ET
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. CL
Zes an twintigste Jaargang. Nummer 33.
Woensdag 23 October 1912.
Verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Bureau: Langnyracht No 13 - Amersfoort.
Uitgave van do Vereeniging De Eemhotle.
DfEERBODE
ABONNEMENTSPRIJS:
Per drie maanden50 c
Afzonderlijke nummers 3
ADVERTENTIEPRIJS:
Van I tot 5 regels30 c
Eiken regel meer6
Bij abonnemont minder.
Beschouw alles wat bestaat als niets.
Aanzien is niets, geld is niets, over
leg is niets. De Pors, ziedaar alles. Hebt
gij de pers, dan bebtgeal het overige.
Cremieux
SLECHTE LECTUUR.
Slechte, ongodsdienstige IccluurtAonipt
hel godsdienstig denken en gevoelen
langzamerhand :ff; ongodsdienstige lec
tuur verzwakt den geloofsijver, en ten
slotte komt men eenmaal tot de erlcen-
l geheel andere werd
dan
Dat geldt reeds van die hei
dage zoo ovcrt.drljkc geschriften, welke
eloof wel llict direct aangrijpen
landpunt behandelen, in welke ner-
mecr van (iod en eeuwigheid, ge
it Kerk sprake is, doch enkel van
humaniteit, philanthropic, heelal, natuur,
oodlot. wetenschap enz. Deze geschrif
ten zijn misschien niet veel minder ge-
larlijk dan de antl-gclouvige zijn.
„Wie niet met mij is", zegt de Zalig
maker, „is tegen Mij".
Dat geldt natuurlijk allermeest van
ie andere geschriften, die iiet zich uit
drukkelijk tot taak hebben gesteld het
christelijk geloof te bestrijden, en hun
'al in poëzie en proza is legio. Ook
r zijn drama „Nathan de Wijze"
eckt zich Lessing zelf aldus uil„Het
wel zijn. dat mijn Nathan over 'l ge
heel weinig effect zou maken wanneer hij
op het tooncel kwam, iets wal wel nooit
zal gebeuren. Maar genoeg zal 't mij zijn.
indien hij slechtsmotbclangstcllingwordt
gelezen en onder duizend lezers slechts
uit aan deevidentie en algemeen
heid van zijn godsdienst gaal twijfelen".
Kn nu komc men toch niet met de
ide, al honderdmaal weerlegde veront
schuldigingen Ik sta in mijn geloof vast
genoog, mij zal die lectuur niet schaden
'scheiden tusschen
recht en onrecht, logen en waarheid
en moet tochookdentegsnstandcrhoo-
n om een zéker oordeel te kunnen
Geachte lezer, tie hand op 't hart
at is toch niets anders dan de taal der
ïervarcnheid en van den hoogmoed.
En dal hoogmoed ten val komt, zoudt
al te spoedig kunnen weten,
men dan" vroeg een Duitsch
Kerkvoogd eens „moet nten dan
alle dwaallichten in alle moerassen
nagaan, om de zon van den geopen-
baarden godsdienst te vinden Moet
men dan naar alle ongerijmdheden
van hel ongeloof hebben omgezien
om geloovig te worden Moet men
zich dan op alle paden van twijfel en
van dwaling doodmoede hebben ge-
loopcn om eindelijk, als 't nog goed
afloopt, tien juiston weg naar liet juiste
duel terug te vinden I
Ja, dat geleerde en vrome mannen
zulke geschriften lezen, om de drog
redenen bloot tc leggen en anderen
daarvoor te waarschuwen, dat heeft
recht van bestaan. Maar zijt gij reeds
een geleerde; moet gij voor anderen
zorgen óf hebt gij wellicht niet al
genoeg met uzclvcn te doen.
Is uw vorstand zoo voluit ontwikkeld
en zelfstandig, uw oordeel zoo rijp en
vast, dat liet voor geen dwaasheid
meer toegankelijk is?
Is uw wil zoo krachtig en onwrik
baar, dat hij zich voor iedere onwaar
heid, ook al moge ze nog zoo mach
tig lokken, ongcnaaklbaar afsluit?
