Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
voor Amersfoort en Omstreken.
DE EEMBODE
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort
Telefoon No. 314.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagmiddag en wordt uitgegeven door de
Vereeniging De Eembode te Amersfoort. Prijs per drie maanden zestig cent;
voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor incassokosten. Afzonderlijke
nummers vijf cent per exemplaar. Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch
opzeggingvan abonnement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal.
Dinsdag 25 April 1916. No. 7. Dertigste Jaargang.
AdvertentieprijsVan één tot vijf regels vijftig cent. Elke regel meer
tien cent. Voor incasso wordt vijf cent in rekening gebracht. Billijke
tarieven bij geregeld adverteeren. Alle mededeelingen, ingezonden stukken en
advertentiCn gelieve men in te zenden ten Kantore van de Directie van De Eembode,
Langegracht 13, Amersfoort, vóór twaalf uur op den dag van verschijnen.
St. Ansfridus.
II.
Otto vertrouwt hem zijn leven toe,
hij is overtuigd Ansfridus zal, zoo
't noodig is, het zijne voor zijn keizer
geven.
Driejaren bleef de keizer nog in Italië.
Gedurende dien verwarden tijd bleek
het, dat men zich te Kotne in Item had
vctgist, dat hij in de gewichtigste zaken
meer zijn hartstocht en eerzucht dan
zijn geweten en godsdienstige beginse
len raadpleegde. Otto wilde geen be
schermer der Kerk zijn, maar zocht zich
tot haar meester op te werpen en haar
tol zijn dienares te verlagen,
Door dc geschiedschrijvers wordt dit
grootendecls aan zijn raadslieden toe
geschreven, doch onder deze behoorde
zeker de edele en godvruchtige
Ansfridus niet, al wordt ook van
hem vermeld, dat hij zich in de voort
durende gunst van den keizer cu
diens opvolgers mocht verheugen.
In <*>5 keerde keizer Otto naar
Duitschland terug. In dat zelfde jaar
verliet Ansfridus het leger, om zelf
het bestuur te aanvaarden over de lan
den. hem door zijn vader nagelaten.
Tot loon voor zijn dapperheid en
tot dank voor de bewezen diensten
werden die bezittingen nog door vor
stelijke giften vermeerderd, zoodat hij
terstond al* een der inachtigsten van
zijn tijd optrad. Daarenboven door zijn
huwelijk, dat hij ccnigen tijd later
aanging met Helswinde, Gravin van
.Strijcnin het layd van Gecrtruldehbcrg,
kregen die bc/ittingcn nog grooteren
omvang, waarlijk een koninklijk aanzien.
Zijn gebied strekte zich int over het
land van Arkcl waarin Gorcum ligt.
over Heusden', Hommel, Tllicl, ('leef,
omvatte belangrijke streken boven den
Rijn bij Utrecht en beneden de Maas
in N.-Brabam.
Gedurende 25 jaren mochten zijne
onderdanen dc vruchten smaken
van zijn wijs en krachtig bestuur. Vele
oorlogen bracht hij gelukkig ten einde
schitterende zegepralen behaalde hij
tot zegen van zijn volk. hij bezorgde rust
en vrede en deed de welvaart herleven.
I lij was streng voor dc vijanden der
openbare rust. hardvochtig jegens de on
rechtvaardige rechters, die het volk
knevelden en vreeselijk tegen ile roo-
vers, die destijds een groot gedeelte
vnn Brabant onveilig maakten. Hij was
een man van plicht, rechtvaardig boven
alles, die zich noch door geschenken
noch door vleierij van 't ware pad Het
brengengodvruchtig in den hoogstcn
graad, die tot verpoozing der wereld-
sche zorgen zijn rust vond in de
H. Schrift. Hooggeplaatste personen
kwamen in moeilijkheden zijn raad in
winnen, in geschillen zijn bemiddeling
vragen. In de rijksvergaderingen werd
eerst zijn gevoelen gevraagd en had hij
gesproken, niemand zou hem tegen
spreken.
