LZI NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. CL
Z.S Numntsr 37 W BP BP iftijiiS fll^É HB ^P
Woensdag 6 November 1912. Ill I I Bfl II IB r„
znteriia» H| U^^Ê If H>
,3,mmW uur r r inn1111r
Do Eembotie Hi i.-fj H_ l_ III jfl_B H H H R H Eiken meer
bwmP sShI hhk IVI mm Hftd^ DM
zen. velen mangelt het aan voldoend
besef van <lc groote belanden die er
op spel slaan, niet uitsluitend en
alleen op materieel gebied.
In verkiezingsdagen stuit men dan
op onwil en onverschilligheid. uit
onkunde geboren,
Imi strooibillclten noch plakkaten,
vigelantcs noch auto's kunnen dat ver
helpen.
Tijdig zorgen voor politieke en maat
schappelijke ontwikkeling, dat is 't
alleen wat ons helpen en vooruitbren
gen kan,
TELEURSTELLING.
r n een eeuw van verlichting, van steeds
A voortdringende beschaving leven wc.
Op allerlei gebied heerscht een
vuoruitgang, die ontzaggelijk genoemd
kan worden. Stoom en elcctricitclt, in
dienst der industrie gesteld, hebben
een omkeer teweeggebracht, en nog
steeds vcrltoogcn nieuwe vernuftige
machines het productievei mogen.
De wetenschap ontdekte hulpmid
delen, wier bestaan men vroeger zelfs
niet vermoedde en doet ontdekkingen
en uitvindingen, die ons met verbazing
vervullen.
Het leven der mcnschetl wordt ver
lengd, aan steeds groolerc stoffelijke
behoeften kan voldaan worden en vol
gens velen is alles wat de wetenschap
in dc laatste vijftig jaar ontdekte nog
niets bij de vorderingen, die zij in de
toekomst nog maken zal.
De mcnsch zal veel gemakkelijker
nog dan thans alle werken tot stand
brengen, ieder zal rijk en gelukkig
kunnen zijn. omdat men met veel min
der arbeid zal kunnen volstaan.
Ja, er zijn er, die gcloovcn, dat door
dc steeds verder gaande wetenschap
een hemel op aarde gesticht zal worden,
dat de voortdringende beschaving ten
slotte de menschcn reeds hier gelukkig
zal niakcu.
Men lijdt aan stofvergoding en zoekt
in eui genotvol aardsch leven bevre
diging voor het verlangen naar geluk,
dat ieder menschenhart vervult.
Men meent het leven op aarde voor
allen gelukkig te kunnen maken en dus
hoopt men niet meer op een hemel,
op een zalig leven hiernamaals.
Och wat, een hemel, men lacht er om.
De wetenschap, die zooveel onder
zocht, die zooveel goeds bracht en nog
meer brengen zal, gelooft enkel in
liet stoffelijke, dteiislbaaraan den mcnsch,
en lacht om hel gclool aan boven
natuurlijke zaken.
In zijn gaestoshoovnardij meent dc
moderne mcnsch, den Godsdienst niet
meer noodig te hebben, om gelukkig
De ongcloovige voormannen beroe
men er zich op, dat zij door hun we
tenschap, door hun wetten dc men
schcn gelukkig zullen maken.
Toen Viviani, de socialist, nog mi
nister in fcïankrijk was, zeide hij boud:
„Wij hebben aan de arbeiders het
geloot ontnomen, wij hebben hnn dc
hoop op den hemel ontnomen, wij heb
ben het voor hen onmogelijk gemaakt
ile gerechtigheid in den hemel te zoeken,
laten wij zorgen, dal zij gerechtigheid
hier op anrdc vinden".
Hij meende, dal de vooruitgang liet
geloof gedood heeft, hij was er van
verzekerd, dat de vooruitgang 't volk
hier op aarde gelukkig zal maken.
Combes, de befaamde, meent ook,
dat de Rede, de Wetenschap, het
geloof gaat dooden.
