Katholiek Nieuws» en Advertentieblad
No. 2.
Zaterdag 13 April 1912.
Zes en twintigste Jaargang.
OE [[RHODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren,
Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
VerachiJnt eiken ZATERDAG.
AbonnemenUprU* P«r drie maanden.
Franco per postI 0.40
i Alzonderlijke nummersf 0.05
Bureau: Langegracht 13, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniglng De Eembode.
Prijs der Advertontlën
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meerf 0.05
Dit nummer bestaat uil twee bladen.
EERSTE BLAD.
Dankbetuiging.
Aan allen, die ter gelegenheid
van het 25-jarig bestaan van „De
üembode" blijk gaven van hunne
welgemeende sympathie, wordt bij
deze hartelijken dank betuigd.
BUITENLAND.
Uit Rome.
De Paasclidagen kenmerkten zich in
de Eeuwige Stad door veel kerkbezoek.
Een verlevendigde devotie werd alom
waar genomen, vooral tijdens de plecli-
tigheden der Goede Week.
Paaschmaandag geschiedde er iets,
I vooral voor ons, Hollandsche Katho
lieken, van belang.
Aan Kardinaal Van Rossum werd dien
dag vanwege het Nedcrlandsche Comité,
dat zich tot huldiging van den Neder-
landschcn Kardinaal in het vaderland
had samengesteld, het kostbare borst
kruis aangeboden, in het atelier van
den edelsmid Jan Brom te Utrecht
vervaardigd.
In opdracht van het comité had prof.
dr. J. Hoogveld 't kostbare geschenk
naar Rome gebracht.
Bij de aanbieding waren tegenwoor
dig Mgr. Eras, vertegenwoordiger der
Ned. Bisschoppen te Rome; dr.G. Brom,
de geschiedvorscher en prof. dr. Nou-
wens, de geleerde Norbertijn, onzen
middenstanders wél bekend, allen te
Rome woonachtig, terwijl de Zeereerw.
heer Rector W. van den Hengel en de
Zeereerw. heer Hartman, directeur van
't Seminarie Rijzenburg, Hollands Ka
tholieken naar den eisch vertegen
woordigden.
Mgr. Eras bood Z. Em. Kardinaal
Van Rossum het kruis aan, en sprak
zijne groote vreugde uit dit huldeblijk
van Nederland aan Zijne Eminentie te
kunnen aanbieden, 't Was wel een
eenvoudig borstkruis, maar Zijne Emi
nentie zelve had verlangd, dat het
kruis zoo eenvoudig mogelijk zoude
zijn; bovendien gaf deze eenvoud een
i der beminnelijkste eigenschappen van
Zijn Eminentie weer.
Kardinaal Van Rossum betuigde aan
de vertegenwoordigers van het natio
nale comité en aan geheel Nederland
zijn oprechten, hartelijken dank voor
dit kostbare geschenk. Het schoone
kruis, volgens zijn verlangen eenvoudig,
maar dat door den maker, tot een
heerlijk kunststuk was gevormd, zou
hem er steeds op wijzen, dat wij de
kruizen van dit leven moeten beschou
wen in liet licht der Goddelijke Voor
zienigheid en moeten omscheppen in
kostbare parelen voor onze gloriekroon
in den hemel. Hieraan herinnerde Zijne
Eminentie ook steeds het purperen
kleed, dat hij droeg: dat purper wees
hem op zijn heiligen plicht met alle
krachten te werken voor de Bruid van
den gokruisten Christus, en desnoods
zijn bloed ie geven, wanneer het heil
der Katholieke Kerk liet vroeg.
Frankrijk.
Van de scheidingswet hoopten de
Fransche loge-broeders een totale ont
wrichting van het Katholiek kerkelijk
leven. Het blijkt echter, dat hun hoop
ijdel was. Wel doorstond men een
ernstige crisis, maar de uitkomst leerde,
dat deze werkte als een zuiverings
proces. Vele dorre takken waaiden van
den boom, docli de stam, diep gewor
teld, en door hooger macht beschut,
bleef leven en weerstond het geweld
der anti-clericale stormen. In den
laatsten tijd openbaren zien zelfs tee
kenen van herleving, welke hoop ge
ven voor de toekomst. Een deel van
Frankrijks katholieken laat de loome
onverschilligheid varen en de belangen
der oude Moederkerk, die ook hunne
belangen zijn, vinden meer behartiging.
