Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken.
DE EEMBODE
Dinsdag 6 Juni 1916. No. 19. Dertigste Jaargang.
Advertentieprijs: van één tot vijf regels vijftig cent. Elke regel meer
tien cent. Voor incasso wordt vijf cent in rekening gebracht.
Billijke tarieven bij geregld advertee.en, Alle mededeelingen,
ingezonden stukken en advertentiön gelieve men in te zenden ten
Kantore van de Directie van De Eembode, Langegracht 13,
Amersfoort, vóór twaalf uur op den dag van verschijnen.
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort - Tel. No.314.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en'Vrijdagmiddag cn wordt uitgegeven
door de Vereeniging De Eembode te Amersfoort. Prijs per drie maanden
zestig cent; voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor
incassokosten. Afzonderlijke nummers vijf cent per exemplaar.
Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch opzegging van abon
nement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal.
Onze candidaten voor de
Provinciale Staten.
District Amersfoort,
waartoe behooren de gemeenten
Amersfoort, Baarn, Eemnes, Soest,
Leusden, Bunschoten, Hoogland,1
Stoutenburg, Renswoude.
Stemdag: DONDERDAG 15 JIJNI.
K. VAN DER BURG.
A. J. BICKER CAARTEN.
W. VAN KLOOSTER.
H. KROES.
Voor de Statenstembus.
Vandaag zijn de candidaten gesteld
voor de Prov. Staten.
We zijn dus in „verkiezingsdagen."
Donderdag 15 Juni zijn de kiezers
ter stembus geroepen 0111 de mannen
hunner keuze aan te wijzen.
Voor de mannen van Rechts, die
beseffen wat hun plicht is en die be
grijpen waarom het gaat, behoeven
couranten zich niet druk te maken.
En over hen hebben de bestuurders
onzer Kiesvereenigingen ook geen zorg.
Maar de lauwe, de trage, de onver
schillige kiezers, de weifelaars en
die met s'appe overtuiging.
Zie, tot hen gaat nu ons dringend
Zorgt toch dat ge Donderdag 15 Juni
a.s. tijdig liefst vóór 12 uur gaat stern-
Bedenkt dat het Christenplicht is te
ijveren voor de doorwerking der Chris
telijke beginselen ook in het Staalkun
dig leven.
's Lands welvaren en het welzijn des
volks zijn bovenal gebaat bij een be
stuur, dat zich richt naar Christelijke
beginselen, dat geen speelbal is van
volksmenners, dat eerlijk en trouw re
geert en de wet eerbiedigt.
Bij de Statenverkiezing gaat het dit
maai meer dan anders om de vraag
of de Eerste Kamer Rechts zal blijven.
De Eerste Kamer is met haar Recht-
sche meerderheid van eminente man
nen, een sterke rem legen alie moge
lijke excessen.
Zij is als een laatste bolwcik van
ons Christelijk volksbestaan.
Vandaar die woede en die heftig
heid waarmede al_ wat liberaal en so
cialist zich heet "den verkiezingsstrijd
voert rond de l'rov. Stembus.
Dat geweldig optreden alom bewijst
ons het gewicht der aanstaande verkie
zingen en moet voor ons allen een
aansporing zijn, trouw onzen stemplicht
te vervullen.
Onverantwoordelijk zou het zijn, in
dien een onzer zich aan dien duren
plicht onttrok.
Ieder in zijn kring ijvere nu in de
dagen die ons nog van den stemdag
scheiden voor de Christelijke candida
ten. Lauwen moeten worden opge-
FEUILLETON.
De balling.
„Is het alles tevergeefs, vader?"
vroeg zij. „Wii de keizer het engage
ment tusschen Alexis en mij door zijn
machtig woord vernietigen
„Zelfs de smeckingcn van groot
vorst Alexander zijn zonder gevolg
gebleven," antwoordde de prins. „Met
schijnt dat de czaar een anderen
pretendent voor uwe hand op het oog
heeft."
