Katholiek Nieuws= en Advertentieblad No. 47. Zaterdag""20 Februari'"!909. Twee en twintigste Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Franco per post Afzonderlijke nummers f 0.40 f 0.05 Bureau: Langegracht 13, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meerf 0.05 Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Het defensie-vraagstuk. ii. Alvorens over te gaan tot een korte bespreking van het defensie-rapport meenen wij ntet alle bescheidenheid deze vragen te mogen stellen: Zou de koers door den Alg. Bond van R. K. Kiesverenigingen in Neder land thans weder met zijn rapport ingeslagen, nu wel het meest aanbe velenswaardig zijn Heeft een dergelijk optreden van den Bond niet een zeer bedenkelijke zijde, waarop noodzakelijk dient gelet? Wij meenen bevestigend op beide vragen te mogen antwoorden. Tegenover de Katholieke Kamerleden achten wij op de eerste plaats een zondanig handelen ongewenscht. Deze mannen zijn door de katholieke kiezers ter Tweede Kamer afgevaardigd, •zijn dus aan de kiezers bekend en met hun vertrouwen vereerd: wanneer nu een rapport over genoemd vraag stuk wenschelijk werd geacht, zou toch niets natuurlijker zijn geweest, dan dat uit den boezem dier Kamerleden een com missie werd gevormd om een rapport ineen te zetten en dit aan hunne kiezers voor te leggen. Van dezen aangewezen weg wordt thans weder geheel afgeweken: door het Bestuur van den Alg. Bond van R. K. Kiesvereenigingen werd een vijftal personen aangezocht, die voor het meerendeel bij de kiezers totaal on bekend zijn, om een rapport saam te stellen, dat ook en vooral aan de Katholieke Kamerleden moest worden voorgelegd. En dat geschiedde, ondanks er onder die Kamerleden militaire specialiteiten zijn aan te wijzen, die toch zeker be voegd mogen geacht worden in een rapport hun zienswijze te kunnen ont wikkelen over een politiek vraagstuk, artoe zij op de eerste plaats ge pen zijn, als dit aan de orde komt, dit mede op te lossen. Doch nu wordt hun zelfs een rapport opgedrongen. Daar komt nog bij, dat genoemde Bond wel als een algemeene wordt .'ingediend, doch kiesvereenigingen mist, die verscheidene katholieke leden ter Tweede Kamer afvaardigen, en ook aan deze alge vaardigden wordt door bemiddeling van den Bond, die niet in betrekking staat met de R. K. Kies vereenigingen. welke hun het vertrou wen als Kamerleden hebben geschonken, een rapport voorgehouden. Naar ons bescheiden gevoelen is zoo te handelen wel aan bedenking onder hevig. En volgens den loop der zaak zal zeker voortaan bij elke opwerping van een politiek vraagstuk, alweder een commissie moeten benoemd om een rapport daarover saam te stellen. Waar wij zoodoende met den Bond nog zullen aanlanden, blijft een be langrijke vraag. De Haagsche briefschrijver in de „Tijd" is dienaangaande ook niet ge rust en komt ook met bezwaren. Na een korte bespreking laat hij er op volgen „Toch dient nog hier wel eens de vraag herhaald doch die gaat ge heel buiten de commissie om of speciaal onze katholieke staatspartij, waarin plaats moet zijn voor alle katholieken, op den duur verstandig doet haar program vast te leggen in zoo uitgewerkte en zoo in details af dalende conclusies. Is dat de eenheid niet onderwerpen aan een proef, waar tegen zij op den langen duur wel eens niet bestand kon blijken? Een gelukkig toeval is, dat de conclusie der commissie en de plannen van den minister van Oorlog elkaar ontmoeten. Men noemt dat echter zelf en terecht, een gelukkig toeval. Wat zou het gevolg zijn ge weest. indien het tegenovergestelde gebleken? Gelukkig, dat ik het bij vragen