De aartsbisschop van Parijs zint nu
op voorziening in het gebrek aan bede-
buizen voor zijn onderhoorige geloo-
vigen in de groote wereldstad.
Mgr. Ainette richtte tot de geloovi-
gen een dringenden oproep om giften
voor den bouw van nieuwe kerken en
kapellen, die. met het oog op een
betere verdeeling der zielzorg over
thans nog zoovele overbelaste pa
rochiën, hoog noodig zijn.
Stuk voor sluk pikt de politie de
autobandieten in. Den eersten Paaschdag
werd Raymond, een der hoofdschul
digen geknipt. De politie had Inlich
tingen gekregen waar hij ziclt verborgen
hield. Zij omsingelde liet huis. 's Mor
gens om 6 uur kwamen Raymond en
een vriend naar buiten en men liet hen
gaan. üp den hoek van een straat
wierpen een paar inspecteurs zich plot
seling op Raymond. Een paar pootige
slagersknechts hielpen en zoo werd hij
overmand. Hij was in 't bezit van drie
geladen revolvers en in de voering van
zijn jas vond nten 5500 francs aan
bankbiljetten.
Thans zijn in de doos 17 daders
en medeplichtigen. Men zoekt nog vijf
van deze booswichten.
Engeland.
De Engelsche schatkist staat er goed
voor. Voor enkele jaren had men met
tekorten te kampen. Toen zijn nieuwe
belastingwetten aangenomen, die het
groot-kapitaal troffen. De successierech
ten brachten in 1911 ruim 76 millioen
gulden op.
In de schatkist is nu dan ook geen
tekort, maar een overschot. En in plaats
van te kibbelen over de manier van
stoppen van 'n tekort, twist 't Engel
sche parlement nu over de vraag op
welke wijze 't overschot zal worden
besteed.
De staking der mijnwerkers deed
allei oog zich wenden naar onzen
overzeeschen buurman en de belang
stelling in dit machtigste rijk der aarde
wordt gevoed door allerlei wetenswaar
digheden omtrent land en volk.
De bevolking van Groot-Brittanjc
en Ierland teil ruim 45 millioen zielen.
Doelt reusachtig zijn de bevolkings
cijfers der schier onmetelijke gebieden
waarover de Engelschman heersclit.
Zoo wonen er in Engelsch-lndië ruim
314 millioen menschen. In 't geheel
telt liet reusachtige Britsche rijk ruim
416 millioen bewoners.
Zoetjesaan hervatten de mijnwerkers
den arbeid en begint de toestand wat
te beteren.
Het aantal gedwongen werkloozen
neemt gestadig ai en 't zal wel niet
lang meer duren of alles gaat weer*
zijn gewonen gang.
Toch moet men nietmeenen, dat de
staking geen sporen achterlaat. Menig
bedrijf is in den grond geknakt en
haalt 't er niet meer boven op. Ont
zettende schade is overal aangericht
en jaren van meer dan gewonen bloei
en vooruitgang zullen moeten komen
vooraleer weer is herwonnen wat nu
verloren ging.
De kassen der vakvereenigingen zijn
uitgeput, hetgeen te begrijpen is als
men hoort dat enkele organisaties 18
millioen gulden aan werkloozengeld
uitbetaalden.
Spanje.
Treffend zijn aan het Spaansche Hof
de plechtigheden der Goede Week.
In 't Koninklijk paleis had de dubhele
ceremonie van den maaltijd en de
voetwassching der armen plaats.
De koning en de koningin waschten
de voeten en kusten dertien armen,
allen blinddaarna zette de koning
zelf de borden gereed voor den maal
tijd der armen.
Op Goeden Vrijdag bood de minister
van justitie den koning op een zilveren
schaal een verzoekschrift aan voorde
begenadiging van veertien ter-dood-
veroordeelden. De koning teekende,
zeggende: „Ik vergeef hun, opdat God
mij moge vergeven,"
Portugal.