„Doch ik zal niet toestaan dat er
over mi] ais over koopwaren beschikt
wordt," riep Fcodora driftig uit. „En
gij, vader, zult gij dat ooit dulden
Gij wilt uw kind voor dergelijke be
handelingen bewaren, nietwaar?"
,,lk heb er de macht niet toe," zei-
dc de prins mismoedig. „Een enkel
woord van den czaar kan mij alles,
wat Ik bezit, en alles, wat gij van
uwe moeder geërfd hebt, ontnemen.
Een weigering van u of van mij zal
ons tol bedelaars maken".
„En welk geluk zouden de rijkdom
men nrij kunnen aanbrengen, wanneer
ik steeds gebukt ging onder ecne her
innering, die mij als een vloek zou
blijven vergezellen, en mijn geheel
volgend leven zou vergiftigen? O,
vader, bewaar mij voor zulk een lotl"
wekt tot ijver en de onverschilligen
moet worden 'bijgebracht liet klaar
besef van de groote belangen, die zij
door hun onverschilligheid in gevaar
Reeds nu zorge ieder die stemrecht
heeft dat hij Donderdag 15 Juni a.s.
tijd en gelegenheid hebbe zijn stem
plicht te vervullen.
En zijn er die' elders toeven dan
zorge men nu reeds voor het waar
schuwend vermaan, dat ze zorgen Don
derdag 15 Juni te zijn waar hun Chris
tenplicht hen roeptbij de stembus,
om zoo te bevorderen, dat de Chris
telijke candidaten met groote meer-;
der heid naar "de Staten worden afge
vaardigd.
Pkotinciaal-
De Statenverkiezingen.
Van meer dan één zijde vernemen
wij, zegt „De Tijd", dat de actie voor
de a.s. verkiezingen verre blijft bene
den de verwachting. De vergaderingen
van onze kiesvereenigingen worden
over het algemeen slecht bezocht en
de propaganda staat hier en daar volko
men stil. Wel spannen de bes'uren
alle krachten in om de belangstelling
en de propaganda van do daad op te
wekken, maar het wil niet. Daaren
tegen weten wij zeker, dat het aan de
Linkerzijde wél wildaar is men reeds
lang bezig met een krachtige voorbe
reiding, met name het huisbezoek, de
verspreiding van brochures etc. geeft alle
vrijzinnige propagandisten -werk.
Moet dal nu zoo maar blijven
Moeten Valleen de besturen het werk
verrichten en meent men 't dit jaar te
kunnen doen zonder 'propaganda, zon
der huisbezoek Wij begrijpen zeer
goed, dat het velen stuit, thans, nu de
economische toestand van ons land
zoo moeilijk is een politieken strijd
te voeren doch^dieMstrijd is ons op
gedrongen, jwij moeten hem aanvaar
den doen wij het niet dan verliezen
wij de meerderheid in de Eerste Ka
mer-en zaltdit Kabinet, dat reeds lang
niet extra-parlementair is, in den uit
slag der verkiezingen een reden te
meer vinden om een vrijzinnig minis
terie te worden. Wat dan van de wet
ten van Talma terecht komt, valt licht
te begrijpen.
Bovendien men denke er toch eens
aan, dat wij het volgende jaar alge-
ineene verkiezingen hebben I Wint
Rechts dan, en zitten wij met eene
Linksche Eerste Kamer, dan zal er van
een sociale verzekering in onzen geest
geen sprake zijn en zal een rechtschc re
geering in haar beleid telkens belem
merd worden. Verliest Rechts echter
ook in 1917, dan krijgen we een radi
caal socialistisch kabinet 1
Men overwege ditBehoud van dc
Rechtsche meerderheid in de Eerste
Kamer is van eminent belang voor nu,
maar ook voor de toekomst.
Omgang ui andersdenkeriilen.