Bij gewichtige aangelegenheden werd
zijn oordeel cn goedkeuring noodig ge
oordeeld om tot een besluit te kunnen
komen. Hoogst bescheiden sprak hij
diepen ernst en toch schepte
ieder er genoegen in hem tc hooren.
Die hem naderden keerden voldaan
terug en elk was ten zeerste met hem
ingenomen.
In den vcrtrouwelijken omgang leerde
en zijn rechtschapen hart, zijn edel
karakter het beste kennen.
Doch niet alleen behartigde hij de
tijdelijke belangen van zijn onderdanen,
bij zorgde tevens voor nun geestelijk
welzijn, en was daarom een milde wel
doener voor dc Kerk cn hare geeste
lijkheid, Aan de kerk van Beek o.a.
schonk hij zijn landgoed Lommei met
al de onderhoorigheden aan dc kerk
van Luik zijn graafschap Thorit, welke
giften nog door vele werden gevolgd
zooals wij nog later zullen zien.
Op het adelijk slot tc Dncl in den
Boinmclerwaaid. waarvan in onze dagen
nog ccnigc overblijfselen bestaan, hiel
den Ansfridus en zijne cchtgcnootc Hils-
winde gewoonlijk hun verblijf. Hun
huwelijk was gezegend met een doch
ter ÜcncdiciA genaamd. Met de teederste
zorg werd dit pand hunner liefde in de
Heercn opgevoed,
zouden wij, hier in hun gods
dienstig huiselijk leven een blik willen
slaan, verhalen hoe zij met elkander ba
den, met elkander vasttenelkander leer
den, vermaanden cn ondersteunden
c zij een hart cn ren ziel waren,
zamen in dc kerk bij het H. Offer
aan de tafel dc* Heercn. tc zamen
dagen van vreugde cn in dagen van
droefheid hoe zij dc weldoeners
ior de armen, den steun voor
den lijdende, de troost voor den zieke,
hoe zij met elkander wedijverden in
den lof van God. Doch de geschied
schrijvers geven tuis geen gelegenheid.
Alleen wordt verhaald, dat zij "a
eeltige jaren in een gelukkig huwelijk
tc hebben doorgebracht, gescheiden
zijn dat hij den priesterlijken stand
omhelsde, cn dal moeder cn dochter
den sluier aannamen cn in cct) klooster
gingen. Het is genoeg bekend, dat
scheiding onder deze voorwaarden,
volgens het Kcrkel.jk-Recht, den ge
huwden is geoorloofd.
De aanleiding tot dat ernstig besluit,,
et onderling goedvinden genomen,
oet gezocht worden in beider gods
dienstig levenhet was de na
tuurlijke vrucht van hun geloof en
godsvrucht, het gevolg van den stren
gen ernst, waarmede zij het mensche-
lijk leven opvatten. Het was hun
niet genoeg in de wereld naar Gods
geboden te leven, zij wilden die gebo
den volmaakt onderhouden, zich volko-
tet 's Hccren wil vcreenigen,
r zekeren weg volgen, die ten
hemel leidt.
Immers Ansfridus stond bij zijn tijd-
genootcn in dc hoogste achtingals
een toonbeeld van deugd cn ware
godsvrucht, werd hij door ieder gepre-
Zelfs was het in den omtrek de
gewoonte, om als men iemands braaf
heid wilde prijzen, hem zoo deugdzaam
als Ansfridus tc noemen. Ook heeft
niemand ooit ccn blaam op zijn leven
durven werpen, dan alleen, dat bij voor
zijn stand te stil en afgetrokken leefde,
te veel zich met het gebed en de H.
Schrift onledig hield, te eenvoudig was,
en al zijn goederen aan kerken en
andere godsdienstige instellingen weg
schonk^ En dat is eer lof dan blaam.
Wordt voortgezet.
Paschen voor de pseudo-
christenen.
Krachtens oude traditie levert menig
neutraal-liberaal blad met dc l'aasch
z'n l'aaschartikcl. Men leest daarvanher-
leving en opstanding, en van veel meer.