laten kan en de vraag alleen ter overweging aan onze voor- nen mag aanbieden." Het rapport op den voet te volgen is voor ons blad zeker niet doenlijk, maar ook minder van beteekenis wijl in de conclusies het hoofddoel wordt saamgevat. De conclusies luiden dan als volgt: eerste oefentijd. Ter beantwoording van de sub 2o. der opdracht gestelde vragen, meent de commissie niet beter te kunnen doen, dan hieronder zoo beknopt m gelijk de verschillende conclusiën we te geven, waartoe zij op grond der het rapport in den breede ontwikkelde motieven kwam. I. Ben uniforme cersle-oefeningstijd van 8' maand voor alle ingciijfden bij de on bereden wapens; behoudens liet onder II gestelde. II. Bene regeling van het volksonderwijs in de gymnastiek op zoodanigen grondslag, dat eene lichamelijke geoefendheid worde verkregen, die recht geeft op ten hoogste 2 maanden afslag van eerste-oefeningstijd. heffing Uit bovenstaande conclusies blijkt o. a. dat de wijzigingen, betreffende de Militie-wet en de Landweer-wet, in het rapport voorgesteld, vrijwel over eenkomen met die, welke door den Minister van Oorlog reeds in zijn Memorie aan de Tweede Kamer zijn genoemd. Ingrijpende wijzigingen in de be doelde wetten, die slechts een luttel tal jaren in werking zijn, en nog niet eens volledig hebben uitgewerkt, wor den hier door de Commissie in haar rapport aanbevolen. Om slechts te noemenDe Com missie wenscht verkorting bij het leger van den diensttijd van 8 tot 6 jaar, en bij de landweer van 7 tot 5 jaar, dochafschaffing van het instituut der 4-maanders en eveneens verhoo ging van het jaarlijks militie-contingent met 4700 man. Voorwaar geen kleinigheid, vooral die laatste wensch! BUITENLAND. ITALIË. Naar aanleiding der ontbinding van de Italiaansche Kamer en de aanstaande verkiezing, die daarvan het gevolg zijn, bevat de „Osservatore Roman»" daarover een hoofdartikel. Het blad bevestigt, dat het verbod des Pausen, om deel te nemen aan de verkiezingen, volledig van kracht blijft. Maar de stemming is mogelijk voor de Katholieken. Indien de bisschoppen haar noodig achten, om de benoeming te voorkomen van afgevaardigden, die wetten tegen den godsdienst zouden stemmen. In dit geval mogen de bisschoppen de geloovigen machtigen Ie stemmen. Indien het noodig zou zijn, om de ■rkiezing van een anti-godsdienstigen candidaat te voorkomen, een katholie ken candidaat te stellen, mogen de kiezers er voor stemmen doch, eens gekozen, mag hij zich niet als katholiek afgevaardigde uitgeven. De vrijmetselarij in Italië vertoont zich bij deze verkiezingen weder in haar ware gedaante. Het hoofdorgaan van de vrijmetselaars-loge, de „Ragi- one", meldde reeds, dat het Groot- Oosten, nu de tijd van de aanstaande verkiezingen nadert, aan alle loges, welke onder hare bescherming staan, een circulaire heeft verzonden, waarin de reden en het doel van het bestaan der loges wordt uiteengezet. „Het doel." zoo leest men daar, „is het clericalisme bestrijden in al zijn politieke verbindingen. Tegenover de actie van het Vaticaan moet de vrij metselarij al hare krachten verzamelen om ze in den strijd te brengen overal, waar het er om gaat de idéé „ver wereldlijking van den Staat en van al zijne geledingen en instellingen" naar voren te brengen. Het blad zegt ten slotte, dat de vrij metselarij niet alleen strijden zal legen de clericalen en de gematigden, maar ook tegen de pseudo-liberalen, die tot nu toe de prie ters en de vrije ver- eenigingen hebben gesteund. Aan de candidaten zal de besliste voorwaarde worden gesteld, dat zij een duidelijke verklaring afleggen van hun