De verwoede Kerkvervolger schreef:
„Het Geloof is de zedelijke kracht van
het verleden en elke dag. die voorbij
gaat, is een stap naar haar einde. I")e
Rede is de zedelijke kracht van de
toekomst en elke dag brengt haar na
der tot den triomf'.
Zooals wij zeiden, men meent hij
den kolossalen vooruitgang op stoffelijk
gebied, geloof en Godsdienst niet meer
noodig te hebben. Men wil een hemel
op aarde vinden in stoffelijke genietingen
en gelooft niet meer aan een eeuwig
heid na dit leven.
De wetenschap, welke zooveel
wrochtte, zeggen dc moderne heidenen
zal ook de incnschhcid verlossing bren
gen van liet geloof, dat de vooruitgang
tegenhoudt.
Maar de vorderingen van het on
geloof schijnen sommigen niet snel ge
noeg te gaan en zoo zien wij b.v. in
Frankrijk de Staal den Godsdienst be
strijden en ziclt in dienst stellen van
liet ongeloof om te helpen „de lichten
aan den hemel uit te dooven."
Een Belgisch Liberaal, Roland de
Marés, meent dat het niet eens noodig
is de geloovigen te vervolgen of ze
tot ongeloof te dwingen.
Deze vrijgeest geeft den Paus vol
komen gelijk, waar deze zegt, dat dc
oorlog verklaard is tegen al het boven
natuurlijke en dat liet God is, Dien men
uit harten en uit den geest tier inenscheu
Dat moet ook, verzekert dat heer,
maar men kan volgens hem dc duis-
terlingcn, achterlijke dompers en zwak
ken van geest, stil hun bijgeloof laten.
Zoolang zij geen betere kracht be
zitten moet men hun die krukken maar
doen behouden, ze vermolmen van zelf.
Al hel bidden, zoo lastert deze
verdwaasde, heeft tot niets geleid en
de moderne mcnsch heeft in zijn al
machtigheid veel meer gedaan om liet
leven gelukkiger te maken dan alle
goden van Heidenen, Joden, Christenen
en Mohammedanen samen.
Bemerkt hier den sntanischen hoog
moed van den modernen vrijgeest I
Nu dringt tic vraag of inderdaad dc
vooruitgang den mcnsch gelukkig ma
ken zal.
Het antwoord moet luidenneen,
onverbiddelijk neen.
De moderne mcnsch, al geniet hij
van allen stoffclijkcn vooruitgang is
niet gelukkiger dan tic menschcn van
vroeger.
De vooruitgang bracht geen hemel
op aarde, zelfs niet ceil begin van ge
luk en zal dit nooit of te nimmer doen.
Zeker wij geven gaarne toe, dat wij
aan den vooruitgang veel te danken
hebben, flat nieuwe ontdekkingen en
AAN 'T WERK!
Binnen ruime grenzen zal eene veer
krachtige gemeentelijke bevolking
haar bestuur richting moeten kunnen
Zij kan zulks door middel der Kics-
vervcnigiltgen.
Kiesvereenigingcn schreven wc, om
dat dit woord typisch weergeeft, wat
liet eigenlijk zijn en niet moesten zijn
veiecnigingen, dienende om zekere per-
-• >11011 tot bestuurders te kiezen.
Kiczcrsvcreenigingen zouden ze moe
ten hectcn. wijl dit woord beter aangeeft,
wat bedoeld en gewenscht wordt:
ereenigingen van kiezers, die, geleid
door één idee. één ideaal nastrevende,
met en voor elkaar dit idee trachten
^verwezenlijken, dal ideaal trachten
Als middel om daartoe te komen
ligt voor de hantl het kiezen van afge
vaardigden, van mannen ten stndlniize,
van wie bekend is of met groote zeker
heid verwacht mag worden, dat ze de
beginselen door dc verecnigmg als de
hare aanvaard, tot richtsnoer zullen
mailen bij dc afwikkeling der gemeente-
Wal nu in de meeste gemeenten
ontbreekt, is niet zoozeer het aantal
gegadigden voor een vacanten zetel,
ilan wel een goed begrip der taak door
ven goedgezinde» Raad te aanvaarden.
