Nieuws- en /Jdvertentieblad voor Amersfoort en Omstreken.
DE EEMBODE
XXVIIe Jaargang. ^0* 83.
UITOAVE VAN DE VEREENIGINO DE EF*B0DE te AMERSFOORT.
Dit blad verschijnt Dinsdag- 0,1 Vrijdagavond.
Prijs per drie maanden vijftig cent. - Wonderlijke nummers drie cent.
Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, dor!.0PzeBging van abonnement moet ge
schieden vóór den aanvang van een nieuw kwafal"
Dinsdag 13 januari 1914.
KANTOOR EN DRUKKERIJ: LANOEGRACHT 13. AMERSFOORT.
Billijke tarieven bij abonnement.
Alle mcdcdcellngen en advertentlCn 'n te zenden vóór drie uur op den dag van uitgifte.
De Roomsche Volkszang-
vereeniging.
Het is nuttig, het doel dezer vei-
ecniging nog een weinig toe :a
lichten en op de middelen te wij.'-'"'
waarmede men dit doel heeft te be
reiken.
Het doel is geen ander dan af* ons
volle frissche, gezonde liederen u; keren.
Of daaraan behoefte bestaat1
Men behoeft slechts rond tc zien,
overal doet ze zich gevoelen-
Hoe armzalig teekent zich de toe
stand. wanneer men voor ctne feeste
lijkheid zijn toevlucht moet nemen tot
winkels, met de boodschap: „Juffrouw
licht U ook mopjes voor ecne bruiloft,
voor een kransje, voor oen prettige
bijeenkomst of vergadering'"
-•ring
laakt de
ik wel goed
keuze moeilijk.
..Juffrouw, dit stukje
vinden, maar de zangwijze is tc weinig
bekendvan dit kent men de wijze wel.
maar de woorden zijn niet netjes."
Eindelijk na lang beraad, gaat men met
eene reeks mopjes huiswaarts.
Beziet men zulk een koopje van na
bij, dan vindt men in den tekst ge
woonlijk de zuiverste watersnoodpoëzie,
terwijl de nielodiCii de meest gewone,
soms minste straatdeuntjes zijn. waar
aan niet zelden min edele herinneringen
Dezen misstand wil genoemde ver-
ecniging weg nemen.
Terecht wordt dit streven krachtig
toegejuicht en menigeen is reeds nieuws
gierig te weten hoe dit zal geschieden.
De vereeniging bedient zich daartoe
vooral van twee middelen: zij tracht
onder het volk te brengen ..De
Lceuwerk", die schoone liederen zingt
oj) allerlei gebied en het volk met de
zen Lceuwerk te leeren meezingen.
Een der groote hindernissen, die den
volkszang in den weg staan, is het
euvel, dat men den tekst der liederen
niet kent en niet heeft.
Hoe betrekkelijk weinigen kennen
bv. de tweede strofe van ons „Wilhelmus"
Wal baat nu de kennis der melodiën.
„Liedcr ohne Wortc" zijn voor volks
zang volstrekt ongeschikt.
Dit euvel zal wel worden verholpen
daar het bundeltje van gezangen, dat
ais een „Lceuwerk" in alle gezinnen
zijn liederen zal doen hooren, tot zin
gen zal opwekken en als een „Vade
mecum" naar elke feestelijke gelegen
heid wordt meegenomen.
Maar de melodieën, wie zal deze in
oefenen
Daar denkt natuurlijk iedereen in de
eerste plaats aan de schalen.
Ilc „Lceuwerk" moet voortaan op
alle katholieke scholen onder de leer
middelen worden geteld, waarva
geregeld gebruik wordt gemaakt.
De vereeniging wil avonden geven
niet enkel voor genot door liet hooren
naar zingen van vaardige „Varende
Zangers" maar van blijvend
het huisgezin en daarbuiten.
Mogen de pogingen succes hebben,
ojidat binnen niet al tc langen tijd het
Liomsche volkslied alom krachtig wcer-
'slinke.
