Katholiek Nieuws= en Advertentieblad
No. 25.
Zaterdag 19 September 1908.
Twee en twintigste Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Franco per post
Afzonderlijke
f 0.40
f 0.05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prils der Advertentign
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meerf 0.05
CorrespondentiCn en Advertcntiën moeten uiterlijk Vrijdag
avond voor 4 uur aan het bureau bezorgd zijn.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
DE OPENINGSREDE.
In de vereenigde vergadering van
de heide Kamers op Dinsdag 15 Sep
tember j.l. tot opening van de gewone
zitting der Staten-Gcneraal hield dit
maal namens H. M. de Koningin, de
minister-president Mr. Heemskerk de
volgende Openingsrede:
Mijne heeren.
De Koningin tot Haar leedwezen
verhinderd in uw midden te verschijnen,
heeft ons opgedragen deze zitting der
Staten-Gcneraal te openen.
In de vriendschappelijke verhouding
tot de Regeering der Republiek Vene
zuela is eene storing gekomen, naar
welker vreedzame opheffing door Harer
Majesleits Regeering wordt gestreefd.
Onze betrekkingen met de overige
buitenlandsche Mogendheden zijn bij
voortduring van den meest vriend-,
schappelijkcn aard.
Veel is er in moederland en koloniën,
dat tot erkentelijkheid stemt. Noch
tans zijn er ook eenige minder gunstige
verschijnselen waar te nemen.
Met dankbaarheid mag worden ver
meld, dat de toestand van landbouw,
tuinbouw en veeteelt over het alge
meen bevredigend is. Het gevaar, dat
door het optreden van het mond- en
klauwzeer den veestapel bedreigde, is
thans geweken.
Minder voldoening geeft, mede ten
gevolge van de moeilijkheden op de
geldmarkt, de toestand van handel en
nijverheid.
Het scheepvaartverkeer over enkele
Nedcrlandsche havens is in dit jaar
geringer dan in 1907. Dientenge
volge geeft het scheepvaartbedrijf,
in het bijzonder de algemccne vracht
vaart, onbevredigende uitkomsten. In
meer dan ééne gemeente trof, door
deze oorzaken, werkloosheid een deel
der arbeidende bevolking.
De belasting-invoering in het gou
vernement Sumatra's-Westkust heeft
in dat gewest ongeregeldheden doen
ontstaan, die de Regeering diep be
treurt, ook met het oog op de ge
vallen slachtoffers.
De kolonie Curasao ondervindt scha
de door de verstoring van het verkeer
met Venezuela
Lof verdient de wijze waarop zoo
hier te lande als in de koloniën burger
lijke er militaire landsdienaren zich
van hun plicht kwijten.
De toestand van 's lands financiën
eischte zooveel mogelijk beperking bij
de voorsteilen tot uitgaven en vordert,
afgezien nog van hetgeen later zal noo-
dig zijn voor de uitvoering van sociale
hervormingen, duurzame versterkingder
middelen tot behoud van financieel
evenwicht.
Daartoe zullen U wetsontwerpen
worden aangeboden tot herziening en
verhooging van het recht van successie
en tot invoering van eene algemcene
inkomstenbelasting met eene kapitaal
belasting als aanvulling, ter vervanging
der Vermogens- en Bedrijfsbelasting.
Ten einde te voorzien in het tekort
voor hel volgend dienstjaar zullen U
voorstellen bereiken tot heffing van
een matig aantal opcenten op de Ver
mogens- en Bedrijfsbelasting en tot
verhooging. van den accijns op het
gedistilleerd, waarvan de opbrengst
in de toekomst zal kunnen strekkeu
tot equivalent van eene verlaging van
den accijns op de suiker.
Verschillende wetsontwerpen, be
halve de reeds tevoren toegezegde,
zullen U eerlang bereiken, waaronder:
tot herziening van de wetgeving be
treffende de naamlooze vennootschap
pen, tot wijziging van het zeerecht,
tot herziening van de bepalingen
van het Burgerlijk Wetboek ten aan
zien van de verplichting tot vergoe
ding van schade door onrechtmatige
daad ontstaan, tot regeling van de
aansprakelijkheid voor schade door
automobielen veroorzaakt, tot ge
deeltelijke herziening van het Eerste
Boek van het Wetboek van Strafrecht,
tot regeling van de banken van lee
ning, tot het vaststellen van bepalin
gen omtrent de toekenning van pen
sioen aan de weduwen en weezen van
militairen beneden den rang van officier,
behoorende totdeZee-en Landmacht,
tot wijziging van de wet op het mili
tair onderwijs. tot herziening der
wet tot regeling van het veeartsenij-
kundig Staatstoezicht en de veeartsenij-
kundige politie. tot beperking
van den Zondags- en den nacht
arbeid in het broodbakkersbedrijf,
almede eenige voorstellen van bijzonder
dringenden aard ter herziening der
Ongevallenwet.