Het spreekt bij ons vanzelf, dat dc
Christelijke idee. ook op gemeente-ge
bied alles moet bezielen.
Wij weten wel, dat er zullen zijn. die
zulks betwijfelen of ontkennen, maar
een beginselvast katholiek houdt vast
aan de waarheid, dat in elke uiting van
liet openbaar, maatschappelijk leven
liet Christelijk principe moet gekend
en geëerbiedigd worden.
Noodig en nuttig is daarom dat vast
gesteld worde een program van actie,
hetwelk aangeeft 't wcnschen en be
ijveren van hen zich in de kicsvereeni-
ging samenvoegden.
In vele gemeenten kwamen tie onder
scheiden groepen reeds sinds lang tot
'i opstellen van zulk een partij-program,
doch talrijk zijn nog de plaatsen waar
men 't ontbeert.
En toch is hel bezit van een goed
omlijnd plan in onze dagen meer dan
o,lit gewenscht.
We moeten weten wat we willen en
lu goed georganiseerde kiesvereni
gingen stuurt men dan ook aan op een
program, hetwelk een trouwe afspiege
ling is van hetgeen de partij wenscht
en wil.
't Behoed geenszins een dwangbuis
Ie zijn, waardoor dc vrije beweging
otaal belemmerd worth en hetwelk
verstijving veroorzaakt.
fc'en program van goetle samenstel
ing, eenstemmig aanvaard, schept di
verse waarborgen voor een voortdurend
mevcn naar het gemeenschappelijk ide
aal en voorkomt soms eigenaardige
verrassingen.
De punten welke liet bevat geven
mooie stof voor ontwikkclings- en pro-
gaganda-lezingen, voor de leden in hel
winterseizoen te houden.
Feuilleton.
DE PASTOOR VAN OBERSALZBACH.
Dc Elzas heeft in der jaren der groote
Fransclie revolutie ook verschrik
kelijk geleden. De „zegen" van deze
ontzettende uitbarsting tier hartstochten
van een woeste menigte, namelijk de
guillotine, de verwoesting der kerken,
afschaffing van den godsdienst en ver
volging dergcloovige christenen, kwam
ook tot Straatsburg en de landstreek
beneden dc stad in groote beroering
brengen. Op den 12 Juli 1790 werd
door een wet tie Ijatholickc Kerk in
Frankrijk van Rome losgescheurd en
aan den Staat onderworpen. Van uit
I'arijs werden destijds dc trouwe katho
lieke geestelijken uil hunne bediening
ontzet, en do gemeenten bleven ver
weesd, of zij kregen afvallige staats-
gecstcljjkcn, die een ergernis waren en
ven hoon voor de katholieken. Maar
de trouwe herders verlieten daarom
hunne kudden niet. Zij bleven in dc
nabijheid en dienden dc heilige Sacra
menten toe, waar hel noodig was, en
moedigden tie overigen aan, trouw te
blijven m den tijd der vervolging. Juist
in zulke dagen en tijden, leeft dan in
de Kerk een geheel bijzondere ieder
begeesterende, al het aardschc verloo
chenende geest van zielcijver op, welke
den Zoon Gods vervulde, toen Hij liet
smartelijkste lijden en vernederingen
onderging slechts om de zielen te red
den. Die liefde tot de zielen, liet ver
langen en tie brandende ijver, de zielen
te dienen, heeft toenmaals als teil allen
tijde in vervolging, de priesters gedre
ven, alle gevaren te trolsceren.
Flel was anno 1800 in den nazomer,
toen in een herberg te Obcrsalzbach
de gemecnteageni cn een dozijn patri
otten bijeen zaten en druk en opge
wonden met elkaar spraken. Het onder
werp van hun gesprek was niemand
anders dan (Ie pastoor dier gemeente
die dezen revolutionairen een bizondc-
ren doore in 't oog was.
