Katholiek Nieuws= en Advertentieblad
zijl
No. 16.
Zaterdag 18 Juli 1908.
Twee en twintigste Jaargang.
DE EEMDIIE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG."
Franco per postf 0.40
Afzonderlijke nummersf 0.05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Van 1 tot 6 regels1 0.30
Voor iederen regel meerf 0.05
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
DE PLECHTIGE ONTHULLING
VAN HET
SCHAEPMAN-MONUMENT.
Een grootsche, indrukwekkende plech
tigheid vond Maandag jl. te Rijscnburg
plaats. Voor het Groot Seminarie werd
daar onthuld een monument ter nage
dachtenis van een roemrijken verdediger
onzer Moeder de H. Kerk, waarmede
aan het katholieke Nederland, dat zijn
groote Zonen zoo gaarne oprechte eere
brengt, een ware bevrediging geschon
ken werd.
Deze grootsche gebeurtenis riep de
meest blijde en dankbare, maar toch
ook weemoedige herinneringen wakker.
Men herdacht hoe in 't laatst van 1902
de mare ging, dat Mgr. dr. U.J. A.M.
Schaepman aan een ernstige ziekte
lijdende was, die hem zeker ten grave
voeren zou, en hoe dra vernomen werd,
dat hij van ons scheiden ging, om in
het Rome des Pausen zijn moede hoofd
voor eeuwig ter ruste te leggen. Deze
tijding ging door de ziel van ieder
Katholiek, die den priester-zanger met
innige begeestering had beluisterd, als
hij in de heerlijkste zangen en lof
liederen zijn eerc en hulde bracht aan
Kerk en Paus. Zoo door dicht als proza
had hij de wereld met bewondering
vervuld, als hij in weergaloozc schoone
taal zijn ziel uitstortte in lofprijzingen
jegens zijne Moeder de H. Kerk. Dan
leefde hij in zielsverrukking, die hem
een tale deed spreken, zooals zelden
vernomen werd.
Deze moedige, fiere strijder, die in de
eerste rij der verdedigers van Christus
en Zijne Kerk steeds optrad, ging van
ons henen, en spoedig volgde de droeve
tijding, dat hij het tijdelijke met het
eeuwige verwisseld had. Een twee
voudige smart lag hierin opgesloten.
Zijn verlies moest betreurd, maar ook
het leed werd gevoeld, dat zijn stof
felijk overschot niet zou mogen rusten
in zijn vaderland. In de Eeuwige Stad.
door Item zoozeer bemind, in de on
middellijke nabijheid van de woon
stede des Pausen, die hem steeds als
met onweerstaanbaar geweld tot zicli
trok, wenschte hij zijn laatste rust
plaats Ie vinden. Het katholieke Neder
land moest eerbiedig buigen voor dezen
uitersten hartewensch van den betreur
den doode, maar het liet niettemin een
leegte na, die op ecnigerlci wijze, den
overledene waardig, moest worden aan
gevuld.
Dat verlangen is eindelijk bevredigd.
Voor liet Groot Seminarie te Rijsen-
burg is thans een monument opgericht,
dat spreken zal van eerbied en hoog
achting tot hem van hel gclieelc katho
lieke Nederland. En evenals bij zijnen
dood de Katholieken van geheel ons
land één in vereering zijn verlies be
treurden, zoo schitterde ook thans weder
een warme en oprechte vereering uit
in de groole belangstelling bij de ont
hulling van het gedcnktecken, dat zijn
naam moet verkonden lot aan het verre
nageslacht.
't Was inderdaad een indrukwekkend
schouwspel Maandag jl. uil alle oorden
des lands te Rijscnburg bijeen te zien,
de aanzienlijkste mannen uit alle rangen
en standen, die zich als 'I ware ver
drongen om cene hulde te brengen,
rop reeds zoo lang als met span-
uitgcicz.cn gezelschap rondom het mo
nument. Het feestterrein was met groote
en kleine vlaggen, oranjedoeken, pal
men en bloemen keurig versierd.
