Katholiek Nieuws= en Advertentieblad
No. 32.
Zaterdag 9 November 1907.
Een en twintigste Jaargang.
DE EERBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Franco per postf 0,40
Afzonderlijke nummersf 0,05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advc
Van I tot 6 regelsf 0.30
Voor lederen regel meer f 0.05
uiterlijk Vrljdag-
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
Ouderdomswet.
Bij de Tweede Kamer is IB October
l.l. het wetsontwerp ingekomen, dat
wettelijke verplichting opleggen wil
aan de werklieden, om zich te ver
zekeren tegen de gevolgen van den
ouden dag. Vandaar dat het wetsont
werp wordt genoemd de Ouderdoms
wet.
Wat de Regeering met dat ontwerp
bedoelt, werd door de „Maasbode"
dezer dagen in een artikel beknopt
maar tevens zoo bevattelijk uiteenge
zet, dat wij mccnen dit stuk ook onder
de aandacht van onze lezers te moeten
brengen. Het luidt ais volgt
Iedere werkman, d. w. z. ieder man
of vrouw, die den leeftijd van 16 jaren
bereikt heeft en niet meer dan f 1000
per jaar verdient, wordt verplicht zich
te verzekeren en te dien einde wekelijks
een premie te betalen overeenkomstig
het bedrag van zijn verdienste (de
loonklasse, waarin hij is ingedeeld).
Op zijn (haar) 65e jaar wordt de(n)
verzekerde dan na een wachttijd een
ouderdomsrente toegekend.
Het stelsel van verplichte verzeke
ring, dat ook door het Kabinet-Kuypcr
In zijn ontwerp-Ouderdomsverzekcring
werd vooropgezet, lijkt dus ook minis
ter Veegens het meest aanbevelens
waardig. En het is zeker een groote
vraag, of men met het systeem van
vrijwillige verzekering, zooals dit h. v.
in Bclgiii in zwang is, wel die resul
taten zal kunnen bereiken als met het
hier gehuldigde Duitsche stelsel.
In den grondvorm is dus het ont-
werp-Vecgens gelijk aan dat van Dr.
Kuyper.
Er is echter een reusachtig verschil
tusschen de beide ontwerpen, dat wij
hier even moeten aangeven, teneinde
er tegelijk op te kunnen wijzen, hoe
verregaand onoprecht de strijdwijze
is geweest van de vrijzinnigheid aan
de stembus van 1905.
Het ontwerp dan van dr. Kuyper
bedoelde een tweeledige regeling, de
verzekering legen ouderdom en de
verzekering tegen invaliditeit. De vorige
arbcids-ministcr meende terecht, dat
deze twee zaken niet te scheiden
waren en dus in één ontwerp dienden
geregeld.
Minister Veegens is in beginsel wel
van dezelfde opinie, maar tevens van
oordeel, dat de invaliditeits-verzekering
nog niet voldoende is voorbereid voor
het oogenblik, zoodat hij er zich toe
bepaalde, de ouderdomswet in te
dienen, los van de invaliditeits-verze
kering, die dan later nog wel bij
afzonderlijke wet kan worden geregeld.
De betcekenls van dit besluit van
onzen socialen minister moet niet on
derschat worden.
Want de invaliditeits-verzekering is
eigenlijk hier de hoofdzaak.
Wat heeft een invalide werkman,
die b. v. 50 jaar is, aan liet vooruit
zicht, dat hem op 65-jarigen leeftijd
een pensioen zal worden toegekend?
Zoolang hij invalide is, zal hij geen
premie meer behoeven te betalen voor
de ouderdomsrente, maar intussehen
zou hij 15 jaar geduldig moeten
wachten.
In het ontwerp-Kuyper was dat
anders. De ouderdomsrente werd daar
weliswaar 5 jaar later toegekend, op
70-jarigen leeftijd, maar wie dan ook
voor dien tijd ongeschikt tot werken
werd kreeg als invalide zijn pensioen.