Wij óók weten wel, dat zaken zaken
zijn, en men noch op dc markt, noch
's Prinsen gelaat betrok meer en meer.
„ja," zeide hij, als sprak hij tot zich
zeiven, „herinneringen kunnen 'soms
bitter zijn, en toch doel de stroom
des tijds_ veel vergetenwij moeten
leeren te vergeten...."
Met groote bezorgdheid sloeg Fco
dora hare armen om haars vaders hals.
„Vergeef mij als ik treurige herinne
ringen bij u heb opgewekt," zeide zij
met een gedwongen glimlach. „Ik zal
trachten voortaan blijmoediger te zijn
en wil een voorbeeld aan u nemen,
want ik ben cr zeker van dat gij door
een treurige herinnering gekweld wordt,
die, ik zie het duidelijk, dikwijls een
schaduw over uw gelaat werpt."
„Ja, kind, eene treurige, zeer pijn
lijke herinneringde vloek van een
stervende drukt zwaar op mij, en toch
had ik dien vloek niet verdiend."
De deur werd geopend en een li
vreiknecht diende luitenant Lafont aan.
Hij verkeerde in een zeer opgewonden
toestand.
„Iu 's hemels naam, Alexis, wat is
er gebeurd riep Feodora.
Dc prins stond insgelijks verwonderd
op.
„Ik heb mijn ontslag uit den dienst
genomen," zeide Alexis met een
hecschc stem, „en daarin het voor
beeld van honderden mijner kamera
den gevolgd. Het gerucht, dat reeds
sinds eenige dagen in de gelederen
op de beurs, noch op 't kantoor, iemand
eerst naar zijn geloof behoeft te vragen.
Wij óók weten wel. dat de kwestie
van den omgang met andersdenkenden
op den preekstoel, of liever nog in
de Katcchismuskamer thuis behoort.
Wij óók weten echter even goed,
dal er nog andere plaatsen zijn, be
halve markt en beurs en kantoor, bij
voorbeeld spoorwegcoupé, studenten-
kroeg en cantine, waar het contact
met andersdenkenden, als zoodanig,
zich voelen laat. reeds vóór men iemand
naar zijn geloof gevraagd heeft.
Wij óók weten even wél, dat
velen, soms juist die er 't meest be
hoefte aan. hebben, het Katechismus-
onderricht vergeten zijn, en, op den zeld.
zamen Zondag,..dat die omgang in de
vroegmis-onderrichting te sprake kwam,
toevallig alleen naar dc Hoogmis gingen.
En toch is er op 't oogenblik in
Nederland geen enkele provincie meer,
waar de Katholiek niet vaak, dag in
dag uit de Katholieke beginselen over
den omgang met andersdenkenden in
toepassing te brengen heeft.
Neem hel aan als ernstige lectuur,
beschouw hel als verdiende propaganda
onzer mooie Katholieke beginselen^
doe gelijk ge wilt, maar lees eens wat
hier volgt.
De Katechismus noemt onder de
nummers 318 en 319 vier Katholieke
plichten jegens nict-Kathotieken
Eerste plicht: „wij moeten de niet-
Katholicken oprecht beminnen."
Tweede plicht.- „wij behooren veel
voor hen te bidden",
üerde plicht wij moeten in den
omgang met dc met-Katholieken een
al te groote gemeenzaamheid vcritiij-
l 'ierde pitch!„wij mogen geen deel
hebben aan hunne kerkelijke handelin
gen."
De tweede en dc vierde plicht zijn
de moeilijkste niet. Dagelijks in het
morgengebed zeggen „Zoet Hart van
Jesus, ontferm u over ons en onze
dwalende broeders Heilige Martelaren
van Gorcum, bidt voor ons cn onze
dwalende broeders, dikwijls ceil H.