Is uw hart zoozeer gepantserd, dat
niets wat ongerechtig is er indruk op
Zijt gij in de .genade zoo bevestigd,
dal voor u het woord niet meer geldt
„Wie het gevaar bemint, zal er in
vergaan"?
/fijn uwe wijsgeerige studiën reeds
zoo ver gevorderd, dat gij zonder meer
iedere valschc redeneering ontmaskeren
kunt?
Zijt gij een zoo groot godgeleerde,
dat gij elke dwaling onmiddellijk als
zoodanig erkent?
Lezer, gij zijt oprecht genoeg, om opal
deze vragen met „neen" te antwoorden.
Maar dan is ook hel verdere beslist
dan moogl gij zulke geschriften niet
lezen.
Wees dan verstandig en houd uwe
handen van godsdienstloze of den
godsdienst vijandige boeken af on
voorwaardelijk van diegene, welke gij
niet beslist nooilig hebt. Hiertoe be
lmoren ook zonder uitzondering alle
ongeloovige couranten.
Val niet onmiddellijk er op aan, wan
neer li een boek of een blad als
„meesterlijk" wordt aanbevolen, als
„iets dat men moet. hebben gelezen"
enz., ook al is de persoon die 't u
aanbeveelt een vriend of een hooger-
geplaatsle, indien deze u niet bekend
is als iemand van beslist geloovigen
zin. „Wanneer iemand u zegt: Zie,
hier is de Christus of daar is hij
gelooft liet niet. Want daar zullen val-
sche Christussen en valschc profeten
opstaan."
Loop ook niet achterna de groote
kudde van hen, die onmiddellijk van
eerbied snmcnkliippeii als een zakmes,
zoo spoedig zij het boel; van een of
andere „beroemdheid" in handen krijgen
die vreezen tot het miseranda plebs,
het volk der dompers te worden ge
rekend, wanneer ze voor zulk boek niet
het wierookvat zwaaien zooals de pries
ter voor Gods Evangelie doet. Minstens
op hel stuk van den godsdienst is de
aangegaapte „hoogte van liet standpunt"
of. als men liever wil. „diepte van
inhoud" gewoonlijk niets anders dan
banale oppervlakkigheid. Veelal geldt
hier het woord van Goethe:
Ten slotte, omdat de man van be
schaving, omdat de ontwikkelde jonge
ling, ja iedereen van cenigc vorming
nu toch eenmaal lezen wil en moet,
indien luj op de hoogte van zijn tijd
wil blijven, zoo zie uil naar werkelijk
goede lectuur.
En die is tegenwoordig schier overal
te bekomen. A. W.
NA ZEVEN JAREN.
Dezer dagen was het zeven jaar ge
leden, dat het Centraal Bureau voor de
Katholieke Sociale Actie in Nederland,
te «Leiden, geopend werd.
Welk een rcusachtigen arbeid is in
die jaren verricht!
Slechts enkele sprekende cijfers.
In dien tijd werden georganiseerd
zeven Sociale Weken. Nog geen andere
partij of inrichting in ons land heeft
het tot haar eerste gebracht!
Verspreid werden 1,195,394 vlug
schriften en 556.124 vliegende blaad
jes tezamen alzoo liet eerbied-afdwin-
gende cijfer van 1.751.518, zegge; een
millioen. zeven honderd een cn vijftig
duizend vijf honderd achttien.
Honderden vergaderingen in alle oor
den des lands werden georganiseerd, of
aan een goed onderlegden spreker
geholpen.
De Bibliotheek bevat thans 4567
deelende knipsel collectie 16404 knip
sels uit verschillende binnen- en bui-
tenlaudsche bladen. Welk een goudmijn
voor allen die op apologetisch of sociaal
gebied werkzaam zijn!
Kr werden gegeven 3704 adviezen.