Soms waagt de auteur 't zelfs den
naam van Christus nog te noemen.
Dezer dagen kwam me weer zoo'n stem-
mings-artikel uit de neutrale zAne on
Ik lees daar van dc motieven, waar
om de auteur zooveel houdt van het
vo.irjaar en van I'aschen. wellicht dc
dichterhjkste, meest gedachten-wek
kende onzer feestdagen.
Ik lees verderwc zijn door wonde
ren omgeven, maar we letten er niet
meer op. Ik tracht dieper te dringen
in de beteckenls zijner woorden. Ik kan
niet dieper komen dan de herleving
der natuur. Van ccn bovennatuurlijke
herleving uit het geloof in de Verrij
zenis van den mcnschgcworden cn voor
on» gestorven Zoon Gods is niets zelfs
geen ..streepje vuur" te bespeuren.
Niet een ..airtje" hoort men zijn ziel
Kan dat de belijdenis zijn van iemand,
die in den Christus gelooft:
"laar men schrijft die opstellen niet
i zich zelf. wel voor dc lezers. Dus
dl verondersteld, dat dc lezers dier
bladen meer gesteld zijn op een schoon
itukjc proza over de herleving der
natuur, dan op een woord van diep
gevoelden dank voor het wonder dat
wereld heeft opgewekt uit dwa
ling en zonde.
Hoe kunnen sommigen t>ns nog
len wijs maken, dat zij die met deze
paasch-bcschouwingen het eens zijn.
zich terecht „christenen" noemen. Wil
men zich christen noemen, dan m<
men op de eerste plaats gcloovcn
de Verrijzenis van den Christus. Ge
looft men hierin niet, dan is verder alle
geloof „ijdel," nutteloos, cn behoeft
men zich niet tc kleeden met een zoo
genaamd christelijk gewaad, want dit
in wezen dan huichelarij.
Hierin zijn de socialisten vaak eerlijkei
dan de liberalen en neutralen. B.
Minister Posthuma.
ds er één is, die in deze dagen
harde woorden in outvangst heeft te
nemen, dan is het wel minister l'osthuma.
Maar er' zal wel geene Excellentie
lit hel Binnenhof hebben betreden,
die het zoo verdiende.
er weken zitten we zonder witte
brood. 't Is ons sober, maar duidelijk
gezegd. En juist die brutaliteit stemt
het Ncderlandschc volk bitter, doet het
ontwaken uit den zoeten droom der
onbezorgdheid, doet het op een
schrikkelijke wijze beseffen, dat Holland
niet slapen mag, zoolang er zoo'n
waker is.
Wij zijn niet de ccnigen, die er zoo
over denken. In de „Nieuwe Amster
dammer" trok de Hoofdredacteur tegen
Z.Exc. vnn leer op een wijze die goed
doet, waarom wij bij uitzonderit g uit
blad willen citecren
,N'u is het natuurlijk het ergste niet,
in plaats van twee soorten brood,
i soort uitsluitend verstrekt wordt.
al is deze uitsluiting voor dc volks
voeding hygiënisch niet geheel zonder
bedenking,«waar ernstig achten «ij
het. dat wij aan een minister blijven
overgeleverd, die door dergelijke hals
over kop genomen maatregelen moet
trachten tc ontsnappen aan de gevolgen
zijn eigen fouten, die voor ons
land, al* het er niet aan ontsnap;
Goed, zal men zeggen, maar deze
minister zal, nu hij dezen moeilijken
i.aatregel van het vrille brood-verbod
moest nemen, toch wel redenen daar-
>or opgeven
In het officieel regeeringscommuniqué
doet l'osthuma er een beroep op, dat
de kwaliteit van den Amerikaan-
schen Tarwe-oogst 1915 de tarwe slecht
bcwaarbaar maakte en dat 2o. op
scheepsruimte niet te rekenen valt in
dezen tijd. De heer l'otlhuma heeft,
evenals dc heer Bosboom, de gewoonte
om voor de Kamers en voor het Ne-
derlandsche Vollf allerlei kinderlijke
argumentatie als voldoend tc beschou
wen. Immers zijn ééne argument, dat
de Amcnkaansche tarwe slecht bewaar-
zou reeds uit zichzelf geleid
hebben tot de conclusie, dat dan een
aankoop van Amcrikaansch meel (het
welk zich zeer goed „houdt") wensche-
lijk ware geweest. Hoe allerwensche-
IHkst moest echter zulk een aankoop
Amerikaansch meel den minister
voorkomen in het licht van zijn eigen
argument, het argument, dat op scheeps
ruimte thans bezwaarlijk kan worden
gerekendToen had Posthuma tot
zich zelf moeten zeggen op scheeps
ruimte is allicht steeds moeilijker te
rekeoeo, welnu, waar de tarwe niet
goed bewaarbaar is, koop ik dus alvast
veel meel.
