Katholiek Nieuws» en Advertentieblad No. 24. Zaterdag 14 Sept. 1912. Zes en twintigste Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bu\sum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs Franco per post Afzonderlijke nummers f 0.40 f 0.05 Bureau: Langegracht 13, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs der Advertentltfn Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meerf 0.05 EERSTE BLAD. Ons vereenijingsleven. Het onder ons, Katholieken, steeds schooner opbloeiend vereenigingslcvcn geefl gercede aanleiding af en toe eens te wijzen op zaken, die kunnen ver hoeden, dat ras vtrdort, wal nu zoo mooi opbloeit en wie schoonc vruch ten voor Kerk en maatschappij gaat leveren. Onmisbaar in hef vereenigingsleven zijn de zelfstandigei. Geen wezenlijke eenheid zonder zelfstandigheid. Anders heeft men niet met menschen maai met instrumenten te doen. Maar steeds met oordeel. Zelfstandigheid, geen eigenwaan, geen zelfverheerlijking, geen ik-zucht, geen betweterige bedilzucht. Zelfstandigheid, maar steeds het oog op de groote, algemeene zaak van godsdienst en vaderland, het hart voor het gemeenebest. Zelfstandigheid, maar niet knagend aan de kracht enzer eendracht, niet naast de godsdenstige eenheid de maatschappelijke en staatkundige ver deeldheid plaatsai. Zelfstandigheid maar niet belemme rend de wederzijJsche toegevendheid, de welwillende beoordeeling van anderer woordenen daden, de oprechte neiging tot voortdurende toenadering, de onderlinge waardcering en broeder liefde. Door samenwerking moeten wij zoo krachtig mogelijk trachten te worden en ook zoo flink mogelijk. De verschillende standen moeten broederlijk samerwerken, om gezamen lijk voor de belangen van iederen stand op te treden. De eene stanc moet niet de sleep drager zijn van den anderen stand. In wederkeerige trouw vast aaneen gesloten. Het doel voor oogen: de verdediging hunner rechten, de be vordering der maatschappelijke be langen voor iederen stand. Zal het mogeljk zijn? Goddank, ja! Hoor, hoe schoon, hoe treffend en hoe juist wijlen dr. Schaepman het eens zeide: „Eendrachtige samenwerking is mogelijk, omdat tusschen katholieken een band bestaat, niet slechts van be langen, maar ook van beginselen, die den kleinste bindt aan den grootste, die allen maakt lot een lichaam en. éen ziel!" Men heeft lang en breed gesproken over de rechten des volks; nu deze gaandeweg worden verleend, dagen ook de plichten op. Het moet allengs blijken, of er veerkracht zit in de breede rij. of er trouw, moed en geest drift wonen in de schare. Ook de verhouding tusschen oud en jong in onze verccnigingen is de moeite der beschouwing waard. De ouderen moeten vergeten, dat zij het alleen te zeggen hebben ge had. Geen droom van alleenheer schappij! Hun geest zij niet langer de geest noch hun wil de wil. De „ouden" moeten nu niet de „wijzen" alléén willen zijn. Zij moeten een ge- wijzigden toestand steeds kloek aan vaarden. want zij mogen zich nooit in hun tenten terugtrekken. Weg met de gevestigde wijsheid en weg met de jeugdige wijsneuzerif! De jongeren moeten van de ouden leeren, want de eerste schreden der „jeugd" zijn altijd strom pelend, en wil men al geen leiband in vollen zin, eenigc steun en leiding za! nooit verkeerd zijn. „De jongere broe ders," hier citeeren we wederom wij len dr. Schaepman „kunnen van de ouderen leeren, dat men eerbied moet hebben voorwet en gezag; datvoorzich- tigheid altijd een kracht en nooit een zwakheid is, dat geduld een van die machten