Hocvele werklieden-vercenigingen dan
ken aan het Centraal Bureau hare sta
tuten Iloevelc sprekers ontvingen
welkome voorlichtingHocvele werkers
lieten uit Leiden het materiaal komen
dat zij behoefden I
Aan blijken van wnardcering heeft
het 't Centraal Bureau in deze zeven
jaren niet ontbroken.
Slechts één schaduw valt op dit zon
nig tafereel van vruchtbaren arbeid:
de fmanlicelc positie van het Centraal
Bureau blijft zwak. Hoezeer op de uit
gaven is bcpingcld, zij worden nog
steeds niet door de inkomsten gedekt.
De jaarlijksche tekorten van één ;'i twee
duizend gulden bleven chronisch. Tot
heden konden ze worden gedekt uit
het bij de oprichting bijeengebrachte
stichtingsfonds.
Maar ook deze schatkist laat leelijk
zijn bodem zien. Aanvulling wordt drin
gend noodig, wil liet Centraal Bureau
blijven bestaan.
Heel Nederland moest dit nuttige en
noodzakelijke werk steunen. En in
gemoodc wie kan nu niet per jaar
voor 60 cents donateur van het Cen
traal Bureau worden Hij ontvangt dan
gratis het Maandschrift „De K. S. A."
Er liggen zoovele plannen op uitvoe
ring te wachten, te wachten, omdat het
geld ontbreekt I Noemen wij slechtshet
organiseeren van groote cursussen voor
leiders van vcrocnigingen zoowel
middenstands- - als nrbcldersvereenigin-
gen het oprichten van een centrale
voor goede filmshoe anders afdoende
het bioscoop-gevaar te keeren liet
vestigen van een uitleen-centrale voor
lichtbeeldenis dit niet hoogst nuttig
voor al onze Katholieke vereenigingen
Ziedaar alle plannen, waarvan de
voorbereiding reeds is afgcloopen, maar
die nog niet tot uitvoering konden ko
men, uit gebrek aan geld.
Is 't niet bedroevend?
Komt, laten de Katholieken van Ne
derland eens de handen in elkaar slaan
Een instelling als ons Centraal Bureau
mag niet tot stilstand, ja erger: tot
achteruitgang gedoemd zijn!
Waar zijn de propagandisten, die
zich ervoor spannen, om aan het Cen
traal Bureau een groot aantal nieuwe
donateurs te verschaffen?
Laten zij zorgen, dat na deze zeven
magere jaren van tekorten nu eindelijk
de vette jaren gaan aanbreken
Maar gij, waarde lezer, wacht die
propagandisten niet af, maar wend u
nog heden tot 't Centraal Bureau, om
u als donateur op te geven I
Men weet, dat de Vrij-Liberalen,
en Vrijzinnig-Democraten het over hun
samenwerking bij de stembus in 1913
zijn eens geworden.
We dienen af te wachten op welk
program precies dit geschied is, voor
er een oordeel over te geven.
Maar het bewijst wel, dat de heeren
1913 een stormloop willen wagen.
Het v
irdt e
t jna
is dan verkiezing voor de
Provinciale Staten, die voor de helft
vernieuwd moeten worden. En is er
verkiezing voor de Tweede Kamer.
Over het belang van de eerste ver
kiezing, die in Mei valt, mag men niet
te licht denken.
Het geldt hier piet de samenstelling der
Provinciale Staten alleen, doch er komt
bij, dat die Staten in Juli zestien leden
voor de Eerste Kamer moeten kiezen.
De samenstelling der Eerste Kamer is
de komende jaren van groot belang,
vooral ook omdat zij op de Grondwets
herziening grooten invloed uitoefenen
kan. Daarom is dus ook de verkie
zing voor de Provinciale Staten van
groote bctcckcnis.
En dan de Kamerverkiezing 1
Het zal er spannen.
Onze tegenstanders werken reeds hard.
Dit moet ons een prikkel zijn om
niet bij de pakken tc blijven neerzitten,
maar mede alle krachten in te spannen.
Want als dat niet gebeurt, krijgen
wij een herhaling van de nederlaag in
1905, dan leggen wij het loodje.