anti-cleri- calisme en dat zij strijden in de de mocratische partij of in de uiterste linker groepen." Commentaar overbodig BELGIË. Seiliger, de Russische anarchist, die voor veertien dagen te Brussel de bom had neergelegd, is Maandagavond te Gent gearresteerd. Door een signale ment, dat door de politic te Brussel uitgezonden was. begaven zich dien avond de commissaris van politie en drie agenten naar de woning van een Russisch student, wiens uiterlijk met bovengenoemd signalement overeen komt en dat de persoonsbeschrijving was van den Russischen student, die FEUILLETON. De geheimzinnige ring. 16) „Ik weet liet niet, lieer graal, ik weet hel niet," antwoordde de oude hoofdschud dend. „Herinner u eehter slechts: Aan de Zwitscrschc grenzen moest ik u verlaten en den weg over Tirol hierheen in verban ning gaan t Bij u en het kind bleef slechts nog de oude Balscr, en u weel wellicht nog, dat ik dien man niet goed verdragen kon. Toen ik later hooren moest, dal de kleine graaf aan een heftige koorts gestorven was, kon ik de booze gedachte niet van mij los maken, dat Balscr hem niet behoorlijk ver pleegd heeft gedurende de ziekle. En dat geloof ik heden nog! Had ik het slechts aangedurfd naar Praag tol den ouden heer te gaan. de kleine Edgar zou onderweg zeker niets ergs wedervaren zijn!" „Hef kan wel zijn, wellicht, - zeide graaf Niederbcrg. „Balscr was zeker geen zoo goede dienaar als gij, mijn oude Wolf, en ik twijfel er niel aan, of hij hccfl u bij mijn oom, den ouden graaf Bruttcrodc, belasterd, zoodal de oude heer u daarom niel meer wilde zien, maar daarin doel gij Balscr onrecht, als gij meent, dat hij Edgar gedurende de koorts verwaarloosd heeft. Neen, neen, ik was daarbij en heb gezien, hoe hij hem verpleegde. Overigens de oude Balser is dood en begraven, en gij moei h uw haal niel verder nadragen. Wolf!' „Mooi gezegd, heer graaf," antwoordde de sombere grijsaard, korf afbrekend. „Maar een wensch heb ik nog!" „En welke?" „Mijn oude, beminde heer, graaf Bruttcrodc. nog eenmaal te zien en hem te zeggen, dat hij mij zwaar onrecht heeft aangedaan, toen hij mij voor altijd van zijn aangezicht ver bande. Wat heb ik dan toch misdaan? Ik weet niets, in 't geheel niets, niet in'I minste! Want dat graaf Siegfried in Nizza stierf, was toch niel mijn schuld?" „Volstrekt niet. Wolf! Iels dergelijks kan toch ook geen menseh gcloovcn! Wie weef wat den ouden heer bewogen heeft, u te ver wijderen? De dood van zijn zoon en ook het verlies van zijn kleinzoon drukte hem geweldig. Hij vreesde wellicht dooru te zien te levendig aan het verledens herinnerd te wordenvoeg daarbij Baisers lasteringen en zoo beschouwd, mijn beste Wolf, is de daad van graaf Bruttcrodc in 't geheel niel te verwonderen. Bovendien zorgde hij toch ook voor u, door u de post van slotvoogd op Gcierstcin toe te vertrouwen, waar gij lot uw taaiste uur rustig leven kunt, en zoo zie ik niet in, waarom gij u „Maar het krenkte mij toch, dat hij mij de betrekking op Oeierstein schonk, zonder mij te waarschuwen I" „Dat is niet te verwonderen, Wolt, gij behuort hierbij als deze tafel en stoelen, en daar ik, zooals gij weet de eenige erfgenaam van den ouden heer ben, staat het vast, dat gij vroeger of later in mijnen dienst zuil ko men. Wees dus niet zonderling, oude snaak! Ben ik niet altijd een goede heer geweest? Heb ik u in uwe rust gestoord? Vergeet het verledene en houd u aan het tegenwoordi ge! En nu. goeden nacht! De reis heeft mij vermoeid en ik heb beboette aan eenige uren rustigen slaap!" De oude jager boog en ging. Nadenkend keek graaf Niederbcrg hem