De menscli tocli wil zingen, ja hij
oct zingen.
Zingen is een behoefte zijns harten.
Gelukkig de mensch, die weet te
zingen, wiens zangstem door geen smart
of tegenheid wordt gesmoord.
Hel lied is balsem voor het leven,
kracht voor den arbeid, een machtige
sociale factor zooals de dichter Prudcns
ran Duijse spreekt
Het lied, dat uit het harte vloeit,
Is als de lieve zon
Hetzij de zoele lente bloeit
Of 's winters adem stroomcii boeit
Het is een laafnisbron.
Hel lied dal is 't gevleugeld woord,
De tolk van jong en oud.
Het is het volk: ja 't stcmaccoord
Wordt meest in 't burgerhuis gehoord,
Het lied is tnecr dan goud.
..Het lied is meer dan goud", doch
onder éénc voorwaarde, dat het edel zij
eine harten Olilwelle. edele
gevoelens vertolke.
Wie stemt niet in met hetgeen het
'oorbcricht van „Een devoot end»
litclijck Boecxken" uil 153" zegt
„vinde ick onder veel ander dingen die
„den mcnsche tot boaslieyt endc sonden
„trecken veel ontamelike, oneersame
reerlike liedekens endc refreinen, dii
dagelijks in de handen van den jongen
lieden sijn ende heel ghemein".
Daarom moet het frissche, gezonde,
roomsche lied weer gaan klinken over
heel ons vaderland.
set weer gezongen worden
overal en door allen in huis, op straat,
bij feesten cn vergaderingen.
Zingt het alleen, cn als gij samen zijt.
Het lied maakt liet hurt vroolijk en
opgeruimd.
Het lied maakt den geest rein en
frisch.
Gr.
F. E.
GEDACHTEN
VAN EEN GROOT-INDUSTRIEEL.
let is geen boekengeleerdheid, wa.
i jonge menschen tegenwoordig
eerste plaats behoefte hebben, noch
onderricht in dit of dat, maar meer aan
kleine versterking van de rugge-
graat. die hen bekwaam maakt voor
degelijken arbeid, tot het snel uitvoeren
ui 't geen hun wordt opgedragen.
Er bestaat geen man, die getracht
heelt een onderneming uit tc voeren,
artoe vele handen noodig waren, die
t nu cn dan tot razernij werd gebracht
or ile onbeholpenheid van den ge-
ddeldcn mensch, diens gebrek aan
kracht of lust of wil om ai zijn energie
concentreeren op één ding en
dit te doen.
Gij bevindt u b.v. in uw kantoor en
daarnaast zitten zes jongemannen, uw
helpers. Roep er een cn verzoek hem,
in een lexicon bijzonderheden aangaan
de Correggio op tc zoeken. Zal nu
dat jongmcnsch zeggenja, meneer
en doen wat hein gevraagd wordt
Hoogstwaarschijnlijk niet. |-lij zal u niet
een onnoozclcn blik aanzien en één of
van de volgende vragen doen
was dat In welk lexicon Waar
dat lexicon Ben ik hier aange
steld om zulk werk te doen Bedoelt
misschien Bismarck Zal ik 't niet
liever aan Petersen opdragen Is hij
dood Heeft 't haast Zal ik u niet
liever liet boek brengen, opdat u 't
zelf kunt nazien Waarom wil u 't
'eten En als gij zijn vragen beant
woord hebt en hem aangewezen hebt
liet lexicon staal, dan zal, in ne-
van de tien gevallen, het jong-
ich nog een zijner kameraden ver
zoeken hem te helpen en ten slotte
terugkomen met de boodschap, dat er
and van dien naam bestaat. Zijt
verstandig, dan zult gij liever dan
hem nader uit te leggen, dat hij on
der de letter C. niet onder K moet
zoeken, zeggen „och laat maaren
Het is gebrek aan kracht of lust tot
zelfstandig handelen, slapheid van geest,
zwakheid van wil en weerzin om de-
handen uit de mouw tc steken.
