N„m„32. n p f r BA ifi A n f
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
Zaterdag 19 October 1912. II i^H r.r so
elke,, I M H BH M h
U„g.sr«tM«,. ,3 IIP J iflVI fc'JK l l l Van I lot 5 30
Uitgave van de Vereeniging Oe Eembodo. Rfl ffl jfj |S[ fij 9 B IBM B H H Clken reH8' meer6
IGUP ISB ÜSfll UBS !H I II^P Eg/Sö? Bij abonnement
Bij dit nummer behoort een bij voegsel.
Godsdienstzin en goede zeden vinden
in do slechte lectuur van boeken
en couranten hun 'ondergang en hun
graf.
Dit mogen dus die Katholieken wel
bedenken, die bij hun geloofsgenooten
groot meenen te kunnen gaan op een
achtbaren Katholieken naam. maar
inmiddels het nog blijven aandurven
om niet-katholieke couranten te lezen
en methun goede Roomsche geld, wat
aun zooveel beters kon besteed wor-
den, te steunen. Rector Thompson.
FRANSCHE LES.
Eschillighcld van liet Wansc'he
«dmlicnsl
mccrdcrhci
zóu 'liet ui
•le'li'weg?V'
mogelijk zijn
schiedl:
achting, zulke weerzin-
«Ringeii.
liftte ziel hel onverschil
lig ii.i". dal men de Zusterscholen doet
rs, 'bemind „in haiir toewijdingen
iclite vriendelijkheid. uit school en
uithuis worden gezet.
De wrevel gunt voorbij, want het
tolk vindt al spoedig weer een ander
onderwerpen de Regeering kan
Voortgaan niet 't geweld
echt. Voortgaan met het
maken van slachtoffers. en voortvaren
mm tegen de Kerk.
inden, de vervolgers der Kerk
Frankrijk, dat de niillioenen.
n om te eten, tc drinken en
lit, en zich niet meer bekom-
schillig zijn ten aanzien dér vervolging
au kloosterlingen enz.
Maar daar is nog iets. dat den ver-
bi gers bekend is. dat hun moed en
lelclhcid geeftzij kunnen rekenen
Ie medewerking, op de medeplich
tigheid vail de gelieele liberale, van
de gelieele niet-Katiiolieke pers
de gelieele aarde,
er openlijke toejuichingen, daar
wilde kreten van aanmoediging tot het
ïisdrijf, elders uitbarstingen van haat
tegen de vervolgden.
Ook treil men wel schijnbaar beza
digde beschouwingen aan bijv.: „wij
volkomen duidelijk het onliberale
lezen storm op de kloosterscholen,
doch enz. maar daartusschcn
tendentieuze inededeelingen. welke
de Kerk en hare dienaren als de in
irhcid schuldigen voorstellen.
In dal alles moeten wc zien den die
pen gromt van vijandschap tegen de
goddelijke waarheid derKalholickc Kerk.
Wat al gloeiende verontwaardiging
mr men elders hel rechtzaggeschonden.
En bij vervolging van dienaren der
11. Kerk in de groote en kleine iiberale
pers geen spoor van een opkomen
voor liet recht
Als de slachtoffers van het gepleegd
wordend onrecht de Paus - denk aan
Rome! of Bisschoppen, Priesters en
vooral kloosterlingen zijn. wordt alles
dadelijk anders.
Wij zouden, als het bijv. Joden of
Socialisten gold. de verdediging van
liberaal standpunt wel eens willen boo
ten van maatregelen, welke ten opzichte
van een enkele maatschappelijke klasse
het recht van vereeniging, het recht
ook tot geven van onderwijs, na daartoe
op wettige wijze gediplomeerd Ie zijn.
te cetienniale opheffen, zooals dat in 't
ongelukkige Frankrijk is geschied.