Plannen tot verbetering van de Maas
tusschen St. Andries en Hedikhuizen,
zoomede van den Gelderschen ljsel,
zijn in overweging.
Voortgegaan wordt met het bevor
deren van de totstandkoming van spoor-
weglijnen, welke aan de locale ver-
keersbehoeften voldoen.
Van de bestuursbemoeiingen met het
financieel beheer in de zelfbesturende
landschappen van den Oost-lndischen
Archipel, mogen voor de welvaart der
landschappen goede vruchten worden
verwacht.
Het bezoek van den Gouverneur-Ge
neraal van Nederlandsch-lndië aan At-
jch heefl tot een helder inzicht in den
gang van zaken aldaar geleid en dui
delijk den weg tot bevrediging van dat
gewest aangewezen.
Gewichtige aangelegenheden zullen
ook dit jaar Uwe aandacht en toewij
ding vragen.
Moge God Zijn zegen op Uwen ar
beid doen rusten.
In naam der Koningin, verklaren wij
de zitting der Staten-Generaal te zijn
geopend.
Om bekende redenen, welke H. M.
de Koningin beletten dit jaar de Ope
ningsrede uit te spreken, werd dit ge
daan door den heer Heemskerk, mi
nister van Binnenlandsche zaken.
De Openingsrede, hoe ook beschouwd,
is echter dit jaar geen stuk, dat een
blijde stemming wekken kan.
Eerst wordt herinnerd aan de sto
ring der vrtendelijke betrekkingen met
Venezueladan gewezen op minder
gunstige verschijnselen in Moederland
en Koloniënop den treurigen toe
stand van de geldmarkt en dienten
gevolge van handel en nijverheid; op
het mindere scheepvaartverkeer over
enkele Nederlandsehe havens, wat tot
onbevredigde uitkomsten leidt, en mede
de oorzaak is. dateen decider arbeidende
bevolking door werkloosheid getroffen
werd, om dan te komen tot de belasting
paragraaf, die wel liet meest de aan
dacht trekt.
„Zooals te verwachten was," schrijft
de Tijd terecht, „staat deze Openings
rede in het teeken van de belasting-
verhooging. Niemand kan de Regee
ring hierover met reden lastig vallen
en haar verantwoordelijk stellen voor
de ongunst der tijden, welke in dit
„crisisjaar" zoowel de particuliere als
de Staatsfinanciën zoo zeer in de war
stuurde. Met voorbehoud van het recht
van critiek op de aangekondigde wets
ontwerpen, welke belastingverhooging
ten doel hebben, zullen wij verstandig
handelen met ons te verzoenen met
het denkbeeld, dat de verhooging
onvermijdelijk is. De ware vader
landsliefde vordert van de verschil
lende partijen, dat zij den, buiten zijn
schuld, zoo erg in het gedrang ge
raakten Minister van Financiën de hand
reiken om de, hopen wij, tijdelijke
financicele malaise te boven te komen.
„Nu de groote sociale hervormingen
blijven rusten, kon men redelijkerwijze
niet verwachten, dat de Regeering hare
toekomstplannen openbaarde omtrent
de wijze, waarop zij zich het noodige
geld voor din hervormingen voorstelt
te verschaffen. Vandaar geen woord
over invoerrechten en bescherming.
Zoo ooit, dan beteekent uitstel hier
geen afstel. Degenen, die meencn, dat
er op het oogenblik geen actueeleren
brandender vraagstuk aan de orde is
dan de kiesrecht-quaestie, zuilen zich
verbazen en misschien ergeren over
de nuchtere kalmte van een Regeering,
die dit zwaarwichtig probleem eenvou
dig doodzwijgt. Maar zij doet dit met
alle recht, dunkt ons. In 1908-1909
is aan een kiesrecht-regeling natuurlijk
geen denken en de kunstmatige op
winding om deze aangelegenheid voor
de eerste toekomst op den voorgrond
te dringen, is nu reeds zóó groot.dat
het stilzwijgen van de Regeering in
deze omstandigheden niet anders dan
weldadig op de gemoederen kan wer
ken. Er is waarlijk wel wal anders te
doen, op sociaal gebied niet het minst,
dan den grooten strijd te openen over
een problematisch vraagstuk, dat
ten slotte alleen „finaal" opgelost
wordt, als de demagogische leiders
hun zin krijgen en koning kraaien."
