SEIN. HIK
atholiek Nieuws- en
Advertentieblad
Omstreken.
voor Amersfoort en
Nicolaï Lebret,
Electrische
Installaties.
DE EEMBODE
insdag 15 December 1914. - No. 73.
blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond en wordt uitgegeven oor de
recniguig De Eetnbode te Amersfoort. Prijs per drie maanden zestig cent.
zonderlijke nummers drie cent. Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch on-
'g'hg van abonnement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal.
28e jaargang.
Telefoon No. 314.
Advertentieprijs: van één tot vijf regels veertig cent. Elke regel meer zeven en een
halve cent. Reclames: tien cent per regel. - Advertentién in het redactioneel
gedeelte vijftien cent per regel. Billijke tarieven bij geregeld adverteeren. Alle
niededeelingen en advertentién in te zenden vóór twaalf uur op den dag van verschijnen.
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort
Mattheus.
50 0.23
Apologetische bijdrage
van Jac. i. Zeij. S. i.
|p zekeren dag wandelde Jezus, langs
de oevers van liet meer Genesareth,
naderde de stad Capliarnaiim.
ier visscliers vergezelden Hem. Si-
'O u-Petrus, Andreas, Jacobus cn Joan-
eenvoudige menschcn nu nog leer-
n, straks daarenboven „Apostelen",
ien vijfden gezel ging Jesus nu zoe-
en wel tussclien een klasse van
nschen, die, in de oogon der Joden,
meest verachten cn ook verachtens-
ardigen waren.
"apharnaiim, gelegen aan de Noord-
stzijdc van het meer, waar de drie
ne verkeerswegen, van Darnas-
<rus en Jerusalem, elkaar ont-
telde een groot aantal tollenaars.
Jeze menschcn. aangesteld door de
meinsche overheid tot inning der
pstingen, tollen cn havengelden,
'i over 't algemeen zéér ongunstig
1:cnd, wegens lang niet altijd ongc-
:>nde verdenking van afpersing cn
feerUjfcheid.
Ji)aar kwam nog bij. dat de „Kinde-
'4 10.''A Israöls", en inzonderheid de i'ari-
f8 ---«n, elke hulpbetooning aan vreemde
30 7.;>l:rhcerschers als eeu verboden lian-
'i ng, als een overtreding van 's Hee-
Wet beschouwden,
ihristus zelf, die minachting kennend,
inde de „tollenaars", in een adem,
eens inct „heidenen", dan weer met
indarMMd".
in toch waren er ook wel goeden
godsdienstigen onder,
dommige, 't zij uit Jerusalem, of ook
1 van elders, hadden zich door Joan-
in den Jordaan laten doopen, cn
21 ,).!i i den boetgezant eenen algemccneu
enstegel meegekregen
liischt niets boven hetgeen u is vasi-
|steld.
Wat doet nu de Heer?
10.114 Te midden van zijn leerlingen, langs
J 3„34%t tolhuis gaande, blikt Hij 'er zijde.
'8- t kijkt tussclien de nieiischenhoofdeii
schouders door, naar den gcldtellcn-
-II tollenaar. Op 'i zelfde oogenblik
kt Mattheus. de tollenaar, op. Hunne
igen ontmoetten elkander. Iin tegelijk
gt Jesus, niet met luide, maar mei
ep dóórdringende stem: Volg Mijl...
Jesus had al meermalen Capliarnaiim
:zoclit, en was daar bekend om zijn
jsheid en wondermacht. Mattheus1
nde Hem dan ook wel van aanzien
i naam. Maar nog nooit was hij dooi
I)at woord Volg Mij, hij voelde 'l
el, betcckcndc zooveel alsword
lijn leerling.
'Wat zou hij doen
Heeft hij toen plotseling een schok
ekregen, die een totalen ommekeer in
jn binnenste teweeg bracht UI was
ij al lang ill zijn ziel aan Jesus ge-
echt, en wachtte hij slechts op ccne
elegcnheid, zich tot leerling te ver
laren van den Nazarethschen Profeet?
irbeij
Ja, de tollenaar begeerde dit zelfs te
onen, aan iedereen die 't weten wilde.
