Katholiek Nieuws= en Advertentieblad No. 3. Zaterdag'?! 8 April 1908. Twee en twintigste Jaargang. OE EEHIODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaric.um, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Franco per postf 0.40 Afzonderlijke nummersf 0.05 Bureau: Langegracht 13, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs dor Advertentiën Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meerf 0.05 Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. TER AANVULLING. Ter aanvulling en verbetering van ons hoofdartikel op Zateidag 4 April 1908, moet worden medegedeeld, dat de bekende declaratie van Benedictus XIV niet bevestigd, integendeel opge- heven is door Paus Pius X. Het decreet „nc tentcre" treedt met Paschen in zijn vollen omvang hier in werking. Alle huwelijken dus tusschen katholieken en nict-katholiekcn moeten om geldig te zijn voortaan voor den pastoor (of diens gevolmachtigde) en twee ge tuigen worden gesloten. Gemengde huwelijken, welke alleen voor den burgerlijken stand of op elke andere wijze gesloten worden zijn na Paschen niet alleen niet geoorloofd maar ook ongeldig. Paschen. Paschen, in waarheid hel hoogfeest aller feesten sulemnitas solemnita- tuin, gelijk een H. Kerkvader het noemt het is de dag der overwinning en verlossing voor het volk Guds, zoo van het oude als van het nieuwe verbond. Voor de eerste maal werd dit feest in al zijn luister door het volk van IsraL'l binnen de grenzen van het oude Egypte gevierd. Lang zuchtte het uit verkoren volk in de slavernij van het heidensch Egypte, welks tirannieke beheerscher loodzwaar zijn ijzeren schepter op de verdrukten liet rusten. Doch God had de smeeking der Zijnen gehoord. Door Mozes, Zijn trouwen afgezant, gelastte Hij aan Israël een offerlam te slachten, met het bloed de posten hunner deuren te besprenkelen, geheel reisvaardig deze offerspijze te nuttigen en alzoo in diepen eerbied het eerste paaschfeest te vieren, „want," zeide God, „het is des Hceren paschen." En als het volk naar Gods bevel al deze voorschriften volbracht, ging in den nacht de Engel des Hceren voorbij en doodde al de eerstgeborenen der huizen, welker posten niet met het b|oed des lams geteekend waren. Maar Israël bleef bij den doortocht des Engels door het Paaschlam aldus heette dit offer van den dood be vrijd, en werd op wondervolle wijze uit het land der ellende verlost. En God zelf stelde een gedenkfeest dier groote gebeurtenis in en noemde het Paschen. „Deze dag zal voor u zijn als een gedenkzuil mijner bescherming en mijner weldaden: gij zult hein ten allen tijde, van geslacht tot geslacht als een feest uwen Heer en God ter eere vieren." Dan, dit alles was in afbeelding ge schied, en het Paaschfeest der Joden, de hoogste viering onder de Mozaïsche wet. was slechts de voorspellende fi guur en de afschaduwing van het Pa schen van het nieuwe verbond. Eeuwen lang lagen reeds de volken der aarde in de boeien van Satan ge klonken en gekromd onder het zware juk van den ouden vijand, den ver drukker der menschheid. Maar einde lijk was het uur der verlossing gesla gen, door de rechtvaardigen van het oude verbond met smachtend verlan gen verbeid: de Christus, het waar achtig Paaschlam. werd geslacht om de zielen, besproeid met het bloed des Lams, van den eeuwigen onder gang te bevrijden. Het Lam heeft de schapen verlost, zoo zingt de Kerk in den Paaschtijd; Christus, die onschul dig was, heeft de zondaars met Zijn Vader verzoend. De dood en het le ven hebben een wonderbaren strijd gestreden, de levensvorst sterft, en hccrscht door Zijn dood in onsterfelijk leven. Want door Zijn lijden en sterven zou de Verlosser ingaan binnen Zijne heerlijkheid en door het vrijwillig zoenoffer van zich zeiven hemel en aarde verzoenen. Hij had door Zijn kruis den schepter van Satan verbro ken en op de wereld een volkomen zegepraal bevochten: nog moest Hij dien triomf met Zijn glorievollen over tocht van den dood naar het leven in Zijne opstanding bekronen. En hoe verrukkelijk was die eerste Paaschmorgen van het Nieuwe Ver bond, toen het schoonste ochtendrood aan den