Hetzelfde verschijnsel, hierboven on
der „Frankrijk" aangeduid, vertoont
zich in veel sterker mate in Portugal.
Ook daar poogden de verwaten loge-
broeders de Kerk en met haar het
geloof te bannen en uit te roeien.
Vruchteloos! Zelfs liberale schrijvers
makt., melding van een verlevendigd
Katholiek bewustzijn iu 't beklagens
waardig® land- --- De mannen, die met
de revolutie zeiden te brengen vrijliet,
geluk en welvaart, brachten niets dan
geestelijke en stoffelijke ellende, Men
keert hen meer en meer den rug toe.
En een keer te meer blameerde zich
onze liberale pers, die de Portugeesche
levolutiemakcrs met hun „vrijheid van
geweien" enz. indertijd zoo torenhoog
ophemelde.
Hetgeen hun ter leering moge strekken.
Tripoli.
Beter dan de dorre tijding, dat er
een treffen tusschen Turken en Italia
nen plaats had met als gevolg zoo
veel dooden en zooveel gewonden,
geeft de volgende schets een beeld
van de oorlogsverschrikking in Tripoli
„Het gevechtsveld is een woest berg-
terrein, met kloven doorsneden eu haast
onbegaanbaar. Uit het nachtelijk duister
klinkt plotseling vóór den versterkten
Eust een woedend, oorverdoovend ge-
rul eu gegil in allerijl wordt het
zoeklicht op het voorterrein gericht,
waar duizenden zwarte gedaanten door
elkaar krioelen, aanstormend op de
wallenhet artillerie- en mitrailleurvuur
schijnt niet de minste uitwerking te
hebben op die duivels, die in een
ommezien aan den voet van de ver
sterking zijn gekomen. Reeds rukken
onzichtbare zwarte vuisten aan de zand
zakken en werken de stoulmoedigsten
zich naar boven. Dan klinkt het com
mando, de bajonet op liet geweer te
zetten, en weldra is de kleine ruimte
van het vooruitgeschoven bolwerkje
een kampplaats geworden, waar de
tegenstanders elkaar met messen, ba
jonetten en sabels trachten te vermoor
den. De fanatieke Mooren omklemmen
met beide handen de bajonet, die hun
in de borst gestooten wordt, opdat de
vijand zijn geweer niet kan terugtrek
ken en weerloos zal staan tegenover
den Arabier, die onmiddellijk de plaats
van den gevallene inneemt. Na drie
uur van bovenmenschelijke inspanning
wordt door aanrukkende versterkingen
een einde gemaakt aan het bloedbad.
De Arabieren verdwijnen even plot
seling als zij gekomen zijn in de duis
ternis. Den volgenden morgen is de
droge gracht met lijken bezaaid, en de
opengesneden handpalmen van de mees-
ten bewiizen, hoe de aanvallers in on-
verzoenlijken haat getracht hebben hun
vijanden met hen in den dood te
trekken
Van het oorlogsterrein keerde terug
pon Turkse li hoofdofficier, die een cn
ander over den toestanu tusiict.
Hij schat het aantal Turken In Tripoli
op 10.000 en dat van de Arabieren op
200.000. De Arabieren staan onder
bevel van hun eigen hooiden, bijgestaan
dour Turksciie oincieren. Zij hebben
allen geweren en volop schietvoorraad,
voor het grootste deel buitgemaakt op
de Italianen. De Arabieren willen de
Italianen verdelgen; daarom geven zij
zelden kwartier. Edem-pasja schat dat
er in 't geheel niet meer dan 100
Italiaansche krijgsgevangenen zijn.
Turken en Arabieren beschikken over
een mondvoorraad, voldoende voor een
jaar, afgezien van den overvloedigen
oogst. De Turk prees den moed van
de Italiaansche officieren, doch de sol
daten konden hem niet bevallen; ze
waren hem te lal.
Evenals andere deskundigen wees hij
er op, dat het geschut der Italiaansche
marine door 't noodeloos vuren, vrijwel
onbruikbaar zou blijken in een echten
zeeslag.