Teratond, of in ieder geval niet heel
lang daarna, richtte Mattheus in zijn
woonhuis voor Jesus een groot gast
maal aan, en noodigde daarbij uit „vele
tollenaars en zondaren", zegt de H.
-Schrift.
Bij die gelegenheid heeft de Heei
een woord gesproken, dal niet alleen
de zondaars zich in de ooren moeten
knoopen, maar ook dc brave menschcn,
en bijzonder zij, die tc hard zijn
hun oordeel over de zwakheden der
menschcn.
Naar gewoonte hield men bij dien
maaltijd open hof, cn ieder kon de feest
zaal binnentreden. Daarvan maakten de
Parizeen gebruik, om hun gal cn chagrijn
tegen Jesus tot berstens te vullen door
toe te zien, hoe de Lecraar van
:areth het hoogheilig leeraarsambt
trapte, met zicli te verlagen lol zulk
een gezelschap van tollenaars cn zon-
Aan Hem-zclf hun verontwaardiging
achten, durfden zij niet, maar tegenover
Ie Apostelen waren zij vrijer.
- Waarom, zeiden ze, eet cn drinkt
e met de tollenaars en zondaars
De vraag kwam van zoo'n hoogen
kant, cn smaakte zoo bitter dat de leer
lingen er van onthutst en bekneld werdi
Toen heeft Jesus een antwoord ge
geven, tegelijk Goddelijk verwijtend en
Goddelijk troostend, naar gelang eert
irizeër of een zondaar het hoort
De gezonden hebben geen geneesheer
lodig. wel zieken. Gaat en leert wat
het zeggen wil: „Barmhartigheid wil Ik.
en geen offerande." Want Ik ben niet
de rechtvaardigen komen roepen, maar
de zondaicn.
En wal is er nu verder met Mattheus
■beurd
Toen, cenigen tijd later, dc Heer uil
n leerlingen twaalf Apostelen koos,
as Mattheus de zevende of achtste
:kozcne. Hij heeft mede aangezeten
n het Laatste Avondmaal, heeft Jesua
herhaaldelijk aanschouwd na diens ver
rijzenis, was getuige van dc Hemelvaart,
werd ook op den Pinksterdag niet den
Heiligen Geest vervuld, en heeft dat
kunnen we wel denken evenals de
andere Apostelen tot zijn dood toe de
Blijde Boodschap verkondigd.
Bij liet eerste Apostelen-Concilie, in
liet jaar 54 tc Jerusalem gehouden, was
hij niet aanwezig. Daaruit kan men be
sluiten, dat hij toen buiten Palestina,
snier >le Perzen ot' Parthen of Macc-
doniers, de Christelijke Openbaring
irspreidde.
Dc mecsten der oudere schrijvers,
e over Mattheus iets mededecleii,
n van oordeel, dat hij den marteldood
Wij v
het n
Maar zeker is, dat hij opstond en
•n Heer volgde, zijn leerling, en straks
jn Apostel wezenlijk werd.
heeft als Apostel, - in welk jaar precies
is niet bekend, doch zeker in dc eerste
schijnlijk tusschen dc jaren 44 en 50,
een boekje geschreven in liet Aramcesch,
de Joodsche landtaal dier dagen. Reeds
ipoedig werd dit boekje vertaald in hel
iricksch, dat toen een soort handels-
if internationale verkeerstaal was. De
Nederlattdsche vertaling «l.kirvan bezit
ge in uw „Bijbeltje", onder den titel
die niet van Mattheus zelf is, maar
later werd bijgevoegdEvangelie
van Jesus Christus volgens Mattheus.
De indeeling in hoofdstukken, cn deze
weer in nummertjes, gewoonlijk „verzen"
gcheelcn. alsook iie titels der hoofd
stukken, zijn ook niet van Mattheus,
maar van veel tateren datum.
