Nieuws» en Advertentieblad
voor Amersfoort en Omstreken.
Zes en twintigste Jaargang, No. 60.
Dinsdag 28 Januari 1913.
DE EEMBODE
Verschijnt Dinsdag en Vrijdag.
Bureau: LANGEGRACHT No. 13 - AMERSFOORT.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maandenCent.
Afzonderlijke nummers3
ADVERTENTIEPRIJS van 1 tot 5 regels 3Q 'm
Elke regel meer
Bij abonnement minder.
De Pauselijke Onfeilbaarheid.
Dal de Paus onfeilbaar is, heeft Chris
tus uitdrukkelijk gezegdliet werd
alle eeuwen door in de katholieke kerk
geloofd en slechts om aan alle spits
vondige uitvluchten een einde te ma
ken, werd op het Vaticaansch Concilie
uitdrukkelijk vastgesteld, wèt reeds al
tijd de leer der kerk was geweest: dit
alles werd reeds aangetoond in de vorige
artikelen. En hel was een zeer wijze
beschikking van God, dat Hij aan zijne
II. Kerk en aan den Paus de gave der
onfeilbaarheid verleende. Welk een
hopelooze verwarring der geesten
lieerscht buiten de katholieke kerk,
niet alleen in zaken van minder ge
wield maar in het beantwoorden der
groote levensvragen. E11 toch, liet ant
woord, dat wij op deze vragen geven,
is beslissend voor onze levenswijze
hier op aarde, van dal antwoord is
ons eeuwig geluk hiernamaals afhan
kelijk. Zulke vragen zijn, of er een
God bestaat, die de deugd beloont
en de zonde straft, of de ziel eeuwig
zal leven of dat zij sterft met het lich
aam, zoodat de inensch hier op aarde
maar zooveel mogelijk moet trachten
te genieten, zonder zich om ecnig ge
luid te bekommeren; of Jezus Christus
God is of een gewoon mensch als wij
of liet Doopsel een Sacrament is ter
zaligheid of slechts een onbeduidende,
uiterlijke ceremonie. En buiten de ka
tholieke kerk, zonder haar onfeilbaar
leeraarsambt, is het zeer moeilijk op
alle, onmogelijk zelfs op sommige van
die uiterst gewichtige vragen een be
vredigend antwoord te geven.
De feiten bewijzen liet, De nu lieer-
schcude verwarring, dat onzekere rond
tasten van zooveien buiten de katho
lieke kerk, dat zoeken naar een ant
woord op die vragen bij onze dwalende
broeders is de meest logische conse
quentie uit de leer der Protestanten,
die liet onfeilbaar leergezag van de
kerk en van den Paus verwierpen. De
Protestanten namen ais eeuige bron van
geloof aan de H. Schrift. Doch terstond
kwam de moeilijkheidhoe weten wij,
welke hoeken tot die H. Schrift bc-
honren? Wie zal ons den dikwijls zeer
duisteren en voor verschillenden uit
leg vatbaren zin der H. Schrift verkla
ren? Zij antwoordden, dat ieder dat
voor zich zelf moest onderzoeken. Maar
wie geeft mij de zekerheid, dal ik mij
niet vergis in dat onderzoek Hebben
de Lutheranen gedwaald, die de wer
kelijke tegenwoordigheid van Christus
in het H. Sacrament des altaars aan
nemen, of de Calvinisten, die slechts
de kracht van Christus, niet zijn lichaam
echter daar tegenwoordig wanen?
E11 dat de H. Geest ieder afzonder-
FEUILLETON.
EEN NACHTSTORM.
e wijde wereld in en hun geluk
1 beproeven willen allen, doch wien
de zee niet verslindt, die keert, met
brandend verlangen in het harte, weder
huiswaarts, evenals de trekvogels terug-
koeren, al trekken zij ook nog zoo ver
en naar de heerlijkste, kostelijkste lan
den; zij zoeken het nest in hel hooge
noorden altijd weder op, waar liet iu
storm en mist aan barre klippen hangt.
„Jens had oone vrouw genomen en
het oude huis zijns vaders hecht en
stevig opgebouwd. Met breeden stee-
nen gevel boven de eiken deur stond
het daar zoo deftig als een, en Jens
woonde er in, als een gelukkig man
en vader. Drie krachtige kinderen
juichten hun vader tegen, als hij met
zijn net vol roggen en krabben van de
wadden huiswaarts kwam, of als zijn
wit zeil zicli vertoonde, terugkeerende
van de Lysterdlcpte of van Hussuni,
waar hij zijn sehaapsvleesch, zijne vel
len en zijne meeuweneieren ter markt
had gebracht. Hij was een koene, echte
Pries, voor geen gevaar terugbevend,
bedaard overleggend, vol trotsch zelf
vertrouwen en van kind af gewoon,
liet meest op zichzelf te bouwen. -
Toen het dak in stukken vloot;, stond
hij een tijdlang stil uit l« zie». «ls 0111
den omvang van het gevaar Ie meten.
