestaan, dat is
als strijdmiddel tegen dc revolutie; deze
Doema echter doet liet tegendeel. Als
de gematigden en de cadetten er niet
in slagen de richting van den arbeid,
die nu beslist tegen den Staat gericht
is te wijzigen, dan blijft de regeering
niets over dan een nieuwe ontbinding,
want de regeering zou zelfmoord
plegen door in dat geval dc Doema
niet huiswaarts te zenden.
Ook de SIowo acht do samenwerking
FEUILLETON.
Hel kind van den paardrijder.
Op de markt van het stadje D. werd een
veelkleurig rouzcnplakknat in kcrmis-Fransch
aangeslagen en in den namiddag nam '"'I
gezelschap „Cirque Pedro" zijn intrek in fut
ecnige hotel. Een woelige menigte verdrong
zich voor hel plakkaat en met het naderen
van het aanvangsuur nam de drukte om een
plaats te bekomen toe.
Dc élite van het sladje was met klokslag
7 uur aanwezig op den eersten rang. De
vrouw van den burgemeester met de gouver
nante en drie kinderen, de baron en de freules
van bet slol, de notaris en outvungcrsfaunlic
niel uitgezonderd. De andere rangen waren
ook Hink bezet, waarbij nog enkele stoelen
waren bijgezet om de laatkomers te bergen.
liet lulden van een scliapenbcl kondigt de
aanvang der voorstelling aan.
Door een zijdeurtje in den stalmuur treedt
„monsieur Pedro" dcu primitieven circus
binnen, gevolgd door „madame la directrice"
in een onfrisch toilet mol vale versiersels
opgesmukt. Aan de hand voert zij een ban-
digen blonden krullcbol met zich, die als „de
jongeheer LuVcio Pedro" aan 'I publiek wordt
voorgesteld en door zijne lieftalligheid cn
de kinderlijke vrijmoedigheid, waarmee hij
de manege bimicnhiippclt, alles voor zich
Een uitbundig gejuich volgt op de eerste
building van den kleine, en als de zesjarige
acrobaat naar alle kanten kushandjes werpt,
regent liet bravo's van alle rangen. Vervol
gens is „Atcllc Blanda" binnen gekomen en
„Signor Scmando" een slevig gespierde kerel,
die in zich de goede hoedanigheden van
clown, jongleur, |iaurdrijder en slalopziehtcr
verccnigt.
De jonglciirswcrkznainhcdcn met blanke
messen op het opgezadeld paard trekken de
aandacht der hoerenjengd, en er kwam geen
einde aan de toejuichingen toen Semando
in zijn laatste omgang door twee beplakte
hoepels sprong en nog op den rug van den
oud-cavalerist terecht kwam. Monsieur Pedro
stelde vervolgens hel „lil vrijheid gedresseerde
paard „Ben-AH" voor, terwijl Madame Pedro,
in een hemelsbaiiw kleed, na liet verrichten van
goocheltoeren den verbaasden aanwezigen aan
liet verstand bracht „dat fiugcrfcrtigkcit keine
Zauberei 1st." Daarna wordt de manege over
spannen met een staaldraad, waarop met de
werkzaamheden van Mellc Blanda en de
kleine l.uïcio liet tweede deel van het pro
gramma geopend wordt.
Semando weet onderhand met de aapjes
en de drie poedels de bezoekers hezig te
Hel orkest was juist door Strauss'„Schóne
blauc Donau" hccngcworstcld toen de schel
ten tweeden male haar geluid deed hooren
en op hel derde gelui huppelt Mella Blanda
met den kleinen LuVcio, de manege binnen
om haar gevaarvolle luchtcxcrcltiün te be-
Met een gracieusc neiging gaat zij naar
liet koord eu schommelt in een ommezien
op den staaldraad heen en weer, vol aandacht
volgt ieder de behendige toeren tot eindelijk
LuTeio door den directeur opgeheven op den
staaldraad gesteld wordt.
Nu eens is de knaap op haar schouders
gezeten, dan weer strengelt hij zich om haar
lendenen of hangt met het hoofd omlaag
over haar schouders heen, maar immer weet
tweemaal dc gang langs den draad gemaakt
eu het rustpunt genaderd is aan liet einde
van het koord haar toebereid, dan gaat er
een zucht van verlichting uit het publiek op
als dc lieve krullcbol zich ongedeerd langs
het klimtouw omlaag laai glijden, cn ecu
uitbundig npplaiidisscmcnt getuigt van de
sympliatie voor het nog zou jeugdige kunste
naartje, zoowel als voor zijn behouden terug
keer op het ondcrmnniischc.