Communie cn het Rozenkransgebed
opdragen voor de dwalcnden en zon
daars, nu en dan, te midden van we
relds gewoel 't hart tot God verheffen
en smeeken „Mijn Jesus, barmhartig
heid voor al deze dolende broeders en
zusters-!" dat is zoo moeilijk niet,
dat kan zelfs «en sleur worden I
Geen deel nemen aan de kerkelijke
handelingen der andersdenkenden, is
ook zulk een zware plicht niet. We
stellen ons tevreden met deze kleine
herhalingwie, zij het dan ook uit
nieuwsgierigheid of lichtzinnigheid, Pro-
testantschc of Joodsche of Jansenistische
of andere niet-Katholiekc godsdienst
oefeningen bijwoont, laadt den schijn
op zich van instemming met de dwaling,
geeft ergenis en steit zich bloot aan
het gevaar van geloofstwijfels.
Aan den eersten plicht echter„de
niet-Kaiholieken opiecht beminnen",
liggen beginselen ten grondslag, die
gen worden.
liep, heeft zich bevestigd: de keizer
heeft de officieren van zijne gatde uit
Gatschina in ons corps overgeplaatst,
waar zij hun vroegere» rang behouden
en dus den onzen te niet doen een
vriend van Tessikof is onmiddellijk
boven mij geplaatst."
„Anne Alexis 1" zeide Feodora op
mcewarigen toen, „hoezeer mo'et
gij met uw eergevoel en uw
ijver voor den dienst deze onverdiende
degradatie gevoelenDoch gij deelt
dit lot met vele edele kameraden."
„Doch dit is nog niet allesher
nam Alexis. De keizerlijke ukasc ver
meldt nog.... o I ik kan het u niet
zeggen
Hij haalde een papier uitzijn borst
zak, en gaf het met bevende band
sail den prins, die het openvouwde.
Het was de ons bekende ukase, die
Orlowitsch overlas, doch daar was
nog bijgevoegd, dat ieder officier, die
zou weigeren onder den nieuwen re
gel te dienen, verplicht was de, hoofd
stad te verlaten en binnen drie dagen
naar zijne woonplaats terug te keeren,
op straffe van naar Siberië te worden
verbannen.
De prins liet het papier uit zijne
handen vallen.
„Maar dat is dwingelandij, cn bo
vendien eene onmogelijkheid," zeide
hij. „Hoevele officieren waren niet te
gt. Petersburghoe kunnen zij dan
Om drie redenen moeten wij de
niet-Kalholieken oprecht beminnen
omdat Christus zulks ook gedaan heeft
en nog doet, omdat wij zonder
oprechte liefde geen goede pogingen
kunnen aanwenden om hen te bekeeren,
omdat wij zonder oprechte liefde
dikwijls gevaar zullen loopen hen te
ontstichten.
1. Christus bemint oprecht deniet-
Katholieken. Niet alleen voor u en de
andere Katholieken, maar ook voor de
andersdenkenden is dc Tweede Persoon
der Allerheiligste Dieëenheid mensch
geworden, heeft Hij geboren willen
worden in een stal en willen sterven
op een kruis, stelde Hij Kerk en Sa
cramenten in.
Verklaart Sint Paulus niet„Eén God
is er, écn Middelaar ook tnsschen God i
en de menschcn, de mensch Christus
Jesus, die zich zeiven gegeven heeft
tot losprijs voor allen". „Voor allen",
staat er. Niemand is dus uitgezonderd,
noch de ellendigste zondaar, noch de
hardnekkigste ketter, noch de lichtzinnig
ste beiden. Christus zoekt heil, allen en
ieder, gelijk een herder een verloren
schaap, een arme vrouw een verloren
geldstuk zoekt, gelijk de oude vader
zijn verloren zoon, die terugkeert, in
liefde en genade aanneemt.
En Hij wil ook, dat wij die oprechte
lietde navolgen. Daar gaat een Jood
van Jerusalem naar Jericho. Doorroovers
overvallen, van geld en kleed beroofd,
met wonden overdekt, wordt hij half
dood langs den weg achtergelaten.
