krijgen. wijze, te zorgen voor zijn onsterfelj'ke 1
Wat beduidt nu bij den mensch die ge- en huur voor liet eeuwig leven in veiligheid
wetensangst Angst kan toch niets anders te brengen.
zijn dun bet bewustzijn, dut een ongeluk. I-In de Romein Cicero schreef: .als de
ol ïi Imnde of straf dreigt. Als echter de overeenstemming van alle volkeren een uit-
niisdndiger van niemand verantwoording of1 spraak der nutuur is. en alle volkeren daarin
strut' te vreezen heelt., bijvoorbeeld wegens overeenkomen, dut met den dood niet alles
geheime zonden of in het stervensuur, en uit is. dan moeten ook wij gelooven, dat de
het geweten hein toch geen rust liuil en zielen blijven voortbestaan.
hem overal en altijd vervolgt en pijnigt. Dit geloof was in de oudheid het geloof
dan kan die gewetensangst niets anders zijn van alle volkeren, tin het zeilde geloof werd
dan het bewustzijn. «Int luj na den dood later gevonden bij alle volkoren in Amerika,
zijn misdaad zal moeten verantwoorden en i Australië en andere wereldstreken, zooals
ervoor gestraft zal worden. Ihljjkt uit huil godsdienstige gebruiken en
Door de stem van liet geweten wiltiods begrafenisplechtigheden,
voorzienigheid ulzoode menscben vermanen, Wat zoo door alle eeuwen been is geloofd,
dat wederzijds rechten en plichten onder wordt in onzen tijd ten volle lieve-tigd. ook
ile nietisclieii moeten erkend en geëerbiedigd door geleerden, die op dit punt niet van
worden ter instandhouding «Ier uiuatschappc- partijdigheid zullen verdacht worden. Zoo
lijke orde. schreef professor Tiele enkele jaren geleden
Vernietiging der ziel strijdt dus ook met .Het zou onmogelijk zjjn. de duizend en
(•od Voorzienigheid. en nog eens duizend vormen, waarin het
De ziel kan ziehdan ook niet vereenigen met imxU-rfelijklieidsgelool' opttook maar ti
de bewering, dat met den dood alles uit is, noemen. Laai het genoeg zjjn te zeggen, dat
Ze denkt altijd aan ih- toekomst en vraagt wij liet overal, bij alle volkeren, on iedere
zieh rusteloos af: Waarheen gil ik f W.it trap van ontwikkeling aantrefTen. wiuir geen
zal er met mij na den dood gebeuren 1 dit. wijsgeerige twijfelingen liet ondermjjnd of
de gedachte aan het voort he-laan der ziel andere oorzaken het op dun achtergrond
na den dood van het lichaam kunnen zelfs gedrongen hebben, en dut bet overal met
ongeloovigen niet geheel en al van zieh den godsdienst verbonden is.'
-looien, zoo diep en onuitwisehbanr is die Nu is liet overeenkomstig de rede, dat
geduchte iu de ziel gegrift. een geloof zoo algemeen, zoo verspreid, zoo
De berucht' 'odloocbenaar Voltaire ant- onafhankeljjk van betrekking eu opvoeding.
wo<>rd le eens aan een zijner vrienden, die zoo bniten invloed van verschil in beseha-
er zich op beroemde, de eeuwigheid niet ving. verleden en gewoonten, van leven en
meer te vu zen ..Dan zijl gij gelukkiger omgeving een natuurdrift moet zjjn en als
dan ik. want mi j is dat nog niet gelukt. zoodanig niet misleidend of valseh kan zijn.
De gedachte iian de mist erfelijkheid is .Het moet zoo zjjn Vanwaar anders
ons ingeboren. Rondom ons i- alle- sterfe- die aangename hoop. die vurige wensch, dut
lijk en vergankelijk, en toeli kan de ziel de verlangen naar onsterfelijkheidOf vanwaar
gedachte aan de onsterfelijkheid niet ver- die geheime vrees en inwendige schrik voor
drijven. terugvallen in liet niet I Waarom huivert de
Vandaar dan ook, dat alle volkeren goloo- ziel voor zichze -n schrikt voor verwoesting!
ven aan de onsterfelijkheid der ziel. aan een Ib i is de c id. die binnen ons leeft, het
voortleven na den dood. Men heeft geen is de Heme! die een hiernamaals aan-
cnkcl volk gevonden, waarhjj de gedachte duidt en .1 niensch de eeuwigheid doet
aan een voortbestaan na den dood niet. in voelen.' (Addison),
een ol' andereu vorm bestond. Hoe zeer de
menschen ook dwaalden, toch gold vooi hen
liet hiernamaals als de tijd van vergelding. Wat het naiuurljjk gezond verstand ons
■la. de geleerden onder de oude heidenen leert en de slem van alle volkeren luide
hebben de onsterfelijkheid der ziel verdedigd. getuLt omtrent de onsterfelijkheid der ziel.
li-- (irieksche wijsgeer Plato spreekt er op wordt ons Christenen, nog gewaarborgd door
verschillende plaatsen over in zijn geschriften, het Geloof.
Volgens hem is de eenige verstandige levens- De II. Schrift noemt herhaaldelijk het