Onder de aanwezigen werden op
gemerkt de drie R. K. ministers, hunne
Excellenties Bevers, Kolkman en Ne-
lissen, de leden van het Metropolitaan
kapittel uitgezonderd de dekens Mulder
en Dobbelman, de leden van het groot
comité tot inzameling der gelden voor
het monumentde vicaris-generaal Mgr.
II. J. H. Brouwer, Dr. Nolens, Tweede
Kamerlid en W. Prinzen, Eerste Kamer
lid, pastoor Dr. van Zinnicq Bergmann
(Tilburg), K. S. H. Visser (Bolsward),
alsmede minister Kolkman (ook in deze
functie). Voorts de Eerste Kamerleden
Bosch van Drakestein, van den Biezen,
Waterschoot v. d. Gracht en van Basten
BatenburgTweede Kamerleden Dr.
Nolens, Aalberse, R. Regout, en van
Wijnbergende oud-ministers Harte
van Tecklenburg en Loeff; de Com
missaris der Koningin in Noord-Bra
bant baron van Voorst tot Voorst, de
secretaris van het permanent Hof van
Arbitrage baron Miciiielsvan Verduynen.
Verder Prof. J. V. de Groot. (Amster
dam), Dr. Ariöns, de Hoogcerw. Heeren
Dekens Ie Blane van Everdingen, Ep-
pink van Groningen, Janssen van Bun-
nik, van Heukclom van Jutpliaas en
van Rossuni van Montfoort.
Eindelijk prof. De Louteren de oud
professor in de wijsbegeerte, Van der
Wijck; de staten-ledcn van Utrecht.
Jlir. van Loon en baron Van Marden-
broek Mr. Beets, de letterkundige Smit
Kleine en vele familieleden van den
grootcn Schaepman, onder welke zijn
broeder en de oudste neef, de Ie lui
tenant der infanterie te Breda, Th. F.
M. Schaepman.
Wie helaas afwezig moest zijn, dat
was de grijze bouwkundige Dr. Cuy-
pers, de' geniale ontwerper van liet
Te ruim 12 uur naderde een rijtuig
aanvoerend Z. I). II. A\gr. den Aarts
bisschop vergezeld van een zijner
secretarissen, van den vicaris-generaal
voornoemd, en Mgr. Roess, deken van
Utrecht. Z. D. H. was omhuld door
den bisschopsmantel, en schreed nader,
plaats nemend te midden der Ministers,
vlak tegenover het spreekgestoelte.
Onmiddellijk werd nu het omhulsel
neergelaten. 1 let fanfarekorps hief dade-
fanfares aan, waarna professor Hins-
hergli optrad lof hel houden der
volgende
FEESTREDE.
Monseigneur, Doorlucht!'e Metropoliet
•Ier Nederiandsehe Kerkprovincie,
Ministers tier Nederlanden, Edel
achtbare lieer Durgemcesler.
tcgenwoordigers der geestelijke en der burger
lijke macht, .i.ui wier heider weldadige heer
schappij de man. dien wij hier huldigen, zijn
uiis volk van heden,, dal vrijheid
verdraagzaam, groot is in nlh
klein volk groot kan zijn.
voorspelling van de toekom:
kalme, vredelievende Nederl
geestelijke
een Nederlandseh priester heeft
gewerkt en gezwoegd, waar een priesterlijk
Nederlander heeft geofferd de hoogheilige gave
van zijn gekruisteii God. maar ook - geofferd
hulde
ir alle:
Schaepman's naam aan de ruimheid,
de onbekrompenheid van allen, die hier
samenkwamen, van welke belijdenis, partij
of richting zij mogen zijn. en ik kwijl mij
van dien plicht uit de volheid mijner oveiluiging
Maar nuWat zal ik zeggen hij dil heerlijk
Toen de Alnncister. wiens -hooge jaren
geen helelsd zijn^dat elkjaar nieuwe
brengt, de Aartsbisschoppelijke opdracht had
Schaepman's leven le veelzijdig was', oin
belichaamd te worden in één beeld.
