Katholiek Nieuws» en Advertentieblad No. 22. Eerste Blad. Zaterdag 31 Aug. 1912. Zes en twintigste Jaargang. DE [EMOIE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Franco per post Afzonderlijke f 0.40 f 0.05 Bureau: Langegracht 13, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs der Advertentiën Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meerj 0.05 nnds vorstin. Daar is niets tegën. Een g<$ rn vroolijkc feestviering is toe te jliiclji liet licit den gccsl op van hel gewone a| daagsclic «edoe, het geelt hel lichaam t nulspanning, die ieder meiisch van lijd I) lijd bondig heelt. Doch niet altijd is dit hel geval. Nog' veel (hoewel wij dankbaar moeten crkenij veel minder dan vroeger) is tccslvlering r nonlcm mei drniikmishruik. Nog sleeds zijn er. in alle rangen onz samenleving, doch onder de lagere rang hel meest, die meenen, dal men niet go kan feest vieren als niel aan Bachus gi terd wordt en veel geotterd wordt. toch hoe dikwerl word! de eeltige w die op een feest gehoord wordt, uit door den feesteling die Ie veel drai iikeii heelt, menig feest zou ongestoord ve Is „Jan" of Piel" niel dronken wasg Neen de drank is geen middel om de wa eststemming er in Ie brengen. Ecu fee ij van sterken drank is er niel minder g mi pleizicrig om. Welnu laai dan oi AmcrsicTls burgerij Zaterdag feest vien zooals een waar feest gevierd moei worde Zingt uil uw vreugdezangen ter eere v Nederland en Oranje. Jubelt vrij en frank, maar laai die zang n ziji dronkenmnnsgcschrccuw, laat uw jut nl l ontaarden in het schreeuwen van een do ubii drank beklemde slem. Viert tccgl uwcKo Samenwerking. Zij. die meenen dal men alleen door organisatie kan komen tol betere toestanden en verhoudingen tusschen werkgevers en werknemers hebben liet til is. Niel de macht van liet getal, noch de brute kracht der massa is in staat blijvende verbetering te bewerkstelligen. Want macht tegen macht en kracht legen kracht stellende, zullen de werk gevers bij de tegenwoordige maat schappelijke verhoudingen steeds hel sterkst slaan. Iets anders en beters bereikt men door overleg, samenwerking en weder- zljdsche waardeering. Die wa.frdeering en samenwerking zijn onmisbaar voor den goeden gang van elk bedrijf. Zulks is duidelijk voor ieder, die inct klaren blik de zaken beschouwt. Niet voor hen, die zich laten op warmen door zoogenaamde volkslei ders. wien het alleen om eigen voor deel, en eigen eer te doen is. De werknemer toch heeft evenzeer belang bij den goeden gang van de zaken als de werkgever. Beiden trekken er hunne inkomsten uit, tusschen hen moet dus geen wrijving, wantrouwen of afkeer bestaan. Zulks zou de resultaten van het doorzicht en de kennis van den pa troon evenzeer vernietigen alshet vruch teloos zou maken den arbeid van den werkman. Als het niet van harte gaat, dan is er heimelijke, bedekte tegenstreving, dan stapt men over gewone moeilijk heden en bezwaren niet heen. Voor de nijverheid is het levens voorwaarde. dat er tusschen patroon en werkman althans zaken-genegenheid bestaat. De werkman kent zijn patroon als zoodanig, uit hetgeen hij als werk man ervaart en omgekeerd ondervindt de patroon, wat hij aan zijn werklie den als zoodanig heeft. Een patroon, die aan zijn personeel door houding en daden getuigt, dat hij in hen zijn gelijke als mensch erkent en waardeert, steunt daardoor zijn za ken krachtig. En indien een patroon voor een keer van zich kan verkrijgen geen ge bruik te maken van zijn macht, of mogelijk voorrecht als maatschappelijke sterkere, door te looneu, dat hij ook vergeten kan, indien de werklieden iels misdeden, dan wint hij het betere bij zijn werklieden, dan maakt hij daardoor zijn invloed en zijn over wicht op één dag sterker en grooter. dan door jaren van rechtvaardigheid zonder meer. Er moet wisselwerking zijn niet alleen van recht tegenover recht, maar ook van erkenning over en weer, van faardeering tegenover elkander, van oedgezindheid wederzijds. Wie de nijverheid uitsluitend be schouwt als een vraagstuk van grond stoffen en prijzen, van vraag en aan bod, van cijferen en winst of verlies, betalen eenerzijds en liet leveren waar of arbeid anderzijds, van vakkennis en hard werken is wel op pervlakkig, hij vergeet n.l. de groote factor tot welslagende goede verstandhouding