Zeven in twintigste Jaargang. No. 31. Dinsdag 15 |uli 1913. DE EEMBODE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. UITGAVE VA{«I UL-: VEREENIGINÜ bDE EEMBODE" TE AMERSFOORT. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. Brij» per drie maanden vljltlg cent. - Afzonderlijke nummers drie cent. KANTOOR EN DRUKKERIJ: LANGEGRACHT 13 - AMERSFOORT. ADVF.KTBNTIEHRIJSvan één lot vijf regels dertig cent. lilkc regel ilieer xes cent. ReCLAMltstien ct. p. regel. AüvertenTiKN in liet redactioneel gedeelte vijftien cl. p. regel. Billijke tarieven bi] abonnement. Alle mededeellngcn en adverlenliën in te zenden vóór drie uur op den dag van uitgifte. A 8 wij niet willen, dat het in one land gaan zal zoouls het in andere landen gaat, dat de vijand ons ont vreemdt wat wij met zooveel moeite en zooveel offers hebben gesticht, dan moet met alle macht worden gestreden voor een goede, alom verspreide krach tige Katholieke pers. Mgr. Gallier. Snillt itrspieiding van bil CbiisMm VervolgJ 2. Vond die godsdienst dan mis schien bij dal eigenaardige Jodenvolk /.elf goed voorbereide en ontvankelijke harten r Integendeel I Tweede reeks van bezwaren. Wie behalve zijn 4 Evangeliën ook al eens de Handelingen der Apostelen las, beeft er de bevinding opgedaan dat na Christus' dood niet minder dan vóór dien tijd de geestelijke en tijde lijke gezaghebbers en toon aangevers in Palestina lijnrecht legen den nieuwen godsdienst gekant bleven. De gehechtheid aan de Mozaïsche wet, die door den christclijken gods dienst werd verouderd verklaard, de hardnekkige opinie omtrent een aardsch Messiasrijk, terwijl de Christus verklaarde„Mijn Kijk is niet van de ze wereld", de diep ingewortelde inecniug, dat alleen de Joden waren en bleven bet hcvelingsvolk Gods een denkbeeld, dal de nieuwe gods dienst, voor alle volken bestenul, on voorwaardelijk veroordeelde, dit al les moest het eigenlijk van nature on mogelijk maken, zulk een godsdienst onder dat volk le verspreiden. 3. Had men dan bij de niet-Joden, de Heidenen, meer kans van slagen Al evenmin I Derde reeks van binder- palen. liet verregaande zedenbederf dier lijden is cldeis genoegzaam geschetst oin er hier een tafereel van op te lian- gen. Alen bedenke slechts, wat liet ihaus nog moeite kost in ecu naar ze den bedorven millieu godsdienst eu nog wel Christelijke godsdienst le brengen. De diejie verachting, waarmee de vcruultigcn dier tijden, naar blijkt uit Tacitus, Suetonius, Plinius junior en Celsus, neerzagen op den nieuwen godsdienstde beschuldigingen van heiligschennis, opstand tegen keizerlijk gezag, tuoverij en kindermoorddc bloeddorstige Christenvervolgingen der eerste eeuwen, waren toch zeker niet de beste middelen om crcdict te krij gen voor een zoo strenge en diepzin- nige leer. als die van den Christus I Alen werpt soms op. dat het christen dom, bij al die ontegensprekelijke te genkantingen, toch ook door velerhan de voordeden werd vooruitgestuwd. Doch elk dezer voordeden verdient een groolc „maai" achter zich. „De eenheid van hel Konu sche rijk verbond de vele volken i gcr aan elkaar, maakte de verspreiding gemakkelijker". Maar die eenheid kon toch geen middel zijtl, om een godsdienst rond le brengen, die met aller gemoed en opvatting in stijd was? Integendeel, FEUILLETON. Jonas bespiedde Gehler reeds acht dagen, zonder het minste of geringste „p te merken. De oude man leeldc zeer geregeld, kwam dagelijks in de stad, bezocht onverdachte huizen en verkeerde met ach tenswaardige personen. De detective begon meer en ineer aan een ontdekking te wanhopen, toen hij vernam, dat Gchlcr, niettegenstaande hij hij zijne dochters in de voorstad woonde, af en toe kamers op dc vierde verdicjiing van een huis in hel Oosten der stad bewoonde. Jonas trachtte te weten te komen, niet