Maatregelen, welke niet alleen de
eigendommen, door die personen geza
menlijk bezeten, verband verklaren,
doch ook het eigendomsrecht van der
den. die aan personen dier bedoelde
klasse liet gebruik van vaste goederen
toestonden, als niet meer bestaande
aanmerkten.
Voor vele vervolgden en verdrukten
staat men in de bres: maar niet voor
Kathobedc kloosterlingen.
Rechten en vrijheden komen wel
i toe
iet v.
en heilig,
sclien nederig en onbaatzuchtig dienen
in de stille kloostercel.
Zoo kon het grievend onrecht dan
in Frankrijk zijn gang gaan,
Eu bedroevend is liet waar te nemen,
hoe men in Frankrijk nu de storm wat
luwt, nu de machthebbers 't wat kalmer
aanleggen, zich laat in slaap wiegen
en meent te kunnen berusten, omdat
de aiiti-kerkclijken schijnbaar minder
vervolgziek zijn.
In plaats van een voortdurend prot.
rottig v
i dwaï
n wil-
:gen de lyrannie van hetlibe-
alisme in de afzichtelijkste gedaante,
iraat men van berusten en verdragen
Laten wij in Hollnnd de Franschc
es ter harte nemen.
Pal staan in den strijd voor het behoud
inzer christelijke regeering, opdat ons
.„Ierland bespaard blijve ,1c rechtsver-
xachting daar ten opzichte onzer ge
loofsgenooten gepleegd.
i nu kome uien niet aandragen
't praatje hier zijn ze zoo niet.
Beginsel toch onzer liberalen is
hetzelfde als in lie ongelukkige republiek.
Wél erkennen we gaarne dat velen
er beter zijn dan hun beginsel en zou
den gruwen van een toepassing welke
onrecht en verdrukking brengt.
Maar 't beginsel regeert en werkt
door, in spijt van elk beter bedoelen.
Dat leert de ondervinding.
Luisteren we slechts wat een beza
digd liberaal hoofdorgaan hier te lande
schreef, toen ,1e Fransche vrijgeesten de
roomsche scholen sloten:
„Het feit, waar het .op aan komt en
dat eensklaps 150,000 kinderen aan het
godsdienstig onderwijs onttrokken zijn
150,000 jeugdige zielen niet meer dien
clcricalen stempeldruk ontvangen, welke
het verstand voor alle liberale opvat
tingen ontoegankelijk maakt."
Of we het Liberalisme ook altijd
goed doorgrond hebben
Spiegelen wij ons 'aan Frankrijk,
n vergeten wij nooit, wat in het land
an van den H. Lodewijk is geschied.
WAARSCHUWING.
Nog altijd worden de dagen van ont
spanning door velen misbruikt, tiij
vraagt waardoor? 't ls overbekend:
door de onmatigheid, de dronkenschap
en al de treurige gevolgen ervan.
Na de feesten lezen we maar al te
vaak in de courantDaar is een vecht
partij geweest; daar is alles kort en
klein geslagen; daar heeft men neuzen.'
„oren. oogen. vingers verloren door
het mes; daar is moord en doodslag
gepleegd
En dan zitten de ongelukkige daders
al te zuchten in vóórarrest, om later
harde, maar welverdiende straffen te
intvangen; en dan wordt er geschreid
n geweeklaagd in' den familiekring,
aak door een arme vrouw en een on
gelukkig kroost; en dan zeggen de
menschen; „Die vervloekte drank!"
Ja, van al die onheilen is zoo wat
altijd de drank de oorzaak. En wat niet
in de krant komt, en wat men onder
l Tiristenen zelfs niet noemen mag, dat
maakt een nóg vrecsclijker nasleep van
den cllendigen drank uit dan alle ruzie,
•oclitpartijoii, tranen en gevangenis.
Duizenden bij duizenden worden slecht
gevoed, slecht gekleed en allerslechtst
gehuisvest. En toch wordt er gedron
ken. Allertreurigst zijn zoo de gevolgen
voor lichaam en geest. Het familieleven
heeft geen erger vijand dan de drank.