is, waarmee men soms won deren verricht". Wat volgt uit een en ander? Deze groote zaakdat eenheid en eensgezindheid en samenwerkingkracht geven aan de partij. Daardoor zullen wij in volle wa penrusting en in gesloten gelederen op het veld van den strijd verschijnen. Reeds de zedelijke gevolgen ervan zul len van groote en onmiskenbare be- teekenis zijn. Hoe vaster de schakels aaneen gesmeed, hoe sterker de keten. Weg dus met de persoonlijke IJdelheid, betweterij of afgunst; weg met den boozen geest, die verdeelt en anderen de zegepraal en het heerschen gemak kelijk maakt! Geen dorpere onderscheidingen, geen kleinzielige schakeeringen, die heden ten dage toch niet tot haar recht komen. Alleen de goede zaak gediend! BUITENLAND. In den Balkan ziet het er nog steeds niet rooskleurig uit. Vooral de Bulgaren doen erg oor logszuchtig en verscheiden Bulgaarsche bladen schijnen de afkondiging van den oorlog het ecnigstc redmiddel te achten. Velen ineenen, dat iederen dag de oorlog uitbreken kan en zelts in hel Russische departement van oorlog wordt de toestand zeer ernstig geacht. Evenwel, de Bulgaarsche regeering zelf toont zich zoo ongerust niet. Zij verzekert, dat men nog niet aan den vooravond van een Balkanoorlog staat. De regeering wil alles doen om zich niet door de oorlogszuchtige stemming in het land Ie laten meesleepen. Zij zal alleen aandringen op definitieve regeling in de Macedonische toestanden. Maar de stemming in het land is zeer oorlogszuchtig en het is de vraag, of indien die stemming aanhoudt, de regeering op den duur daartegen wel stand houdt. Het zal er echter ook van afhangen, wat er besloten wordt in den raad der mogendheden. Misschien werken deze samen een plan uit, dat de stalen als Bnlgarije zoowat tevreden stelt en tegelijk de ~st in Turkije herstelt. Tripoli. Van het oorlogsterrein in Tripoli komt weinig of geen nieuws. De strijd wordt sleepend gehouden en toch schijnt er op vrede nog niet veel kans te bestaan. De onderhandelaars komen blijkbaar geen stap verder, daar een officieuze nota te Rome gepubliceerd, de geruch ten betreffende een zoogenaamde over eenstemming als onvoorwaardelijk on juist tegenspreekt. En ver Bey de Turksche bevelhebber in Tripoli zal dus met zijn troepen, hoofdzakelijk Arabieren, nog een poosje kunnen doorvechten. Op hulp van Turkije moet hij niet rekenen, want de regeering heeft werk genoeg aan den winkel, zij heeft haar troepen in Eu ropa hard noodig wegens de gevaren die haar van alle kanten dreigen. De Italianen gaan door met het aan leggen van spoorwegen. En hoe ver der de lijn klaar is. hoe beter zij uit den hoek kunnen komen. Zij hebben ook 't geluk gehad nieuwe zoetwaterbronuen te ontdekken. Midden in de stad Tripoli een. Bij het maken van nitgravingen werden de werklieden opeens verrast door een hoog opspuitende waterstraal. Deze bron levert 18000 liters daags. Daar de watervoorziening in dit land der woestijnen altijd groote moeilijkhe den oplevert is 't ontdekken van nieuwe bronnen een waar meevallertje, dat het Italiaansch legerbestuur uitmuntend le pas komt. Noord-Amerika. Amerika verbaast ons vaak door zijn grootsche instellingen, zijn reusachtige ondernemingen en zijn millioenenstrooi- ende ijzer-, petroleum- en spoorweg- koningen. Wie echter dal land als een voor- j beeld gaat stellen doet verkeerd. 