SEIN. HIK atholiek Nieuws- en Advertentieblad Omstreken. voor Amersfoort en Nicolaï Lebret, Electrische Installaties. DE EEMBODE insdag 15 December 1914. - No. 73. blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond en wordt uitgegeven oor de recniguig De Eetnbode te Amersfoort. Prijs per drie maanden zestig cent. zonderlijke nummers drie cent. Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch on- 'g'hg van abonnement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal. 28e jaargang. Telefoon No. 314. Advertentieprijs: van één tot vijf regels veertig cent. Elke regel meer zeven en een halve cent. Reclames: tien cent per regel. - Advertentién in het redactioneel gedeelte vijftien cent per regel. Billijke tarieven bij geregeld adverteeren. Alle niededeelingen en advertentién in te zenden vóór twaalf uur op den dag van verschijnen. Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort Mattheus. 50 0.23 Apologetische bijdrage van Jac. i. Zeij. S. i. |p zekeren dag wandelde Jezus, langs de oevers van liet meer Genesareth, naderde de stad Capliarnaiim. ier visscliers vergezelden Hem. Si- 'O u-Petrus, Andreas, Jacobus cn Joan- eenvoudige menschcn nu nog leer- n, straks daarenboven „Apostelen", ien vijfden gezel ging Jesus nu zoe- en wel tussclien een klasse van nschen, die, in de oogon der Joden, meest verachten cn ook verachtens- ardigen waren. "apharnaiim, gelegen aan de Noord- stzijdc van het meer, waar de drie ne verkeerswegen, van Darnas- <rus en Jerusalem, elkaar ont- telde een groot aantal tollenaars. Jeze menschcn. aangesteld door de meinsche overheid tot inning der pstingen, tollen cn havengelden, 'i over 't algemeen zéér ongunstig 1:cnd, wegens lang niet altijd ongc- :>nde verdenking van afpersing cn feerUjfcheid. Ji)aar kwam nog bij. dat de „Kinde- '4 10.''A Israöls", en inzonderheid de i'ari- f8 ---«n, elke hulpbetooning aan vreemde 30 7.;>l:rhcerschers als eeu verboden lian- 'i ng, als een overtreding van 's Hee- Wet beschouwden, ihristus zelf, die minachting kennend, inde de „tollenaars", in een adem, eens inct „heidenen", dan weer met indarMMd". in toch waren er ook wel goeden godsdienstigen onder, dommige, 't zij uit Jerusalem, of ook 1 van elders, hadden zich door Joan- in den Jordaan laten doopen, cn 21 ,).!i i den boetgezant eenen algemccneu enstegel meegekregen liischt niets boven hetgeen u is vasi- |steld. Wat doet nu de Heer? 10.114 Te midden van zijn leerlingen, langs J 3„34%t tolhuis gaande, blikt Hij 'er zijde. '8- t kijkt tussclien de nieiischenhoofdeii schouders door, naar den gcldtellcn- -II tollenaar. Op 'i zelfde oogenblik kt Mattheus. de tollenaar, op. Hunne igen ontmoetten elkander. Iin tegelijk gt Jesus, niet met luide, maar mei ep dóórdringende stem: Volg Mijl... Jesus had al meermalen Capliarnaiim :zoclit, en was daar bekend om zijn jsheid en wondermacht. Mattheus1 nde Hem dan ook wel van aanzien i naam. Maar nog nooit was hij dooi I)at woord Volg Mij, hij voelde 'l el, betcckcndc zooveel alsword lijn leerling. 'Wat zou hij doen Heeft hij toen plotseling een schok ekregen, die een totalen ommekeer in jn binnenste teweeg bracht UI was ij al lang ill zijn ziel aan Jesus ge- echt, en wachtte hij slechts op ccne elegcnheid, zich tot leerling te ver laren van den Nazarethschen Profeet? irbeij Ja, de tollenaar begeerde dit zelfs te onen, aan iedereen die 't weten wilde. Teratond, of in ieder geval niet heel lang daarna, richtte Mattheus in zijn woonhuis voor Jesus een groot gast maal aan, en noodigde daarbij uit „vele tollenaars en zondaren", zegt de H. -Schrift. Bij die gelegenheid heeft de Heei een woord gesproken, dal niet alleen de zondaars zich in de ooren moeten knoopen, maar ook dc brave menschcn, en bijzonder zij, die tc hard zijn hun oordeel