Wal hij met moeite gebouwd en ver
worven had, was verloren en verzwol
gen, maar hier op deze planken lag
toch het dierbaarste, dat hij bezat
zijne vrouw en kinderen! Doch dj
oude moed keerde spoedig terug. Hij
droegde kinderen op de veiligste plaats,
lijk bij dat onderzoek verlicht, zooals
sommige Protestanten leerden, is toch
een al te dwaze bewering; er zijn een
groote imenigte verschillende sekten
onder de Protestanten: Lutheranen, Cal
vinisten, Anglicanen, Methodisten,
Doopsgezinden, om slechts eenige te
noemen, en de H. Geest, de Geest der
waarheid, zal toch niet de meest tegen
strijdige meeningen als waarheid lee-
aan den ééne b,v„ dat Christus
in liet H. Sacrament des Altaars
tegenwoordig is, aan den ander, dat
Hij er niet is.
Later kenden sommigen aan de we
reldlijke overheid," anderen aan man
die meer hadden gestudeerd, of
een synode, een vergadering van
predikanten liet recht toe, in geloofs
zaken beslissingen te geven. Doch altijd
weer dezelfde vraag: wie heeft aan de
synode dit recht gegeven En vervol
gens: is zulk een synode onfeilbaar,
dan valt liet gronddogma der Protes
tanten het vrije onderzoekkan zij
dwalen, waarom ben ik dan verplicht,
inij aan hare uitspraken te onderwerpen
Welk recht hadden bijv. de vaderen
der synode van Dordrecht om sommige,
veel geleerdere remonstranten als ketters
buiten de Kerk te sluiten en hen tot
zware straffen te veroordeelcn
Het kan dan ook geen verwondering
wekken, dat bij de Protestanten meer
dan 200 verschillende sekten zijn. die
het bijna in geen enkel punt met elkaar
eens zijn dan in liet protesteeren tegen
Rome, Er moeten wel zooveel ver
schillende meenigen zijn, waar liet den
dikwijls zoo weifelende uitleg der H.
Schrift betreft, als er geen leidend,
geen onfeilbaar gezag is, dat daarin
den weg wijst. Juist omdat de H. Schrift
zoo moeilijk te verklaren is, omdat zij
niet de eenige geloofbron is, heeft
Christus het onfeilbaar leergezag der
Kerk ingesteld, en dat verwerpen de
Protestanten,
Het behoeft ons evenmin te ver
wonderen, dat ei bij de meeste Protes
tanten al bitter weinig geloof meer is
overgebleven, dat velen zelfs met hun
vrij onderzoek tot de conclusie kwamen,
dat liet niet zeker is, of er een God
bestaat. E11 de reden is altijd dezelfde.
Zooals het Vaticaansch concilie leert.
de menschelljke geest uitzlchzelven
uiterst zwak in godsdienstzakenhij
kan wel sommige waarheden kennen,
maar het gehcclc menschdom als zoo
danig kan zonder de hulp der goddelijke
openbaring vrijwel onmogelijk tot een
voldoende kennis van den godsdienst
geraken. En om de zwakheid der
menschheid te gemoet te komen, heeft
God in zijn goedheid een goddelijke
openbaring geschonken en ecu onfeil
baar leergezag om die openbaring te
verklarendoch wie de hand weigert,
die God hein toesteekt, moet in duister-
beschutto ze met bedden en huisraad,
boud zijne schapen aan de balken en
sparren vast. dat wind en golven hen
niet deren konden, zorgde voor het
verdere van zijn eigendom zoo goed
hij kon, en sprak hun troost toe, die
lot hem als een laatstcn helper in den
nood opzagen. Zijne kalmte, zijn ver
trouwen hielden het geloof aan redding
staande, dat vaak den stffrveude nog
bezielt, en wanneer men op Jens zag,
hoe hij zich stout tegen den wind in-
wendde, h»e hij met zijne harde han
den het schuim der golven van zijn
(ladderend haar wischte en met vaste
schreden van den een naar den ander
ging, 0111 moed toe te spreken, had
men moeite te gelooven. dat hij van
alle vrees en zorg bevrijd was. Iu
hart zag het er nochtans anders uit
en toen hij op mij toetrad, zag ik da
delijk, hoe weinig hij zelf aan het be
houd van ons leven geloofde.