Men heeft in den hulsten tijd veel
deelnemende woorden gehoord over,
de ellende die heerscht op de werk
plaatsen, en ten bate van daklooze
vers die eerlijken arbeid zoeken,
in den regel worden daar harde
woorden bijgevoegd tegen de mannen
die de macht in handen hebben. Maar
zelden hoort men een woordje ten be
hoeve van de werkgevers die oud wcr-
len vóór den tijd, tengevolge van hun
'ruchtelooze inspanning om onbruik
bare elementen hun werk behoorlijk te
ieeren verrichten, en door hun lang.
geduldig zwoegen met onnutte helpers.
In iedere fabriek of werkplaats vind!
dientengevolge een gestadig zuiverings
proces plaats de onbruikbare» worden
verwijderd. Eigenbelang dwingt den
werkgever, slechts de besten te behou
den.
Natuurlijk zijn zulke „oiinut'c dienst
knechten" niet minder beklage:»:
dig dan lichamelijk kreupelen:
wij mogen toch ook onze svm,
uicl onthouden aan den man, die zich
afslooft zijn plannen te verwezenlij
ken. wiens wcrkiijd zich niet uitsluitend
regelt naar liet fabrieksfluitje
haar dikwijls grijs wordt in den strijd
verdienen. De beschaving is niet anders
een langdurig, zorgvuldig zoeken
zulke menschen. Alles wat zoo'n
verlangt verkrijgt hijhij is zoo
moeilijk, zoo zelden te vinden, dat geen
werkgever hem zijn deur zal laten voor
bijgaan. Hij wordt gezocht in ieder land,
iedere stad cn ieder dorpop ieder
kantoor, in iedere werkplaats, iederen
winkel of fabriek.
N. C.
.•rschiltigen, de langzamen
cn de onwilligen
„Ik zelf schreef de industrieel
Hubbard heb met de etensbus w
loopen en voor dagloon gewerkt; ik
heb evenzeer vele meiischen voor mij
aan den arbeid gezet, en ik weet, dal
over beide partijen verschillend kan ge
sproken worden. Het is opzichzelf nog
geen aanbeveling voor een mensch dat
hij arm ismaar alle werkgi
zijn ook niet inhalig en onmenschclijk,
evenmin als alle armen braaf zijn. Mijn
hart gloeit voor den man, die zijn werk
doet, ook als de chef afwezig
als wanneer hij tenuis is
den mail die kalm aan den slag
gaat zonder eerst met idiote vragen
voor den dag te komenvoor den man
die nooit „gedaan" krijgt en nooit be
hoeft te staken om hoogcr loon
Binnenlandsche Berichten.
Presentiegeld.
Door Gedeputeerde Staten der pro-
ncie Utrecht is naar het Utr. Dagbl.
mededeelt, in antwoord op een desbe
treffende vraag van het gcinccntebe-
lur te kennen gegeven, dat zij
liet algemeen bezwaar hebben tegé'n
het toekennen van presentiegeld aan
raadsleden voor het bijwonen van de
vergaderingen van raadscommissies, ge
lijk die onlangs door den Raad zijn
ingesteld.
Kudernood.
De Minister van Oorlog heeft be
paald dat teneinde te voorzien bij de
instructie in het groote tekort aan si
goanten. dat milicien-sergeanten, die
met groot verlot zouden gaan en e
half jaar vrijwillig onder de wapenen
willen blijven een premie krijgen van
f 160 of f 200 al naarmate ze geschikt
n voor employement of instructie.
Waarschuwing.
Door de Burgemeesters van enkele
genieenten op de Yeluwe wordt ge
waarschuwd tegen zekere personen, die
onder schoone voorspiegelingen werk
lieden van de Veluwe naar Duitschland
lokken, terwijl deze arbeiders, daar
gekomen, dan vaak ervaren, dat er
hen geen werk te vinden is. In dezen
"d van werkloosheid mag met deze
aarscliuwing wel ter dege worden
kening gehouden.