Mattheus zelf begint zijn geschrift
niet dc woordenGeschiedboek van
Jesus Christus.
anneer we dit geschiedboek geheel
aandachtig hebben nagelezen
't lean zijn nut hebben, dit van tc voren
tc weten zal 't ons duidelijk zijn,
dat Mattheus zijn Joodsche lezers door
zijn geschiedverhaal heeft willen bewij-
dat de echt-besta.m-hebbende Jesus
i Nazareth wel degelijk de langbe-
loofde Verlosser is, ondanks zijn armoe
dig en nederig leven, zijn lijden en
kruisdood, ondanks het ongeloof en de
ijandschrip van de leiders cn de meer
derheid des Joodschen volks dat even-
de Kerk, dour dien Jesus gesticht,
voorspelde Messiasrijk is, cn wel
alle volken tot aan het einde der
lijden, niettegenstaande de Joden ver
keerdelijk aan een aardsch Messiasrijk
"lachten, en de Oude Wet voor de Jo
den alleen was.
Dit, cn nog zeer veel belangrijke bij-
■niicrhedeti over de echtheid, over
:n inhoud, over de eigenaardigheden,
■er strekking en doel van Mattheus'
vangelie kan men lezen in
„Het Mattheuscvangclie en de over
levering door J. P. van Karteren, S. J.
Uitgave der Apologetische Vereeniging
rus Canisius".
Langstraat 27, Amersfoort.
Vertegenwoordiger
van hetlngenieurs-Bureau
Utrecht.
Binnenlandsche Berichten.
I)e Oorlogsleening.
lil de buitengewone omstandigheden,
aarin ook ons land verkeert, moest in
den geldnood voorzien worden.
Twee wegen staan daartoe open
ecne heffing ineens, of eenc leening
met den aanhang daarvan.
Het valt niet te ontkennen, dat er
zoowel vciur het een als voor het ander,
argumenten te vinden zijn.
En het valt ook niet te ontkennen,
dat ecne heffing in eens van vermogens
boven een zeker bedrag wel iets aan
trekkelijks heeft, en er niet veel over
redingskunst toe noodig is om daarvoor
medestanders te werven, vooral onder
hen die er buiten zouden vallen.
De regeering heeft echter m. i. op
aanzienlijke gronden de lecning gekozen.
Die gronden komen in hoofdzaak
hierop neer, dat zij het niet gerecht
vaardig"! acht buitengewone uitgaven,
die in het belang van het geheele volk
hoofdzakelijk zijn. te doen dragen door
een betrekkelijk zeer kleine groep van
m eervermogenden.
Behalve dit principieele bezwaar be
roept zc zich op practische bezwaren.
Als de gewone toestand weer is inge
treden. zullen nieuwe belastingen moe
ten worden opgelegd, waarin het ver
mogen een belangrijk deel zal hebben
bij te dragen. Daarom achten zij het
igeraden nu op eenmaal aan de ver
mogens een aderlating te doen onder
gaan van 275 miliioen. Daarbij komt
dat thans dc vermogens groote schom
melingen ondergaan, z.oodat de heffing
eens al bijzonder ongelijk zou treffen,
terwijl de hoogere bedrijfsinkoinstcn
moeilijk in gelijke mate zouden kunnen
getroffen worden.
Afgezien van dit alles echter, meende
de regeerinng dat ze op deze wijze zich
het best kon aansluiten aan 't thans
bes'aande belastingstelsel.
tcnmaal de heffing in eens ter zijde
gesteld, moest de vraag beantwoord
irdcn Waaruit zullen de gelden voor
rentebetaling en aflossing gehaald
In het voorstel der Regeering zijn
daartoe opcenten aangewezen.
Niemand zal beweren dat opcenten
in hel algemeen, en deze in het bijzon
der. zoo heel aantrekkelijk zijn. Overi
gens op het belastinggebied is er al
heel weinig aanlokkelijks.
Oorlogsgevaar.