«SLSft.fttXJWS'zS
Doctor geeft, zooals hij was door Kerk en
Vaderland gchukligd, dan achtereenvolgens
van pijlers en tyinpancn, met symbolen van
zijne deugden en zijne gaven gesierd, ten
hemel op te streven en er hoog te houden
hel beeld van St. Juris, den vromen en
ridderlijken strijder Gods.
Ik bewonderde het kunststuk zoo veelzijdig,
toch zoo één. Zóó kenden wij hemIn rotsvast
met de christelijke deugd der hoop tol één
naar Oodf^kroon der^icfdè'^aan "veie
vruchten rijk.
liÊSKB
briljant, dien ik in mijn handen hield. Niel
zes. maar honderd zijden. Toen dreigde één
oogenblik mijne besluiteloosheid met ver
dal ik zeker wist te zullen hooren, zoo dikwerf
Scha e p m a n redevoerdeGods vrije Zon.
O! ik wil het wel bekennen, ik heb soms
ijl de meester rust en de zon
zon! Hij groette het blijde, als het
i machtig binnenstroomde door het
dorpskerk1?hi/Tag bestralen op^e/golant
van zijn vriend, op wien hij, mei de armen
als ler omhelzing uitgestrekt, zoo jolig lachend
loc kon heden. Met mystisch licht zag hij
of kon. een ontwikkeld stuk bruikbaar mensen
veel en edel. als een akker vol zaden, die
en de slovende warmtestudies in den goed-
alles
clicn, toch e
Seminarie, later ii
met den koepel van St. Pii
uit, op de zeven heuvelen,
doctorshoed ging winnen, meer nog. d
vollen doop ging halen van Rome's goud
zon; gezellen en vrienden hoogstaande na
geest en hart Roomsch en onroomsch
hier gelijke hulde en dank! hoe kon I
anders, of de jonge di
bekoorde.
lar-wijs-
:ii, die zijn stiidenti
volksredenaar, die de schar
en mei zich voerde, waar
wildede staatsman eindelijk, die altijd, ee
u:" Jstaatslieden.
:rstaan-
armde. de
tan zijne voeten zag nedcrzitl
gepeins verzonken, als zij vc
itij, de Doctor, er over dacht.
in ei
Hij i
nd. Doctor Scl
O, muchl ik u op dl
grooien, blijmocdigen man. zooals hij 'was
in zijn dagelijkscl^ leven, op zijn brcede
zijn veelomv.illenden arbeid, soms gemoe
delijk zuchtend over de zorgen, die hel
leven ook hem niel gespaard li.id. blij-gc-
tan de kleine Godsgaven, die
hetzelfde
geboden heeft
een hand, die
geven" Moei!?
besnaard
n bieden
:dcdcclcnd mei
wat de SJère'zoojuist ha? e"
>cht ik hem schetsen mei dal fijn
hart. dat klopte in dat zwaarge-
ooiiwue lichaam en voelde voor den sloeren
zeeman en voor de tcederc moeder, dat ruim
was als zijn blik, die heel de wereld over
zag! llij was een kind van de zon!