Niet alleen heeft oadanks adviezen,
krantenartikelen en requesten de mi-
bij zijn niet bcwaarbarc tarwe
volhard, neen, hij heeft, zich verdedi
gend met allerlei kleine middelen, ein
delijk toegestemd in meel-aankoopen,
die vergeleken bij hetgeen in normale
tijden door particulieren binnen Neder
land werd gebracht, in het niet zinken II
Van deze dingen is de Tweede
Kamer op de hoogte. Sedert den herfst
van het vorige jaar hadden haar leden
officieel daarvan kennis genomen door
een helder request van Gerhard Polak
uit Amsterdam. Maar wilt deert nog
onze Tweede Kamerleden Hebben
zij niet eind 1915 Schapers beschuldi
ging, dat er Kamerleden waren, die
hebben geknoeid met consenten koeien
gesmokkeld naar Oostenrijk, koper
naar België, met een eenvoudig
stilzwijgen beantwoord, liet festijn des
levens voortzettend Niemand heeft
geantwoord, en de beschuldiging is
teruggenomen. Vroeger konden
dergelijke beschuldigingen zonder pro
test alleen in een dievenkroeg geuit
lachend aangehoord worden. Nu
gebeurt dit in de openbare zitting der
Staten-Generaal.
het wonder dal. bij zoo gering
verantwoordelijkheidsgevoel, voor deze
heercn Posthuma onschendbaar is, even
als Bosboom De heeren van het Par
lement, die op geen requesten meer
letten, verlustigen zich in een soort
its-gcbabbel dat dc natie buiten
gemeen begint te ergeren. Terwijl deze
heeren in den Haag zich onledig hou-
met politiek gekibbel, staatj een
ais Posthuma met zijn groenten,
varkens, en zijn gra^n-po.V.ek nog
.•eeds aan het hoof van de vcediogs-
middclen-defensie van Nederland, staat
een Bosboom, die de personificatie is
e-militairisme-met-raap-
olielichtjes, aan het hoofd.
bittere plicht deze dingen te
schrijven.
Moge de uitwerking ervan zijn dat,
nu Posthuma's graanpolitiek eigenlijk
ir ieder duidelijk als onvoldoende
kijk staat, eene reactie plaats heb-
be, hoe \lan ook.
De heer Gerhard Polak heeft
eer dan een half jaar geleden de al
armklok geluid. Tegen zijn artikels die
aantoonden, hoe de Regeering zich zelf
geheel afhankelijk had gemaakt van
een groep in Rotterdam die zoowel
Regeeringsadviseur is als eenig inkoo-
:n ongecontroleerd distribuant,
welker tientallen millioenen-gestie
het Rijksgraanbureau tot einde 1915
ekenschap weigerde (1), kwamen als
eenig antwoord een viertal zelfs
sen leek belachelijke stukken i:
Alg. Handelsblad. Zij waren het oi
van een vriend des Ministers. Deze
heer, Tweede Kamerlid voor Hoom,
begon cijfers en gegevens te publicee-
ren, die voor een ander niet toeganke
lijk waren geweestWij roeren maar
aan den bedenkelijken indruk
zulke bewapening van een ministerieel
met balanscijfers, welke
geantwoord, dat hij geen gelegenheid
had deze cijfers te bestudecren...