gezichteinder gloorde; hoe verblindend de luister, waarmede het ledige graf was vervuld; hoe ontzag wekkend de heinelsche verschijning dier glinsterende hemelboden, in witte kleederen gehuld en op den afgewen- telden grafsteen gezeten. Halleluja.de lieer is verrezen, verrezen gelijk Hij voorzegd heeft, zoo klinkt hun juich kreet en hun zegelied der vrome vrou wen reeds tegen, die in liet vroege morgenuur gekomen waren om het stoffelijk overblijfsel van hunnen Heer en Meester met kostbare reukwerken te balsemen. O, wat blijde verrassing werd dezen bereid, die met bedroefde harten uitgingen nog onder den indruk van het ontzettend lijdenstooneel, dat zij Vrijdag tevoren aanschouwden. Christus, zoo smadelijk gekruisigd. Hij is van de dooden verrezen: die heu gelijke tijding ging van mond tot mond en was, door de veelvuldige verschij ningen nog bevestigd, wel geschikt om 's Hceren trouwe doch ontmoe digde volgelingen met geestdrift te vervullen en hunne droefheid in vreugde te veranderen. En gelijk voor ruim achttien eeuwen het eerste Alleluja over de aarde weer klonk, zoo werd ook telken male, wanneer de dag aanbrak der vreug devolle gedachtenisviering van 'sHee- ren glorierijk verrijzen, diezelfde juich toon door de kinderen der Kerk her haald. Telde de Kerk ook al droevige dagen van wreede vervolging en zware beproeving, nauw was weer de dag aangebroken van het heugelijk paasch feest. of het was onder het Christen volk een algemeen juichen en jubelen als doorleefde men een tijd van vrede er. rust. Alleen de gedachte aan den verheerlijkten Heiland, die door smaad en lijden de glorie was binnengegaan, schonk weer troost en verkwikking, en bemoedigd voor verderen strijd erkende men de onvergankelijke kracht van dat woord„Ik zal met u zijn tot het einde der dagen."' Op nieuw zal de Kerk van Christus, die onvergankelijk blijft gelijk Zijn woord, op dit onsterfelijk feest het blijde Alleluja aanheffen, den H. Stich ter ter eer, die haar uit de banden van hel en dood heeft verlost. Want moge ook in onze dagen 's Heeren H. Bruid een bangen strijd hebben te voeren, moge ook list en geweld haar op het felst blijven bestoken, moge ook liet ongeloof van den jongsten tijd zijn verwoede aanvallen hernieuwen en door steeds toenemend zedebederf vernielend ook voor de toekomst wer ken: geen nood, zij jubelt in lijden en strijden, vertrouwend op Hem, die op den eersten Paaschmorgen ondanks den verzegelden steen en de waak zaamheid der wachters den waan Zij ner vijanden verijdelde en hun het bewijs leverde Zijner Goddelijke kracht. BUITENLAND. President Roosevelt heeft een bi- zondere boodschap aan het Congres gezonden om wettelijke maatregelen te .vragen tegen de anarchie. Deze bood schap heeft ingeslagen, daarvan heeft de president reeds ondervinding op gedaan. Talrijke brieven heeft hij van de anarchistische „Clan" reeds ont vangen, waarin hem wordt aangekon digd, dat hij eenzelfdeti dood sterven zal als Mac Kiuley. in. a. w. dat hij zal worden neergeschoten. Zelf hecht de onverschrokken Teddy aan dergelijke dreigbrieven geen waar de; hij werpt ze in zijn prullenmand. Maar op aandringen van verschillende regeeringspersonen is hij er toe over gegaan om zijn garde-du-corps toch te verdubbelen. Ook de minister van posterijen, Meyer, die reeds de bezorging verbo den heeft van 't anarchistische orgaan „de Sociale Kwestie", heeft een bij zondere veiligheidswacht gekregen. Ook hem moeten dreigbrieven thuis gestuurd zijn. Uit Boston wordt gemeld, dat 12 dezer eene brand te Chelsea is uitge broken. die twee derden der gebou wen van die stad, een voorstad van Boston, in deascli legde. Het vuur heeft een aantal der fraaiste openbare ge bouwen en ook eenige historische kerken vernield. Bovendien zijn er fabrieken, kantoorgebouwen, en hon derden particuliere woningen verbrand. De door het vuur aangerichte schade wordt geraamd op 7 a 10 millioen dollar; waarvan 5 millioen door ver zekering worden gedekt. Bij den brand zijn 4 personen om gekomen en vijftig gekwetst. Tiendui zend lieden zijn zonder woning. Er heeft zich een commissie tot hulpbetoon gevormd, welke commissie kleeding en voedsel uitdeelt onder de slachtoffers van de ramp. in tegenspraak met vroegere be richten, zal het plan, om naar aanlei ding van liet 60-jarige regeerings-ju- bileum van Kei: Frans Jozef, eene huldebetooging zijner eer van Duitsche bondsvi.isten te houden, nu toch tot uitvoering komen. Het str .