Kardinaal Manning deed deze indruk
wekkende uitspraak„De H. Kerk heeft
meer kinderen verloren door het alco
holisme dan door het protestantisme
i het ongeloof te zamen".
De grootste hinderpaal, die de ver
heffing der maatschappij in den weg
':aat, is de drankzucht. Er bestaat een
ichtstrccksch verband tusschcn de so
ciale nooden en de volkszonde, die in
drank ligt. Ellende, domheid, onbe
schaafdheid. gewelddaden zijn dc na
sleep van den alcohol, en zedenbe-
'erf, aanslagen tegen het leven, den
igendom, de kuischhcid!
De drank, misbruikt, is der mensch-
heid noodiottiger dan oorlog, pest en
hongersnood. Als de oorlog uitgewoed
heeft, wordt de vrede geteekendals de
pest op het hoogst is, keert de vree
slijke ziekteals de goede God weer
,-ruchtcn deraarde geeft, vcrdwijnlde hon
gersnood. Maar de jenever blijft, het drin-
n blijftde rampen en onheilen blijven.
Het misbruik van drank giet dage
lijks een stroom van ellende over de
aarde uit. 't Is een ramp voor iiet volk,
graf voor welvaart, het huiselijk
i, de opvoeding der kinderen. Het
ontvolkt den haard en bevolkt de ge
vangenissen en gekkenhuizen, 't Is de
verstikking der goede hoedanighe
den van den mensch, de vergiftiging
van zijn bloed.
Onverbiddelijk daarom het misbruik
aan den schandpaal. Geen dronkaards
dan op de dagen, die naderen; geen dron-
kemanstooneelcn, vloeken, slaan, kerven
snijden, of welke alcoholschandalen ook.
Moge deze waarschuwing in goede aar
de vallen. Hoe zal iedereen zich
heugen, als er na de kermis geen
kei bericht over dronkemnansdaden
in de courant komt.
Uit het Buitenland.
0e oorlog-
Het Turksche leger is goed georga
niseerd. Dit danken de Turken aan
Duitsche oflicieren, die het hebben af
gericht en de organisatie hebben ver
beterd. Ook de bewapening is niet slecht.
T urkije kan zonder veel inspanning
een half millioen soldaten op de been
brengen en behoeft dus niet dadelijk
op den loop te gaan.
Zijn waardige tegenstander lijkt B.il-
garijc met een leger van een paar hon
derd duizend man, ook uitstekend bewa
pend en geoefend, onder goede leiding.
Dc Serviërs zijn ook dapper, maar
slechter aan lucht gewend in den mo
dernen oorlog wellicht minder waard,
gelijk de Grieken.
De Turken willen dan ook met volle
gewicht op de Bulgaren zich werpen.
Tegen Montenegro gaan ze maar een
paar divisies in liet veld brengen en zich
tot een verdedigende houding bepalen.
De gelieele kracht wil men tegen Bul
garije conccntrccren en als men met
dien vijand heeft afgerekend, kan men
de anderen wel klein krijgen.
De hoofdmacht der Bulgaren ver
sterkt met een Servische divisie, slaat
•licht bij de Turksche grens aan den
straatweg naar Adrianopel.
Een tweede afdeeling houdt de pas
sen over de Rodope-gebergte bezeten
heeft het hoofdkwartier te Phitippopel.
Van het oorlogsterrein wordt weinig
van bctcekenis gemeld.
De Montenegrijnen gaan voort met
het bestoken der verspreide Turksche
garnizoenen. Meestal met goeden uit
slag. maar niet dan na verwoed vechten.
Hun streven is nu de belangrijke stad
Skutari te bemachtigen. Is die in hun
bezit, dan hebben ze vasten voet in het
overrompelde land.
Intusschen voltooien de Serviërs hun
samentrekking om dan met de Monte
negrijnen vereend de oprukkende Tur
ken-macht tc weerstaan.
