Katholiek Nieuws» en Advertentieblad
No. 10.
Zaterdag 6 Juni 1908.
Twee en twintigste Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Franco per postf 0.40
Afzonderlijke nummersf 0.05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meerf 0.05
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
PINKSTEREN.
„Deze is de overwinning, die de
wereld overwint, ons geloof", dit woord
van den apostel der liefde vindt nergens
meer kracht en beteekenis dan in het
wereldbeheerschend fecstgeheim van
den heiligen Pinksterdag.
Het was op dien gezegenden dag, dat
het geloof in onzen Heer Jesus Chris
tus, dat heilaanbrengend en overwin
nend geloof, uitging van Jerusalems
pinksterzaal om de geheele wereld te
doorloopen, het aanschijn van gansch
het aardrijk te hernieuwen, en die
wereld met al wat daar in is voor
immer en voor goed te overheerschen.
Wel treurig en rampzalig toch was
de aanblik, dien op dit tijdstip het
aardrijk over zijn gansche uitgestrekt
heid aanbood. Gekromd onder het
looden juk van den vorst dezer wereld,
mochten hare zonen onder droeve
zuchten al opzien naar het rijk van
de vrije kinderen Gods, doch neer-
gedompeld in een poel van boosheid
en maatschappelijke ellende, gevoelden
zij zich zeiven onmachtig, om zich
boven al dat stoffelijke en onreine te
verheffen. Men leefde, zooals de H.
Paul us zegt, voor het meerendeel gelijk
verdierlijkte wezens, zonder tempels,
zonder altaren, zonder eeredienst, zon
der God. En zij, die nog eene gods-
vereering erkenden, waren zij wijzer
en beter? Was hun godsdienst niet
veeleer des te afschuwelijker, naarmate
hij zich niet slechts hout en steen, zon
en maan en het redelooze vee tot voor
werp van vereoring koos, maar zelfs
de onedelste hartstochten en de aller
schandelijkste misdrijven in 's men-
schen bedorven geest tot godheden
verheven hulde en aanbidding bracht!
En dit was helaas een algemeene
toestand, het leven en streven van de
gansche toenmalige wereld, zooals een
heilig kerkvoogd van lateren tijd dit
tcckcnachtig wist te schetsen: „de
wereld was niet dan één uitgestrekte
tempel, den afgoden gewijd, maar de
ware God bezat nog slechts een enkelen
tempel over heel hel aardrijk". En
hadden zij, die van God met grootere
talenten en hoogere geestesgaven waren
verrijkt, de wijsgeeren en meer verlichte
geesten, nog maar hij een erkennen
van hun rampzalig bestaan de blikken
honger geslagendoch ook zij misbruik
ten die grootere mate van kennis, om
in verblinden haat tegen het ware en
het goede zich zeiven nog dieper neer
te storten in den afgrond van het bederf.
Waarlijk in dat rijk van verwarring
was alleen nog heil en een gelukkige
ommekeer te verwachten van het heer
leger des geloofs, dat tegen de vijandige
machten van ongeloof, dwaling en
zedeloosheid zijne zegerijke wapenen
ging keeren, en zeker eene dubbel
zware taak had, daar het niet slechts
de afgoden van hout en steen, maar
ook de onstoffelijke goden van 's
mensehen dwalende rede te vernietigen
had en diens booze neigingen en harts
tochten in banden moest slaan. „Deze-
is de overwinning, die de wereld over
wint, ons geloof".
Dan, wie zijn de moedige kamp
vechters, die in dienst van dat alver-
winnende leger, alleen gewapend met
het slagzwaard des geloofs, de wereld
voor den Christus en Zijn rijk moeten
winnenwie de helden, die komen
aansnellen tot reddtng van het men-
schelijk geslacht, om allen uit Satans
slavenboei te verlossen en vrij te vechten
tot kinderen Gods en burgers van het
hcmelsche rijk?