over de zwakheden der menschcn. Naar gewoonte hield men bij dien maaltijd open hof, cn ieder kon de feest zaal binnentreden. Daarvan maakten de Parizeen gebruik, om hun gal cn chagrijn tegen Jesus tot berstens te vullen door toe te zien, hoe de Lecraar van :areth het hoogheilig leeraarsambt trapte, met zicli te verlagen lol zulk een gezelschap van tollenaars cn zon- Aan Hem-zclf hun verontwaardiging achten, durfden zij niet, maar tegenover Ie Apostelen waren zij vrijer. - Waarom, zeiden ze, eet cn drinkt e met de tollenaars en zondaars De vraag kwam van zoo'n hoogen kant, cn smaakte zoo bitter dat de leer lingen er van onthutst en bekneld werdi Toen heeft Jesus een antwoord ge geven, tegelijk Goddelijk verwijtend en Goddelijk troostend, naar gelang eert irizeër of een zondaar het hoort De gezonden hebben geen geneesheer lodig. wel zieken. Gaat en leert wat het zeggen wil: „Barmhartigheid wil Ik. en geen offerande." Want Ik ben niet de rechtvaardigen komen roepen, maar de zondaicn. En wal is er nu verder met Mattheus ■beurd Toen, cenigen tijd later, dc Heer uil n leerlingen twaalf Apostelen koos, as Mattheus de zevende of achtste :kozcne. Hij heeft mede aangezeten n het Laatste Avondmaal, heeft Jesua herhaaldelijk aanschouwd na diens ver rijzenis, was getuige van dc Hemelvaart, werd ook op den Pinksterdag niet den Heiligen Geest vervuld, en heeft dat kunnen we wel denken evenals de andere Apostelen tot zijn dood toe de Blijde Boodschap verkondigd. Bij liet eerste Apostelen-Concilie, in liet jaar 54 tc Jerusalem gehouden, was hij niet aanwezig. Daaruit kan men be sluiten, dat hij toen buiten Palestina, snier >le Perzen ot' Parthen of Macc- doniers, de Christelijke Openbaring irspreidde. Dc mecsten der oudere schrijvers, e over Mattheus iets mededecleii, n van oordeel, dat hij den marteldood Wij v het n Maar zeker is, dat hij opstond en •n Heer volgde, zijn leerling, en straks jn Apostel wezenlijk werd. heeft als Apostel, - in welk jaar precies is niet bekend, doch zeker in dc eerste schijnlijk tusschen dc jaren 44 en 50, een boekje geschreven in liet Aramcesch, de Joodsche landtaal dier dagen. Reeds ipoedig werd dit boekje vertaald in hel iricksch, dat toen een soort handels- if internationale verkeerstaal was. De Nederlattdsche vertaling «l.kirvan bezit ge in uw „Bijbeltje", onder den titel die niet van Mattheus zelf is, maar later werd bijgevoegdEvangelie van Jesus Christus volgens Mattheus. De indeeling in hoofdstukken, cn deze weer in nummertjes, gewoonlijk „verzen" gcheelcn. alsook iie titels der hoofd stukken, zijn ook niet van Mattheus, maar van veel tateren datum. Mattheus zelf begint zijn geschrift niet dc woordenGeschiedboek van Jesus Christus. anneer we dit geschiedboek geheel aandachtig hebben nagelezen 't lean zijn nut hebben, dit van tc voren tc weten zal 't ons duidelijk zijn, dat Mattheus zijn Joodsche lezers door zijn geschiedverhaal heeft willen bewij- dat de echt-besta.m-hebbende Jesus i Nazareth wel degelijk de langbe- loofde Verlosser is, ondanks zijn armoe dig en nederig leven, zijn lijden en kruisdood, ondanks het ongeloof en de ijandschrip van de leiders cn de meer derheid des Joodschen volks dat even- de Kerk, dour dien Jesus gesticht, voorspelde Messiasrijk is, cn wel alle volken tot aan het einde der lijden, niettegenstaande de Joden ver keerdelijk aan een aardsch Messiasrijk "lachten, en de Oude Wet voor de Jo den alleen was. Dit, cn nog zeer veel belangrijke bij- ■niicrhedeti over de echtheid, over :n inhoud, over de eigenaardigheden, ■er strekking en doel van Mattheus' vangelie kan men lezen in „Het Mattheuscvangclie en de over levering door J. P. van Karteren, S. J. Uitgave der Apologetische Vereeniging rus Canisius". Langstraat 27, Amersfoort. Vertegenwoordiger