DE EEMBODE
Tweede Blad
Vrijdag 18 Mei 1917
31ste Jaargang
KATHOLIEK NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
NADRUK VAN DEN INHOUD VERBODEN INGEVOLGE DE AUTEURSWET.
Epistel en Evangelie.
ZESDE ZONDAG NA FASCHEN.
Les uit (ten eersten brief van den H. Apostel
Petrus; IV, 7 11.
eer geliefdenWeest bedachtzaam eu
waakt in de gebeden. Maar vóór alles:
hebt wederzijds bestendige liefde voor
elkander, want de liefde bedekt eene menigte
van zonden. Weest jegens elkander gastvrij
zonder morren. Staat elkander ten dienste,
een ieder naar de gave, die hjj ontving,
als goede uitdeelers van Gods menigerlei
genade. Spreekt iemand, als woorden (Sods:
oefent iemand eene bediening uit, als uit
eene kracht, welke Uod verleent opdat in
alles Ood verheerljjkt worde door Jezus
Christus onzen Heer.
Evangelie volgens den H. Joannes;
XV. 26 XVI. 4.
In dien tjjd sprak Jezus tot zijne leer
lingen Als de Trooster, dien lk u van
den Vader zenden zal, den Geest der
waarheid, die van den Vader voorkomt zal
gekomen zijn, zal Hij getuigenis van Mjj
geven. En gij zult getuigenis geven, omdat
gjj van den beginne met Mjj zjjt.
Deze dingen heb Ik u gezegd, opdat gij
niet geërgerd wordt. Zij zullen u uit de
Synagogen bannenja. het uur komt, dat al
wie u doodt, meenen zal Gode dienst te
doen. En dit znllen zjj u aandoen, omdat zij
noch den Vader noch Mjj kennen. Doch lk
heb u dit gezegd, opdat, als het uur er van
gekomen is, gjj gedenken 'moogt, dat Ik het
u gezegd heb.
De laatste Priorinne van
St. Aagtenklooster
te Amersfoort.
inds wéér flonkerde het kleine pitje
der Godslamp, en elders rees een
zachte geurendamp langs de weifels
der kerk ten hemel, of blonk een flauwe
straal op de koperen sloten van het boek.
waarin men die ontzaggelijke woorden be
waart. die Gods geheimenissen vergezellen.
In het choor vertoonde zich eene groeve,
kortelings nog daarin uitgedolven, en op
alles rustte de stilte van den nacht.
In ééns daar knarste de deur op hare
hengsels, en een optocht ging er uit voort,
die niet scheen dezer aarde toe te behooren,
maar zoo als men somtijds leest, dat de
gelukzaligen er zagen in hunne vizioenen,
omhullingen van eene alleen door hen te
begrijpen waarheid.
Vóór den stoet uit trad de eerwaardige
gestalte van Heer Peter van Wyerdt, den
Vader des konvents, gebukt onder den dub
belen last des ouderdoms en der droefenis.
Op hem volgden twaalf nonnen. Zij droegen
op eene baar het lichaam van zjjn waardigen
medehelper, met het zwarte lijkkleed over
dekt: daarna kwam Heer Adriaan van Eg-
mont, die, trouwe vriend van den afgestorvene
gedurende diens leven, zjjne oogen had toe
gedrukt in de ure des doods. Toen volgden
de overige zeven en twintig nonnen van het
gesticht, en daaronder ook de twee vrien
dinnen Aleyde en Maria, bleek van uitput
ting, ja, de eerste bleeker nog bij het zien
van deze graflegging, dan zjj was bjj het
vizioen van die, welke zij den voorgaanden
nacht in den geest had aanschouwd, en
waarvan de vervulling meer naderhjj was, dan
zjj vermoeden kon. Daar golfde echter geen
gezang in bruischende toonen door de gewel
ven; alles was stil en koud, als ware het
eene geestenprocessiemen zou immers door