Men heeft bij de stembus van 1905
wat geschetterd over die leeftijdsgrens
van 70 jaren, 't Was een pensioen
aan een doode, werd er rondge
bazuind. Maar men vergat er bij te
vertellen, dat die grens wel zoo ver
mogelijk moest genomen worden, om
de invaliden, die het eerst aanspraak
mogen doen gelden np pensioneering,
aan de rente-uitkeering deelachtig te
kunnen maken.
Minister Veegens stelt nu aanstonds
de ouderdomsgrens op 65 jaar, maar
laat ons volkomen in het duister om
trent zijn plannen met de invaliditeits
verzekering.
Bij de polemiek, die destijds werd
gevoerd over het ontwerp-Kuyper is
er op gewezen, dat een verlaging van
de leeftijdsgrens van 70 op 65 jaar
in dat ontwerp de kosten met circa
14 millioen gulden zou verhoogen.
Neemt men nu in aanmerking, dat
de rcgccring de berekening, die aan
het ontwerp-Kuyper ten grondslag lag,
niet aanvaardt, haar nog te geflatteerd
acht, dan moet men zich toch met
verwondering afvragen, hoe zij bij
mogelijkheid de leeftijdsgrens op 65
jaar kan terugbrengen, zonder dat dit
van de schatkist nog aanmerkelijk
zwaardere offers zal eischen.
In de veronderstelling althans, dat
het haar ernst is met de invaliditeits
verzekering.
Het zal daarom, dunkt ons, zaak
zijn, dat de minister omtrent dit laat
ste punt eens positieve verklaringen
aflegt.
Aan een ouderdomsrente zonder
meer heeft de werkman bijzonder
weinig. De meesten hunner zullen
vermoedelijk rente betalen voor ande
ren. Want hoeveel menseden worden
er,65 jaar? De invaliditeits-verzekering
is dus onontbeerlijk.
Van den anderen kant beslaat er ge
vaar, dat deze invaliditeits-verzekering,
is eenmaal de ouderdomswet in wer
king, wegens de enorme verhooging
van kosten op zich zal laten wachten.
Te meer, nu de regeering de rege
ling van deze zaak blijkbaar liever
aan haar opvolgster overlaat.
Reden genoeg, dunkt ons, om te
zorgen, dat wij niet op dit punt met
een halven maatregel worden afge
scheept, die misschien de sociale wet
geving ten onzent voorgoed in discre
et zou brengen.
Wij hopen, dat de Tweede Kamer
hieromtrent bij de behandeling der
aanstaande Staatsbcgrooting op meer
licht zal aandringen.
BUITENLAND.
Door tusschenkomst van het dioce
saan comité te Rome is Zondag, na
gehouden besprekingen met de kerke
lijke overheid, een collecte gehouden
voor de slachtoffers van de aardbeving
in Calabrië. Het geld zal onmiddellijk
aan den kardinaal Portanova gezonden
worden om onder de ongelukkigcn te
worden verdeeld.
Op 't Vaticaan hoopt men, dat door
de Katholieken van andere landen spon
taan hulp zal worden gebracht; de
„Civilta Cattolica" zal een lijst van de
edelmoedige gevers publieeeren. De
Paus heeft besloten evenals bij de aard
beving in 1905 de binnengekomen gel
den naar verhouding van de behoeften
aan de bisschoppen toe te zenden, die
het weer onder de hun onderhoorige
priesters verdoelen zullen.
De jongste ambtelijke cijfers omtrent
de gevolgen van de aardbeving zijn
als volgt:
Getroffen zijn 49 plaatsen. Zonder
dak zijn 2500 personen, waarbij Ferruz-
zano en Sant llaro, waar bijna alle
inwoners dakloos zijn, niet meegere
kend zijn. Het aantal ingestorte huizen,
behalve in beide genoemde plaatsen,
bedraagt ruim 150; het aantal onbe
woonbaar geworden huizen 1645. Het
totaal aantal dooden bedraagt 196,
waarvan 175 alleen in Ferruzzano; dat
der gewonden 86, waarvan 50 in Fer
ruzzano.