van hetlngenieurs-Bureau Utrecht. Binnenlandsche Berichten. I)e Oorlogsleening. lil de buitengewone omstandigheden, aarin ook ons land verkeert, moest in den geldnood voorzien worden. Twee wegen staan daartoe open ecne heffing ineens, of eenc leening met den aanhang daarvan. Het valt niet te ontkennen, dat er zoowel vciur het een als voor het ander, argumenten te vinden zijn. En het valt ook niet te ontkennen, dat ecne heffing in eens van vermogens boven een zeker bedrag wel iets aan trekkelijks heeft, en er niet veel over redingskunst toe noodig is om daarvoor medestanders te werven, vooral onder hen die er buiten zouden vallen. De regeering heeft echter m. i. op aanzienlijke gronden de lecning gekozen. Die gronden komen in hoofdzaak hierop neer, dat zij het niet gerecht vaardig"! acht buitengewone uitgaven, die in het belang van het geheele volk hoofdzakelijk zijn. te doen dragen door een betrekkelijk zeer kleine groep van m eervermogenden. Behalve dit principieele bezwaar be roept zc zich op practische bezwaren. Als de gewone toestand weer is inge treden. zullen nieuwe belastingen moe ten worden opgelegd, waarin het ver mogen een belangrijk deel zal hebben bij te dragen. Daarom achten zij het igeraden nu op eenmaal aan de ver mogens een aderlating te doen onder gaan van 275 miliioen. Daarbij komt dat thans dc vermogens groote schom melingen ondergaan, z.oodat de heffing eens al bijzonder ongelijk zou treffen, terwijl de hoogere bedrijfsinkoinstcn moeilijk in gelijke mate zouden kunnen getroffen worden. Afgezien van dit alles echter, meende de regeerinng dat ze op deze wijze zich het best kon aansluiten aan 't thans bes'aande belastingstelsel. tcnmaal de heffing in eens ter zijde gesteld, moest de vraag beantwoord irdcn Waaruit zullen de gelden voor rentebetaling en aflossing gehaald In het voorstel der Regeering zijn daartoe opcenten aangewezen. Niemand zal beweren dat opcenten in hel algemeen, en deze in het bijzon der. zoo heel aantrekkelijk zijn. Overi gens op het belastinggebied is er al heel weinig aanlokkelijks. Oorlogsgevaar. Ook de stellige uitspraak derregecring. dat het oorlogsgevaar nog allerminst geweken is, was én noodig én kan uit nemend werken, meent dr. Kuvper in De Standaard. Het is zoo lichtzinnig en onvoor zichtig, zooals meer dan één publicist nu reeds doet voorkomen, alsof op liet oostfront bij Lodz cn nysl, cn op het westfront aan de wordt afgespeeld, ons eigenlijk niet deren kan. Doch wie zoo arm aan doorzicht is. deed dan toch beter zicli over zoo .-rustig vraagstuk niet uit te laten. Wie toch even nadenkt, voeit ter- -tond, dat onze neutraliteit uitsluitend ifhangt van de vraag, of beide oorlog voerende partijen onze neutraliteit even „•ewenscht achten. Zoolang dit aanhoudt, zijn we natuurlijk buiten schot. Komt hierin daarentegen keer, en acht een der beide partijen, rechts of links doet er niet toe, dat hel ons in "orlog brengen, haar bate belooft, dan ijn wc er morgen den dag ingehaald er WC er op bedacht zijn. Bovendien, dc krijgskans kan ook in het westen keeren. en kwam het er toe, dat het Duitsche leger terug werd ge slagen. door heel België heen werd teruggedrongen, en tegen onze grenzen kwam opschuiven, zoodat het in den hoek tusschen Limburg en Noord- Brabant vastraakte, zoo zou het zeer de vraag zijn, of interneering, van wie over de grens kwamen, ons gelukken zou. Dit is niets als het om een 50.000 man gaat, maar als er een half miliioen aan kwam dringen, konden we in zeer ernstig gevaar geraken. Slechts deze twee gevaren gaven we aan. Er is natuurlijk veel meer. Maar hoofdzaak is, dat onze neutraliteit, als ze ook maar één der oorlogvoerende partijen wezenlijk hinderen gaat. op staanden voet gesehonden kan worden, en dan is liet met onze onzijdigheid