Aan de Turksch-Bulgaarsche grenzen
is het lang niet pluis. Zwervende ben
den plunderen en moorden naar harte
lust en de arme grensbewoners. Turken
zoowel als Bulgaren, iijden vreeselijk
onder deze gruwelen.
En nu is 't nog maar een begin.
Straks wanneer de fanatieke dweep
zucht der Turken tot waanzin is opge
voerd, zal het bloed met stroomen
vloeien.
De Turk is grimmig en vastberaden
besloten tot het uiterste te vechten.
Men begrijpt dat het is een strijd op
leven en dood, en dat het gaat om 't
bestaan van den Turkschen staat.
In Griekenland is 't volk over het
algemeen wat kalmer geworden. Men
is er zeker niet gerust over den afloop
en, inderc'aad, daar is reden voor.
Nu Turkije met Italië noodgedrongen
vrede sloot, is dc vloot weer vrij en
kan eventueel tegen Griekenland wor
den gebiuikt.
1 ot Donderdag was er eigenlijk nog
geen oorlog tusschen Servië, Bulgarije
en Griekenlandde verklaring ervan
bleef uit, tot eindelijk Turkije den knoop
doorhakte en officieel den oorlos ver
klaarde.
Die oorlogsverklaring werd onmiddel
lijk gevolgd door een bevel tot den
opmarsch, zoodat weldra berichten over
liet eerste treffen mogen worden ver
wacht.
Binnenlandsche Berichten.
Doorjakkeren
Dinsdag kwam de Tweede Kamer
bijeen.
Tevoren hebben de Sociaal-Demo
craten op een aantal plaatsen groote
protestvergaderingen gehouden.
En waartegen hebben zij met een
stroom vari woorden geprotesteerd
Tegen de dooijaag-taktiek van de
1 weede Kamer-meerderheid.
I >ic wil te vlug werken en daar zijn
de heeren Sociaal-Democraten ver
schrikkelijk tegen,
Begrijp ook eensde Rechterzijde
wil eindelijk vlot en vlug de wet op
invaliditeits- en Ouderdomsverzekering
tot stand brengen.
Maar dat mag niet I
Is het omdat de zaak niet van atle
kanten voldoende bekend is
Wie is zoo onbeschaamd dat te be-
Men luistere toch eens
In het jaar 1900 zond de Liberale
minister Lely een concept-ontwerp be
treffende die verzekering rond.
In 1904 werd door minister Kuyper
zoo'n verzekeringsontwerp bij de Kamer
ingediend.
In 1906 kwam minister Veegens
met een afzonderlijk ontwerp ouder
domsverzekering.
In 1911 was het minister Talma, die
weer een ontwerp-lnvaViditeits- en
Ouderdomsverzekering rer tafel braohe.
En al die jaren is men in de Pers,
in dag- en weekbladen, tijdschriften en
brochures bezig geweest het voor en
tegen te bespreken, zijn er vaten schrijf-
en drukinkt verbruikt om over deze
verzekeringsontwerpen alles mede te
Het wetsontwerp dat nu besproken
wordt is in de Afdeelingen bezien, in
de Commissie van Voorbereiding ge
weest, bekeken, betitteld, besprokenen
bevit van alle kanten, en dat was 9
Juli afgeloopeu. En de Kamerleden
hebben, als ze wilden, van dan af
tot nu toe de stukken, zooals de „Stan
daard," schrijft, „zeg maar van buiten
kunnen leeren."
Maar nog is het niet genoeg. Niet
„doorjakkeren" schreeuwen de Sociaal-
Democraten en ze protesteeren, als er
eindelijk eens iets van terecht kan komen.
Het spel der Linkerzijde is toch al
te doorzichtig. Dat zijn nu de menschen,
die klagen als Jeremias dat er niets
terecht komt.
En nu er kan worden afgedaan
nu willen zij dit verhinderen. Waarom
Als de Invaliditeits- en Ouderdoins-
Feuilleton.