welk doel deze vertrekken gehuurd waren. Voor zoover de politie in de int bekend was, had het huis een goeden naam. Gelder ontving daar geen bezoek, hoewel hij er dikwijls uren loefde. Hij scliecn het slechts als lijdelijke rustplaats le beschouwen. Ook hierin was niets dat opzien wekte, wrant honderden personen, die in een der voorstellen woonden, hadden hier 0f daar in liet centrum der stad, een of twee kamers ter hunner beschikking. Voor de detective was ccluer gi enkele omstandigheid van belang o bloot, waar liet gold zijne onderzoekin gen tot een gewenscht einde door te juist door die eenheid kon de Christen- tcrvolging algemeener zijn, alles sa menspannen lot vernietiging. „Het blijft toch waar, dal liet toenmalig handelsverkeer en de overal verspreide legioenen veel bijdroegen lot bekendmaking allerwege van de nieuwe leer". Maar tegelijk tot bekendmaking van de lasteringen, waaraan als van zelf meer geloof moest worden geslagen dan aan dc lofprijzingen op een gekruislen Jood en de predikatiën van zedeleerende visschers I „Toch moet de schoonheid der Christelijke leer en haar harmonische eenheid wel meerindruk gemaakt hebben, dan die dwaze en afschuwelijke onze digheden van het veelgodendom". Dat moest ook eigenlijk, doch wie vatbaar was voor ware geestelijke schoon heid, werd vaak weerhouden door twijfelmoedigheid, de wrange vrucht van de wijsbegeerte dier dagen. „Dc buitengewone naastenliefde i milddadigheid der Christenen heeft toch wel verteederend moeten werken op de harten der armen vooral". Alaar juist liet bestaan dier naasten liefde en milddadigheid i; een bewijs voor de goddelijkheid van den Cliris- telijkcn godsdienst. „Ten minste was het toch be grijpelijk, dat vrouwen en slaven gaarne Christen werden. De Christelijke leer 'er de gelijkheid van alle menschen, oet hun vooral wel bevallen zijn I" Alaar dat was vooral een gelijkheid >or 't oog van Godde vrouwen moesten wel degelijk onderdanig blijven aan dc mannen, de slaven wel degelijk blijven gelioorzameu aau de meesters. Alen leze de brieven van l'etrus en van „Zelfs dc slechtste menschen werden in dc Christelijke gemeenschap opgenomen. Zoo kan men gemakkelijk een groep bij elkaar krijgen". Alaar er waren toch ook veel braven i vromen. En die hadden eigenlijk maar weg moeten blijven uit zulk ge zelschap. Daarenboven konder. de min der deugdzanieu slechts dan werden toegelaten, als ze béterschap beloofd geloond hadden. „De faam der wonderen hielp de verspreiding". Maar nu zijn we juist waar we wezen Als dal schijnbare wonderen waren, dau kunnen we zeggen: die deden de ilseltc godsdiensiprcdikcrs ook denk slechts auu Simon den Toovenaar en de spiritisten van vandaag als 't echte wonderen waren, dan zijn we weer •ug op liet stuk, dat wc bewijzen aeslcnden goddelijken oorsprong li liet Christendom, Jac. J. Zeij. S. J. BEHARTENSWAARDIG. ter Uolsius S. J. schrijft in De Aiaasbode Hoort bij ons de aanmaning: Zorgt op de hoogte te blijven van uw Geloof de goddelijke Leer door hierover lezen eu te hooreii, teneinde li. Deze woning diende dus in liet oog gehouden te worden. Het resultaat was echter tot dusverre ct bevredigend en Jonas werd door de voortdurende spiomiage zoo afgc- dat hij eindelijk besloot geen verdere pogingen meer aan te wenden, langs dezen weg lol de ontdekking komen. N'og een paar dagen wilde hij Gehler bespieden. Maar dan ook geen seconde langer. Keedf om vijf uur in den vroegen morgen was hij tc N. en bewaakte het huis, waar Gehler woonde. Toen deze uitging stapte hij met hem in dezelfde paardentram, reed naar de stad en bleef in de buurt van het huis, Gehler zijne kamers had. De oude man verliet vroeger dan gewoonlijk dit kwartier en ging nu door verschillende stratcii, waarin hij anders nooit kwam, naar het