Het zijn, o wonder, slechts twaalf
eenvoudige visschers, onbekend en on
machtig, zooals zij wel uitverkoren
om de leerlingen te zijn van Israéls
grootsten Profeet, doch nu verwi
bij Zijn smart- en smaadvollen dood
in afwachting eener onzekere toe
komst te Jerusalem bijeen zijn verga
derd. Immer te voren nog vol mensche-
lijke zwakheid, ja, zoo dikwijls in
hunne heiligste ambtsverrichting door
zondige hartstochten of althans bloot
menschelijke inzichten beheerscht,
waren zij naijverig om den voorrang,
en te gelijk vol bange vrees om in den
dienst van den goddclijken Meester de
eerste te zijn en Hem in de ure des
gevaars ter zijde te blijven. Schoon
geroepen om op te treden als de leeraars
misten zij maar al te zeer de zoo
noodzakelijke kennis en elke heldere
inzage van die geheimvolle leer, welke
hun uit de schriften en de profeten bij
herhaling was ontvouwd en bevestigd.
En alzoo naar hart en geest onbekwaam
voor de verhevene taak, waartoe zij
van God zijn geroepen, verbeidt deze
kleine schaar van vreesachtige belijders
het ontzaggelijk oogcnblik, waarop hun
van omhoog liet teeken tot den aanvang
van liet groot bekeeriugswerk, dat is
van het machtig veroveringsplan eener
zondige wereld zal worden gegeven.
En zie, dat teeken wordt hun onder
een wonderdadig geruisch op het eerste
Christen Pinksterfeest van den hemel
geschonken, .maar tegelijk daarmee ook
de kracht en het licht van Gods Geest,
waardoor zij, de nog onvolmaakte en
lafhartige apostelen van voorheen, op
het zelfde oogenblik in onverwinnelijke
geloofshelden worden herschapen. Met
de heerlijkheid Gods in vuurtongen
boven het hoofd en de gaven der talen
op de lippen, zijn zij geworden de
tolken des hemels en de godspraken
der wereld, die zich bereid en bekwaam
achten, alleen door de prediking van
de leer des Ge-kruisten, een nieuwe
wereldorde te scheppen. Uit den mond
dezer twaalf, met Petrus aan het hoofd,
moet nog op den eigen dag de wereld
het verwijt harer boosheid en zondige
onwetendheid vernemen, en al zetten
de machtigen der aarde hunne kerkers
open om in dwazen overmoed de
predikers in boeien te slaan; al trekken
zij het zwaard om met de macht van
het geweld de stoutmocdigen te ver
pletteren, het zal hun niet bateneer
de twaalf hunne loopbaan voleind en
de leer, die zij hebben gepredikt, ook
met hun bloed bezegeld hebben, kan
de Apostel der heidenen aan de Ro
meinen getuigen, dat hun geloof reeds
over de gansche aarde is verspreid.
Wonderdadige kracht des geloofs,
die zich ook in onze dagen, waarin
men te recht klaagt over de steeds
toenemende macht van liet ongeloof,
niet minder schitterend ontwikkelt.
Gelijk reeds zoo menigwerf, in den
loop der Christelijke wereld-historie,
de Kracht van Gods geest, die in Zijne-
goddelijke stichting voortdurend leeft,
de machten der hel op nieuw wist te
bedwingen, en dit niet zelden juist
dan, wanneer liet diabolische de over
macht scheen te zullen bereiken, zoo
heeft de H. Geest, de Heiligmaker en
Uitdeeler aller genaden, weer te rechten
tijde ook aan ons geschikte mannen
gezonden, die in onderscheidene stan
den des levens geplaatst, als andere
apostelen, met den fakkel des geloofs
in de hand vrijmoedig onze liedcu-
daagsche wereld van dwaling en on
geloof durve'n overtuigen, en zoo de
waarheid en de deugd voor haar doen
schitteren in steeds verhoogden glans.
Dat is het, wat ook ons. zelfs in dezen
veelbewogen en gespannen tijd, waarin
de felste strijd tusschcn het geloof en
het ongeloof wordt gestreden, me
rustheid de toekomst doet tegemoet
zien, overtuigd als we zijn, dat dezelfde
Geest, die reeds bij de geboorte der
Kerk zich meedeelde aan de eerste
strijders voor het heilig geloof, nog
altijd over dat rijk van waarheid en
vrede blijft waken.
BUITENLAND.