achterna. „De oude jager heeft de trouw van een hond," mompelde hij. „Wanneer hij nu ook het instinkt had van een hond, die na jaren den verloren haas her kent: maar neen. dat is niet mogelijk I Voor hem en de gchecle wereld is Edgar dood, en Balscr zal mij niet verraden I - Hij moet hier blijven! Waar anders zal ik hem verbergen? Hier alleen is hij in zeker heid, want niemand kan hem zoo bewaken als de oude Wolt!" De Gevanoenk. IV. Graaf Niederbcrg had alles juist berekend, slechts niet het goede geheugen van den ouden Wolf, die waarlijk mei echte honden trouw hef beeld en de gedachtenis ann zijn voormaligen geliefden heer in het hart be waarde. De graaf was reeds sinds eenige uren af gereisd, toen de bewaker van den gevangene mei het ontbijt in de ronde torenkamer Irad. Het was daar nog tamelijk donker, wanl de hoog boven dicht onder het dak aangebrachte kleine getraliede vensters gaven slechts weinig licht, dal nog bovendien door de ongewone dikte der muren getemperd werd. Wolf zag daarom fcr nauwernood den omtrek van den gevangene en kun het gezicht van hem niet herkennen. Johan zat opgerithi in zijn bed. Eerst voor korten lijd was hij onlwaakl en geloofde nog te droomen. liet hoofd was hem zwaar en verward, en te vergeefs zocht hij zijn gedachten ie verzamelen en zich Ie verklaren, hoe hij in deze gevangenis gekomen was. Hij begreep en raadde het niet, en met den uitroep„Eindelijk zal ik toch iets vernemen!" sprong hij ongeduldig van zijn bed, toen de oude Wolf binnenlrad. „Om Godswil, wat voor een slem sprak daar zeide de oude jager en was zoo hevig geschrokken, dal kop en bord in zijn hand kletterden en bijna op den grond gegleden „Ik was het, die sprak." zei Johan. „Waar be vind ik mij? Hoe ben ik hierheen gekomen? Ik bid u, verklaar mij dat zeldzame raadsel De oude Wolf hoorde met voorover ge bogen hoofd naar de zachte, klankvolle stem des gevangenen, zette plotseling met een snelle, heftige beweging het kcukengerij op de tafel en naderde Johan mei haastige „Hoe gij hierheen gekomen zijl I" zeide hij met ontroerde, bevende slem, en (rok Johan aan den arm naar ecu hoek in de gevangenis- kleine venster hel helderst viel. „Hef uw hoofd opZie mij aan I Heer mijn Heiland, precies graaf Siegmuitd, mijn besle heer, zooals hij in zijn jeugd eruit zag I" De oude jager was zichtbaar aangegrepen. Nog eens, en weder opnieuw zag hij in hel edele gelaat van zijn gevangene en scheen iedere Irek daarin Ie willen onderzoeken en te doorgronden. „Ja, ja, hij is hetsprak hij halfluid bij zich zelve. „Dal is hel hoogc breede voor hoofd, die fijne neus, de immer vriendelijk lachende mond, dal zijn de groole, schoone oogen, waarmede hij iemand tul in het hart zien kon. O, mijn heer, spreek, zeg mij, wie gij zijt, uw naam, uw naam. ik bid u Johan schudde glimlachend het hoofd en noemde zijn naam. De oude Wolf liet zijn arm los en Irad terug. „Dwaze, oude man, die ik ben I" murmelde hij. „Hoe kon ik slechts een oogenblik gc loovcn, dalOnzinMaar de stem, de gelijkenis, - hel was mij, of lang vervlogen lijden leruggekeerd warenHmwat helpt hef, daaraan tc denken, men moei vergeten, vergeten, zooals ik zelf door de gchcelc wereld vergeten in deze woestenij als levend begraven ben I" Johan zag den man mei verwondering aan, wiens handelswijze hem hoogst zonderling voorkomen moest. „Ik bid u," zeide hij, „zeg mij slechts, wat dit alles tc beduiden hccfl. Hoe kwam ik hierheen, en waar ben ik? Ik kan mij nog iir 't geheel niet voorstellen, wat mei mij voorgevallen Is."

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1909 | | pagina 1