De verwarring is volkomen I Zooals
het toegaat in een Militair Hospitaal
gaat het toe bij de Regeering: het bulkt
in de fouten, maar het is het sys-
dat niet deugt, het is de leiding
in andere handen moet worden
gegeven.
Uit het Buitenland.
Van den Oorlog.
Russische troepen in Frankrijk.
De Russische troepen, die thans in
Frankrijk zijn geland, waren oorspron
kelijk voor Saloniki bestemd. Rusland
had besloten tot een strafexpeditie
tegen Bulgarije en daar het niet raad
zaam bleek die door Roemenië of over
de Zwarte Zee tc vervoeren, ging de
xpedilie via Wladiwostok. Intusschen
varen te Saloniki genoeg troepen
saamgetrokken, ten eerste als een ge
volg van de ontruiming der' Darda-
nellen en ten tweede tengevolge van
reorganisatie van het Servische
leger, zoodat met het oog op het
Duitsche offensief bij Verdun, besloten
werd de troepen naar Frankrijk te
brengen.
Veldmaarschalk von der Goltz.
Veldmaarschalk von der Goltz stierf
i een ziekte van 10 dagen, in het
hoofdkwartier van zijn Turksch leger
in viektyphus.
Gassen.
Men meldt dat de Duitschers, wan
neer zij beschoten worden met bom
men, die stikgassen bevatten, onmid
dellijk ballons, die een ander gas
bevatten, tot ontploffing brengen,
waardoor de uitwerking van het eer9te
te niet wordt gedaan. Ook gebruiken
de Duitschers dubbele en driedubbele
machinegeweren, die door één enkelen
soldaat kunnen worden bediend.
Amersfoortsch Nieuws.
overige Nederland had onthouden. Maar
goed, de heer Polak baseert zich op
deze artikelen en constateert „een lek
in 7 millioen" 111
Men ziet het, gelooft het, en
zwijgt eenvoudig.
Dan maakt hij, in het adres aan de
Tweede Kamer stuk voor stuk zeei
aannemelijka. dat de vertegenwoor
digers der Regecring dagelijks in New-
York tarwe kochten tot prijzen, waar-
betere kwaliteit voor eenieder te
koop wasb. dat de prijzen, door
Engeland betaald en door het Rijks-
graanbuii.au ter vergelijking met den
Ned. inkoopsprijs vermeld, pour be-
soin de la cause hooger op gegeven
zijn dan zij werkelijk waren, waartegen
hij de juiste cijfers stelt, onder inzen
ding van zijn bronnen aan de Griffie
der Tweede Kamer.
heeft op dit alles enkel
Witbrood.
De Burgemeester maakt bekend.dat
kaarten voor het verkrijgen van wit
brood, onder overlegging van een ge
neeskundige verklaring, waaruit blijkt,
dat een persoon geen bruinbrood kan
verdragen, verkrijgbaar zijn aan het ge
bouw van den Keuringsdienst aan de
Appelmarkt.
Velling.
Door not. Knoppers werden geveild:
Hecrenhuis met tuin Westsingel no.
2.60 Are. J. v. Ophoven, f7960.
Winkelhuis met heerenhuis daarnaast,
i een koetshuis met bovenwoning aan
den Westsingel, bij de Varkensmarkt,
2.55.Are. F. F. Spiekermann f13,160.
Heerenhuis met tuin aan den Klei-
:n Koppel no. 2, 2.63 Are. J.
Ruitenberg f3900.
Bouwterrein Schimmelpenninckstraat,
5.03 Are. F. van Ditzhuizen f 1080.
Pakhuis Bolderstraat, 56 c.A. N. Ei-
3 FEUILLETON.
De balling.
Dc atmosfeer was warm een
van bloemen, die in smaak
glazen geplaatst waren kwam hem te
gemoetzachte tapijten bedekten den
vloer, en waar het oog op rondzag,
overal ontmoette het weelde en goe
den smaak.