De „Tijd" besluit hare hoogst waar-
deerende beschouwing over de Ope
ningsrede aldus:
„Bij dit alles blijft ééne zaak zorg
baren en ons omtrent alle min of meer
grootsche en kostbare plannen, waar
van de verwezelijking anders zoo vei
lig aan deze Regeering is toevertrouwd,
eenigszins sceptisch stemmen. De ner-
vus re rum ontbreekt en het staat te
bezien, of in de eerste jaren de treu
rige oeconomische verschijnselen, welke
in dit Staatsstuk geconstateerd worden,
genoeg zullen verdwijnen, om van de
toch reeds zoo sterk aangesproken finan
cicele draagkracht van het Nederland
sehe volk nóg meer te vragen. Deze Ope
ningsrede doet ons daarom uitzien naar
een andere, welke door de aankondi
ging van een nieuw tarief van invoer
rechten eindelijk eens het afdoende
middel aanwijst, om zoowel onze be
rooide schatkist te vullen als de natio
nale nijverheid op hooger peil te bren
gen. Zoolang de directe belastingen
de noodige middelen moeten verschaf
fen om ons te redden uit de financieele
ongelegenheden, door oeconomische
crisissen ontstaa:.. en eene dure sociale
wetgeving te bekostigen, blijft het tob
ben en sukkelen."
BUITENLAND.
FRANKRIJK.
De Kardinalen, aartsbisschoppen en
bisschoppen van Frankrijk hebben een
verklaring gepubliceerd aan de huis
vaders van hun land. waarin zij stel
ling nemen tegenover de verderfelijke
plannen van den minister van onder
wijs. In dat gezamenlijk schrijven der
bisschoppen wordt gezegd, dat de
onderwijswet zich tegenover de ge
zinnen tot het volgende verplichtte:
handhaving eener volstrekte onzijdig
heid, eerbiediging van dat geloof der
ouders, alsmede van liet geweten der
kinderenkrachtdadige bescherming
tegen alle ondernemingen der onder
wijzers, die aan dien eerbied zouden
te kort komen of die onzijdigheid zou
den schenden.
De Fransche bisschoppen nu con-
stateeren in hun schrijven, dat die be
loften niet zijn gehouden.
De bisschoppelijke verklaring toont
de twee voornaamste vijanden der on-
EEUILLETON.
GOOS WEGEN 2IIN gNDQGRGRONDELIJK.
Ci) Elk uur, dal hij vrij van dienst was,
hraclit Wcher in 't hospitaal door. Dikwijls
trof hij daar Bcrncck aan in ernstig gesprek
met Pater Augustinus; of hij vond hem in
godsdienstige hoeken verdiept, of biddend
in de kerk. Op den dag, dal de jonge graaf,
geheel hersteld, zijn plants weer innam in
de gelederen der troepen, knielde hij met
Weber aan de Communiebank. Hij had zijn
God en Heiland teruggevonden. „De opoffe
ring van u en Thomas brachten mij lot ern
stig nadenken." zei Bcrncck in vertrouwen
tot Weber. „Thans weet ik alles, ofschoon
ik toen nauwelijks mijn bewustzijn had, doch
ik ken den weg, den afstand, de moeilijk
heden. 't Een heefl Thomas mij gezegd,
'I andere onze strijdmakkers, 'I overige heb
ik mij zelf herinnerd. En toen ik eenmaal
aan 't nadenken was, ben ik tot de over
tuiging gekomen, dat zulk een liefde, die
zijn leven geeft voor zijn mede-broeder, niet
van deze aarde kan komen. De natuur leert
wijzen prediken ons, dal ieder slechts om
en voor zich zelf beslaat, dat hij genieten
moet van 't leven, zelfs ten kosie van het
geluk eens anders. Slechts God kan zulk
een liefde in '1 hart des mensclien gelegd
hebben,
n bereid is zich o
inwendigen drang in mij, mei Pater Augus
tinus te gaan spreken. Zijn wijze woorden,
de slichtende boeken, welke hij mij gaf,
vóiir alles echter Gods genade hebben mij
de oogen geopend. Kalin zie ik thans ook
de lockomst in. daar ik weet, dal mijn levens
lot in Gods wijze voorzienigheid berust."
III.
Aanhoudend had de opstand zich over 't
gchcclc Nama-gehled uitgebreid. Op de meest
afgelegen punten van 'I land kwamen dc
roofzuchtige horden te voorschijn, verschenen
vandaag hier, morgen daar, om zich plotse
ling Ie verliergen in de vele sclniilplaalscn
van hel uitgestrekte, weinig bevolkte gebied.
Wekenlang marcheerden de troepen tegen
de gestaalde, flinke Holtcntottcn, die groot
geworden zijn met 't geweer in de hand,
die elk hoekje van 't land, elk spoor in 't
zand kennen; voor wie de krijg een lust is
en honger en dorst geen afschrik zijn. Trof
op marseli in 't open veld vijandelijk Wit-
boys aan, dan vlogen zij in een groolcn
kring uileen of vuurden een half uur op te
grooten afstand en snelden dan weg.