't Js al geen goud wat er blinkt. De geschiedenis der laatste weken wees het uit. Beschouwen we eerst de verkiezings campagne voor den presidentszetel, waarbij Taft en Roosevelt en Wilson elkaar om het hardst bestoken, vaak met middelen welke beneden peil zijn. Verdachtmaking, laster, omkooperij enz. alles wordt in 't werk gesteld om den zetel te bemachtigen. Natuurlijk tracht men zich nog te dekken met machtspreuken als „legen de trust", „voor de vrijheid" enz. enz., maar ieder ziet het leugenachtige ervan in, algemeen is men zich bewust dat, alleen geld-, roem- en eerzucht de menschen drijft. Waar zoo het grofste materialisme wordt gehuldigd, behoeft het niet te verwonderen, dat, in vele kringen be derf en ontbinding heerscht. Zoo bijvoorbeeld bij de politie in de wereldhaven New-York. Daar is de toestand erbarmelijk. Houders van verdachte huizen, speel bank-directeuren en dergelijke indivi- duën kochten zich voor groote sommen straffeloosheid bij de politie. Moord en doodslag, diefstal en ze deschandalen, alles werd tegen goede betaling buiten onderzoek gehouden. Wie de dollars liet rollen, kon straffe loos allerlei euveldaden plegen. En dat sinds jaren. Men poogt nu door liet houden van een groote schoonmaak verbetering te brengen, maar men stuit op zooveel bederf en verwording, dat aan een ra dicale verbetering schier gewanhoopt moet worden. Binnenland. Staten Qeneraal. Zaterdag wordt de zitting van dc belde Kamers der Staten Generaal gesloten. Als gewoonlijk zal minister Heemskerk dit karweitje opknappen. Dinsdag wordt de nieuwe zitting door H. M. de Koningin geopend. Zulks zal natuurlijk op plechtige wijze ge schieden. 't Zal er druk worden in 'l Haagje. De socialisten zullen in massa gaan hetoogen ter gunste van 't algemeen stemrecht cn de komst var de Koningin trekt natuurlijk ook een massa nieuwsgierigen. Te Ede. H. M. de Koningin heeft Woensdag van 8 tol II uur, ondanks de hevige regenbuien, dc oefeningen van het te regiment huzaren op de Ginkelsche heide bij Ede bijgewoond. H. M. was vergezeld van een klein gevolg. Luitenant-adjudant baron van Dedem was aan H. M. toegevoegd tot het geven van in lichtingen. Na exercitiën uit de regimentsschool deed hel geheele regiment een frontmarsch in de richting van de Koningin, waarna de officieren aan H. M. werden voorgesteld en H. M. zich ccnigcn tijd onderhield met den commandant, kolonel Mingels. Daarna hadden nog verschillende oefenin- gen plaats, als: aanvallen van cavalerie op"" cavalerie, op mitrailleurs, op een gemarkeerde infanterie-stelling, enz. Ook het gevecht te voet werd beoefend. De Koningin gat Haar tevredenheid le kennen. Dr. Kg ypair af. De leider onzer anti-rev. bondgenooten deed mededeeiing aan den Voorzitter der Anti-rev. Kiesvereeniging in het district Ommen, dat hij ontslag neemt als lid der Tweede Kamer. Uit eenige bijgevoegde at- teslen van Duitsche genecsheeren, die Dr. Kuyper behandelen, blijkt dat deze ontslag nant ter oorzake van zijn dooiheid. Aan het rechteroor is Dr. Kuyper volslagen doof, en het linkeroor is „oo verzwakt, dat hij een discussie in een openbare vergadering niet meer volgen kan. De leider gaat dus heen van het staats- Maar dr. Kuyper, schoon 75 jaren oud, is en blijft nog redacteur van het Anti-revo- lutionnair hoofdorgaan eu zijn invloed zal zeker nog merkbaar blijven. 