De meesteres des huizes zat in
bruin fluweelen armstoel. Zij was slank
van gestalte cn bevallig van gelaat,
doch de trekken van Amanda Schuselk-
wa droegen de onmiskenbaren stempel
van die vrtcselijkc kwaal, die als een
kanker aan het zielsleven knaagt, icr-
wijl het uiterlijk zijne schijnbare schoon
heid behoudt.
„Zijt gij daar eindelijk, Michael
zcide zij inct cenc welluidende ster..,
„gij hebt mij vandaag zeer lang alleen
gelaten, en ik gevoel mij zoo zwak."
„Vergeef het mij, lieve," ant
woorddc dc graaf, „het was buitel
mijne schuld; bezigheden hielden mij
„Ik heb u laten roepen, Michael,
omdat ik u een verzoek te doen heb
een belangrijk verzoek, Michael iW
wensch mijn jongen, die nog bij zijne
tante is, weder bij mij tc hebben. Ik
had het verlangen der markiezin niet
moeten inwilligen, cn zal niet tevreden
lijn voor hij weder gezond en w(
mijne armen rust."
„Lafont zal naar de stad rijden, als
het verlangt," hervatte dc graaf;
maar wilt gij niet liever tot morgen
wachten r lk vrees van nacht voor
„Deze zelfde gedachte vervult
net angst; ik weet niet hoe het
komt, maar ik gevoel mij buitenge
woon angstig. Doch Michael, ik smeek
niet Lafont naar Orleans tc zenden
is geen beier ruiter dan gijzelfmijn
kind zal nergens veiliger zijn dan in
uwe armen. Ik verzoek u zelf naar de
stad te rijden en mij Alexis terug te
brengen."
„Amanda I"
De blanke hand der gravin trok haar
echtgenoot tot zich.
„Doe mij dat genoegen, Michael,
i ik zal gerust zijn. Ik heb straks
:n weinig geslapen en een vreeselij-
ken droom gehad. Ik kan dien droom
alleen vergeten, als ik mijn kind
derzie."
Zonder haar echtgenoot tijd tot
woorden te geven, vervolgde zij r
cn meer opgewonden
- „Ik droomde dat ik onzen Alexis
in de armen zag van den man,
naam ik niet zonder huiveren noemen
kan. Hij had hem voor zich op een
zwart paard, en reed met hem in een
stikdonkeren nacht. Op de licht ge
kleurde klcedercn van het kind zag ik
sporen van bided,... Michael, wiens
bloed was dat
Bevende zweeg zij stil en hield haar
zakdoek voor haar mondtoen zij
dien weder wegnam, was er een roode
vlek op zichtbaar.
Schuselkwa verbleektede inhoud
tn den brief, dien hij van den ge
neesheer ontvangen had, schoot hem
binnen.
„Ik zal mijn paard terstond laten
zadelen," zeide hij, opstaande. „Binnen
weinige uren zult gij uw zoon onihel-
„Gij zijt goed cn hartelijk als al
tijd," zeide dc gravin met llefdevollen
blik. „God zegcue u, beste man,
behoede u voor elk onheil I"
n.
De herfstwind huilde over woud
veld. De boomen sidderen en beven
cn buigen het hoofd voor den gewel
denaar. De vogels verschuilen zich voor
rammelende hagelsteenen, de dieren uit
het bosch zoeken hunne holen op, en
de rivier, die daar straks zoo kalm
en rustig voortstroomde, bruischt, en
schuimt nu buiten hare oevers,
Aldus raast de storm over het woud,
dat door een niet zeer breeden weg
doorsneden wordt, die den afstand
•an zulk
tusschcn het kastel Ormoud en Orleans
aanmerkelijk verkort.