Het Zwitsersche volk nam Zondag
met 326102 tegen 264183 stemmende
nieuwe militaire wet aan, welke bijna
met algemcenc stemmen in de Kamers
was aangenomen. De wet bedoelt, die
van 1834 te vervangen en heeft een
drieledig doel. De eerste ocfeningstijd
van den jongen soldaat wordt verlengd
en op jongeren leeftijd worden de
jongelingen onder de wapenen geroe
pen. Verder worden aan de officieren
meer volledige instructies gegeven cn
de bevoegdheid van de superieure
commandanten der troepen uitgebreid,
waardoor zij meer onafhankelijk van
de militaire administratie worden.
Door een Engelsch officier is een
belangrijke uitvinding gedaan. Hij is
er in geslaagd het geluid bij de ont
branding van mitrailleuses te temperen.
Vroeger kon men dat geluid op 3000
M. hooren, nu is het op 274 M. niet
meer hoorbaar.
In den modernen oorlog schieten
de menschen elkaar dood op een7af-
stand, dat ze nog voor elkander onzicht
baar zijn; voortaan zullen ze het niet
eens meer hooren ook.
Zondag heeft te Londen een groote
meeting plaats gehad van spoorweg
personeel. Een groote geestdriftige
menigte nam er aan deel. De secre
taris van den bond van spoorweg
ambtenaren, Bell, werd luide toegejuicht.
Hij hield een lange toespraak, waarin
hij op scherpe wijze de directeuren
der maatschappijen aanviel over slechte
lootien, lange diensttijden en 't niet-
willen-erkennen van de vakverenigin
gen. Als resultaat van de stemming
deelde hij mede, dat van de 88.134
uitgebrachte stemmen er 76.925 zich
vóór de staking hadden uitgesproken.
Bell hoopte echter, dat minister
Lloyd George de dreigende staking zou
weten te voorkomen, en dat is gelukt.
Uit Petersburg wordt gemeld, dat
voor het uitzicht op een goeden graan
oogst niet voldoende grond bestaat,
Wel zal volgens ambtelijke gegevens
de oogst van dit jaar dien van het
vorige jaar met ongeveer 10"/over
treffen, doch desondanks zal deze laatste
beneden het gemiddelde der laatste
vijf jaren blijven. Dit resultaat van den
Russischen oogst valt in dit laar samen
met den slechten oogst in west-Euro
pa, Amerika, Indië en met de slechte
vooruitzichten vail den oogst in Australië.
De prijsverhooging op de internationale
graanmarkt heelt zich ook uitgestrekt
over de Russische granen, waarvan de
prijs op ongehoorde wijze steeg.
In verband hiermede heeft de regee
ring een door den minister van Handel
gepresideerde conferentie van vertegen
woordigers van verschillende takken
van bestuur doen houden, die vast
stelde, dat de overdreven hooge graan
prijzen in Rusland zoowel door specu
latie alsook door uitvoer veroorzaakt
zijn. Een voorstel om den uitvoer uit
havens aan de Zwarte Zee te verbieden
werd verworpen, daar dit, evenals in
1891, tot het verloren gaan der buiten-
landsche markten en het waardeloos
FEUILLETON.
VEROORDEELD.
I.
I) In een hock van ccn armoedig doch
zindelijk vertrekje zat een jongen van btjna
twaalf jaren op een laag bankje cn weende
in stilte.