FEUILLETON.
De verloren Dochter.
26) De graaf nam het veel kalmer op, dan
de gravinlilj oordeelde, als elk man, met
het verstand, terwijl bij de vrouw meer het
gevoel werkt. De man toch gnat 't eerst
volgens zijn verstand te werk, de vrouw
volgens haar harl.
Laten wij de zaak nemen zooals ze is."
zei liij kalmpjes. „Wie cn wal is Irmi? Een
arm kind, van wie niemand weet, van waar
zij komteen blad, door den wind bewogen,
üccn sterveling weet van welken boom het
losgerukt is, of waarheen het nog zal ge-
1 jaagd worden door den storm. Een huwelijk
1 met een welgesteld mail zou voor Irmi
een groot geluk zijn, daar dan haar toekomst
verzekerd was. Zij zou ook niet met ledige
n nankomen, want door haar langver-
't Woudhuis is zij in zeker opzicht
t huls grootgebracht, cn wij houden
I allen veel van haar."
„Wat gij zegt is wel zeker waar. beste
nan, doch zou Erbe de man wel zijn, die
zijn vrouw een gelukkig tehuis kan geven?
dat gij zijn kundigheden op prijs
steil, maar in 't huwelijk is verstand alleen
"lel voldoende, om gelukkig te zijn. Moet
ik u dal nog zeggen, beste man?"
De graaf gaf haar de hand. „Alsof Ik
dal in uw tegenwoordigheid ooit zou kun-
IB verzekerd
handen nt
blijf in 'i
B >n ons h
„Waarom zou ook anderen dit geluk niet
ten deel worden? Wat Erbe aangaat, er is
iets in zijn gansche wezen, dal afsloot: ik
zou hem nooit kunnen vertrouwen,"
„Laten wij niet te veel toegeven aan onze
gevoelens cn laten wij bij de zaak blijven,
't Ecnigc is, dat gij, beste vrouw, irmi een
voudig 't aanzoek mededeelt, cn haar de be
slissing overlaat. Vraagt zij u om raad, en
ik twijfel er niet aan, of zij zal dat doen,
dan zult gij naar mijn vaste overtuiging
wel weten, wat te zeggen, cn gij zult Irmi de
waarde van 't aanzoek met zijn voor- en
nadeelen wel doen weten."
Nog had de graaf niet geheel uitgespro
ken of Allian trad in het vertrek. Met wei
nige woorden bracht de gravin hein op de
hoogte van het gebeurde. Gel'rgcrd riep de
jonge man uit: Waf, die ellendige kruiper
waagt het de hand naar onze Irmi
uil Ie strekken? Daar wilde hij dus heen!
Reeds in Wützburg had ik hem doorzien en
zijn handelingen verijdeld. Lieve moeder, u
kunt onmogelijk de behulpzame hand lot
zoo iets leenenl"
„Er I» Itler geen sprake van mijn wen-
Bchen, doelt van die van den secretaris Erbe,"
antwoordde de gravin gelalen, en niet Ik
■naar Irmi tnoel daarover beslissen. Waarom
echter zooveel belangstelling, mijn zoon?"
„De jeugd is gauw klaar met haar woor
den, en Albans woorden leken wel op dc
sprongen van een vurig paard. Leer liet
loom cn teugel aauleggen, mijn vriend, wij
leven te Miinchcn, niet meer in 't leger,"
zei de graaf.
„Vergeef mij, zoo ik te heftig was in
mijn woorden, vader, ik heb echter 'I meis
je langer gekend dan u, eu ken haar dus
beter. Zij heeft een zeer gevoelige natuur,
te teedcr voor haar stand."
■Wie denkt er aan, Irmi te krenken?
De gedachte alleen is mij onverdraaglijk!
't Kind is mij zeer lief geworden, Uw va
der cn Ik hebben 't al reeds overlegd, dat
ik haar eenvoudig Erbes wcnsch zal mee
deden, dan kan zij zelf beslissen. Als zij
om raad vraagt, zal ik haar die geven, nooit
echter zal ik invloed op haar uitoefenen."