Go hebt nooit iets zoo vrecselijks
gezien, Peter," riep hij mij loc; „ik
ioof 't gaarne, het gaat mij even zoo.
üod beware iedereen! We zullen ei
nog over jaren van weten te vertellen".
Gelooft gij dan werkelijk, dat wij
oo'i'l een mensch weer vertellen zullen
van wat wc hier beleefden? vroeg ik.
Hij zag mij met een wilden, snel
len blik aan. .Wij zijn beide 11 oud ge
noeg om te sterven. Peter, zeide hij
hierop, en Ik heb de zee wel al grim
miger gezien, dan nu dezen nacht,
zonder bang ie wordenmaar die daar,
die daar." hij wees op de kinderen,
„die maken het sterven bitter. Daar
sta ik als een lam en kan 11111 niet
"weren tegen den dood; met open00-
gen moet ik hem zien komendie daar
steken de armen naar vader uit, vra-
nissen rondtasten. Zoo is het gekomen,
dat vele professoren der protestantsche
theologie en de talrijke „moderne"
predikanten nauwelijks meer aan liet
bestaan van een persoonlijken God,
zeker niet aan de godheid van Jezus
Christus gelooven; zoo kon er liet
vorig jaar een luid protest opgaan,
toen een geloovig man in Utrecht tot
professor der theologie werd benoemd
dat eenigen lijd geleden een predikant
openlijk kon leeren, dat hij het Boedliis-
me stelde boven het Christendom, dat
de Keulsclie predikant Jatlio, die zelfs
het beslaan van een persoonlijken God
ontkende, zooveel aanhang kon vinden
onder zijn geloofsgenoolen, dat voor
eenige maanden een vergadering van
Duitsclie theologieprofessoren te Leipzig
met blijdschap constateerde, dat het
gebruik van het avondmaal bij de
Protestanten afnam, als een bewijs dat
men minder aan uiterlijkheden begon
ie hechten. En is de strijd tusschen
liberalen, meest protestanten toch, ei
cliristelijken niet een strijd tusschen
geloof en ongeloof? Niemand heeft nog
kunnen bewijzen, dat de anti-these niet
bestaat.
Een deel der Protestanten, de ortho
doxen, tracht nog het oude geloof te
redden. Maar heerscht ook niet tusschen
anti-revolutionairen en ehristelijk-liisto-
risclien een diepgaand verschil van
meeningen En wie zal zonder onfeil
baar gezag beslissen, of Dr. Kuijperof
mr. de Savomin Lolintanin dwaling ver
keert? E11 is er nog niet verleden jaar
een boek verschenen, dat tracht te be
wijzen, dat Kuijper geheel van de leer
van Caivijn is afgeweken?
Het is of de H. Irenaeus (2de eeuw)
spreekt over de dwaalleer van onzen
tijd. Ver van liet huis der waarheid,
moeten zij zich in iedere dwaling
wentelen en kronkelen, terwijl zij inden
loop der tijden over dezelfde zaken
verschillende leerstellingen verkondigen
maar nooit tot een vaste meening ge
raken. Zij zijn niet op een rots ge
vestigd, maar gebouwd op zand met
vele steenen.
Doeli de katholiek wordt geleid en
voorgelicht door de onfeilbare waar
heid. Hij behoeft niet te zoeken in
pijnlijke onzekerheid of hij de waarheid
wel bezit, steeds met de vraag op de
lippen: zou ik misschien niet in dwaling
verkeereu Hij schrijdt rustig voort op
deu weg naar den hemel, zonder al te
wijken naar rechts of links, steeds
volgende den weg, dien de onfeilbare
Paus hem aanwijst.
Ook in de Katholieke Kerk tracht de
dwaling wel binnen te sluipen, in onzen
tijd liet alle geloofverwoestcnde moder
nisme, dat onder een schoonen schijn,
de ongeloovige. moderne wetenschap
met de kerk in overeenstemming te
brengen, velen trachtte te verleiden.
Doch de onfeilbare Paus wees den
vijand aan, en wie den Paus volgt, be
hoeft niet te vreezen, dat hij wordt
misleid.
Danken wij God voor het buiten
gewone voorrecht, dat Hij ons in de
onfeilbaarheid heeft geschonken,
gen hulp en redding van hein, dat
snijdt met duizend messen, Peter, dat
is 't vreeselijkste wat een man verdu
ren kan."
„Op zijn bleek, ernstig gezicht stond
een vreeselijke smart te lezen, die de
moeilijk verkregen kalmte plotseling
geheel overweldigde, „Zijn wij dan
werkelijk verloren, Jens V" riep ik, en
de moed, die hem verliet, ging op mij
over. „Het huis staat nog vast, al
spoedig moet de vloed alloopen, het
ergste is 1111 al voorbij."