En dat mag niet zijn, dat moet voor
komen worden.
Het doel: behoud van een Christe
lijke Regeering, is werkelijk een lang
durige en volhardende actie waard.
Als we verliezen, is het goeddeels
door eigen schuld.
Uit het Buitenland.
De oorlog-
Betrouwbare berichten van het oor
logsterrein komen nog maar weinig in.
Aan beide zijden worden kleine sus-
cesjes hoog opgehemeld en tegenslag
van beteekenis verkleind.
Gevechten van beteekenis hebben fei
telijk- nog niet plaats gehad. Wel hadden
bij het voortrukken en opstellen der ver
schillende legercorpsen voortdurend
gevechten plaats. En uit de verwoedheid
waarmede Turk en Christen zich dan
weerden, valt af te leiden, dat 't een
bloedige krijg wordt, zonder mededoogen
of pardon.
Er mag niet vergeten worden, dat de
Balkanvolken voor liet nicercndcel be
staan uit inenschen van half-barbaarsche
zeden, met een dun beschavingsvernisje.
Voeg daarbij de bittere afkeer van den
verdrukte voor zijn verdrukker en ge
zult begrijpen, dat de nu ontbrande krijg
gruwelijk wreed zal zijn.
Zoo wordt nu gemeld, dat de Turken
aanstalten maken om de waterbronnen
van Epirus met lyphusbaciücn te be
smetten.
Aan de gevechten van de eerste
dagen komt geen beslissende beteekenis
toe. De Turken hebben aan alle over
gangen van het gebergte troepen ge
posteerd met de opdracht den vijande-
lijlten inval zooveel mogelijk tegen te
houden, het bijeen trekken van de eigen
legers te beschermen en den toestand
aan de zijde van den vijand uit tc vor-
sclien. Op deze Turkschc grenstroepen
zijn de Bulgaren en Scrven, nadat zij
den marsch over de grens zijn begonnen,
gestuit.
In de militaire vakwereld vindt men
't een groote en vrijwel onherstelbare
fout der Balkan-regeerders dat ze te lang
talmden mcthetgevcndercersteklappen.
Elke dag wachtcns schonk den Turken
schoone gelegenheid hnn leger tc ver
sterken. En is na eenige dagen hun
mobilisatie voltooid, dan zal 't voor de
verbondenen zwaar werk zijn weerstand
te bieden aan de geweldige Turksche
overmacht.
Ook de weersgesteldheid is van groo
ten invloed op den loop van den strijd.
Zware regens doorwoeken den bodem
en doen de bergstroomen zwellen. De
verplaatsing der troepen wordt daardoor
bemoeilijkt cn ooi; valt het daardoor
zwaarder allen van het noodigc voor
ievensonderhoed te voorzien.
Hieronder zullen vooral de menschen
uit Montenegro te lijden hebben. In hun
vaderland is niet veel te halen, een
onvruchtbaar bergland. Zij zijn dus aan
gewezen op hetgeen liet land wa,.r
zij zijn neergestreken, hun biedt. En
dat is gauw op.
Het leger der Serviërs staat reeds
geheel op Ttirksch gebied. Een klein
deel werkt met de Bulgaren samende
rest vercenigt zich met de Monlencgrijnen.
Ook de Grieksche troepen zijn reeds
in 'l vuur geweest. Zij verjoegen den
vijand uit sterke stellingen cn vochten
dapper.
Griekcnlands vloot sloot een deel der
Turkschc kust af cn zal eerlang slaags
raken met de Turksche zeemacht. Zoo
lang de oorlog met Italië duurde werd
deze veilig opgeborgen uit vrees voor
beschadiging. Tegen de Grieken is 't
echter te probeeren, hoewel een en
ander in een treurigen toestand verkeert.
De Turksche regeering verbood den
uitvoer van graan, gerst, haver, maïs,
rijst, meel, stroo, boonen. l'ocrages,
aardappelen, runderen en schapen.
De Turken hebben elke inmenging
of bemiddeling van de zijde der groote
mogendheden en ook liet denkbeeld om
een conferentie te houden van de hand
«e\vezon.