„Men zou het bijna niet kunnen ge-
looven," zcide een uit de groep, „dat
dc pastoor sinds vijf jaar hier in den
omtrek rond gaat, en nog nooit heeft
men hein betrapt. Dat is een hoon voor
tie republiek en de wet, cn Obcrsalzbach
zal er bitter voor moeten boeten."
„Alles helpt hem in liet geheim."
merkte tie ambtshelpers van den agent
op, „niemand verraad hem, allen vree
zen hem en ieder neemt licm in huis
en verstopt hem."
„Men weet niet wat men meer vcr-
wcnscllct) moet: dc vermetelheid van
den pastoor of het fanatisme der lieden",
"„Er komt 'veel bijgeloof', meende
dc agent, „de pastoor jaagt de lui
vrees aan door zijne bedreigingen, /.ij
ineenen dat dc bliksem in het huis zal
slaan, als zij Item aan zijn lot overlaten,
of dat dc hagel hun den oogst ver
nielen zal".
„Halia!" lachte dc hulpagent.
Een koopman sprak een andere mee-
ning uit. „wie weet, of de pastoor niet
iets bizonders kan. Hij heeft niet de
minste vrees, bij dag noch nacht.
Men heeft hem reeds dikwijls ontmoet
op alle uren van den nacht, geheel
alleen is hij de wegen doorgegaan, niet
eens een hoild heeft hij bij zich, en
tocli heeft niemand liet gewaagd hem
te vatten. Op eens staat hij voor u,
dat hebben mij verlichte mannen ver
teld, en ziet iemand aan, en als men
naar hem zien wil, dan is hij reeds
voorbij met zijn brevier, rozenkrans en
de zwarten toog juist als een geest.
Op liet kerkhof heeft men hem reeds
dikwijls gezien cn onder de kerkdeur,
ook van den toren heelt hij reeds rond
gekeken, van liet hoogste punt, tot
waar geen jongen durft opklimmen,
om kraaien te vangen. Veel personen
mecncti dan ook dat de pastoor wat
bizonders kan, anders had men hem
reeds lang gevangen genomen".
Deze woorden bleven niet zonder
uitwerking, want ondanks de verlichting
stak een niet geringe vrees in de bur
gers der revolutie.
Dc hulpagent stelde nu de vraag:
„Waarom echter trekt tie pastoor van
uitvindingen het leven zeer hebben
veraangenaamd en voor velen verge
makkelijkt. Dat door de wetenschap
veel lijden verzacht, het leven zelfs
verlengd wordt, dat er meer genoten
en minder geleden wordt. We willen
zelfs hopen, dat het mcnschclijk ver
nuft nog meer natuurkrachten aan zich
zal dienstbaar makendat nieuwe uit
vindingen den arbeid zullen wijzigen
en vergemakkelijken, dat de vooruit
gang zegeningen zal brengen ook over
dc arinsten en cllcndigsten.
Maar wij kunnen niet toegeven, dat
die vooruitgang dc menschcn gelukki
ger gemaakt heeft, of voortgaande op
zijn weg gelukkiger maken zal. Steeds
meer moge dan de wetenschap licha
melijk leed verzachten, in steeds vol-
komener mate moge de vooruitgang
leeren aan dc stoffelijke behoeften te
voldoen het lijden der ziel vermag de
wetenschap niet te lenigen.
Het ziclclijdcn neemt juist grooter
afmeting aan. Thans, nu nietl alles doet
om het leven op aarde heerlijk te ma
ken, hoort men dikwijls de felste wan
hoopskreten uit gefolterde harten op
stijgen.
Het ongeloof, de ongeloovige we
tenschap, laat de ziel onbevredigd en
het zingenot brengt onrust en wee.