Ook de stellige uitspraak derregecring.
dat het oorlogsgevaar nog allerminst
geweken is, was én noodig én kan uit
nemend werken, meent dr. Kuvper in
De Standaard.
Het is zoo lichtzinnig en onvoor
zichtig, zooals meer dan één publicist
nu reeds doet voorkomen, alsof
op liet oostfront bij Lodz cn
nysl, cn op het westfront aan de
wordt afgespeeld, ons eigenlijk
niet deren kan.
Doch wie zoo arm aan doorzicht is.
deed dan toch beter zicli over zoo
.-rustig vraagstuk niet uit te laten.
Wie toch even nadenkt, voeit ter-
-tond, dat onze neutraliteit uitsluitend
ifhangt van de vraag, of beide oorlog
voerende partijen onze neutraliteit even
„•ewenscht achten. Zoolang dit aanhoudt,
zijn we natuurlijk buiten schot.
Komt hierin daarentegen keer, en
acht een der beide partijen, rechts of
links doet er niet toe, dat hel ons in
"orlog brengen, haar bate belooft, dan
ijn wc er morgen den dag ingehaald
er WC er op bedacht zijn.
Bovendien, dc krijgskans kan ook in
het westen keeren. en kwam het er toe,
dat het Duitsche leger terug werd ge
slagen. door heel België heen werd
teruggedrongen, en tegen onze grenzen
kwam opschuiven, zoodat het in den
hoek tusschen Limburg en Noord-
Brabant vastraakte, zoo zou het zeer
de vraag zijn, of interneering, van wie
over de grens kwamen, ons gelukken
zou. Dit is niets als het om een 50.000
man gaat, maar als er een half miliioen
aan kwam dringen, konden we in zeer
ernstig gevaar geraken.
Slechts deze twee gevaren gaven we
aan. Er is natuurlijk veel meer. Maar
hoofdzaak is, dat onze neutraliteit, als
ze ook maar één der oorlogvoerende
partijen wezenlijk hinderen gaat. op
staanden voet gesehonden kan worden,
en dan is liet met onze onzijdigheid
gedaaa en gelijk gezegd, eer we er op
verdacht zijn.
Nu desalniettemin binnenshuis alvast
maar weer spectake! te gaan maken,
is een onvergeeflijke fout, die ter dege
onder de oogen moet worden gezien.
En de hooge wilskracht van de regeering
blijkt er uit. dat ze tegen zoo onver
geeflijke beweging op zoo ernstigen
toon waarschuwt.
Maar nu de Regeering het voorne
men had zich zooveel mogelijk aan het
bestaande belastingstelsel aan te passen,
moet wel erkend worden, dat er geen
beter middel te vinden was.
Het ontwerp trachtte de verhouding
tusschen directe en indirecte belastingen
zooveel mogelijk te behouden.
Door besprekingen met het zoogen.
senioren convent, bestaande uit de
voorzitters der verschillende Kamer
fracties. en verder door de schriftelijke
behandeling van het ontwerp, zijn er
belangrijke wijzigingen aangebracht.
De opcenten op het geslacht en op
de invoerrechten zijn er uitgelicht. Eene
tegemoetkoming aan hen. naar «vier
meening «ie minder-bezittenden, te zwaar
getroffen werden. Vooral op dit punt
heerscht er schromelijke overdrijving.
Hoe dit zij, als het ontwerp wordt
aangenomen, waaraan wel geen twijfel
bestaat, 'zal een vrijwillige leening ge
sloten worden, en te hopen is dat ze
tot het volle bedrag van 275 miliioen
zal volgcteekcnd worden.
Voor drie jaar is men gebonden aan
rente en aflossing cn aan de opcenten.
Men gaat daarbij uit van het denk
beeld. dat de buitengewone toestand
11a deze drie jaren beëindigd zal zijn.
Deze tijd is als het ware een over
gangsperiode.
Na die drie jaren is Regeering en
Kamer vrij.
Artikel 33 bepaalt thansVoor I Jan.
1Q17 wordt een voorstel van wet in
gediend ter bepaling of na afloop van
de termijnen n.l. de belastingjaren 1915.