Noorden der stad. Hij scheen onderweg onrustig, zag dik wijls om, als om er zich van te over tuigen, dat niemand hem bespiedde en verdween eindelijk in een porseleinwinkel in de W.straal. Jonas zag vreemd op. De eigenaar of huurder van deze woning was hem niet onbekend, wijl deze, enkele jaren geleden, wegens hel iu omloop brengen van valsche banknoten veroordeeld w~~ Men begrijpl, dat de detective te vervolmaken r gedrag! doende haar lor kennis éi En honderden, en duizenden hooren i.... schokschouderend duisteren zij: mijn eigen geloofsleer kan ik genoeg; ik wil ook weten wat de anderen zeg gen. En zij kwijnen eiken dag weg in hun inwendige overtuiging cn in hun gedragingen naar buiten, en zakken af naar den kant hunner natuurlijke tegen standers.... Jal zeg mij wal gij.... leest; en dan zeg ik u wat gij zijt.... of wordt! Nog een paar wel beschamende, aar toch ook leerrijke vragen. Kent gij, buiten dc persmannen, i de schrijvers, wier vak het kan mee brengen kent gij christenen, katho lieken, die naast een groot blad van eigen partij ook een groot blad van de tegenpartij lezen? Antw.O, zeker Vindt gij dit verschijnsel ook bij de tegenpartijen Kent gij christcucn, katholieken die :n of ander klein blad van eigen partij cn een groot blad van de tegen partij lezen Antw.O, zeker Vindt gij dit zelfde verschijnsel bij dc tegenpartijen Antw.Voor zoover ik weet niet. Vindt gij christenen, katholieken, die uitsluitend lezen in een of meer groote i kleine bladen van onze tegenpartijen? Antw.Helaas...! Vindt gij ooit ter wereld iemand van ïze tegenpartijen die zijn kennis en voorlichting gaat halen, uitsluitend in bladen van onze richting? Antw.: Neen! Dit nooit lit Trouwens iedereen zou hun vragen of ze krank zinnig waren geworden I En aau christenen, katholieken, die de abominatie begaan van wel hun kennis en voorlichting uitsluitend bij de tegenpartij te halen, vraagt niet iedereen of zij krankzinnig zijn geworden En zij zelf, in plaats van krankzin nig, houden zich voor voorzichtig, en onpartijdig,zoolang en zoover tot ze bij de tegenpartij belanden /-eg mij wat gij fees/; dan zeg ik U tl gij zijt..... of tvordt! O, dat toch onze vijanden langer spottend uitbuilen ten gevolge r moedwillige krankzinnigheid STEUNT 1 rt is ons herhaaldelijk gebleken, :r uil den aard der zaak een groote kracht uitgaat van een vriendelijk ver zoek tot plaatsing van advertentiën ge daan door abonné's en lezers zelf. Doeltreffend kan het wellicht zijn hierop eens le wijzen. Aleu zal dan le vens bij het in practijk brengen van deze wijze om ons blad te steunen, de ondervinding opdoen, dat het bij velen waardeeriug vindt, wanneer men voor eigen overtuiging royaal durft uil le komenr lorlog tusschen de Serven en Grieken eenerzijds en de Bulgaren anderzijds. De Bulgaren, die allerwege worden teruggedreven, gaan op barbaarsche wijze te keer legen de boerenbevolking der streken waar ze door trekken. Hun vlucht naar de nauwe bergpassen in Kresna en Petsjovo duurt steeds lort en de achtervolgende Grieken zijn voortdurend met hen in contact. De wegen zijn met oorlogs-materiaal be dekt. Vele gewonde Bulgaarschc sol daten zijn door de Grieken stervend opgenomen. Op den weg van Strvmitza naar Petritsja, hebben de Grieken bij hel dorp Koutrali, vierhonderd wagens vol genie-materiaal, apparaten voor draaJlooze telegrafie, patronen, levens middelen enz., achtergelaten gevonden. Een cavalerie-patrouille van zes man, nam hier en daar nog 160 Bulgaarsche soldalen en één officier gevangen. Bulgaarsche propagandisten hebben Serrés den Turkschen prefect van politic honderd vaten.petroleum afge dwongen. De gevaarlijke vloeistof werd dc straten en de huizen uitgegoten ien de Bulgaarschc troepen uit de stad aftrokken, schoten zij de stad in brand, zonder