•ven was aanvankelijk, de deelneming te be perken; men wilde, behalve den Duitschen Keizer, enkel toelaten die genen van de bondsvorsten, die met het huis Habsburg verwant zijn. Dat zijn prins Luitpold van Beieren, de Koningen van Saksen en Wurteinberg en de hertog van Saksen-Koburg-Gotha. Maar nu is het getal deelnemers aan merkelijk uitgebreid; men verwacht in 't geheel 14 ft 16 gekroonde hoofden en den president van den senaat van de vrije stad Hamburg. Als datum van deze huldebetooging is de 7e Mei aangenomen, de dag, waarop de Duitsche Keizer en zijne gemalin op zijn terugreis van Corfu te Weenen zal komen. De Duitsche sou- vereinen zullen natuurlijk de gasten van Keizer Frans Jozef zijn. In Lemberg, de hoofdstad van de Poolsche provincie Gallicië, is een politieke moord gepleegd. De gouver- FEUILLETON. De smart gelenigd. liet was erg kond op dien avond: Pa rijs was in slaap gehuld onder den ijzig, nevel vail December. In hel politiehureaa zalen vijf of zes agenten bij de warme ka chel en hrachlen den lijd door mei pralen of sluimerden op hun stoelen, lol de dienst hen riep Ier aflossing hunner kameraden, die elk in zijn wijk toezicht hielden en pa trouilleerden! 'i Waren allen oudgedienden, en ze zalen hier als in hun hivouac, bereid op 'l eerste leeken hun dienst le doen, en ze voorzagen zich hier van de noodige do sis warmte voor de aanstaande nachtwaak, welke door de buiten hecrschende tempe ratuur nog moeilijker werd gemaakt. Onder hen was er een, die zoowel door zijn krijgshaftig voorkomen als door zijn zachte trekken bij de overigen atstak; hij inin. Mij scheen niels le zien en le hooren van wat er om hem heen gebeurde. Ofschoon hij zijn oogen goed ^open had. had men toch dal zij niets zagen, óf door wat zij zagen, stemde hem treurig, want van lijd lot tijd streek hij mei den rug zijner hand over 'l gelaal en pinkte een traan weg. Was liet onverschilligheid of eerbied voor 'I woord tot hem. en zijn verdriet, zijn lion- ding, de zichtbare kommer, welke hem drukte, schenen niemand le verrassen. Plotseling trad de brigadier, die op en schouder en sprak: -Kom, toch i lenigkrij v dochtertje neerdrukken." „Och, dat weet ik wel, brigadier," ant woordde de agent. -Door mijn weenen krijg ik haar loeit niet lerug. Maar 'I gevoel is sterker dan ik. Sedert de vier dagen, dal zij niet anders dan schreien." „la. 'I is hard", antwoordde de brigadier. „En bleef 'I daar nog maar bijging lier- main voort. „Maar daar heb je nu mijn vrouw. Ook zij doet niels dan weenen Indrie nachten heeft zij niet geslapen..... i-11 op nieuw kwamen den 'r'cusachligen le deuken ze lerug le houden of ze te ver bergen, zoodal zijn kameraden langzamerhand hun onderhoud afbraken en vol medelijden, zwijgend deelnamen in zijn leed. „liet leven is toch ellendig!" sprak een wasjan', Slilgcn ucr kiok. .neme m uur aankondigden. Builc in deze afgelegen wijk va agenten traden de wachtkamer binnen: een wolk van ijskoude lucht met zich brengend. Zij waren niet alleen. Een hunner onder steunde een armoedige, maar in haar klee ding zeer proper gekleede oude vrouw. Zij liep op twee krukken en droeg een kind. Daar zij het echter niet op den arm kon houden, had zij het in een doek, welken zij op de borst had vastgeknoopt, op den rug hangen. Als een pakje in de plooien van den doek gewikkeld, waartusschcn men hel ge zichtje zag, sliep het kind gerust, niettegen staande de schokken, welke de moeilijke loop der oude vrouw haar veroorzaakte. „Ua zitten, moedertje", sprak een der po litic-agenten cn wees haar een stoel bij de kachel. Hierop wendde hij zich tot den bri gadier. die was binnengekomen en voegde er bij: „Wij hebben haar met haar kind in een portaal gevonden. Juist bijtijds zijn wc gekomen, anders was zij van honger ge storven. Zij deelde ons mede, dat zij dakloos gegeten." „En ik heb de waarheid gesprokenriep de oude vrouw uil. „Gelogen heb ik niet! 