19
OP DE SLAGVELDEN VAN RUSLAND.
Mij plaatste zich aan 't hoofd der
zijnen, en zijn hart gebood hem, dat
hij zijn eunigen zoon niet hulpeloos
mocht achterlaten in zijn laatste uur.
Dit zagen zijn soldaten en gaven hun
verlangen te kennen, niet eerder de
plaats te zullen verlaten, vooralleer zijn
i hersteld was. Hun aanvoerder be
val hun te gaan en Item alleen met
;ijo zoon achter te laten.
„Gaal", zeide hij, „en tracht met de
uizen hel dorp tc bereiken) Blijft gij
iverwinnaars, komt dan terug en helpt
nij mijn armen zoon wegbrengen I"
Talmend en innerlijk weerstrevend,
naar toch gehoorzaam aan T bevel
Wjn hun geliefden overste besloten'zij
lem te verlaten, nadat zij met betraande
•„gen afscheid genomen hadden van
de achtergeblevenen. Weldra waren
rader cn zoon geheel alleen en verlaten
n de woestenij achter; de anderen trokken
verder om te oveiwinnen ofte sterven.
Zoo was dan nu „de laatste wacht"
voor vader en zoon aangebroken. Alle
ongelukken, welke hen op bun verren
tocht in T vreemde land getroffen hadden,
schenen liier in dezen nacht een treurig
te zullen nemen. De overste had
zijn manschappen weggezonden, omdat
Hij hen niet wilde doen deelen in 't
droeve lot, wat hun te wachten stond,
en wijl hij wel inzag, dat zelfs met hun
hulp Karei 't nabijzijnd dorp niet zou
kunnen bereiken. Ook- koesterde hij
geen hoop meer, dat zij tot hem terug
zouden Icecren, want zelfs in 't geval,
dat zij overwinnaars bicven, zag hij wel
in dat zij nauwlijks kracht genoeg zouden
hebben, om 't dorp tc bereiken.
Met volkomen onderwerping voegde
hij zicll in Gods wijze raadsbesluiten en
beval 11cm in een innig gebed het lot
dergenen aan, die in 't verre vaderland
leefden. Hoe moedig hij ook was, was
't hem onmogelijk een plotseling gevoe
van verlatenheid te onderdrukken, ah
hij er aan dacht, dat zij tevergeefs oj:
dc terugkeer van hem en zijn zoon zouden
wachten. Ook Karei scheen wel
zelfde ge voelen te beheerschen. Ofschoon
hij doodelijk vermoeid was en van koude
sidderde, spande hij toch zijn laatste
krachten in. om zijn vader te bewegen
hem alleen te laten cn te trachten
huis terug te kceren.
Zijn vader weigerde ecliter beslist.
Met inspanning van al zijn krachten
hielp hij den tot tegenstribbelen onmach-
tigen zoon op cn droeg hem een kleine
hoogte op, terzijde van den weg. Enkele
verstrooid liggende voorwerpen en
wapens deden hem vermoeden, dat
deze plek reeds eerder als rustplaat?
gediend had. „Voor mij", sprak hij, „en
dezen zal wel „de laatste wacht" zijn".
Een stuk geschoten affuit diende
hem als zitplaats. Hij legde Karei, die
van vermoeidheid zijn oogen reeds weer
gesloten had, op zijn knieën, cn spreidde
zijnmanteloverhcmuit. Met bezorgdheid
voelde hij zijn pols. Nog stroomde leven
in zijn aderen, doch zoo gering, dat
het nauwlijks te voelen was. Nog een
paar uren in zulk een^barre koude, cn
de ongelukkige vader kon 't zich niet
verbergen, dat hij dan een lijk in zijn
armen zou sluiten. Sidderend voor dit
denkbeeld beproefde hij meermalen den
slapende te wekken, doch Karei smeekte
hem zoo hartroerend hem te laten rusten,
dal zijn vader er ten laatste vanaf zag.