't is jammer, dat Kuyper uit de Kamer verdwijnt, 't meest nog voor de Vrijzinnige broeders, die hem in 1913 nog graag als FEUILLETON. Opdeslagveldenvan Rusland. tl) En wie was die vijand De Rus sische winter, dc Ruisische koude. Het kleinste aantal dergenen, die dc bevelen van hun steeds overwinnenden keizer in vreemde landen opgevolgd IvyKIcnja zelfs hun aan voerders, zullen zifi waarschijnlijk wel geen voorstelling hebbel kunnen maken van dc ellende van een Russischen winter. Allen tncli koesterden dc hoop, dezen te kunnen ontgaan door een stellen terugtochtop tal-, tooze wagens voerden zij echter een grooten bult met zich, welken zij tot geen prijs zouden hebben willen afstt-n, doch juist dit werd hun ongeluk. Van tct begin van den terug tocht af werd daa-door de aftocht telkens onderbroken, daar Je paarden de te zwaar geladen wagens niet konden voorttrekken, cn toen ten slotte ie weg door moerassige streken leidde, was ir aan geen verder komen te denken. De eigenaars der wagens bleven achter, dc opmarsen der op hen volgenden werd tegengehouden, en alles geraakte in verwarring. Velen werden hierdoor een buit der vervolgende kotakken, die op hun kleine, vlugge paarden dc terugtrekkende troepen overal beslooklcn, cn als roofvogels, op een prooi loerend, kwamen toeschieten. Toch zou 't grootste gedeelte van 'I leger, niettegenslaande deze moeilijkheden, zich nog gered hebben, ware het niet plotseling, n vollerv terugtocht, door bovengenoemden 'vijand aangegrepen. Snerpende winden en koude nevels waren dc voorboden. Zij gunden den soldaat, vermoeid van zijn zwaren dag- marsch, des nachts geen rust. Hij was ge noodzaakt dicht hij 't vuur te gaan zitten, dat hij in zijn bivak had aangestoken, om zich te warmen, doch ook dit gelukte Item slecht, daar het branden van het natte hout weinig warmte afgat en spoedig doofde. Dc blauwehemel was verdwenen, grauwe wol ken joegen, als vijandelijke legerscharen door het luchtruim. Daarop volgde ecu aanhou dende sneeuwvaltalloozc flikkerende ster retjes warrelden in wilden dans dooreen cn vormden een lijkwade voor de op den kou den grond den doodslaap sleoeudenten slotte een scherpe, elk leven afsnijdende koude. Tot aan 't invallen dezer felle winterkoude was de overste met de zijnen onder het ge ringe aantal dergenen geweest, die de drei gende ellende met haar ruwe hand gespaard had. Deels uit eigen middelen, deels ook uit eene som gvlds, Item voor dit doel ter hand gesteld, was hij er in geslaagd te Moskou een aantal warme pelzen en mantels te koo- pen voor hem zeil cu zijn manschappen, welke hem nu uitstekend te stade kwamen. Toen nu de sneeuw begon te vallen, welke dc wegen nog onbegaanbaarder maakte dan zij reeds waren, en het niet mogelijk was, de reeds dubbel bespannen kanonnen voort te trekken, trof hen de ellende van een anderen kant. De helft der nog overige manschappen, moesten hun paarden afstaan voor het geschut en te voet er naast loopen en den volgenden dag stond het andere gedeelte 't zelfde te wachten. Ook Karei behoorde tot hen, die dezen dag daartoe gekommandeerd werdenzijn vader bezat de macht hem daarvan te ontslaan, doch daarvan wilde Karei niet hooren, en de overste had er groot genoegen in, daar de overtuiging zich hij hem had vastgezet, dat de reeds losse banden der tucht en gehoor zaamheid nog slechts door het goede voor beeld konden samengehouden worden. Het was een droeve dag, toen dit gebeurde. De sneeuw had zich in een groote massa opgehoopt in een hollen weg, welken de ar tillerie door moest, om haar marsch te ver volgen, en zelfs, nadat de sappeurs den boel opgeruimd cn de paarden aangespannen had den, kwam het zware geschut slechts zeer langzaam vooruit, terwijl menschen cn paar den door de steeds hooger opgestapelde sneeuwmassa's ten zeerste vermoeid werden. Toch gelukte het na ontzaglijke moeite er door te komen. Doch