't Is de zwarte schaduwzijde van den
modernen vooruitgang, dat hij alles
deed voor het lichaam, niets gaf voor
de ziel. Dat hij onverschilligheid
kweekte, ja volslagen ongeloof en den
menschclijkcn hoogmoed zoo stijfde,
dat de moderne mcnsch ging meenen
God te kunnen ontberen.
Men begon met Hem te verloochenen
in het openbare leven, thans verbant
men Hem uit liet hart ook der arme
werkers en maakt hen zoo des te onge
lukkiger.
HET KLEIN-BEORIJF.
De achteruitgang van 't klein-bedrijf
hangt samen met de uitvinding der
machines. Deze bevorderden eenerzijds
de groot-ir.dustrie, de fabriekmatige pro
ductie, maar brachten anderzijds het
kleinbedrijf in de klem, omdat het den
patroon,-die werkte met enkele knechts
niet mogelijk was. groote machines aan
te schaffen eti zoodoende den strijd
tegen liet grootbedrijf vol te houden.
Al spoedig kwam dan ook tie klein-
industric in verval, zoodat het geen
overdrijving was van minister Talma,
toen hij den toestand voor den klein-
industriéei „troosteloos" noemde. Dc
grootindustrie profiteerde -van elke ver
betering door nieuwe uitvindingen, waar
door vlugger en beter en goedkooper
kon worden gewerkt.
Een gelukkige verbetering voor liet
kleinbedrijf is echter ingetreden door
invoering van kleinere machines, de
verschillende soorten motoren, die uit
stekend op hun plaats zijn in elke werk
plaats van eenigen omvang. Daardoor
is het kleinbedrijf in staat gesteld zijn
plaats te handhaven. Zelfs heeft het
daardoor in sommige opzichten een
voordeel boven de grootindustrie. In
dit verband mag worden genoemd het
persoonlijk toezicht van den patroon,
Obersalzbach nu sinds vijf jaren door
deze streek Hij moet toch weten, dat
liet hem het leven kost. wanneer men
hem bctiapt. Zulk een leven benijdt
hem tocli geen hond. Nacht noch dag
heeft hij rust, als een gejaagd wild is
hij immer op de vlucht. En om het
beetje geld voor priesterlijken dienst
zal hij 't toch ook niet doen. Maar
waarom dan?"
„Fanatisme!" bromde een der gasten.
„Juist 1" schreeuwde de agent, „staats-
vijandschap, hoogverraad, hoogmoedige
trots, dat is 't, wat hein daartoe drijft.
Deze zwarte bende wil tocli niets dan
heer der wereld zijn; de heerschzucht
en de aanmatiging der priesters is van
begin af aan reeds bekend geweest.
Geen staatswet is hun heilig, zij zijn
de geboren rcvolutionnairen en oproft-
lingen. Dat is 't, wat ook deze geheim
zinnige lanaliker geheel vervuilde
haat tegen tien staal, tegen alle men
schcn, de duistere heerschzucht
„En wie weet, wat dc pastoor voor
een loon betrekt in het geheim", viel
de hulpagent in „Hij krijgt zeker van
buitenaf geld genoeg. Die katholieke
Kerk is onmetelijk rijk."
Zoo spraken dc verlichte staatsge-
trouwen van Obersalzbach met elkaar,
en zoo losten zij liet raadsel op, waar
om de plichtgetrouwe pastoor zich sinds
vijf jaar onder duizend gevaren en
moeite in zijn parochie verborg cn
dat hier goed tot zijn recht kan komen,
alsmede liet kleiner afzetgebied, waar
door tic klcinindustriéel beter in staat
is alle behoeften te kennen en daaraan
te voldoen.
Waaraan is liet dan toe te schrijven,
dat ondanks die voordeden de kleinin-
duslrie nog niet tot hoogeren bloei
geraakt is? Men schrijft dit toe aan het
gebrek aan vakkennis. En terecht. De
ambachten zijn niet gebleven op de
hoogte van hun tijd. Daaraan moet
het worden toegeschreven, dat vele be
roepen, die eertijds inet goed gevolg
werden uitgeoefend, zich niet wisten
staande te houden.