Niets wordt gehoord als het gehuil
m den wind en het bruisen
gezwollen stroom. Nergens ee
van eenig menschelijk leven
zich ook aan de hevigheid
een orkaan blootstellen
Eensklaps mecnen wij het geluid
voetstappen te hooren. Een man
weegt zich voorzichtig tusschen het
kreupelhout. Een breedgerande hoed
rrbergt zijne trekken, een wijde rnan-
1 van donkere stof omgeeft zijne leden,
en de glinsterende loop van een pis
tool wordt even zichtbaar, wanneet
de wind de plooien van zijn mantel
omhoog jaagt.
„Verschrikkelijk weder I" mompelt
de nachtelijke zwerver, „het schijnt op
zettelijk voor mooi cl en wraak gemaakt
te zijn. Nu zet ik het u betaald meester
Lafont, dat ik door uwe schuld als
een hond ben weggejaagd al hel leed
dat ik om u heb uitgestaan, al de uren,
die ik in duisternis cn storm heb moeten
wachten, zal ik u betaald zetten. Kijk
goed uit uwe oogen, dappere ruiter,
want gij zult nimmer naar het kasteel
terugkeeren I"
En zijn wapen in de hand nemende
verschool hij zich achter een der eeu
wenoude eikctiboomen, wiens stam
zelfs op klaarlichten dag gemakkelijk
een mensch kon verbergen, Itoeveel
te meer dezen stikdonkeren nacht.
Gelijk een tijger, die zijn prooi be
loert, stond hij daar, terwijl zijne oogen
van hclsche woede fonkelden. Rondom
woedde de ontzettende strijd der ele
menten, en in hun midden stond een
menschelijk hart, dat door den blinden
hartstocht der wraak met moorddadige
plannen vervuld was.
Daar woidt op eenigen afstand ge
rucht gehoordecu man op een moe
dig ros gezeten, rijdt door het woud.
Zijn zware met bont gevoerde overjas
is tot de kin dichtgeknoopt, zijn hoed
is diep in zijn voorhoofd gedrukt,
voor zich houdt hij iets, dat in
mantel van bont gewikkeld is, en n
op een baal koopwaren dan op
menschelijk wezen gelijkt; en toch
kwant uit dat omhulsel vati bont het
ivaliig gelaat van een kind
schijn, dat met vreesachtige blikken
het rond staarde.
„Kom, vos, stap wat aa
pelde de ruiter op aanmoedigenden
toonen het begrijpelijke dier versnel
de zijn stap. „Wat zal Amanda in angst
zitten," vervolgde hij bij zich zeiven
doch weldra zal ik weder bij haar zijn,
en hare dankbare blikken zullen mij
voor mijn nachtclijken tocht beloonen
spoedig zal...."
Een wit licht (likkerde eensklaps
tusschen de struiken het gekletter van
den kogel verdoofde het geluid van
den knalmaar het schot had doel
getroffen, en eene stem, die boven het
gehuil van wind en kogel en het brul-
schen van den stroom kon worden
uitgehoord, roep op vertwijfelenden toon
„Ik ben gewond I De goede God
sta mij bij 1
Toen wankelde de slanke figuur in
dén zadelhij viel op den grond, ter
wijl zijn arm het kind nog steeds om
klemd hield, en het verschrikte paard
dollen ren verder het bosch in holde.
Er volgde een diepe stilte. Het ge
raas der elementen zweeg vooreenige
oogenblikken, alsof zij huiverden van
afschuw over de misdaad, die als het ware
onder hunne bescherming volbracht was.
De moordenaar kwam langzaam tc
voorschijn.
„Laat mij uw valsch aangezicht
nog eenmaal zien, zeide hij, „en dan
weg met u in de rivier. Gij zult ver
dwijnen zonder een spoor achter te laten,
en ik alleen zal weten wat er van u
geworden is."
Hij haalde een dievenlantaarn uit
zijn borstzak te voorschijn, en zich over
den vermoorden man heen bukkende,
Liet hij een lichtstraal op diens gelaat
vallen. Met een kreet van ontzetting
sprong hij achteruithet vuur van den
hartstocht, dat hij tot dusverre zijne
wangen had rood gekleurd, werd nu
gevolgd door de bleekheid van een
doodc. Wordt vervolgd.