Mademoiselle Blanda vervolgt nu hare
verrichtingen cn bereikt eindelijk goed en
wel den mauegevluer, waarmede ieder zich
voldaan achtte.
De directeur deukt er echter anders over.
Nog eens klimt de lieftallige Luïeio naar
omhoog cn zal mi alléén zijn vaardigheid
op dit gevaarlijk terrein bewijzen. Mei den
helanccerstok in het handje snelt hij over
het koord, nu eens vóór- dan weer achter
waarts, zelfs zonder stok waagt hij met uit
gestrekte armpjes deu overtocht, zeker als
hij is, het einddoel te hereiken. En het publiek
is verstomd en opgetogen over zooveel stout
heid van zijn lieveliiigsartistje, want o, een
misstap slechts, en dan
Een rauwe, schrille gil klinkt door de ge
vulde ruimteEen angstkreet, die door merg
eu been dringt.
„Groole Qod 1" boort men zeggen cn zonder
dat iemand weet hoe hij er komt is Jan, „dc
plaggcndief", dc meest gevreesde strooper
van het dorp, die meer dan eens gezeten
had, de manege binnengestormd en 1
neder bij het roerloos lichaampje van den
neergcstortco Luïeio.
Het publiek van den eersten rang dringl
achteruit, dat van den derden naar vuren
en bij die wanorde, bij liet hartverscheurend
gekerm en geklaag der schreiende vrouwen,
staat Monsieur Pédro, marmerwit, als aan
den grond vnslgenageld, en dringt Mademoi
selle Blanda zich In haar vertwijfeling handen
wringend tegen den stalmuur aan.
Daar snelt ook onder hel slaken van een
ontzettendvn gil „Madame la Directrice" den
circus binnen en uit de ruwe handen van
den goedhartigen Jan ontvangt zij het knaapje,
terwijl de zilveren sterren van haar hemels
blauw gewaad worden gekleurd door eer
brccdcn stroom bloed, die uit een gapendi
wonde aan het achterhoofd van haar doods-
hleckcn lieveling gutst.
Met een luiden kreet ontvliet zij de plaat:
des onhcils, haar Luïeio tegen de hijgende
borst klemmend en brandende tranen be
sproeien hel vaalbleek gezicht van haar ééni-
gen lieveling als zij hem op een handvol
in de aangrenzende wagenkamer nederlcgt.
Jan volgt haar terwijl hij deu Directeur
steunt, die waggelend de manege verlaat,
waar men zich verdringt om de plek, die
door het bloed van het ongelukkige knaapje
is roodgeverfd.
Signor Semando treedt tussclien het publiek
door en met gebroken stem maakt hij liet
publiek bekend, dat „die represenliun is
keëindik, omdat die petit Luïeto is gevaarlijk
blcssé."
Het publiek verlaat den stal va. liet hölcl
„Dc Zon", en als de knecht straks alle lampen
heeft uitgedaan, dan valt juist het licht van
dc enkele lantaarn, die voor den nachtpost
nog brandend is gebleven, op dc plaats waar
een plas dik geronnen bloed het mulle zand
heeft rood geverfd.
In een bergschuur achter deu stal van liet
hotel, vertoont zieli een tafereel aan onze
oogen, zoo geheel anders dan wij daareven
Op losgeschudde bossen slroo. waarover
een vunzige paardendeken is gespreid, ligt
nog steeds bewusteloos Luïeio uitgestrekt.
Madame Pédro is bezig liet verband te ver
koelen, dat dc dokter om liet gloeiende
hoofdje heeft geslagen, nadat dc brcede
schedelwond zoo goed mogelijk was gehecht.
Aan het voeteinde der schamele legerstede
slaat de directeur. Met stomme smart staart
hij op zijn lieveling, die sedert zijn val nog
geen enkel tccken van leven gegeven heefl,
van wien dc zachte adem nauwelijks hoorbaar
is. En naasl hem staal Jan, de booze geest
van het stadjehij was het, die de eerste