„Neen", zeide hij op vasten toon,
„liet ergste komt nog. Wat weet gij
daarvan. Peter? Het huis waggelt, de
werf is voor de helft weggeslagen, de
stutten liggen bloot, de golven lichten
de planken under onze voeten op, en
daar ginder - zie den zwarten berg,
die over de zee voortrolt eu als een
monster den kop naar de wolken steekt,
Dat is de hooge vloed, Peter; hij komt
tegen ons opzetten en geen leven kan
hem ontkomen."
„Toen ik de richting zijner hand
volgde, bleel mijn bloed van ontzetting
stilstaan. I11 de verte, waar de mane
schijn in schemering overging, rees een
donker bewegelijk gebergte op. dat
ons met vreeselijke snelheid scheen Ie
naderen. Het was de hoogste vloed
golf, die de storm voor zich uitdreef
en had saamgepakt, als een geweldi
gen donderbeitel, dien hij met onweer
staanbaar geweld tegen alle kusten en
dijken slingerde. En voor haar uit holde
de diepte zich voor hare macht uit en
vormde een zwart dal, waaruit de ba
ren opsteigerden, tegen elkander aan-
klotsten en braken, 0111 zich vervolgens
met verdubbelde kracht op ons tc
1 werpen. Kletterend sloegen zij tegen
T BEGINT AL.
(Ingezonden.)
1 en dan worden in 't Amers-
foortsch Dagblad de oude Eemlander-
gerechten weer eens opgediend.
Gewoonlijk 't kostje wel.
Maar gelukkig voor den kok, is men
tegenwoordig (1913!) niet kieskeurig,
Anders zou men den neus wel op
trekken voor 't volgende, een citaat
uit een artikel over de schaduwzijden
van een republikeinsch regeerings-
stelsel
Maar nu is er 'n nieuw
gevaar ontstaan, zijn wij in nieuwe
omstandigheden gekomen, die ons ze
kerder en sneller naar de Ncderlandsche
republiek zullen voeren, dan ropubli-
keinsche propaganda ooit zou vermo
gen. Sinds eenige jaren zijn wij dan
van den rechten weg afgedwaald. Ons
volk heeft zich laten bepraten om de
beproefde leidslieden af te danken en
z'n hoogste belangen toe te vertrouwen
aan anderen, die ook wel eens voor
gids wilden spelen."
„Er wordt thans getornd aan onze
koningschap en liet vrijzinnig regee-
ringsbeleid heelt men veroordeeld, als
nadeel ig voor liet eigen belang.
„Maar laat men voorzichtig zijn en
laat men niet, na van den goeden weg
afgeweken te zijn, door onbekwame
gidsen zich laten leiden langs de burch
ten van roofridders naar den afgrond
der revolutie.
„Want dit is zeker, blijft Nederland
'n prooi van het cloricalisme, wij zul
len dezelfde lijdensgeschiedenis van
Portugal door te maken krijgen en den
zelfden weg ten ondergang gaan, wel
ken Spanje op hel laatste oogenblik
nog schijnt te willen vaarwel zeggen.
En als onvermijdelijke reactie legen
het clcricale tijdperk, zullen wij in liet
verschiet heb.ben de revolutionaire pe
riode, die Frankrijk reeds 'n halve eeuw
achter den rug heeft."
Als de getierde Redactie 1111 een
proeve had moeten afleggen in het
averechtsch voorstellen van leiten, zou
ze met een eere-prijs stellig gaan strijken.
Kort en goed worden hier de Cliris
telijken gelijk gesteld met socialisten
en dergelijke lieden, die't koningschap
willen afschaffen.
Kan 't misselijker?
Wie hebben er harder geknaagd
aan de voorrechten der Kroon dan zij
die zich vrijzinnig noemden.
Het Koningschap bij de gratie Gods
was hun veelal een doorn in 't oog.
Een ornament noemde de oer-liberale
Samuel van Houten 't; een vliegwiel
zeide een ander van zijn slag er tegen.
„Sinds eenige jaren zijn wij van
den rechten weg afgedwaald. Ons volk
heeft zich laren bepraten om de be
proefde leidslieden af te danken."
Die rechte weg is zeker't vrijzinnig
spoor, waarin 't liberale span door
Troelstra's zweep ten afgrond gedre
in wordt.
Wij loven en prijzen 'net Nederland-
schc volk dat 't zich bewust werd een
Christelijk volk te zijn en daarom ook
Christelijk wilde geregeerd worden.