1*)16, 1917, waarvoor de opcenten
worden toegestaan, die opcenten be
stendigd, gewijzigd of door eene hefting
in eens of op andere wijze vervangen
zullen worden.
In deze omstandigheden is het te
begrijpen, maar ook te loven, dat zij die
aan een andere regeling de voorkeur
gegeven hebben, zich met het voorstel
der Regeering vereenigd hebben.
- Men vraagt zich zelfs af, of het wel
noodig was de vredespijp, nu de tabak
nog onbelast is, een oogenblik koud te
laten worden en uit de hand te leggen.
Aldus dr. W. H. Nolens in de Nieuwe
Venl. Ct.
R. K. Huisvesting-Comité.
In aansluiting met het schrijven van
den heer Van der Veen, voorzitter van
het Antwerpsch Centraal Bureel voor in
lichtingen aan vluchtelingen over den
verschrikkelijk treurigen toestand, waar
in de bevolking in België verkeert, ver
zoekt het R. K. Huisvestingscomité om
opname van het volgende
Onze propagandiscen, die de laatste
weken in Antwerpen en omgeving aan
den arbeid waren, kunnen bevestigen,
dat de toestand in honderden Belgische
gezinnen ailerontzettendst is, en dat men
moeders met kinderen vol wanhoop en
vertwijfeling schier overal aantreft, 't
Ontbreekt aan alles: aan licht, ver
arming en voedsel.
Ofschoon wij nu reeds vele honderden
Belgische kinderen in katholieke gezin-
-in geplaatst hebben, is er nog plaats
>or honderden.
Gaarne zouden wij elke week onze
propagandisten naar de geteisterde
steden en dorpen zenden om daar
kinderen die het aan alles ontbreekt,
naar Holland te voeren en hen
a den oorlog bij goede menschcn
onder dak te brengen.
Doch helaas, onze geldmiddelen zijn
volstrekt onvoldoende, om dit grootsche
werk der naastenliefde, dat zoo juist
past in de lijn van ons Comité, te kunnen
Wie helpt ons
Milddadig Nederland, opent nog eens
ve harten en uwe beurs!
Ware het niet zoo broodnoodig, we
zouden niet andermaal bij u aankloppen.
Giften voor het R. K. Huisvestings-
inité worden dankbaar aanvaard door
n sccretaris-penningm. Dr. E. Yerviers,
3 Octoberstraat 11a, Leiden.
Vluchtelingen.
In Zeeland zijn nog 20.000 vluchte
lingen, wier onderhoud enz. 35 ets. per
persoon per dag kost, alzoo daags
t 000. De liefdadigheidsbijdragen ver
minderen. de rijksbijdragen moeten
grooter worden. Alleen de kleeren worden
nog steeds allemaal geschonken.
Royaal.
De Koningin gaf honderd-duizend
gulden aan het algemeen steuncomité.
Belasting.
-=.i Financiën zal vóór
het einde van het volgend zittingjaar
der Staten-Generaal een algemeen plan
van belastinghervorming met verschil
lende ontwerpen bij de Tweede Kamer
inzenden.
Amsterdam.
De burgemeester van de hoofdstad,
de heer Roëll, is benoemd tot commis-
der Koningin in Noord-Holland.
FEUILLETON.
LIEFDE EN WRAAK.
m geschiedenis uil Oud-Vlaanderen
Maar zij bedwong onmiddelijk dio
opwelling van gramschap, en ant-
inrddc op gemaakt Icalmen toon
„Ik herhaal hel u, dat kind behoort
j' toe ik ben hare groolnioeder."
„Bedrog cn logentaal anders niets,
•nkt gij mij wal wijs Ie kunnen ma-
n Sedert acht jaren hebt gij geen
>,.rd met Margaretha gewisseld, riim
„jr is haar echtgenoot over uwen
Irempel geweest."