hoeveel offers kostte dit I Hoevelen der daardoor in hun marsch opgehouden krijgers, die langs den weg waren gaan zitten, bleven uitgeput liggenhoevelen dergenen, die getracht hadden een anderen weg te vinden, zonken weg in de diepe sneeuw of in moerassen. Daarbij moest men er steeds op bedacht zijn, dat dc vijandelijke troepen hen in den rug bestookten, om 't werk der vernietiging geheel te voltooien. De nacht hulde deze schriktooneclen in zijn zwarten mantel, doch ook die kostte weer nieuwe offers. De lucht, tot dan toe grauw, klaarde op, het hield op met sneeuwen, doch nu werd het zóó koud, dat men slechts door vlak bij 't vuur te blijven de reeds verstijfde ledematen in beweging kon houden. Gelukkig hij, die dichtbij een plaatsje vond I Al was hij dan ook hongerig en uitgeput, toch vond hij het geluk, er te kunnen uitrusten en vcrsche krachten te garen voor den komenden naeht. De overste en zijn manschappen ge noten gedurende den nacht dit geluk. Steeds op hun welzijn bedacht, had hij terstond, nadat hij met zijn manschappen de ruslplaals betrokken had, een afdceting naar een naburig hosch gezonden, om daar hout te vellen. Toch miste hij, toen hij zijn soldaten over zag, reeds dezen avond menigeen. Nog voor de koude geheel inviel, kwamen de afgezon den manschappen terug cn droegen de noo- dige brandstof op hun rug. Spoedig knapperde een lustig vuur, waarom allen gingen zitten. Het nog overgeschoten meel cn de rijst wer den hij elkaar in een grooten ketel gedaan en gekookt. Allen deden zich nog eens te goed na zooveel vermoeienissen, aan warnt voedsel. Toch was 't, helaas, voor enkelen, die wat ver van 't vuur gelegen hadden, hun 'laatste maal geweest; de koude van één enkelen nacht had hen gedood, en bij het opbreken, den volgenden ochtend, moest men hen als lijken achterlaten. Ook Karei was d en morgen als verlamd; welk een moeite hij ook deed, hij kon niet opstaan. Door de hulp echter van eenige zijner wapenmakkers, die hem wreven en ophielpen, werden zijn ledematen weer wat leniger, toch kon hij zich bijna niet aansluiten bij den opmarsch. Deze dag vorderde weer nieuwe offers. Wel was de lucht helder, doch 't bleef koud, ja zelfs scheen nog ijziger te worden. Een scherpe wind joeg hen iii 't gelaat, waardoor de sneeuwmassa's opgejaagd en den opmarscheerendcn nieuwe hinderpalen in den weg werden gelegd. Toen de overste het kleine aantal, dat bij het bivak neerhurkte, telde, onldekte hij tot zijn diep leedwezen, dat er nog slechts een vijltig man overbleven. Slechts de helft hunner had nog een paard, dc overigen, waaronder ook Karei, hadden dezen dag den weg te voet afgelegd. Dat was het overblijfsel van 't geheele regiment, dat een paar maanden geleden nog zoo flink was. Eindelijk zagen dc uitgeputte krijgers den volgenden dag het lang. verwachte, veel be lovende Smolensko met haar door rook en vlammen zwartgeblakerde muren en torens uit de sneeuw opsteken. Met nieuwen ntoed vervuld, teneinde de stad te bereiken, die hun een onderkomen bood in deze verschrik kingen, en waar allerlei voorraad, naar nten zeide, opgestapeld lag, kregen de afgematte soldaten nieuwe krachl. Dc wapens werden weggeworpen en in talrijke troepen stroomden de vruchtelingen naar de stad; zij drongen als wilde dieren de poorten binnen sn verslonden alles wat maar eenigszins van hun gading was. Alle orde en tucht was verbroken; ieder volgde zijn eigen rooflust en lette niet op een ander. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1912 | | pagina 1