de consulaten, waar vele bewoners een onderkomen hadden ge zocht, te sparen. Vrijwilligers, geholpen door regelmatige soldaten, hadden van voren in dc Cliristenwijk alle huizen i kerken geplunderd en sommige ook brand gestoken. De eigendommen der Amcrikaansche labakuiaatschappij zijn ook door den brand vernield. De meeste inwoners van Serrés, ongeveer 20.0UÜ, zijn dak- en broodeloos. in Strumitza moeten verscheidene Servische soldaten, die bij de eerste overvallen waren gevangen genomen, door de Bulgaren op de verschrikkelijkste wijze gemarteld en afgemaakt zijn. Krijgsgevangen Bulgaren vertellen, dat officieren op den vooravond van den strijd in de kazernes hadden uiteen gezet dat de oorlog hen allen rijk zou maken. In de steden en plaatsen, welke zij zouden bezetten, zou hun volle vrijheid van plunderen eu andere niet le noemen schanddaden gelaten worden. Uit Belgrado meldt men, dal de ver liezen lol uu toe aan de Servische zijde 4U.000 dooden en gewonden be dragen, hel aantal Bulgaarsche slacht offers moet nog gruulcr zijn. liet onderdak brengen van zieken veroorzaakt tal van moeilijkheden. Het aantal cholcra-gevallen stijgt ondanks alle voorzorgen lelde men er reeds al), waarvan de hellt duudelijk hoofdkwartier binnen te dringen om den generalen staf te vermuurden. Zij ontgingen evenwel de opmerkzaamheid der wachtposten niet en werden aan gehouden. Meermalen werden dan ook colonnes van het leger door dergelijke verklcede benden overvallen. In de om geving van Istip vond men na het ver trek der Bulgaren de bronnen cn rivieren door cholerabaccilen besmet. Servië heeft even vrede gesloten met Turkije en rekent nu op Turkschen steuu tegen den Bulgaar. De Turksche strijdkrachten moeten ongeveer 170.000 inan bedragen, terwijl dc Bulgaren bij de Tschataldscha-linie nog slechts 5.000 en bij Bulair nog '1.000 hebben staan. De Koning van Bulgarije is ziek ge worden. van spijt? Uit het Buitenland. In de Balkanlanden. Uitermate bloedig en wreed ii Nog een staaltje van 'i schandelijk optreden der Bulgaren: Bulgaarsche soldaten hebben zich Servische uniformen gestoken terwijl andere Bulgaarschc soldaten vrouwen- ldecren aantrokken. Op deze wijze vermomd, hebben zij de Servische laza retten overvallen en de gewonden vermoord. Twee der als Servische sol daten verkleede Bulgaren trachtten het n dacht, de vervolging thans niet n op te geve Tegenover den porseleinwinkel de een hoedenmaker, een vroegere schoolkameraad van den beambte. Jonas bezocht den ouden schoolmakker, ver telde hem, waarom hij kwant ving toestemming, zoolang een kamer te bewonen, tot zijne bezigheden hem elders riepen. Hier kon hij, staande achter tamelijk dichte gordijnen, zijn spionnage op zijn gemak voortzetten. Gelder bleef echter niet lang in den porseleinwinkel, doch begaf zich daar naar zijne kamers om op den gewonen tijd weer naar de voorstad terug te keeren. Zoo had Jonas dan, na ongeveer er weken aan één stuk den verdachte het oog gehouden te hebben, ecnig resultaat verkregen, wat alleen nut opleverde, dat de beambte daardoor aangemoedigd werd, het geslagen spoor te blijven volgen. Van dezen dag af zat achter het venster bij den hoedenmaker vroegen morgen tot den laten avond een rechercheur onafgewend te staren naar den porseleinwinkel. De observator bij het de eerste tien dagen niets bijzonders gezien. En Jouas? Hij was bijna ziek van ontsteltenis over hetgeen er gebeurd was Gehler had de stad verlaten 't Was of de aarde hem verzwolgen idwant er was geen spoor den reiziger te ontdekken. Langs vele omwegen en zoo voor zichtig mogelijk werden bij de dochters om inlichtingen gevraagd omtrent het tegenwoordig verblijf van haren vader. Zoo kwam Jonas eindelijk te weten, dat Gehler naar de provincie vertrokken welke plaats had men