De vrije zon! Vrijheid is in Nederland
geen klank, maar het -bloed, dat ons door
de aderen stroomt, door den hartslag der
het éénc^vrijc volk.' Naar Vrijheid 'hijgde
de Slaatsburgcr Schaepman. hij had die
lief als den appel zijner oogen, want z.on-
;n spreek tol het gchcclc land, dat
zelf heeft geëerd in dc hulde hier een
groole zonen gebracht. Daarom juist
k: hel hoogste en liefste, wat gij hebt,
Schaepman overal, altijd. Vrijheid
hel kind en de school, voor de ouders
:t hulsgezin -, vrijheid voor den arbeider,
aar welstand streeft, voor den werkge-
Op die vrijheid fier. jubelde hij zijn
Hullandsch hart uit, toen hij op den
Katholiekendag te Keulen zijn Duitsche
Na al de geestelijke orden te hebben op
gesomd, die het allenomvatleud Nederland
vrij liet leven en werken, riep hij zijn on
bedaarlijk lachend en stormachtig juichend
gehoor toe. dat wij hier ook Jezuïeten had
den. Jezuïeten uit Frankrijk, Jezuïeten uil
Duitschland, Jezuïeten in de kerk. Jezuïeten
iu de school en dal die Jezuïeten geen vrees
inboezemden aan den Nederlandscheii Slaat!
wie voor leugen en onrecht dc vrijheid
opvordcrl. wordt een bedrieger en een dwin
geland. Maar al behoorde Schaepman tot
in deze feilbare wereld, al zou liij'ook'door
wie hij zijn overheid wist teruggeroepen,
gekeerd zijn als een kind. dat moeders stem
vernam, toch gaf dat geloof en die gehoor-
-■ccj,|S leiding aan zijn vrijheids-
gccs
zonder dien U
den. Dc wetenschap, dat hij dc waarin
uit de hoogte neerzien op een ander. Hij
zou hij niemand misleiding of kwade trouw
veronderstellen. Integendeel.Hij wisl te goed.
dat liet geloof een gave is en bad zijn pries
terbede van ganscltcr harte aan het sterfbed
van den eerlijken tegenstander, die niet als
hij geleefd had en geloofd. Hij had genoeg
zelfkennis om de fouten en gebreken van
anderen niet al tc streng te beoordeclen.
boet
Hij v
jii^ worden, memand prijs
i het oud geloovcii in te
wat men noemt, rond en
.-rlijk in zijn vrijheidsliefde.
5£
-d, trouw
Wat hij n
:n op de ouderen smaalden. Dat duldde
- 'ijkheid niet en - ik moet volle-
zij kookte, als ooit een afvallige,
vooral een medepriester, die misschien niet
veel meer had gedragen van het heilig
priesterschap, dan liet zichtbaar kleed en
iict onzichtbaar tecken van zijn macht, een
adder aan dc borst der Kerk gekoesterd,
het giftig vuil uit eigen boezem op het
vlekkeloos kleed der Moeder werpen ging.
Dan kookte hij! Want God laat wel Zijne
zon over zulke menschen schijnen, maar
God heeft nog ecu eeuwigheid voor zich.
Doch Schaepman moest dan protcstceren,
al was 't met medelijden voor den persoon,
in heiligen toorn zijne dus gehoonde Moeder
en het Credo bruischtc in het Pugno op
van dezen priester-strijder Gods.
Gods vrije zon I Hoe zou ik een beeld
van Schaepman, het vrijheidlievend zonne
kind, kunnen geven, zonder le gewagen
van Hem. op Wiens koninklijk .Hel worde"
liet licht geworden is en door Wiens
eeuwig Woord de vrijheid kwam der Kin
deren Gods?
U lieven, loven en belijden
Met ied're gave, ted're kracht
Dat is de vaste wet der lijden.
Zóó zong onze dichter hij de wisseling
der eeuwen Jcsus Christus toe, die geen
gisteren kent. geen morgeit, slechts 't heden,
dat in Hem bestaat. Dat was de wet der
eeuwen, het richtsnoer van zijn rusteloos
leven. - de les van zijn gloricuscn dood.
Mag ik spreken over zijn duod?
Schaepman zelf heeft over Von Mal-
linckrodt getuigd: .Als Christen heeft hij
geleefd, als een held is hij gestorven. Dil
ook in huil'leveii moge' geschieden, in den
duod ligt hun triomf". Dat woord is heer
lijk waar geworden in hem, die hel heeft
gesproken.