Over den snooden aanslag in de
St. George-kerk te Corunna in het
laatst der vorige week gepleegd, ko-
nadere berichten in, die spreken
een der ergste der vele geweld
daden, die daar volvoerd zijn.
De ontploffing had plaats gedurende
de plechtige stilte bij de H. Conse
cratie. De soldaten, die in wanorde
uit de kerk wilden vluchten, werden
door de officieren met getrokken sa
bel teruggedreven. Daardoor slaagde
men er in, erger paniek te voorkomen.
De misdadiger legde de bom neer bij
een biechtstoel, waar slechts kinderen
stonden. Een der kinderen vroeg hem,
wat hij deed; daarop gaf hij liet een
klap, legde zijn moordwerktuig neder
en vluchtte. Wanneer hij de bom beter
had kunnen plaatsen, zou het onheil
niet te overzien zijn geweest.
De meeste gewonden waaronder
twee kinderen hebben splinters
van glas of metaal in het lichaam ge
kregen. Merkwaardig is het, dat terwijl
deze daad van terrorisme gepleegd
werd, juist te Corunna een protest-
meeting gehouden werd tegen het ter
roristen-wetsontwerp, dat het tegengaan
en streng straffen van zulke daden
beoogt.
Ter afwisseling heeft de president
der Fransche Republiek nu weer
eens de groote verdiensten van liefde
zusters erkend door een dier heldin
nen te decoreeren.
Tijdens zijn bezoek in het Fransche
hospitaal te Londen heeft president
Fallières het eerekruis overhandigd aan
de Moeder-Overste ter belooning van
de diensten, die zij dertig jaren lang
bewezen heeft aan de zieken in de
gasthuizen.
En van den Fransehen bodem wor
den de liefdezusters verdreven!
Ofschoon de plaats, waar de ont
moeting zal plaats hebben tusschen
den Russischen Czaar en den president
der Fransche Republiek nog niet niet
zekerheid heet vastgesteld, werd nu reeds
aan de Times gemeld, dat president
Fallières waarschijnlijk van minister
Piclion vergezeld, zich op 27 Juli naar
de Russische wateren begeven zal. Hij
zal vier dagen op Peterhof vertoeven.
FEUILLETON.
Wedergevonden.
6) Beluisteren wij nu een gesprek tuss. en
Westhorn en zijn vrouw, hetwelk op den
derden avond van hun oponthoud indeschool-
woning gevoerd werd.
Wij moeten wel een weinig nieuwsgierig
zijn; want, wat de lieden met elkander he
spreken, is voor het verder verloop van ons
verhaal van groot gewicht.
„Het is een wonderbare man, de oude Traul-
mannzcide Westhorn, nadat hij een tijdlang
voor het opene venster gezeten en den sche
merenden nacht had ingestaard.
„Inderdaad, een lieve, voortreffelijke man,"
antwoordde mevrouw Westhorn. „Men
geen zoo grooten dank verschuldigd
„Ik heb nooit iemand gekend, die zoo on
voorwaardelijk het vertrouwen vour zich weet
waar, degelijk en practisch. Daarbij heeft hij
een kennis van het menschelijke leven en
des harten, die mij met verbazing slaat. Ik
heb haar in dien graad bij gruote wereldkenners
en geleerden nog niet gevonden."
„Mij trekt in het bijzonder zijn innige vroom
heid en goedheid zijns harten aan. Het glanst
hem uit de oogc-n eu spreekt weldoende uit
ieder woord."
„Ja, men kan wet van hem zeggen, dat hij
in God leeft en werkt. Daarin ligt wel hei
geheim der macht, die hij op iedereen uit
oefent. Er is in hem een oorspronkelijk, rein
uit God opwellend leven."
Na een korte pauze zeide Westhorn levendig
„Hoor eens, Augusta, ik heb een gedachte
die mij sinds gisteren gestadig bezig houdt
Er is iets bij mij opgekomen, dat ik u mede-
De vrouw zag hem vol verwachting aan
„O, mijn ongelukkige broeder! wat is ei
dan met hem viel de vrouw met smartclijkcn
weemoed in, en een wolk van drueflu
sluierde haar vriendelijk gelaat.