Daar komt een Samaritaan voorbij,
joden en Samaritanen waren elkander
vijandig gezind. Doch de Samaritaan
heeft medelijden, springt van zijn last
dier af, verbindt de wonden van dien
1, laadt hem op zijn lastdier, en
:alt al de onkosten, die in het hotel
voor dien Jood gemaakt worden. Zie,
zegt Christus, zóó moet gij uw even-
mensch beminnen. Al is hij uw grootste
vijand, al is hij Jood, of Protestant,
of Heiden, of wat dan ook, ge moet
hem zoo oprecht beminnen, dal ge
hem helpt en bijstaat in zijn nood.
In den zomer van het jaar 1847 reed
Paus Pius IX in een der straten van
Rome, toen hij van uit zijn rijtuig een
ouden man op den grond zag liggen.
De Paus deed dc paarden inhouden,
en vroeg, wat er gaande was. 't Is
maar een Jood, Heilige Vader," ont
ving hij ten antwoord. Verontwaardigd
over zulk een minachting, stapt Pius
uit zijn rijtuig, helpt zelf mee den on
gelukkige in het rijtuig dragen, voert
hem mee naar het Vaticaan, en zendt
aanstands zijn eigen lijfarts en de noo-
dige verpleging. Pius dacht toen zeker
aan den parabel van den barmhartigen
Samaritaan, cu aan het voorbeeld van
Christus.
2. Zonder oprechte liefde kunnen
wij ook geen goede pogingen aanwen
den, om niet-Katholieken te bekeeren.
En 't is toch onze plicht, zoo niet
altijd door woorden, dan ten minste
door een goed voorbeeld de dwalenden
tot bekeering aan te zetten. De gewone
regel in deze orde, waarin wij leven,
is, dat God niet onmiddclijk, maar
naar hunne woonplaatsen terugkeeren?"
„Zij kunnen, indien hun dit lust, in
het uitgestrekte Russische rijk ergens
ecne woning op het land zoeken,"
zeide de jonge officier met bitterheid,
doch er gebcure wat wil, ik ga niet
heen. Om mijn treurigen toestand te
vergrooten, heb ik juist een brief van
mijn dierbaren pleegvader Lafont ont
vangen. Zijn verlangen om mij te
zien gunt hem geen rustalleen als
hij is, zonder familie, zonder vrienden,
en daarbij geheel onafhankelijk, heeft
hij sinds eenige weken Parijs verlaten
om mij op te zoeken. Eu ik zal hem,
waar hij verwacht zijn pleegzoon te
omhelzen, teleurstellen door van hier
te vertrekken Neen, neen I" riep de
jonge officier met warmte, „ik zal St.
Petersburg niet verlatenik kan niet."
„En toch is uw vertrek onvermijde
lijk," zeide dc prins ernstig. „Gij kent
's keizers gestrengheid. Wilt gij Feo
dora dan doen sterven van angst over
„Ik kan Feodora niet verlaten,
hernam Alexis wanhopig, „en mijne
militaire eer en den eerbied voor niij-
zclvcn tevens opofferen. Neen, Lafont
zoude over mij blozen, ik zou over
mijzelven blozen, indien ik aldus zou
de handelen."
Op dit oogenblik trad een bediende
binnen.
,,'s Keizers adjudant, majoor Tessi-
door tusschenpersonen een nict-Kathö-
liek Katholiek maakt. Gelijk Hij om ons,
te voeden, te verwarmen; tc verfrisschen,
niet onmiddelijk op ons inwerkt, maar
door middel van plant en dier ons
voedt, door middel van zon en stof-
verbranding ons verwarmt, door middel
van water en wind ons verfrischt, zoo
gebruikt Hij, in den gewonen regel,
den mensch, om den mensch te be
keeren. Wanneer gij nu, zelf Katholiek
zijnde, zelf den schat des geloofs, zelf
liet onderpand van 't eeuwig geluk
bezittend, niet brandt van verlangen
dat geluk ook aan uw evenmensch te
bezorgen, dan kan zulks alleen maar
voortkomen uit een gebrek in onder
houding van dat tweede groote gebod,
dat daar Christus' uitsprak en gelijk is
aan het eerste: „Bemin uw evenaaste
gelijk u zeiven."