gedaaa en gelijk gezegd, eer we er op verdacht zijn. Nu desalniettemin binnenshuis alvast maar weer spectake! te gaan maken, is een onvergeeflijke fout, die ter dege onder de oogen moet worden gezien. En de hooge wilskracht van de regeering blijkt er uit. dat ze tegen zoo onver geeflijke beweging op zoo ernstigen toon waarschuwt. Maar nu de Regeering het voorne men had zich zooveel mogelijk aan het bestaande belastingstelsel aan te passen, moet wel erkend worden, dat er geen beter middel te vinden was. Het ontwerp trachtte de verhouding tusschen directe en indirecte belastingen zooveel mogelijk te behouden. Door besprekingen met het zoogen. senioren convent, bestaande uit de voorzitters der verschillende Kamer fracties. en verder door de schriftelijke behandeling van het ontwerp, zijn er belangrijke wijzigingen aangebracht. De opcenten op het geslacht en op de invoerrechten zijn er uitgelicht. Eene tegemoetkoming aan hen. naar «vier meening «ie minder-bezittenden, te zwaar getroffen werden. Vooral op dit punt heerscht er schromelijke overdrijving. Hoe dit zij, als het ontwerp wordt aangenomen, waaraan wel geen twijfel bestaat, 'zal een vrijwillige leening ge sloten worden, en te hopen is dat ze tot het volle bedrag van 275 miliioen zal volgcteekcnd worden. Voor drie jaar is men gebonden aan rente en aflossing cn aan de opcenten. Men gaat daarbij uit van het denk beeld. dat de buitengewone toestand 11a deze drie jaren beëindigd zal zijn. Deze tijd is als het ware een over gangsperiode. Na die drie jaren is Regeering en Kamer vrij. Artikel 33 bepaalt thansVoor I Jan. 1Q17 wordt een voorstel van wet in gediend ter bepaling of na afloop van de termijnen n.l. de belastingjaren 1915. 1*)16, 1917, waarvoor de opcenten worden toegestaan, die opcenten be stendigd, gewijzigd of door eene hefting in eens of op andere wijze vervangen zullen worden. In deze omstandigheden is het te begrijpen, maar ook te loven, dat zij die aan een andere regeling de voorkeur gegeven hebben, zich met het voorstel der Regeering vereenigd hebben. - Men vraagt zich zelfs af, of het wel noodig was de vredespijp, nu de tabak nog onbelast is, een oogenblik koud te laten worden en uit de hand te leggen. Aldus dr. W. H. Nolens in de Nieuwe Venl. Ct. R. K. Huisvesting-Comité. In aansluiting met het schrijven van den heer Van der Veen, voorzitter van het Antwerpsch Centraal Bureel voor in lichtingen aan vluchtelingen over den verschrikkelijk treurigen toestand, waar in de bevolking in België verkeert, ver zoekt het R. K. Huisvestingscomité om opname van het volgende Onze propagandiscen, die de laatste weken in Antwerpen en omgeving aan den arbeid waren, kunnen bevestigen, dat de toestand in honderden Belgische gezinnen ailerontzettendst is, en dat men moeders met kinderen vol wanhoop en vertwijfeling schier overal aantreft, 't Ontbreekt aan alles: aan licht, ver arming en voedsel. Ofschoon wij nu reeds vele honderden Belgische kinderen in katholieke gezin- -in geplaatst hebben, is er nog plaats >or honderden. Gaarne zouden wij elke week onze propagandisten naar de geteisterde steden en dorpen zenden om daar kinderen die het aan alles ontbreekt, naar Holland te voeren en hen a den oorlog bij goede menschcn onder dak te brengen. Doch helaas, onze geldmiddelen zijn volstrekt onvoldoende, om dit grootsche werk der naastenliefde, dat zoo juist past in de lijn van ons Comité, te kunnen Wie helpt ons Milddadig Nederland, opent nog eens ve harten en uwe beurs! Ware het niet zoo broodnoodig, we zouden niet andermaal bij u aankloppen. Giften voor het R. K. Huisvestings- inité worden dankbaar aanvaard door n sccretaris-penningm. Dr. E. Yerviers, 3 Octoberstraat 11a, Leiden. Vluchtelingen. In Zeeland zijn nog 20.000 vluchte lingen, wier