Uit Podgoritza wordt gemeld, dat van
eene afdeeling van 2000 man Turken,
die trachtte Berana te hernemen, 1700
gedood moeten zijn. De Montenegrij-
nen lieten hen gelegenheid zicli iu een
bergpas met steile hellingen tc begeven
en richtten daarna eene slachting onder
Feuilleton,
OP DE SLAGVELDEN VAN RUSLAND.
Spoedig bemerkte de vijandelijke troep
den eenzaam op zijn laatste wacht
I zillenden krijgsman, en eenige ruiters
kwamen aangesneld, om hem te om
singelen en gevangen te nemen. Reeds
waren de sabels tegen hem opgeheven
hij cellier bleef zwijgen, toen men hem
toeriep zich over te geven, bood hij
geen tegenstand.
Nu zagen de aanvallers eerst, dat hij
nog een ander met zijn mantel bedekt
hield, wiens lichaam schijnbaar dood
was. Waarschijnlijk herkenden zij de
gelijkheid der trekken van beiden en
vermoedden misschien in welke betrek
king zij tot elkaar stonden. Toch gaven
zij niets daarom, doch volgden slechts
hun gevoel van haat, dat elk ander 'l
zwijgen oplegde,
Weidra was de overste omringd door
een troep, uit welker gelaatstrekken elk
spoor van medelijden verdwenen was.
Slechts enkelen hadden vuurwapens
de mccstcn behoorden tot die klasse
van landlieden, die met knuppels en
dorschvlcgels gewapend, de ongeluk-
kigen, die aan den weg bleven liggen,
aanvielen en dood sloegen.
I)e overste begreep, welk lot hem
wachtte in de handen dezer menschen,
en gewillig wachtte hij den slag, al
welke zijn hoofd zou treffen. Werkelijk
waren deze er ook nog slechts over in
twijfel, of zij hun oiïer dadelijk zouden
dooden, of niet de andere gevangenen
die reeds bij hen waren, meenemen naar
hun gemeenschappelijke verzamelplaats.
Daar de versleten uniform des overs
te hem deed kennen als een officier
van hoogen rang, besloten zij hun wraak
uit tc stellen om ook anderen daarin
te doen deelen, en een der ruiters bond
dan ook den overste niet een touw aan
zijn paard vast, terwijl hij hein beval
in pas naast het dier te loopen.
Tot dan toe had de gevangene, alles,
wat er met hem gebeurde, kalm ver
dragen toen nu echter dc ruiter hem
met zweepslagen wilde dwingen op te
staan, zou hij de hem aangedane smaad
bloedig gewroken hebben, als hij er
zich niet in hetzelfde oogonblik, toep
hij vast besloten was, op tc springen
en den ruiter van 't paard te trekken,
van overtuigd had hoe vruchteloos dit
ZOU geweest zijn. Er bleef hem niets
anders over dan den hem mishande
lenden barbaar door Icckcns kenbaar
te maken, dat 't hem onmogelijk was
op te staan, daar zijn beencn door de
koude verstijfd waren, Bij deze teckcns,
die de ruiter dadelijk begreep, hield hij
op met slaan, en riep eenige der .inde-
ren er bij, om den overste op een slede
te plaatsen, welke reeds vol lag met
dooden en gewonden.
De overste zag zich thans gedwongen
Karei, die reeds geen teelten van leven
meer in de verstijfde leden vertoonde,
en in zwijm scheen te liggen, hem den
mantel te ontnemen, en hem onbeschut
en hulpeloos achter te laten. Zijn vader
hart kwam in opstand tegen deze ont
zettende gedachte, en ofschoon hij ner
gens een teelten zag. dat ook maar de
geringste hoop op redding gaf, was hij
tocli vast besloten, dat hem slechts de
dood van zijn zoon zou scheiden.