3. Daar komt nog bij, dat wij zonder
oprechte liefde jegens de niet-Katho
lieken, dikwijls* gevaar zullen loopen,
hen te ontstichten, ergernis tc geven.
Wanneer wij tegenover andersdenken
den niet beleefd en vooikomend, niet
hulpvaardig en inschikkelijk zijn, dan
beginnen zij immers te denken „Nu,
die Katholieken onderhouden ook slecht
hel liefdegebod van hun Christus I"
Wanneer wij hun ter gelegener tijd
noöit eens blijk geven van ons n Je-
lijden met hun dwaling, dan' beginnen
zij immers ie denken ,,'t Schijnt, dat
die Katholieken zelf maar hall" geloo-
ven, dat hun Kerk de eenig ware is 1"
Wanneer wij ter gelegener tijd nooit
eens"door een"woor^'of een boek, of
een courant, de niet-Katholieken, waar
mede wij omgaan, tot kennismaking
aanzetten van ons Katholiek Geloof
dan beginnen zij immers te denken
„Die Katholieken" laten ook maar een
ieder aan z'n lot'Joverijver voor 't
geloof zit er bij hen niet in I".
Weest dus tegenovei hen zoo een
voudig als duiven In allen eenvoud
uws harten laat gij hen ter gepaster
lijn merken, dat gij hen om Christus'
liefde lief hebt, om Christus' liefde
verlangt hen voor tijd en eeuwigheid
gelukkig te zien, om Christus' liefde
hun het Katholicisme aanbeveelt.
J. ZEIJ, S. J.
Uit het Buitenland.
Van den Oorlog.
De zeeslag.
Het treffen der Engelsche en Duitsche
oorlogsmarine ter hoogte van Deensch
Sleeswijk trok dc laatste dagen natuur
lijk sterk de aandacht.
Zoo weinig hoorde men van een
Duitsche vloot dat inen haar bestaan
zou gaan vergeten.
Sterk iu de minderheid bij de En
gelsche marine, die de zee beheerscht,
was de Duitsche zeemacht veilig ge
borgen in zwaar versterkte havens.
Tot plotseling de tijding van den
zeeslag ons de kennis bijbracht, dat
die Duitsche vloot er nog uit durfde
en niet aarzelde zich met de Engelsche
vloot te meten.
kof, vraagt den prins, uit naam van
Zijne Majesteit, een oogenblik gehoor,"
zeide hij.
De jongelieden zagen elkander ver
wonderd aan. Zelfs de prins kon zijne
verbazing nauwelijks verbergen.
„Geleid den majoor naar de blauwe
zaalik kom terstond bij hem."
„Wat die man brengt kan niet veel
goeds zijn," zeide Alexis.
„Wij zullen zien," hernam de prins,
opstaande. „Blijf zoolang bij mijne
dochter."
Hij verliet de kamer, doch was
weldra teruggekeerd.
„Het bezoek is zeer kort geweest,
nietwaar zeide hij met iets bcvends
iu zijne stem, „en kort was ook de
boodschap, die de czaar mij door zijn
adjudant zond. Het is ons onder be
dreiging van gestrenge straffen en der
keizeilijke ongenade verboden, de offi
cieren, die ingevolge de laatste ukase
St. Petersburg binnen drie dagen zul
len verlaten, voortaan in ons huis te
ontvangen."
Alexis zocht zijn hoed.
„De ongenade des keizers zal om
mijnentwil niet over dit huis komen,"
xeide hij. „Vaarwel".
Doch Feodora's bevende hand hield
hem vast.
Wordt voortgeset.