tusschen patroon en werklieden, welke altijd en overal haar invloed ten goede doet gelden. BUITENLAND. Duitschland. Keizer Wilhelm was eenige dagen ongesteld. Z. M. had een zware verkoudheid opgedaan. Een keelontsteking baarde zijn om geving veel zorg. Gelukkig is er weer beterschap in getreden. Intusschcn zijn verschillende plannen van de baan. De Keizer moet rust houden, zeggen de doktoren, en zoo is het bijvoorbeeld twijfelachtig geworden of Z. M. bij den Zwilserschen bonds-president op visite zal gaan. Ja, men heeft zelfs weinig hoop, dat bij de groote leger- oefeningen der Duitsche armee in Saksen zal komen bijwonen. Dat is voor velen een tegenslag. Want veel meer dan bij ons te lande leeft de Duitscher mee met het leger, en een manoeuvre zonder Keizer is hem als hazepeper zonder haas. Geweldige troepenmassa's worden bij zoo'n gelegenheid op de been gebracht. En wanneer inen in de gelegenheid is geweest de groote wapenschouwing tot slot bij te wonen, wordt klaar be seft, hoe geweldig en onweerstaanbaar zoo'n reuzenmacht elk verzet, elke poging tot weerstand zal verijdelen, hoe -zoo'n krijgsbende de weermacht van kleine staten verpletten zal als men 't tot een botsing liet komen. De Duitscliers hebben waar voor hun geld. Elders ook? België. De verkiezingen zijn achter den rug, de meuschen wat bedaarder eu de toestand meer normaal geworden. En 'I is wel zeker, dat men allengs in de vrijzinnige kringen zich bewust wordt, hoe onzinnig men te keer ging tegen liet Katholieke bewind. Op geen enkel terrein kan men redelijke grieven van ernstigen aard tegen de Katholieke regeerders op werpen. Ziet naar de vruchten van ons werk, kunnen de Katholieke staatslieden wegen. En ter In terecht met voldoening. Zoo werd zelfs een Duitsch liberaal blad gedrongen tot de volgende schets van den toestand bij onze Belgische buren: „Onder de industrieële landen van den eersten rang moet België op een der eerste plaatsen gerekend worden. Met land slaat sedert tientallen van jaren met toenemend succes onder leiding van een zuiver Katholieke re- geering. „Toen de Katholieken aan het be wind kwamen, voorspelde men aan het land een beslist failliet. Maar de werkelijkheid heeft de ongeluksprofe ten in het ongelijk gesteld. De tijd van toenemende tekorten was voorbij en de budgetten gaven steeds grootere over schotten. België heeft sedert op handels- en industriegebied zulk een vooruitgang genomen, dat het zonder tegenspraak een der eerste landen van de wereld genoemd kan worden. België is 5 ïnaal kleiner dan Engeland, maar het telt 48 maal minder armer dan het rijke Albion Kan 't mooier? En toch gaan de „verlichte" mannen voort met hun gestook tegen de Katho lieke regeering. Zoo probeeren nu de socialisten een werkstaking uit te roepen als uiting van wrevel over de zegepraal der partij van orde en recht. Aangaande die staking, schrijft een Belgisch Blad, „dat de beweging in de Borinage zich steeds scherper af- teekent en bijzonder belangrijk is. De werklieden nemen hun maatregelen, om liet werk neer te leggen, zoodra het ordewoord is gegeven. In de fabrieken gelijk in de mijnen laten de werklieden niet ;oe, dat er voorraden gemaakt worden. Zij wer ken slechts voor het leveren der loo- pende productie. Nergens werken de werklieden meer dan den regelniatigen tijd, wat voor een gedeelte den sedert eenigen tijd waargenomen verhooging der prijzen uitlegt. In de kassen worden stakingsre- serven gevormd en in de huisgezinnen doet men wonde-en van zuinigheid. De werklieden vermijden alle noode- looze uitgaaf, or middelen te hebben tijdens de stakingsperiode. De staking wordtin de grootste kalmte en met veel methode voorbereid." Frankrijk. Marokko blijft den Franschman veel zorg en last veroorzaken. Pas beeft generaal Liauthy een tegen-sultan op geruimd of een ander komt hem weer elders benauwen. Zijn legermacht, nu reeds vrij sterk, zal nog talrijker worden, want zonder groote overmacht lukt het blijkbaar niet de Mooren onder de knie te houden. Intusschen is Moulai Hafid, de ge wezen sultan, in Frankrijk aan 't pro fiteered De grootmoedige regeerders schonken hem 200000 gld. voor een reispenning, en hiermee maakt mijn heer de sultan goede sier. Er zijn Franschen, die het jammer vinden, dat hun belastingpenningen