Terwijl hij in smartelijk gepeins gebogen
zaï over den verstijfde, zag hij plotseling
een lichtstraal gevolgd dooi' een dreu
nenden slag. In zijn verbeelding zag
dc overste de donkere gelederen tegen
elkaar" optrekken. Geweervuur volgde,
en daarna schudde de grond door krach
tiger salvovuur, dat- aanhoudend ver
nieuwd werd. Moedig wendde de overste
den blik naar den kant, waar dit nachtelijk
gevecht woedde. Duidelijk kon hij dc
kolonnes der aanvallers onderscheiden,
die door een veel sterkeren vijand
wetden bestookt. Hij zag dc vernielende
uitwerking welke liet vijandelijk geschut
in hun gelederen te weeg bracht, ook
zag hij dat zij weken, doch terstond
weer tot den aanval overgingen en met
heldenmoed de hoogten bestormden,
door de Russen bezet. Nog eens beproefde
hij Karei te wekken cn hein belang in
tc boezemen voor den strijd, die thans
in vollen gang was, doch tevergeefs.
Na eenigc minuten erkende het ge
oefende oog van den overste, dat de
zege behaald en de vijand op tien
terugtocht was.
„Goddank", riep hij uit, „zij zijn ge
red, nu kan ik gerust sterven 1" 'Thans
voelde hij, hoe de dood langzamerhand
ook over hem kwam. Zijn ledematen
verlamden en er overviel hem een
afgematheid, welke hij bijna niet meer
onderdrukken kon. Reeds zakte zijn
hoofd loodzwaar op zijne borst; daar
was het liein opeens of hij menschen-
stemmen hoorde. Een flauwe straal van
hoop scheen voor hem weer te schijnen,
dat het misschien de zijnen konden zijn,
die, gedachtig aan hunne belofte, op
hun schreden terugkeerden. Ofschoon
volstrekt niet zeker daarvan, besloot
hij hun toch een tecken te geven. Hij
schoot liet pistool, dat hij in de hand
hield, af. Bij dit geluid zwegen de
stemmen even, doch werden spoedig
nog dichterbij luider.
„O, als zij het eens waren", sprak
de overste zacht, zijn blik op den ver
stijfden Karei werpend, „misschien is
er voor hem dan nog redding mogelijk.
Zoo kan ik hem niét langer beschermen."
't Scheen werkelijk, dat de wcnsch
van den overste ditmaal in vervulling
zou gaan. De troep mannen, wier stem
men zijn oor getroffen hadden, was door
't schot onnierkzaam geworden cn kwam
regelrecht op dc hoogte af, waarop de
overste inct Karei zich bevonden. Dade
lijk zag hij echter bij hun aankomst,
dat hij zich vergist had in de personen,
want de ruwe stemmen deden hem in
hen niet dc zijnen, noch Franschen,
doch Russen herkennen.
Het cenige, wat den overste te doen
stond bij deze onaangename ontdekking
was, dat hij kalm op de plaats bleef,
waar hij vertoefde, en den Almachtige
zijn lot in handen gaf, die tot nu toe
zijn schreden geleid had. Met kalme
houding zag hij dan ook de vijanden
naderen, want hij wist zeer goed, dat
hij ook zonder hen zeer waarschijnlijk
zou bezweken zijn, in dien nacht, welke
reeds zijn zoon als offer scheen gceischt
te hebben. Ook was de ellende, welke
hem omgaf, zoo lang reeds van duur,
cn zoo algemeen, dat hij zich reeds
lang met de gedachte aan den dood ver
zoend had. Toen hij nu zag. dat de dood
op 't punt was zich meester te maken van
den nog voorenkele maanden zoo levens-
lustigen jongeling, verzette ook hij zich
niet langer tegen het hem dreigende nood
lot, cuhet leek hem hetzelfde toe, of hij den
dood ontving uit handen der natuurmach
ten of uit die des vijands.