Amersfoortsch Nieuws.
Ter overweging.
Tegenwoordig leven we volop
!en tijd van socialen arbeid.
Als er, onder onze jonge mant
rooral. nog geestdrift was voor het
werk dat de Paus iederen Katholiek
oplegde, dan is die in dc laatste jaren
"er wel te voorschijn getreden.
leder, die meeleeft het openbare
leven in onze stad. kan het aanschouwen.
Tegelijk daarmede heeft zich onder
nis het staatkundig leven ontwikkeld.
Zonder nu te beweren, dat wij hierin
ip 't hoogtepunt zijn gekomen, of dat
crbetcring van organisatie, toename
■an ijver cn plichtsbesef of vermeerde
ring van krachtsontwikkeling niet meer
mogelijk zijn, kunnen wij toch gerust
verklarendc tijden van laksheid op
:lit gebied zijn voorbij.
Het Roomsche Amersfoort maakt
ziel» warm bij ecne verkiezing.
Het Katholieke volk is. dank leiding
en pers. tot een opgewekt declncnn
aan het politieke leven gekomen.
En verwonderen zou het ons niet,
als die vooruitgang, kalmer cn langza
mer misschien dan sommigen wel wil
den, van solieder aard zal zijn op den
duur, dan men wel zou vermoeden.
Waar wij echter de aandacht op
willen vestigen?
't Is op een werk, dat, juist om de
velen ingeschapen zucht naar het nieuwe,
misschien in de toekomst wat veron-
ichtzaamd zou kunnen worden.
We bedoelen het liefdewerk der St.
incentius-vcrceniging.
Er zijn er wellicht al onder onze
jongeren, die dat werk niet meer onder
den socialen arbeid rekenen
aardc sociale arbeid is aller
eerst een werk van rechtvaardigheid,
dat der „St. Vinccntius-Vcrecniging"
allereerst van liefde.
Maar nu eens daargelaten, dat de
liefde een grootei deugd is dan de
rechtvaardigheid, en zij den inensch
daden van opoffering en edelmoedig
heid doet verrichten, ook al verplicht
hem daartoe de rechtvaatdigheid niet,
- zou wel iemand durven ontkennen,
dat ook veel sociale arbeid door het
liefdewerk van St. Vincentius wordt
verricht
Neen, een ieder, die maar eenig
begrip heeft van die vereeniging zal
moeten toegeven, dat zij juist die
wonden heelt, welke door de sociale
--erhoudingen en onrechtvaardigheden
zijn geslagen.
Zoolang dus onze maatschappij geen
ideale samenleving is, en de wetten der
rechtvaardigheid niet alle worden nage
komen (wat om 's menschen passies
wel nooit gebeuren zal) blijft de Ver
eeniging van den H. Vincentius a
Paulo onontbeerlijk tot het verrichten
in echt-socialen arbeid.
Wij willen maar zeggennooit
mag dc ij 'er voor maatschappelijke eti
sociale ontwikkeling en volmaking een
reden zijn om ons af te houden van
die vereeniging. en hij begrijpt als Ka
tholiek en maatschappelijk mensch het
best zijn roeping in onzen tegenwoor-
digen tijd. die het ééne duet. en het
ander niet nalaat.
De aangekondigde ledenvergadering
i Geloof en Wetenschap op Dinsdag
13 Jan. 191-t gaat niet door en zal ge
houden worden op Dinsdag 20 Jan. 1"14.