onderhoud enz. 35 ets. per persoon per dag kost, alzoo daags t 000. De liefdadigheidsbijdragen ver minderen. de rijksbijdragen moeten grooter worden. Alleen de kleeren worden nog steeds allemaal geschonken. Royaal. De Koningin gaf honderd-duizend gulden aan het algemeen steuncomité. Belasting. -=.i Financiën zal vóór het einde van het volgend zittingjaar der Staten-Generaal een algemeen plan van belastinghervorming met verschil lende ontwerpen bij de Tweede Kamer inzenden. Amsterdam. De burgemeester van de hoofdstad, de heer Roëll, is benoemd tot commis- der Koningin in Noord-Holland. FEUILLETON. LIEFDE EN WRAAK. m geschiedenis uil Oud-Vlaanderen Maar zij bedwong onmiddelijk dio opwelling van gramschap, en ant- inrddc op gemaakt Icalmen toon „Ik herhaal hel u, dat kind behoort j' toe ik ben hare groolnioeder." „Bedrog cn logentaal anders niets, •nkt gij mij wal wijs Ie kunnen ma- n Sedert acht jaren hebt gij geen >,.rd met Margaretha gewisseld, riim „jr is haar echtgenoot over uwen Irempel geweest." „Omdat ik aan mijne ongehoorzame "luchter verboden bad hare moeder ooit meer in het gelaat Ie zien, om dat ik aan den verleider mijner doch- bevolen had nimmer den «Irempel mijne deur te overschrijden. 1 gij kent Sicgbril niet', locn Rijnhout mij smeekte <le stervende Margaretha ic komen vergeven en zegenen, is m hart koud, mijn oor doof gebleven.. /.ij zelve heelt haar bed van sina -crimen, om zich tot aan mijne d« e slepen, aan mijne voeten neder allen en tc trachten mij tc vermin- wen. Alleen bij het zien van mijn blik zij mijne deur voorbij gegaan zomin te .lurven blijven stilstaan, '/.ij heeft van mij voor haar en haren echtge noot geen vergiffenis gekregen, dan ■en ik mijne lippen drukte op limine nor den «lood verstijfde aangezichten." „Door welken misstap hadden zij ilk eene gestrengheid verdiend?" „Door welken misstap? '/ij waren ...ij ongehoorzaam geweest! Margare tha beminde Rijnhout, en ik had ham verboden den zoon van een vijand nijns vaders te beminnen, /ij ont- .-luchltc het ouderlijke huis en kwam net hem in deze stad wonen. Y-1 i,\n Friesland, hungeboorteliin i.wa .il- kn zij zich beschut voor dent- -rii en wraak van haar die zij bclcedigri had den. Men ontgaat de wraak van Sieg- •t. Ook ik hei» Friesland veria- ren ook ik ben te Gent komen wo nen. Arm, ben ik op den drempel van hunne deur gaan zitten; zij konden eselijk. onverbiddelijk daar te zien en /ij konden de deur hunner wo- g niet overschrijden, zonder mijne •weiuohingen te hooien. 1 oen ik ji mijn arbeid cv nig geld had o\ - .--.gaard. kocht ik hel huis tegenover het hunne. Wanneer Margaretha huar kind liefkoosde en in hare moederlijke vreugde haar misstap, haar naberouw en mijn toorn vergat, riep ik haarik toonde haar den ontvleeschden schedel van haren vader, gestorven van v drie! over de ongehoorzaamheid i zijne dochter. Ziedaar waarom haar veil in onafgebroken treurigheid «bij gegaanziedaar waarom zij ziek geworden en onder hare wanhoop bezweken is. Zoo liet ongeluk hen bei den getroffen heeft, is liet. omdat God den vloek der gehoonde moeders hoort." „Toen eenmaal mijn wraak gekoeld was. kreeg ik berouw het zoo ver te ben gedreven. Mijn hart heeft zich -loten voor het medelijden, ik ben begonnen dat kind van Margaretha :d ilie liefde tc schenken, waarvan ik moeder beroofd had. Ge ziet dus Wel, dat ik mij niet van Duivcke k:ui „Ik wil gaarne gcloovcn. dat gij de waarheiil spreekt. Maar gij moet niet temin daarvan wettelijke bewijzen heb ben. eer gij in het bezit kunt blijven van uwe kleindochter, Ik zal haar voor- loopig in hel gesticht plaatsen gij kunt daarna ik' rechten doen gelden, welke gij bezit om haar op te cisclien." „Ik zal haar geen minuut verlaten, dat heb ik u reeds g.v.egil. Bewijzen rechten: Waartoe