Dc vermoeiende marschcn, het bestijgen
der rotsgebergten, hitte en koude, honger
en dorst staalden de krachten der Duitsche
soldalen. En al waren ook in deze moeilijke,
gevaarlijke dagen de door hel weer ge
bruinde soldalen, mei hun onverzorgd hoofd
haar en baard, hun stoffige, gevlekte, ge
scheurde kleeding. nauwlijks herkenbaar,
toch sprak uit hun heldere oogen steeds
moed en slrijdenslust, welke bij elk grootsch
werk zoo noodig zijn.
En dat was maar goed ook. Voor de troe
pen toch lagen donkere, blauw-grijzc berg
massa's met overhangende toppen, als door
de natuur tot onneembare vestingen gemaakt.
Hier had Hendrik Witboy, het listige opper-
liootd der Hottenlotten, zijn hoofdmacht ver
zameld, gereed, den kamp der vertwijfeling
te strijden.
Met dc uiterste inspanning was het gelukt
drie compagnieën der grenstroepen op dit
punt samen te trekken. Reeds vier en twin
tig uren waren verloopcn na het verlaten
der laatste bron. Waterwagens, waterzakken
en vcldflcsschcn waren nog slechts gedeel
telijk gevuld, toen op de eerste bataljons
van verscheidene bergtoppen een hevig ge
weervuur geopend werd. Dc vijand had zich
zeer sterk verschanst en hield de eenige
bron bezet, 30 mijlen in den omtrek. Vijf
maal sterker waren de Hotfcntotten dan de
Duitschcrs't was een bijna hopclooze strijd.
De Duilsche troepen, aangevoerd door een
majoor, verschansten zich achter rotsblokken
en stonden liet vuur door. In de voorste vuur
linie lagen Weber en Bcrncck, dc beide on-
afschcidclijkcn, en vuurden langzaam en
met tiissclienpoozcn, zooals de majoor be
volen had.
.Waar zijn de officieren?" vroeg Berneck,
toen tegen den middag hel vuur wat ver
minderde,
„Onze luitenant is doody-de kapitein heeft
een schot in 't been gekregen. Ook Petersen
en Herman zijn gewond." antwoordde Weber,
die een gewonden nevenman op een veilige
plek gebracht had.
Tegen vijf uur ontvingen zij den laatsten
dronk watertoen was de voorraad op en
de ergste vijand in den Afrikaanschcn krijg
de dorst vervulde de troepen met
grooten schrik. Het brood, dat den dapperen
strijders bij 't valleu van den nacht gege
ven werd. konden zij er niet doorkrijgen, dc
tong kleefde aan 't gehemelte.
Met 't geweer in den arm brachten de
troepen in gcvcchtslinie den nacht door. Den
volgenden morgen ontbrandde de strijd op
nieuw. De verliezen werden grooter; met
het klimmen van den dag werd de dorst
heviger.
'I Meest leden nog de gewonden van den
dorst. In veilige rotsspleten aan den voet
van steile rotsen lagen zij onder bescherming
der dokters en hospitaalsoldaten.
Weber en Bcrncck droegen een gewonden
strijdmakker er heen, toen achter een rots
blok twee bruine gezichten opkekenThomas,
dc herdersjongen en een voerman der pro
viandwagens, een vertrouwbaar, ouden man.
„Terug! Wat wil je hier?" riep Weber
I .De oude izaak weet water, veel water.
daar boven I" en Thomas wees naar de
Bij het tooverwoord „water" luisterden
„Daar boven, gronte bank, veel, veel wa
ter, alleen Hottentot dat weten." verzekerde
dc oude ossendrijver en deelde in gebroken
woorden mede. dat er boven in een spelonk,
onder overhangende rotsen een bank was,
die nooit uitdroogde, zoo diep was die, maar
onbereikbaar voor elk, die niet kon klimmen
als een gems.
.Bank" noemen dc inboorlingen het wa
ter. dat in rotsspleten op beschutte plaatsen
blijft staan.
.Thomas naar boven klimmen water
halen voor blanke broeders." sprak de bruine
knaap vol vuur. Reeds had hij een touw om
't lichaam geslagen, om de waterzakken op
te trekken en neer te laten.
Een officier, die naderbij gekomen was,
schudde het hoofd. .Wie naar boven wil
klimmen is een man des doods een mik
punt voor die daar boven zijn."
„Luitenant, Thomas laten klimmen," smeekte
de bruine knaap. „Ruiters water hoog
noodig."
.Ja. dat hebben ze zeker. Probeer 't dan
maar! Of men zoo of anders sterftDe
officier wendde zich af; het schemerde hein
voor de oogen, zijn borst brandde van
dorst, alsof een inwendig vuur hem ver
teerde.
Wordt vrrvolgd.)