„Ik zeg je nog eens, jongen," zoo dreigde
een ruw, sterk gebouwd man, die een bran-
dcwijnlucht van zich gat, „ik sla je de bccncn
nog stuk, als je ni 't dadelijk bekent. Jij hebt
het horloge van den kleinen Adalbert weg
genomen, niemand anders dan jij kan het
gedaan hebben, al beweer je ook duizend
maal het tegendeel, vlegel. O, dat ik zoo
iets van mijn kinderen beleven inoelIk ben
maar een arme houthakker, die zijn schamel
stukje brood verdient, zoo goed en zoo
kwaad als 't gaat, maar onrechtvaardig goed
bezoedelt mijn handen nietl
„Vader, ik heb liet werkelijk niet gedaan I"
snikte de knaap. „Ik ben op de voorplaats
geweest en in den tuin, toen u 'I hout hakte,
en heb maar eenmaal naar binnen gckc...."
„Zwijg," bulderde de houthakker, „je liegt.
Of heelt Johan de koetsier je niet naar de
tuindeur van de groote zaal zien sluipen en
door 't raam zien kijken? Of heelt niet
llertha, het kamermeisje van mevrouw het
nieuwe gouden horloge van den jongenheer
op liet spiegeltafcllje in de groote zaal ge
legd, op liet tafeltje onder het tuinraam, hè,
mijn ventje Wat moest jij in andermans
huis doen, als je niet wat anders van plan
waart dan hout te helpen aandragen Maar
Je zult dadelijk bekennen, hoor, en dan vlug
naar den baron om vergiffenis gevraagd
Misschjcn heeft hij medelijden met je jeugd
en zal de zaak laten rusten. Nu. hoe wil je?"
„Ik heb 't niet gedaan," hield de knaap
vol,waardoor zijn vader in hevigen toorn
ontstak, en liet ongelukkige kind ernstig mis
handeld zou hebben, als zijn moeder er ziclt
niet mede bemoeid had en den knaap al
wccncnd aan den wocstaard ontrukt had.
De houthakker Thcrcn was een vlijtig,
rechtschapen man, die zich zelf en zijn vijf
kinderen door zwaren arbeid op ccn eerlijke
manier door 't leven trachtte heen te slaan.
HIJ had maar een harlstocht, een zwakke
zijde, den brandewijn. Als hem 't een of
ander tegenviel, zocht hij zijn verdriet in den
drank te smoren, cn dan moesten vrouw en
kinderen het ontgelden. En juist nu was hij
een paar dagen achtereen niet meer nuchter
geweest.
Thcrcn had met zijn oudsten zoon hij baron
llagciiau hout moeten zagen, en zooals ge
woonlijk, de jongere kinderen laten nakomen,
om hem te helpen bij het in de schuur bren
gen of opstapelen der blokken. De kleine
Hendrik, ccn aardige, levendige jongen was
er 't eerst geweest, en daar zijn vader en
zijn broer nog niet met het zagen gereed
waren, was hij op het kastoclplcln wat gaan
loopen, en had na lang wijfeion het ook gewaagd
een paar passen in den tuin te doen, waar
de straal van de fontein, die in fonkelende
paarlcn neerviel, zijn nieuwsgierigheid gaande
maakte. Een met zeldzame planten bezette
trap leidde van de veranda naar de salons in den
tuin; vol bewondering had het kind van de
straat een blik geworpen op de pracht van
goud cn marmer van dit elegant vertrek.
„lil den hemel kan 'I niet mooier zijnl"
dacht de kleine Hendrik en stond, geheel be
wondering, voor de geopende ramen. Hevig
'geschrokken snelde hij weg, toen hij zijn
naam hoorde roepen, angstig unt zicli heen
ziend of ook Iemand zijn binnensluipen in
den fuin had opgemerkt. Hij wist toch bij
ondervinding, hoe zeer zijn vader er op
stond, dat op 't gedrag zijner kinderen niets
Ie zeggen viel. Met angstige blikken was
Hendrik nan 'I werk gegaan, en had, in 'I
bewustzijn valt schuld zijn ongehoorzaam
heid door dubbele vlijt trachten te boelen.