Zonder tegenstand liet hij zich van
zijn mantel bcroovcn, welke hem en
Karei in don afgcloopen nacht voor
geheel bevriezen beschut hadtoen
echter'de mannen, die hem naar de
slede wilden dragen, hem van Karei
trachtten te scheiden, klemde de onge
lukkige vader zijn krachtige armen om
zijn zoon, zoodat zijn dragers hem er
niet van konden losrukken, en zich ten
slotte genoodzaakt zagen beiden op de
slede te leggen. Het was een treurige
rustplaats, welke den door zooveel lijden
en strijden uitgcpulleii man op de slede
wachtte. Onder zich vernam hij het
gekerm der gewonden, wier treurig
lot het hem onmogelijk was tc verlich
ten, naast zieli zag hij dc bloedige tijken
der in 't laatst gevecht gevallenen. In
zijn eigen armen hield hij 't lichaam
van een schijnbaar Icvenloozc, die zijn
leden bewegingloos had uitgestrekt.
Toch beproefde de overste, hem zoo
goed mogelijk voor dc koude te be
schutten, en liet gelukte hem een nog
onbezet plaatsje tc vinden, waarin hij
eenigszins tegen de icoude gevrijwaard
was. Als de overste naar de arme
vangencn keck, die met gebonden
men blootsvoets naast de paarden door
dc sneeuw liepen, prees hij zicli nog
gelukkig, zulk een plaatsje gevonden te
hebben dal zij hem konden benijden.
Toch zou het noodlot, dat hij met
hen deelde, hem weldra weer aan hen
gelijk maken. De slede was tot nu toe
regelrecht in 't vijandelijk land getrok
ken, van welks lijden de arme gevan
genen. voor hen dit lot trof, zich reeds
bevrijd waanden. Thans bereikte de
stoet een bosch. en even later een
hier cn daar slechs met boomen bezette
plaats, waaruit een roode vuurgloed
scheen. Ilicr aangekomen bleef de slede
staan en nu zag dc overste daar ver
scheidene gewapende mannen cu vrou
wen bijeen, allen om 't vuur geschaard.
Toen de troep aankwam, sprongen
deze op en snelden de terugkeerenden
tegemoet, met bezorgdheid vragend
naar den uitslag van 't gevecht. Uit
dc ernstige trekken der verhalcrs be
merkte men, dat zij liet zich anders
hadden voorgesteld, en de overwinning
was gebleven aan den kant dergeticn,
die om een nachtkwartier met heil ge
vochten hadden. De donkere trekken
der toehoorders helderden weca wat op.
toen zij de talrijke gevangenen en den
rijken buit zagen, welke zij medebrachten.
Nieuwsgierig kwamen zij nader, om (ie
gevangenen te bekijkeu en hen van alles
tc berouven, wat hun maar eenigszins
aanstond. Gelukkig ontging dc overste
voor 'toogenblik aan hun onderzoek, want
zijn plaats op de slede onttrok hem aan
hun hebzuchtige blikken. Maar ook aan
hem kwam de beurt. De ge wonden werden
afgeladen en den vrouwen toevertrouwd,
die hen verbonden, cn de overste was gc-
gedwongen het beschuttend plaatsje ver
laten.
Voor 't oogenblik had hij niet meer te
lijden. Misschien, dat dc zorg, waarmede
hij over Karei waakte, hem de achting de
zer barbaren schonk, of dat zijn ellendig
voorkomen cn de onmacht zich zelf tc hel
pen, een vonkje van medelijden voor de
gevangene hun hart vulde, zij lieten liet
toe, dal hij aan het koesterende vuur ging
zitten, waarheen men hem gedragen had.
Weldra bemerkte hij den weldoende»
invloed der uitstroomende warmtezijne
ledematen, die gelukkig' nog niet geheel
verstijfd waren begonnen weer lenig te
worden en te tintelenzijn voeten echter,
die hij op den konden grond gezet had.
schenen dood tc zijn en weigerden hein
allen dienst. Nadat hij hier eenigen tijd
gezeten en zicli door cn door gewarmd
had, begon hij Karei met een stuk doek
te wrijvenen zie zijn moeite bleef niet
onbeloond. Wordt voortgezet.