De omstandigheden, waaronder na
het spoorwegongeluk te Beilen de red
ding moest plaats hebben zijn algemeen
bekend. Een tekort aan werktuigen van
voldoende capaciteit, waarmede een
wagen kon worden opgevijzeld, een
tekort aan voldoende verlichtingsmate
rialen, kwam daarbij duidelijk uit en
de Holl. Sp. die reeds geruimen tijd
bezig was maatregelen te treffen om
bij rampen als te Beilen onmiddellijk
gereed te zijn en die daarvoor rijtuigen
deed inrichten, heeft daarachter meer
spoed gezet, en zoo zijn thans acht
van die rijtuigen in dienst gesteld aan
dc stations Alkmaar, Nijmegen, Rottci-
dam en ook hier.
De rijtuigen zijn wagens 1ste en 2de
klasse, die voor het doel zijn omge-
FEUILLETON.
DE BEVRIJDING DER ZWARTEN
Het schip ging voortdurend snel
vooruit en bleef dc andere booten
heel eind voor, niettegenstaande de
gingen, die deze deden, oin liet ir
halen. Dikwijls werden door de bnoicn
op de Mississippi wedstrijden gehouden,
die niet zelden oorzaak waren van grooie
ongelukken. Albert gaf aan Lcclcrque
zijn vrees tc kennen voor een dcrgclij-
ken strijd.
„Deze boot heeft tot nu toe altijd
den prijs gewonnen en andere durven
zich niet met haar meten. Daarbij,
miss Sillifonds zou het niet toestaan."
AVie is miss Sillifonds," viel Albert in.
„Dc dame, over wie wij zoo even
spraken, antwoordde Lcclcrque. „Zij
zal het niet toestaan, zeide ik, en dc
kapitein wil haar niet mishagen, want
dan zou hij een te groote klam verliezen."
„Dit pleit waarlijk voor het ver
stand van miss Sillifonds."
„O. zij heeft meer verstand, dan vele
rcciitèrs in Amerika. En dat
haar inlaten, want: zij is geen blanke.
Terwijl Lcclcrque nog sprak, kreeg
dc boot zulk een schok, dat alles kraakte.
Allen keken elkaar zeer verontrust
in dc kajuit van de dames hoorde
vreesclijk gillen. De meeste pj
giers kwamen op het dek. Miss Sillifonds
verscheen ook, keek heel bedaard
zich Itecn, bemerkte den planter
vroeg hem
„Wat is er gebeurd, mijnheer
Lcclcrque?"
„Ik geloof, dat wij tegen een bank
zijn gevaren."
„De schok leek mij daarvoor
hard, maar de boot gaat nog even vlug
als eerstik geloof niet, dn"
'ligclulc gebeurd is."
Zij bleef cenigc oogenblikkcn op liet
lek cn ging toen weder naar dc kajuit.
Na haar vertrek, bewaarde de planter
liet stilzwijgen en scheen in «liep na
denken verzonken. Eensklaps onderbrak
hij «Iroomerijcn.
iij hebt ,jus gestudeerd voor dok-
ii de rechten? H'tn, ll'm; gij kuilt
«lic kennis hier in Amerika niet
veel doen. Als ik eun r,uu| mng geven,
wordt dan geneesheer en apotheker."
Albert schudde glimlachend het hoofd.
„Ik heb daarvoor ge(.n cxamen ge
daan; wel heb ik een cursus voor g«
necs- cn heelkunde gevolgd, maar g<
neeshecr worden, neen. «|at gaat njet,
„Dan kent ge nog ineer«|a„ dacht."
antwoordde Lcclerqnc, „cu ik verzeker
u, dat liet meer dan genoeg is, om een
vermaard dokter te worden, V,'|c Euro
peanen. die hier eenvoudig kwamcn a|s
daglooners, zonder de minste kennis
van dc geneeskunde, hebben als dokter
rtuin gemaakt.
Eenige jaren geleden kwam eei
gen uit Breinen naar B.'itou Rouge. Niet;
gelukte Item. Hij had wel honderd
ichillende ambachten geprobeerd en
»on niet eens genoeg geld bij elkaar
krijgen om zijn terugreis naar Europa
te bekostigen. Toen hij niet meer
hoe het aan te leggen, om niet
honger te sterven, gaf hij zich
geneesheer uit; dank aan de boeken,
die bij niet zorg bestudeerd had c
eenige proefnemingen, welker welslagen
meer geluk dan wijsheid was, verwierf
hij zich een grootcn naam. Op het
«ogenblik is hij een der rijkste rente
niers in New-York.