„Omdat ik aan mijne ongehoorzame
"luchter verboden bad hare moeder
ooit meer in het gelaat Ie zien, om
dat ik aan den verleider mijner doch-
bevolen had nimmer den «Irempel
mijne deur te overschrijden. 1
gij kent Sicgbril niet', locn Rijnhout
mij smeekte <le stervende Margaretha
ic komen vergeven en zegenen, is m
hart koud, mijn oor doof gebleven..
/.ij zelve heelt haar bed van sina
-crimen, om zich tot aan mijne d«
e slepen, aan mijne voeten neder
allen en tc trachten mij tc vermin-
wen. Alleen bij het zien van mijn blik
zij mijne deur voorbij gegaan zomin
te .lurven blijven stilstaan, '/.ij heeft
van mij voor haar en haren echtge
noot geen vergiffenis gekregen, dan
■en ik mijne lippen drukte op limine
nor den «lood verstijfde aangezichten."
„Door welken misstap hadden zij
ilk eene gestrengheid verdiend?"
„Door welken misstap? '/ij waren
...ij ongehoorzaam geweest! Margare
tha beminde Rijnhout, en ik had ham
verboden den zoon van een vijand
nijns vaders te beminnen, /ij ont-
.-luchltc het ouderlijke huis en kwam
net hem in deze stad wonen. Y-1
i,\n Friesland, hungeboorteliin i.wa .il-
kn zij zich beschut voor dent- -rii en
wraak van haar die zij bclcedigri had
den. Men ontgaat de wraak van Sieg-
•t. Ook ik hei» Friesland veria-
ren ook ik ben te Gent komen wo
nen. Arm, ben ik op den drempel van
hunne deur gaan zitten; zij konden
eselijk. onverbiddelijk daar te zien
en /ij konden de deur hunner wo-
g niet overschrijden, zonder mijne
•weiuohingen te hooien. 1 oen ik
ji mijn arbeid cv nig geld had o\ -
.--.gaard. kocht ik hel huis tegenover
het hunne. Wanneer Margaretha huar
kind liefkoosde en in hare moederlijke
vreugde haar misstap, haar naberouw
en mijn toorn vergat, riep ik haarik
toonde haar den ontvleeschden schedel
van haren vader, gestorven van v
drie! over de ongehoorzaamheid i
zijne dochter. Ziedaar waarom haar
veil in onafgebroken treurigheid
«bij gegaanziedaar waarom zij
ziek geworden en onder hare wanhoop
bezweken is. Zoo liet ongeluk hen bei
den getroffen heeft, is liet. omdat God
den vloek der gehoonde moeders hoort."
„Toen eenmaal mijn wraak gekoeld
was. kreeg ik berouw het zoo ver te
ben gedreven. Mijn hart heeft zich
-loten voor het medelijden, ik ben
begonnen dat kind van Margaretha :d
ilie liefde tc schenken, waarvan ik
moeder beroofd had. Ge ziet dus Wel,
dat ik mij niet van Duivcke k:ui
„Ik wil gaarne gcloovcn. dat gij de
waarheiil spreekt. Maar gij moet niet
temin daarvan wettelijke bewijzen heb
ben. eer gij in het bezit kunt blijven
van uwe kleindochter, Ik zal haar voor-
loopig in hel gesticht plaatsen gij
kunt daarna ik' rechten doen gelden,
welke gij bezit om haar op te cisclien."
„Ik zal haar geen minuut verlaten,
dat heb ik u reeds g.v.egil. Bewijzen
rechten: Waartoe is 'lat alles no,.lm.
om te beletten, dat '•ene grootmoeder
niet van hare kleindochter gescheiden
worde. Gij zijt schepen, gij zijl rijk, gij
zijt machtig. mcv-:crCiumlibruggh.
worstelen; gij zoudt niet de overwin
naar blijven."
„Nogmaals, ik beveel het u «latkind
over te geven!"