is 'lat alles no,.lm. om te beletten, dat '•ene grootmoeder niet van hare kleindochter gescheiden worde. Gij zijt schepen, gij zijl rijk, gij zijt machtig. mcv-:crCiumlibruggh. worstelen; gij zoudt niet de overwin naar blijven." „Nogmaals, ik beveel het u «latkind over te geven!" „Beproef het haar uit mijne armen cheurcnriep Siegbrit uit, „en morgen zal het ongeluk zich in uw huis zetelen. Noodlottige, tloodelijkc Ziekten zullen uwe vrouw cn uwe kin- i treffen! De rooilc haan van den brand zal op uwe huizen en uwe hoeven kraaien „Ellendige tooverheks I" „ToovcrhcksDikwijls heeft men ij dien naam gegeven Bijwijlen heb ik mij zelve afgevraagd, of ik dien niet derdaad verdiende. TooverheksJa. isscltien ben ik werkelijk eene toover heks. Satan geve lietwant ik zou u Ier mijn helsche macht verpletteren op li mijn dorst naar wraak les- sclien, waaraan mijne dochter (God zij laar genadig) mij gewend had. Het mi te haten ik dank u. dat gij die Aha. gij wilt mijn kmd! welnu! be- I het ii Du -• :t lang ijd t ij l r unie blikken loc tc werpen. De w i irdige magistraat voelde zich •er weinig op zijn gemak tegenover e blijken van S.ogbiits haat. Van na re echter stijfhoofdig en ij del, deed .- vrees hem niet afzien v.ui zijn voor- ;mcn om vrouw Siegbrit tot rcilc brengen. Hij begaf zich derhalve collega's, die dien dag vergaderd voor de behandeling der zaken, haalde hun het tooneel. waarvan hij even te voren hej slachtoffer was ge weest. Hij besloot met voor te stellen, dat Siegbrit als tooverheks uit de stad zou verdreven worden, nadat men haar bevorens de kleine Duiveke had ontno men. om deze gelijk dc raad der sche penen had besloten, in het gesticht van Alijns te plaatsen. De magistraten van Gent keurden dezen maatregel een- parig goed en gaven aan vier politie dienaren last hem te doen uitvoeren. I'oen «Ie agenten van «lc openbare macht voor Siegbrits huis kwamen, vonden zij het 'gesloten, /ij wendden terstond de noodige middelen aan om het tc openen en hierin niet kunnende slagen, namen zij toevlucht tot bijl cn moker, Dc dikte der eiken met zware ijzeren staven beslagen paneelen. vereisclite meer dan drie uren arbeid-, voor de 'leur bezweek. Eindelijk ech ter was er eene opening gemaakt maar er drong op hetzelfde oogen blik zulk een stinkende lucht door naar builen, dat de geheele straat er door verpest werd cn men met den een wijl moest staken. Ten laat ste drong men het huis binnen er be vond zich niemand in Siegbrit en Duiveke waren verdwenenEen lang zaam vuur zonder vlam verleerde dc meubelen, welke in de binnenkamer op :en hoop geworpen waren. l"it dien vuurgloed steeg de vreeselijke stank op, welke de aanvallers verplicht had terug deinzen. De verdwijning van Siegbrit, de vruchteloosheid der in het werk gestel de nasporingen om haar terng te vinden, konden in de zestiende eeuw in België en te Gent niet anders verklaard wor den dan door tooverij. De vladenbakster werd dien ten gevolge verklaard ccne tooverheks te wezen en als zoodanig tot den brandstapel veroor«leeld. Acht dagen na de vlucht van de oude •ouw stroomde eene ontelbare "volks menigte voor het huis zamen. Daar daag- den de beambten der justitie, in uniform. Siegbrit om te verschijnen cn riepen haar met luider stem. Nu las een deur waarder het vonnis voor. waarbij zij schuldig werd verklaard aan tooverij en verkocht aan dca duivel, en dien tengevolge veroordeeld onderworpen tc worden aan de gewone en buiten gewone pijnigingen, waarna zij zoo luidde het vonnis naar de markt gevoerd, levend verbrand cn hare asch i:i den wind gestrooid zou worden. Driemaal herhaalde de beul zijn oproe- ping. welke door een diepe stilte onder het volk gevolgd werd. Wordt voortgezet.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1914 | | pagina 1