De kunstenaar, die het beeld van onzen
waard, looide hem, naar /ede en leehl. in
't plechtgewaad en met de ordctcckencn
door Paus en Regeeringen geschonken, maar
mag ik omdat het mij is, alsof mijn
meester het wil spreken over hel kleed,
dat hij zich zelf verkoos, toen llij zich niet
waardig noemde om in het priesterkleed
ie rusten mag ik spreken van Schaep-
m a n in het Franciscaner boetegewaad V Toen
is het Zonnekind geen duisterliug geworden.
1 lev
hu jui-!
«wijsheid, t
t deze
gebracht, verdord en geel als het herfstblad
hem ontviel, toen straalde het licht van
's Heeren aangezicht hem hlijder, voller dan
aan het heerlijk beeld van God, dal'onder
pand van liet eeuwig licht, de treffendste
gelijkenis.
Zeker, zijn aardsche zon neigde ten on
dergang. In doodsbenauwdheid hijgde zijn
iiecft Schaepman meer gewerkt en ge
zwoegd en geworsteld en gezweet dan op
den volstcn dag zijns levens, maar zijne
christelijke blijmoedigheid, in die laatste
lijdensdagen oji zoo zware proef gesteld,
gelouterd in ellende en in smart, verliet
hem niet één oogenblik. Zij bleek van het
edelst goud! Uit Gods genade voortge
sproten voerde zij tot God terug. De kin-
derweelde van zijne jeugd, de lust zijner
jongelingsjaren, de weerbaarheid, de strij-
denskracht zijner kloeke mannelijkheid, bleef
zij. toen het leven langzaam lionengleed.
zijn sponde tot het zalig einde, tol ilc-over-
Hoogiied van de Zon en liet zich dat in zijne
laatste levensuren bij herhaling door zijne
broeders voorzingen. En Schaepman? -
Toen de majesteit des doods kwam over
hém en hij zich bijna wist voor Gods rech
terstoel, vroeg hij om het boetekleed van
St. Franciscus.
Toen kwam misschien ook voor zijn geest
het te-kort der Katholieken; hij wisl hoe
heel het Vaderland belang in hem stelde. In
die laatste oogcnblikkcn dacht hij terug aan
beid, zoo'ruimschoots door hem genoten,
aan het Credo l'ugno. dat hij zijn fleer had
weergegeven, misschien nog niet genoeg in
alles dc waarlijk groote mannen zijn liet
allerlaatst voldaan hij bad, in zijne ziel
golfde de liefde en liet berouw iu Gods
genadestroomeii binnen en toen Jezus was
gekomen, de dood zijne kille hand op
Schaepman's borst had gelegd, rustte de
held in een monnikspij, dc oogen door dank-
hare vriendenhanden gesloten voor Gods
Wat zeg ik. mijne toehoorders? Is voor-
ii allen niet peilloos de diepte der gehei
menissen? Kunt gij tellen misschien dc zonnen
aan het firmament? Geeft wetenschap hier
het volle welen? Zoo niet als het geloof
mag spreken: God zal wel andere zonnen
hebben voor zijn >egc-
stredeu in de hitte van den levensdag.
Wie is liet, die zoo hoogh gezeten
Zoo diep in 't grondcloozc licht
Van lijdt noch eeuwighcit gemeten?
Die vraag kwam den stervenden zoon van
Vondel op de lippen, toen hij hel hall
schertsend .ijdelheid" noemde .zoo dicht
Maar wij vergeven hem zijn sublieme
„ijdelheid." Het antwoord heeft hij mï be
grepen
Der Zonnen Zon
Dat 's God
Ik denk aan Schaepman's graf. in verren
sche zon beschenenik sla met u bij Scha e p-
in a u's monument doorde Oranjezon bestraald