„Gij weet het, wij hebben nu alles gedaan,
wat menschelijke kunsten wetenschapt
liefde tot hem bedenken kan, om lie
zijn rampzalige zwaarmoedigheid te gt
Alles is echter te vergeefs geweest. I
slechts nog één middel, en hi et licb
„Welk, noem het dadelijk. Gij brengt mij
in de uiterste spanning."
hij nog eenmaal gem
„Ja. dat wil
n zijl."
luie ik mijn broeder bemin, en zijn droevigen
toestand beklaag. Ach, ik durf bijna niet
hopenwant. denk slechts, sinds twaalf jaren
is hij in den donkeren nacht van zwaarmoedig
heid vervallen, en. zooals gij zelf zegt. niets
maar een schemer des lichts in
den ii
verpen
li zelf, a
reld te
worden kon, dan geloof i
deze omgeving, in de zuivere, vrije berglucht,
hier in den school des vredes, onder den
invloed van een voortreffelijk man, dien it
als voor zielen-arts geschapen houdt."
„Gij wilt dus," viel mevrouw Westhorn in,'
verpleging aan onzen gastvriend toever
ltste mogelijkheid, dat
nog gelukken kon, grijpt mij vreesachtig aan.
En ware het ook werkelijk vergeefs, dan
weten wij toch. dat hij hier een liefdevolle
verpleging in ieder opzicht vindt."
„Goed. nu spreek ik morgen met Traut-
I let echtpaar liet zich nu een wijle door
„O. uwe gedachten zijn immer goed, wijt
ze uit het hart komen. Wal denkt u
„Ik deuk aan Kaatje. Wat zegt u van haar?"
lijk kind is."
„Niet waar? En welk cell geest leeft ill dit
kind! liet is wonderbaar. Hier in dc eenzaam
heid, in de eenvoudigste verhoudingen, tot
den omgang met den ouden man beperkt,
o|ienhaarl zich hij haar toch een helderheid en
juistheid in het denken en een fijnheid van
gevoel, die tot verbazing voert. Er is aan
meisjes; zij is onwetender, minder fijn opge
voed en gevormd, en toch is zij ongelooflijk
veel in vele opzichten hen vooruit. Zij komt
mij voor als een ondoorgrondelijke klare bron,
iu wier diepte rijke schatten verborgen
liggen."
„Zeg li
.- grootvader heeft I
wat hij het lieve kim
leeft?"
„Neen, ik ben i
„Of wij Kaatje-
ik de zaak bedacht, des te aannemelijker
kwam ze mij voor. Ik verlang voor Lisa geen
beminiielijker omgang dan Kaatje. Zij kan
ouden Trautmann daardoor het best onze
dankbaarheid bewijzen, vooral, wanneer hij
onzen broeder bij zich opnemen wil."
„Hebt u met het meisjedaarovergesproken?"
„Ik wierp half in scherts die vraag op, of
zij ons vergezellen wil. Maar zij schudde
daarbij zoo heftig liet bruine hoofdje, dat
ik het bijna als een beslist „neen" aannemen
„Dat vrees ik ook. Zij zal niet willen, en ook
de oude Trautmann niet. Bedenk slechts, welk
een roerende liefde tusschen het kind en den
grijsaard bestaat. Hij noemt haar de laatste
bloem, welke de hemel op zijn hoogen leeftijd
voor hem heeft uitgestrooid. Hij zal nooit
kunnen besluiten, de laatste bloem af te
„Wij zullen het ten minste beproeven. U
spieekt morgen met hem over onzen broeder,
en ik zal hem recht vriendelijk verzoeken,
Kaatje met ons te laten vertrekken. Wellicht
gelukt liet beiden, en wij zullen ons dan over
hel ongeval niet meer te beklagen hebben,
Den volgenden dag was een Zondag, de
laatste, welkede familie Westhorn in Tannerode
dacht door te brengen. Voor den volgenden
morgen was reeds een rijtuig besteld, dat
hen naar de stad vervoeren zou. Van daar
uit zou dan de reis naar de woonplaats verder
De mannen hadden reeds den vorigen avond
een bezoek in de kerk vastgesteld, die, wijl
deze zich in een tamelijk ver verwijderd