daarvoor moeien dienen. Maar die kennen geen politiek. In het zuiden des lands zullen de soldaten van de Fransche armee vol gende week manoeuvrceren. Negentigduizend man zullen aan den schijn-oorlog deelnemen. Meer dan 50 vliegmachines en een viertal bestuur bare luchtschepen worden voor die oefeningen in dienst gesteld. In den Balkan. In Servië. Bulgarije en Montenegro zijn de menschen plots krijgshaftig geworden. De Turk heeft 't benauwd. En de wetenschap dier Turksche benauwdheid maakt de lui dapper, en zet hen aan tot pogingen om den Turk een flinke portie land te ontnemen. De Turk is gehaat. Eeuwenlang heeft hij in die streek baas gespeeld naar Turksche methode elke poging tot verzet in bloeden tranen smorend. Welvaart en bloei bracht het Turk sche bewind nimmer. Verklaarbaar is zoo, dat de Serviërs, de Bulgaren en de mannen uit Mon tenegro samenspannen en 't huil ouden vijand lastig maken. In de hoofdstad, waar de Sultan woont, blijft men onder dit alles ta melijk kalm. Door toegeven en inschikken poogt de Sultan z'n onderdanen in opstand te kalmeeren. En komt het tot oorlog met de bu ren, dan kan hij vertrouwen op zijn sterk leger, een krijgsmacht van bc- teekenis in kwaliteit en kwantiteit. Want liet men ook alles al in de war loopen en verwaarloozenliet leger is puik. Dat troost mijnheer de Sultan. FEUILLETON. Opdeslagvelden van Rusland. 0) Trien liet regiment van den overslc langs de plaats van den strijd trok, maaklc deze Kaïel. die verdiept was in t beschouwen van dil groorsclic gebouw, opmerkzaam op eenige verminkte Russen, die aan den ingang 'ter poon lagen. Enkele weken geleden zou l»i teruggeschrikt zijn voor 't akelig gezicht, dal deze lijken aanbodennu echter kon hij et kalm naar kijken, zonder zijn gelaal Ie moeien afwenden. Hel was reeds laat toen het regiment de Plunis bereikte, waar het zijn kwartier be llekken moest. Dil bestond uil een zeer fraai paleis, aan drie kunleii ingesloten door ruime woningen en stallen. Aan den vierden kant sloot zlcli daaraan een tuin, zeer mooi aan- Ri'legd. Voor den slag bij Borodino zoii nauw- lijks de helft van hel regiment plaatsgevon den hebben in liet aangewezen kwartier, doch hij den aanval op de gevreesde sterkten des vijands hadden de gelederen van liet regiment zooveel geleden, (lat het lol op een derde der oorspronkelijke sterkte gekomen was. Hel kwartier was dan ook meer dan vol doende voor de overgeblevenen, die terstond luin paarden in de slallen onderbrachten en zeil hun verblijf opsloegen in de zalen van hel paleis. De officieren belrokken de bin nenste kamers, terwijl de overste een klein vertrek betrok, waarnaast een grooter lag, dal hij als bureel wilde inrichten, Het inwen dige van 't geheele palcis kwam geheel over- met het uiterlijk. Zware zijden bchang- door de vluchtenden in hun haast waar schijnlijk vergeten, hingen aan de muren; de plafonds waren prachlig geschilderd en bron- kroonlichten hingen er aan. Natuurlijk was alle pracht van meubels en porcclcin verdwenen; alleen een paar heel ouderwet- sclte lateis en stoelen werden gevonden, die door de soldalen genomen werden, om hier en daar de ledige kamers nog wat te meu- bilceren. Ofschoon niemand opdaagde om den in dringers het bezit van het paleis te betwis ten, meende toch de overste niet te voor zichtig te kunnen zijn en de zijnen te moeten vrijwaren voor een mogelijken overval. Hij stuurde dan ook een patrouille af met hel bevel het paleis en de omgeving zorgvuldig te doorzoeken en gaf strenge bevelen, dat niemand de lange gangen alleen mocht afloopen. Daar hel echter al vrij donker was, kon dit onderzoek dien avond slechts gedeel telijk plaats vinden. De Officier, die de pa trouille kommandeerde, kwain dan ook weldra terug en meldde, dat hij op de haard in de keuken nog glimmende kolen gevonden had. Dil maande tot dubbele voorzichtigheid aan, en daarom liet de overslc aan alle deuren enstallcn, welke betrokken waren, wachtposten plaatsen, om elk dreigend gevaar te keeren. De nacht ging intusschen voorbij zonder dat de rusi verstoord werd. De soldaten sliepen in hun mantels gehuld op een leger, uit stroo gespreid. De overste en Karei lagen op een oude sofa, die toevallig gevonden werd. Allen genolen thans, na zoo veel sla- pelooze