Wie beschrijft echter de groote schrik van
den jongen, de toorn des vaders, toen 's
avonds ven bediende van den baron hij hen
aan huis kwam, en zonder omwegen mee
deelde, dat hel gouden horloge, dat de jonker
den dag tevoren als vcrjariugsgcschcnk ge
kregen had, was gestolen. Thcrcn moest er
maar niet lang over denken en het gcslolcnc
terstond teruggeven, daar de koetsier en hel
kamermeisje zijn zoon in den tuin hadden
zien rondsluipen.
„Wat?" riep de eerlijke werkmnr
„mijn zoon een dief. en ik een heler
hl weerwil van al zijn razen, van zijn
tegenspartelen, moest Thcrcn de door den
bediende aangevoerde bewijzen voor waar
erkennen. Tevergeefs bezwoer Hendrik zijn
onschuldhet hielp niet. hij was de dief. Oeen
onbekende was dicht bij het huis geweest,
en noch portier noch kamerdienaar had ook
maar even zijn post verlaten. Het ongeoor
loofde bezoek aan den tuin getuigde tegen
den knaapzijn angstig gelaat bij zijn terug
komst beschouwde men nis 't ontwaken van
zijn slecht geweten.
Hendrik wrong zijn handen in vertwijfeling
cn noch het smeeken zijner moeder noch
de kastijding zijns vaders vermochten iets
anders uit te werken dan: „Ik heb liet niet
gedaan."
Thcrcn was sedert dien dag buiten zich
zelf vnn woedehij verwaarloosde liet werk
en kwam geregeld beschonken uit de herberg
onder liet voorwendsel, dat hij de schande
zijn zoon een dief Ie weten, in den brande
wijn moesl verdrinken, vooral nu de baron
de zaak voor 't gerecht gebracht had.
De commissaris van politie, een welwillend
man, trachtte het hart van den kleinen zon
daar door goedheid Ie vermurwen, terwijl hij
hem verzekerde, dat de baron hem misschien
zou vergeven, eu in plaats van gerechtigheid
uitoefenen vergiffenis schenken, als hij be
rouwvol bekende en 'I horloge teruggaf.
Toen dit alles niet baatte en Hendrik bij
zijn bewering bleef, inccndc hij hem dour
bedreiging met de grootste strengheid hang
Ie kunnen maken, doch alles bleef vruchte
loos. Alle vermaningen en strafpredikafie's
bereikten van nu af juist hel tegenoverge
stelde van wat zij bedoelden. De knaap, die
in de eerste dagen met tranen in de oogen
cn trillende lippen voor zijn rechters ver
schenen was, w.erd bij elk verhoor eigenzin
niger een hooge mate van onverschilligheid
teekende zich op zijn trekken, een tartende
trek lag om zijn mond; nauwlijks gaf hij
nog antwoord op de vragen var. den ambte-
„Dat is me er ook centje I" zcldc de poli
tieagent Oelman tot zijn collega, toen Hendrik
weer eens, inet donkere blikken en gesloten
lippen hun voorbijging. „Zulk een stljfhoof-
digen jongen heb ik zelden gezien. Als die
niet aan de galg sterft, wil Ik mijn leven
tang niet meer den „Schrik der dieven" ge-
„SchuldiglVcrstokttOiivcrschiiliglBriitauir
Dat was het vonnis en oordeel der rechters
cn der toeschouwers, toen Hendrik tijdens de
laatste zitting hardnekkig gezwegen, cn op
de herhaalde aanmaning van den president
de waarheid recht te doen cn zijne schuld
te bekennen ten stutte met toornig flikkerende
blikken gezegd had:
„Wat geeft het mij, of ik de waarheid
zeg Mij gelooft toch niemand I"
Thcrcn, die achter zijn zoon stond, balde
de vuisten cn beefde over zijn gehcele
lichaam. Illjna buiten zich zelf van wuedc
zou liij zich op zijn zoon geworpen hebben,
indien de nulilie-agent hem niet had tegen
gehouden.