„Het zal u nog gemakkelijker vallen
om dokter te worden, daar gij te
stc cciiigcn tijd de geneeskunde bestu
deerd hebt."
„Ik dank u voor uw goeden raad,
cn ik zal er eens over denken."
„Gij kunt op mij rekenen, als ik u in
iels van dienst kan zijn. Ik weet niet,
waarom ik zooveel belang in u stel,
maar uw voorkomen bevalt mij cn uw
gezelschap zal me aangenaam zijn."
Albert maakte een buiging en be
dankte voor dit compliment; hij wees
met den vinger naar de oevers van den
Mississippi om het gesprek op een
ander onderwerp over te brengen.
„Het land is waarlijk zeer mooi."
zeide hij„de kleine steden cn de plan
tages, die ik daar zie, getuigen, dat
d gebruik van het land
naakt."
„Ja," antwoordde I.eclcrque, „van
Xew-Orlcans tot BAton-Rouge
landstreek bebouwdmaar af
de hoofdstad voorbij is. ziet men dagen
lang niets dan bosschen."
Hij noemde dc verschillcmlc steden
op, welke men zonder stil te houden,
voorbij ging; de stoomboot zou v
't eerst aanleggen in Baton-Rouge.
Tegen den avond stale de wind op
en zij gingen naar beneden in het rook
vertrek. waar zich reeds een groot aantal
heeren bevonden. Het gesprek liep over
de ongevallen, die de booten van dc
Mississippi waren overkomen.
De een vertelde, hoe de boot, waaroji
hij zich eens bevond, was gesprongen
een ander was alleen van een schiji
breuk gered, enz. enz. De verhaten
ren steeds sterker gekleurd cn i
kon goed begrijpen, dal dc waarheid
heel dikwijls zeer overdreven w:
Het souper werd genomen
groote eetzaal, waar al dc passagiers
bij elkaar kwamen.
M. Freimann had z'n plaat:
Miss Sillifonds. Zij nam deel .i
algemeen gesprok en hare opmerkingen
gaven blijk van zooveel geest en ge
zond verstand, dat Albert wel begreep
dat de planter niet tc veel in haar
voordcel had gezegd. Hij hoorde
genoegen, dat zij vele jaren in Europa
had doorgebracht.
Na liet souper, bleven dc meeste
passagiers kaart spelende andere
trokken zicli terug in hunne hutten.
Albert ging ook naar bed, want hij was
erg moe. Dc wind werd plotseling ster
ker, zoodat het schip nu naar dezen,
dan naar genen kant geslingerd werd.
liet onheilspellend kraken van het schip
was oorzaak, dat het lang duurde voor
hij kon inslapen.
Togen middernacht schrok hij wakker.
Het schip schokte zoo lievig, dat hij
uit het bed geworpen werd. Op het
ïcratc «ogenblik dacht Albert, dat hij
s'n lenden gebroken had en wilde hulp
roepen; maar tegelijkertijd hoonlc hij
een groote drukte op dc boot.
Kreten vuil vrouwen cn kinderen de
den zich hooren, onderbroken door dc
bevelen van den kapiteindc deur van
zijn hut werd met een hevige» ruk ge
opend en «le planter Leelcrijue riep
hem toe:
„De boot is op een zandbank geva
ren kom gauw boven
Albert vergat zijn pijn; hij stond op,
kleedde zich haastig cn kwam naar het
dek. Daar hoorde hij, dat het roer door
den schok gebroken was. Toch had
men nog hoop, zich uit deze netelige
positie te redden, door alle krachten
van den stoom aan te wenden.
Wordt voortgezet.