nachten, weer een verkwikkenden slaap, en ontwaakten den volgenden ochtend gesterkt en bemoedigd. Opnieuw werd alles weer onderzocht doch niets verdachts gevon den. Daarentegen ontdekte men een gesloten gewelf, dat met heerlijken wijn gevuld was. Terstond liet de overste er beslag op leggen, maar liet er een aantal uitnemen voor zijn manschappen, en gaf ze hun. Nu ontstond een vroolijk leven in de verlaten vertrekken. Er werd gedronken op 't welzijn van hem, die deze kostelijke gave had nagelaten, en men noodigdc hem schertsend tot mededrinken uit, vroolijkheid en blijdschap maakten zich van allen meester en de doorgestane ver moeienissen waren vergeten. Toen de fles- schen geledigd waren, wilde men andere hebben, doch de overste stond dit verlangen niet toe; integendeel, hij liet terstond appel blazen, opdat zijn manschappen aan orde en tucht gewend raakten. Dit had hel gcwenschtc gevolg, geen der geroepenen bleef weg. en allen stelden zich tevreden met wat zij ont vangen hadden. Op andere plaatsen ging het niet zoo. Ofschoon de strengste bevelen gegeven waren, dal geen enkel soldaat zich van zijn korps verwijderen mocht, liepen toch velen weg, door hebzucht gedreven, en kwamen niet terug. Anderen, door honger en dorst geplaagd, maakten zich meeslcr van voedingsmiddelen en dranken, die zij in hun kwartieren ontdekten, en verslonden ze in allerijl, tot ze over-ver- z.idigd waren. In een toestand van dronken schap raasden en vochten zij, en twistten zelfs met hun eigen kameraden. Het gelukte zelfs den officieren niet overal deze bande loosheid legen fe gaan; zij moesten liooren, dat velen onder de meer verslandigen op dc hand der soldaten, en van meening waren, dat men deze buit, waarop zij aanspraak maakten, niet langer mocht onthouden. Daarbij kwam nog, dat men op verscheidene plaatsen niet met de noodige voorzichtigheid met 't vuur omging. Zoo brak reeds in de eerstvol gende dagen, en wel vooral in de kwartieren, door de keizerlijke gardes betrokken, brand uit, welke steeds grooter omvang aannam, daar niemand bij 't begin er van geneigd scheen de vlammen te stuiten. Zelfs in on bewoonde gedeelten brak plotseling brand uil en verspreidde zich met ongelooflijke snelheid. Ook in 't paleis, door den overste met zijn regiment belrokken, verspreidde zich, enkele dagen na hun intrek,ccn branderige,zwavelige lucht. Men onderzocht, vanwaar die kwam, doch vond niels. Velen waren van gevoelen, dat het door de massa's rook kwam, door den, wind over de slad voortgejaagd, doch de overste vermoedde wat anders en beval Karei op zijn hoede te zijn. Zekeren avond, toen hij van een tocht terugkwam, met Karei door de stad gemaakt, scheen hem de brand lucht veel erger toe. Hij betastte den vloer en de muren, doch die waren koud; hij luisterde en 't was hem, of hij een kliederend geluid hoorde, dat uit de diepte tot hem doordrong. Verontrust door deze nieuwe aanwijzing van een dreigend gevaar, wekte hij Karei, die reeds sliep. „Hoort gij niets?" vroeg hij hem bezorgd. Karei luisterde en hoorde eveneens hel uit de diepte komende geknetter. „Kom." zcide overste, ,,'t schijnt, dat mijn wantrouwen bewaarheid wordt. Laten wij naar beneden gaan en onderzoeken, waar dat geluid vandaan komt." Beiden zouden dat juist gaan doen, toen plotseling dc op den gang geplaatste schild wacht de deur opende en den overste meldde, dat 't palcis in brand stond. Toen zij uit de kamer kwamen sloeg hun de rook reeds in 't gelaat. De overste vroeg den soldaat of dc overige manschappen het reeds wisten. ,,l' weet het niet," antwoordde de schild wacht. „Dan moeten wij vlug alarm slaan en !icn wekken!" riep de overste uit en trachtte zich een weg te banen door den rook naar de deur, die toegang gaf tot de zaal. Een oogenblik hecrsclitc diepe duister nis dc rook had de kaars, welke de overste in de hand hield, gedoofd en benam hun bijna den adem. Plotseling echter schoot een vuurzuil op aanjhet verre einde van den gang op hetzelfde oogenblik hoorden zij liet rin kelen van ruiten, die door dc hitte gebarsten waren. Het werd wat lichter, daar dc rook door dc ontstane opening naar buiten drong, doelt nu gevoelden zij een hitte, welke bijna hun kleeren in brand stak. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1912 | | pagina 1