Door stichting van ambachts- en
handelscholen poogde men niet zonder
succes hierin te voorzien. Maar met
onderwijs alleen komt inen er niet.
Men moet de kleine nijveren in de
gelegenheid stellen hun bedrijf naar
modernen trant in te richten, door toe
passing vair de elcctriciteit.
Voor menig gocd-willcnd gemeente
bestuur ligt in dit verband nog een
terrein braak, hetwelk met eenige in
spanning ZOO schoonc vruchten kan
leveren.
Wat men elders en vooral in Duitsch-
land bereikte met deze hulpmiddelen
noodt ter navolging.
In de gemeente Amersfoort was en
is men in die richting werkzaam. Uit
alles blijkt, dat velen van 't nut der
zaal; doordrongen zijn. Maar de juiste
methode om spoedig eenig resultaat te
bereiken werd niet toegepast.
I.aat ons gemeentebestuur zeU" eens
die nuttige zaak in het belang der bur
gerij ter hand nemen en zich de voor
lichting cn het advies verzekeren van
een onbevoordceld en onpartijdig des
kundige.
Stellig gaat 't dan goed.
Uit het Buitenland.
Uit het Vaticaan.
Z. H. dc Vaus heeft een brief ge
richt aan den Bisschop van Luxem
burg. waarin den kerkvorst lof wordt
gebracht voor de energieke wijze waar
op hij positie nam tegenover de
nieuwe schoolwet.
De 11. Vader verwerpt de beginse
len die aan dc wet ten grondslag lig
gen en betreurt dc daaruit te wach
ten gevolgen.
Rusland.
Doema heel in Rusland de volks
vertegenwoordiging, maar de aanhan
gers en voorstanders der alleenheer
schappij van den Czaar zorgen er wel
voor dat 't in de Doema niet is: jc-doe-
maar. Om enkele oppositieleden, die
in weerwil van alle voorzorgsmiddelen
der regceriilg tocli nog gekozen zijn,
min of meer onschadelijk maken, heeft
men nu vastgesteld, dat elk lid buiten
dc Doema verantwoordelijk kan wor
den gesteld voor hetgeen hij in de
Doema heeft gezegd. Met de eigen
aardige methode van recht-spreken in
Ruslaud gebruikelijk, is het dus nu
al zeer gemakkelijk elk lid dat zijn
mondje te hard roert, onschadelijk te
maken.
niet vluchtte.
„Mij verwondert liet slechts, dat hij
niet bevreesd is, bij nacht zoo alleen
door bosch en weide te gaan", merkte
nu de waardin op om ook iets te zeggen.
Maar daarop antwoordde haar volwas
sen dochter met grooten ernst: „Dal
bogrijp ik wel".
„Nu, waarom dan vraagde nieuws
gierig de gemeenlcagenl.
„Omdat tie pastoor het Allerheiligste
bij zich draagt", zei het meisje zacht,
alsof zij een uitbrander gevreesd had.
Een oogenblik was alles stil in de
kamer. Daarop echter lachte de agent
schaterend en riep, terwijl hij in de
handen klapte: „Daar zie nu eens wat
een bijgeloof bij dit meisje! Meent ge
dan, dat zooiets den pastoor helpen kan
Of meent ge nu dat de pastoor daar
zelf aan gelooft?"
Ontzetting teckende zich af op het
gelaat van liet meisje, dat nog gcloo-
vig en aan de Kerk trouw gebleven
was, bij deze vrccselijke lastering
van den beminden zielenherder; maar
zij zweeg niet en verklaarde: „de pas
toor gelooft zeker en gewis alles wat
men gclooven moet van het heiligste
„En ik zeg, dat het niet waar is. Hij
preekt wel, maar hij gelooft zelf niet,
wat hij preekt.
„Het is zoo aangenaam, de menschcn
met kindersprookjes in bedwang tc