't Was een zegen voor 't land dat
die „beproefde leidslieden" werden af
gedankt.
Dat waren geen gidsen voor ons
Christen volk, de mannen die een bond
ter bevordering van zedolooze praktij
ken Koninklijk lieten goedkeuren,
die in onze Oost den heiden boven
den Christen stelden, die er niet
toe konden komen recht en billijkheid
te betrachten daar waar 't de opvoeding
van onze kinderen gold, die een
grievend en sluitend uitsluitingssysteem
op ons toepasten bij 't begeven van
ambten en posten.
„Beproefde leidslieden"!!
Zeker er waren er onder, beter dan
hun beginsel, Maar toch: ons Christe
lijk volksdeel bewees Koningin en Va
derland een grooten dienst toen 't hun
beduidde, dat hun heerschappij een
einde nam.
Dezelfde lijdensgeschiedenis als Por
tugal zullen we hier doormaken als
Nederland een prooi van 't clericallsme
blijft, voorspelt verder de snuggere
Eemfandcr-redactie en ze bewijst daar
mede absoluut geen begrip te hebben
van hetgeen men historie noemt. Want
dan zou ze weten dat Portugal sinds
jaar en dag een speelbal der loge was.
Een proefveld der tnaqonnerle, waar
der Kerk vaak grlevender onrecht werd
gedaan door de bewindsmannen van
't troffel- en schootsvelgilde dan ooit
elders, een land waar het laatste
restje clericaiisme welhaast verdwenen
Is, eu men nu de zegeningen vaneen
bewind van vrijgeesten geniet in den
vorm der meest verregaande tyrannle
en verdrukking. X.
Uit het Buitenland.
Uit Frankrijk
weer een nieuw schandaal.
De „Matin" weet te melden, dat
een onderzoek in het beheer der Zuid-
Spaanschc landbouw-niantschappij te
Parijs uitgewezen heeft, dat up last
van de leiders van die onderneming
bedriegelijke manupulatiün hebben
plaats gehad en waardclooze obligaties
de westzijde van liet huis; de stort-
zeeSn vlogen over ons heen, de zol
derplanken werden onder onze voeten
opgetild, het water welde daaronder
op, het gansche gebouw waggelde en
kraakte, en met een gevoel van vernie
tiging sloot ik de oogen en klemde
mij aan een balk vast. Het uur van
ondergang was nog niet gekomen. Nog
hielden de balkenslechts aan de pa
len losgerukt eu naar liet westen was
het dak scheef ingezakt.
Uit mijne bedwelming werd ik ge
wekt door Jens' stem, die boven liet
gejammer der vrouwen uitklonk, en
toen ik de oogen opsloeg, zag ik den
koenen man haastig over het zinkende
dak loopen. Zijn knecht volgde hem
en beiden waren bezig, de schapen
van de sparren los te maken, waaraan
zij stonden vastgebonden. Op dit oo
genblik kwam de geweldige waterberg
aandruisehen en in doodsangst vluchtte
ik naar de nog vaststaande oostzijde,
Daar lag de vrouw op hare knieën,
met hare beide jongste kinderen aan
het hart gedrukt en de oogen vol ver
twijfeling op haren man gericht.
„Terug. Jens. terug!" schreeuwde zij
hem toe en door naren angst gedreven
sprong zij op en liep hem tegemoet.
Ik wilde haar tegenhouden, en kou niet,
wilde haar toeroepen, maar werd door
een slag van hare zijde gescheurd,
wilde mijzelf vasthouden, en kon niets
grijpen. - De golf sloeg /.wart en
dreigend over ons heen en stortte ver-
nieiigend neder; ik verloor de bewust
heid."
Hier zweeg de oude man, stopte
eene nieuwe pijp en stak die bedaard
in brand.
„In alle gevalle wordt onze schrik
minder, nu wij weten, dat gij niet voor
altijd uw zinnen verloor," voegde een
mijner vrienden hem glimlachend toe.
„Niet voor altijd", hernam hij; „maar
welk een ontwaken was hetTien
passen van het huis, aan den rand
van de werf, stond, zooals het gebruik
is op de lialligen, de Itooivoorraad in
een hoogen hoop stevig samengepakt,
en dit geschiedt met zooveel geweld,
dat men 't hooi, als men dat noodig
heeft, slechts met veel moeite en met
behulp van groote ijzeren vorken kan
uitsteken. In 't midden van den hooi
berg staat een zware paal, die hem
vasthoudt, en hier was liet, dat ik
weer tot kennis kwam. Het huls was
ingestort, de laatste steun bezweken.
dc hooiopper stond nog en de