't Is de volle waarheid; dezen morgen heeft dc huisheer ons. omdat wij nog twee weken huur moesten betalen, op straat gezet en onze meubeltjes gehouden. Ik had maar vier sous (halve stuivers) meer. en heb daarvan melk voor de kleine gekocht. Niets is er overgebleven voor een stukje brood. De hce ren hebben een goed werk gedaan mij mcc te nemen. In de gevangenis krijgen we ten minste eten en hebben er onderkomen." Onder 't spreken was zij op den rand van den stoel gaan zitten, „n nadat zij haar krukken op den vloer gelegd had, trachtte zij den knoop van den doek los tc maken. Zij kon er echter niet mee uit den weg; hare vingers waren verkleumd en beefden. Ger main, die bij haar binnentreden opgestaan kind er uit en zette het op haar knie. Nu haalde zij een (leschje, waarin nog wat melk was. uit haar zak. Zij wilde de kleine er uit laten drinken toen zij plotseling bemerkte, zij, „ze „Geef maar hier", sprak Germain, „daar weet ik wel raad op." Bij deze woorden nam hij dc flesch en zette ze op de kachel. Het gezicht van het kind had hem uit zijn zwaarmoedigheid gewekt, en zijn plotselinge bezorgdheid voor het kind verried zich in zijn belangstelling, zijn bewegingen, zijn houding, cn 't scheen, dat het zwakke schepseltje, dat juist binnen gekomen was, in zijn hart lang sluimerende herinneringen wakker riep. Terwijl de warmte de melk ontdooide, schommelde de oude vrouw het kind in „Ze ziet er lief uit, niet waar?" en liet dc om haar heen staande mannen het fijne ge zichtje der kleine zien. half in 't mutsje weggedoken. Zij hief baar in dc hoogte, om hun het goudblonde haar te laten zien. dat in lokjes op haar hoofd viel. „Maar, gij zijt zeker haar grootmoeder vroeg de brigadier. „Ja", antwoordde zij, „ik ben haar grool- ntoeder. Haar moeder is dood; haar vader is weggegaan, een echte deugniet." Intusschcn was de melk warm geworden de vrouw liet liet wakker geworden meisje drinken, waarna de kleine weer insliep. „Zoo kunnen we ze toch niet laten zitten", sprak Germain plotseling. In de politic-post was een veldlied. Daarop legde hij zijn man tel. nam de kleine, legde haar er op, en deed dat alles zoo voorzichtig alsof hij in lang niets anders gedaan had. Toen hij de kleine in de wijde plooien gewikkeld had. haalde hij een glas uit de kast. vulde het met wijn en gaf het de grootmoeder, wat brood er bijvoegend. „Dat is alles, wat wij hebben, maar toch beter dan niets." „Dank u wel. mijnheer, u is te goed." Zij at en dronk: daarna sluimerde zij in, overvallen door vermoeidheid en warmte, terwijl de brigadier bij zich zeil overlegde, wat Item le doen stond, want hij schrok er voor lerug. haar te behandelen zoo als hij een vagebond, naehtlooper of dronkaard gewoonlijk onderhanden nam. Daar zag hij plotseling, hoe z de oogen opende, rechtop ging staan cn met verwron gen trekken beurtelings met de hand naar 't hart greep, om opeens op haar stoel terug te vallen, die door den schok omviel. Niet in staat zijnde den val tc breken, snelden de mannen toe, om haar op te hef fen, doch toen zij haar opgebeurd hadden, bemerkten zij, dat zij zich niet meer bewoog. „Ik geloof, dat het met haar gedaan is sprak Germain. De brigadier bukte zich cn luisterde aan haar harthet had opgehouden te kloppen. „Ja. zij is dood!" verklaarde hij. „En dat is voor haar maar goed ook! Laten wij eens zien, of zij nog papieren hij zich heeft." Hij doorzocht haar zak, doch vond niets, waardoor de indcntitcit der ongelukkige kon vastgesteld worden. In zulke gevallen was den brigadier juist voorgeschreven, wat hij te doen hadhij moest de oude vrouw naar het lijkenhuis en het kind naar het vonde lingen-gesticht brengen. Toen hij dat meedeelde, meende Germain, dat het jammer zou zijn, het lieve, kleine meisje naar zulk een inrichting te doen. „Goed. maar wat moeten wij er dan mee beginnen „Ik zou gaarne voor haar willen zorgen", antwoordde Germain„en dan wist men ook

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1908 | | pagina 1