„Beproef het haar uit mijne armen
cheurcnriep Siegbrit uit, „en
morgen zal het ongeluk zich in
uw huis zetelen. Noodlottige, tloodelijkc
Ziekten zullen uwe vrouw cn uwe kin-
i treffen! De rooilc haan van den
brand zal op uwe huizen en uwe hoeven
kraaien
„Ellendige tooverheks I"
„ToovcrhcksDikwijls heeft men
ij dien naam gegeven Bijwijlen heb
ik mij zelve afgevraagd, of ik dien niet
derdaad verdiende. TooverheksJa.
isscltien ben ik werkelijk eene toover
heks. Satan geve lietwant ik zou u
Ier mijn helsche macht verpletteren
op li mijn dorst naar wraak les-
sclien, waaraan mijne dochter (God zij
laar genadig) mij gewend had. Het
mi te haten ik dank u. dat gij die
Aha. gij wilt mijn kmd! welnu! be-
I het ii
Du -•
:t lang
ijd t
ij l r
unie blikken loc tc werpen.
De w i irdige magistraat voelde zich
•er weinig op zijn gemak tegenover
e blijken van S.ogbiits haat. Van na
re echter stijfhoofdig en ij del, deed
.- vrees hem niet afzien v.ui zijn voor-
;mcn om vrouw Siegbrit tot rcilc
brengen. Hij begaf zich derhalve
collega's, die dien dag vergaderd
voor de behandeling der zaken,
haalde hun het tooneel. waarvan hij
even te voren hej slachtoffer was ge
weest. Hij besloot met voor te stellen,
dat Siegbrit als tooverheks uit de stad
zou verdreven worden, nadat men haar
bevorens de kleine Duiveke had ontno
men. om deze gelijk dc raad der sche
penen had besloten, in het gesticht
van Alijns te plaatsen. De magistraten
van Gent keurden dezen maatregel een-
parig goed en gaven aan vier politie
dienaren last hem te doen uitvoeren.
I'oen «Ie agenten van «lc openbare
macht voor Siegbrits huis kwamen,
vonden zij het 'gesloten, /ij wendden
terstond de noodige middelen aan om
het tc openen en hierin niet kunnende
slagen, namen zij toevlucht tot bijl
cn moker, Dc dikte der eiken met
zware ijzeren staven beslagen paneelen.
vereisclite meer dan drie uren arbeid-,
voor de 'leur bezweek. Eindelijk ech
ter was er eene opening gemaakt
maar er drong op hetzelfde oogen
blik zulk een stinkende lucht door naar
builen, dat de geheele straat er door
verpest werd cn men met den
een wijl moest staken. Ten laat
ste drong men het huis binnen er be
vond zich niemand in Siegbrit en
Duiveke waren verdwenenEen lang
zaam vuur zonder vlam verleerde dc
meubelen, welke in de binnenkamer op
:en hoop geworpen waren. l"it dien
vuurgloed steeg de vreeselijke stank op,
welke de aanvallers verplicht had terug
deinzen.
De verdwijning van Siegbrit, de
vruchteloosheid der in het werk gestel
de nasporingen om haar terng te vinden,
konden in de zestiende eeuw in België
en te Gent niet anders verklaard wor
den dan door tooverij. De vladenbakster
werd dien ten gevolge verklaard ccne
tooverheks te wezen en als zoodanig
tot den brandstapel veroor«leeld.
Acht dagen na de vlucht van de oude
•ouw stroomde eene ontelbare "volks
menigte voor het huis zamen. Daar daag-
den de beambten der justitie, in uniform.
Siegbrit om te verschijnen cn riepen
haar met luider stem. Nu las een deur
waarder het vonnis voor. waarbij zij
schuldig werd verklaard aan tooverij
en verkocht aan dca duivel, en dien
tengevolge veroordeeld onderworpen
tc worden aan de gewone en buiten
gewone pijnigingen, waarna zij zoo luidde
het vonnis naar de markt gevoerd,
levend verbrand cn hare asch i:i den
wind gestrooid zou worden.
Driemaal herhaalde de beul zijn oproe-
ping. welke door een diepe stilte onder
het volk gevolgd werd.
Wordt voortgezet.