„Doe dat, beste moeder, gij zijl steeds
goedig cn verstandig. Ik zou mij echter zeer
in Irmi vergissen, als zij zich door Erbes
woorden en schoone beloften liet bepraten.
Ik meen haar antwoord nu al wel te weten."
„Laten wij afwachten, Alhan, en vergeten
wij niet, hoe verlokkend 't hier aangebodene
voor een arm kind is. Honderden in haar
positie zouden gauw toeslaan, en men zou
daarom niet kunnen misprijzen. Ik zat dade
lijk met haar gaan spreken."
Het onderhoud met Irmi was zeer kort.
Mei Erbes wcnsch in kennis gesteld, weigerde
zij beslist er op in te gaan. Volgens haar
belofte, wees de gravin haar op de voor
deden, die zulk een echtverbintenis haar
zou gevenzij verbloemde echter haar be
zwaren ook nief, welke vooral lagen in 'I
groote verschil iu ouderdom. Over "t minder
gunstig uiterlijk van Erbe sprak zij iu guu-
siigen zin, ZIJ stelde er zijn kennis tegen-
Irmi luisterde opmerkzaam toe, doch bleef
beslist bij haat eerste besluit. .Praat mij
niet van dezen mensch, mevrouwde gravin."
smeekte zij. „Ik veracht hem van ganschcr
harte. Ik ben bang voor zijn doorborenden
blik, als voor dien eener gilligc slang. Sla
mij toe als een uwer geringste dienstmaag
den in uw huis te verblijven, doch verstoot
mij nicl. Liever nog heden sterven, dan de
vrouw van dien man te worden."
De gravin sloot 't snikkend meisje in haar
armen, kuste haar de tranen van de wan
gen en stelde het arme kind gerust. Zij he-
loofdc Irmi, dat er nooit meer sprake zou
ztjii van Erbes aanzoek, nooit, zou zij tot
een huwelijk aangezet worden' tegen linnr
zin. Den graal liet dat alles koel, Alban ech
ter had 't pleit gewonnen, doch liet hel niet
blijken. 'I Eeuigste wat hij zeide was: „Heb
ik 't u niet gezegd, moeder?"
Vol ijdelhcid cn zeker van zijn zaak kwam
Erbe op den bepaalden tijd. Hij was vast
overtuigd, dit hij het huls van graal Rot-
nach als de gelukkige bruidegom van Irmi
zou verlaten. Hoe groot was dan ook zijn
ontnuchtering, toen hij van dc gravin hoor
de, dal zijn aanzoek voor allijd afgeslagen
was, en hij er niet op behoefde terug te
komen. Hij hnd 't wel willen uitschreeu
wen van teleurstelling en woede. Als
afgewezene verliet hij 't huls dat hij,
met hoop vervuld, betreden had, en om de
maat vol te maken, ontmoette Alban hem
op dc trap, die hem lachend toeriep: „Qoe-
denmorgen, mijnheer de secretaris!"
Hoe hij na dat oogenblik naar huis geko
men was, kon Erbe zich later niet herinne
ren. Er verliep een hcclc tijd. voor hij weer
helder kon denken, Toch gaf hij, iit weer
wil der afwijzing, zijn plannen niet op.
Hij zou alles in 't werk stellen, om 't
meisje iu zij" macht (c krijgen, cn als
dat gebeurd was, dan zou zij er geducht
voor boeten. Nadat dc storm iu zijn binnen
ste wat bedaard was, kreeg hij andere
gedachten. Kwam dc afwijzing wel van Irmi
zelf? Zou de gravin hem de waarheid wel
gezegd hebben? Of had zij hem bedrogen,
om ecu haar onmisbare dienstbode niet te
moeten ontberen 'I Was hem ondenkbaar, dat
ecu doodarm meisje zoo maar zonder meer
alle voordeden zou afslaan, verbonden aan
een huwelijk met een welgczien. gezeten
burger. Hij wilde van Irmi zelf de waar
heid hooren, en daar hij haar niet te
spreken kon krijgen in 't huis van den graaf,
moest Itij trachten haar bulten te ontmoe
ten, Tijd en geduld zouden hem die gele
genheid wel verschaffen.
(Word vtrvolgd.)