niet of gegeven om oude kennissen op t zoeken. Vader had in jaren Berlijn nu verlatenhij wilde nu nog eenmaal, vóór ouderdom of ziekte hem dit be letten, buiten zijn, om die. plaatsen bezoeken, waar hij een groot gedeelte zijner kinderjaren had doorgebracht. En toch, dit nieuws klonk n; Jonas meende vcrdaciu Hij durfde svedden, dat de steendrukker zich hier of daar in Berlijn verborgen hield. Tegelijk werd liet hem duidelijk, dat binnenkort de valsche bankbiljetten omloop zouden gebracht worden. Voor het oogenblik was men echter het spoor bijster, 't Kon zijn, dat alle moeite nutteloos bleek. De bedriegers schenen ditmaal zeer sluw te werk te zijn gegaan. De woning in de stad en die te N. werden door verschillende be ambten uiiophoudelijk bewaakt, Jonas Binnenlandsche berichten. „Dummen Hollander". I)e Voorhoede van 12 Juli citeert een artikeltje uit hel Duitsche vakblad „der Confeetionnair" waaruit weer voor de zooveelste inaal blijkt dat juist de bui tenlandse he industrie zich verheugt over den uilslag der laatste Tweede-Kamer verkiezing, welke de Tariefwcl van de baan heelt geschoven ten voordeele het buitenland, tot schade en schande ons zelvcn. Hel thema van hel artikel is„De Duitsche nijverheid heelt alle redenen oin zich over dezen uitslag der verkiezingen in Nederland te ver heugen". De Voorhoede gaal voort „Ja, verheugt en verblijdt U, beste Duitsche „Confeetionnair" eu als ge in uw binnenkamer zijt teruggekeerd barst dan nog iu schaterlach uit over „die dummen Hollander", die niet voorbij gaan hunner eigen industrie, alles wat buitenland komt, met open armen ontvangen, 't koesteren en licfkoozcn T met warmte drukken aan hun vrij- huiidclaarsharl". Waarlijk „die dummen Hollander" it moeten ojk wij zeggen, wij mogen niet anders. Alaar dun is voor dit keer dat com pliment toch niet gericht lot de anders „achterlijke clericaleti" die iu hun achterlijkheid alles hebben ingespannen om dien grijnslach der Duitscilcrs te verhinderen maar helaas toldc ilcedszoo helder „verlichte vrijzinnigen" die zich hebben laten bedotten door wal wanhopige buitcnluudsche schreeuwers geld met hopen hebben weggegooid dc afvoerbuizen van ons zuurver diend geld naar hel buitenland nog wijder le makenzich op een hoog voetstuk van eigenwaan hebben ge plaatst om zich over te leveren aan den spot van geheel het buitenland. Waarlijk, voor linkseh-slemmers is :t om zich dood te schamen! Op zoek naar ministers. De afgevaardigde voor Winschoten Dr. Bos is door 11. M. de Koningin belast met de samenstelling van een ministerie uil de gchcelc linker nacht cn dag in de weer, om met het tegenwoordig adres van Gehler he kend te wordenTevergeefs Er niets te ontdekken! vee en een halve maand vruchteloos gearbeid Op zekeren avond kwam de detective thuis, afgemat en ontstemd over de slechte vorderingen. „Kareltje is er geweest! Hij Wilde u gaarne spreken 1" deelde mevrouw Jonas haren man mede. „Wat heeft hij voor nieuws?" „Ik weet het niet. Hij heeft voor ize jongens kleine houten molentjes meegebracht, welke hij zelf maakte, volgens zijn zeggen. Drie uren heeft hij bier zitten wachten en komt straks nog even terug". „Een wondere snaak", meende Jonas. De beambte moest onwillekeurig lachen als hij eraan dacht, dat „Kareltje" eertijds inbreker van beroep was. Hij, Jonas, had hem bij liet laatste misdrijf gesnapt en den verwilderden man bij dc gevangenneming, tijdens het trans port en gedurende liet voorarrest goed behandeld. Dat vergat Kareltje niet. Toen hij om zijll voorbeeldig gedrag in de gevangenis vóór den afloop van den straftijd ontslagen werd, kwam hij bij den detective om hem voor diens aandeel in de onverwachte vrijlating te bedanken. (Wordt voortgezet).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1913 | | pagina 1