Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken. Kantoor: Langegracht 28, Amersfoort Telefoon No. 314. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Prijs per drie maanden zestig cent; voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor incassokosten. Afzonderlijke nummers vijf cent per exemplaar. Abonnementen kunnen elke week ingaan, doch opzegging van abonnement moet geschieden vóór den aan vang van een nieuw kwartaal. Vrijdag 20 Juli 1917. No. 32. 31»te Jaargang. AdvertentiënPrijs per regel 127a ct., met bewijsnummer. Voor incasso wordt vijf cent per maand-nota in rekening gebracht. Billijke tarieven bij geregeld adverteeren. Advertentiën moeten Dinsdag- of vrijdagmorgen vóór elf uur ten kantore van De Ecmbode worden bezorgd. Mededeelingen, Ingezonden stukken en advertentiün te zenden aan de Directie van De Eembode, Langegracht 13, Amersfoort. Bij dit behoort een bijvoegsel. J, B. SCHEUER AMERSFOORT. Langegracht 32 - Telefoon 254. Administratie- en Effectenkantoor. Aankoop en verkoop ven Effecten. Verzilveren van Coupons. Slulton van pro longatie. Kantoor geopend van 93 uur. Stormvloed 1916. TAijkgiaaf en Hoogheemraden van L' „de Bunschoter Veen- en Vclden- dijk" hebben eervol ontslag gevraagd en daaraan een uitvoerige memorie van toelichting toegevoegd. In het versing, d.d. 25 November 1916, omtrent den stormvloed van 13/14 Januari 1916, uitgebracht door Gedep. Slatcn van Utrecht, wordt op ongunstige wijze gesproken over de herstellingswerken, uitgevoerd door Dijk graaf en Hoogheemraden van het Hoog heemraadschap de Bunschoter Vccn- en Veldcndijk. Ter weerlegging van die ongunstige voorstellingen hebben Dijkgraaf en Hoogheemraden een verweerschrift aan de Staten ingezonden, naar aanleiding waarvan een Commissie uit dc Slatcn werd benoemd. In het rapport d.zcr commissie van 2 Juni, worden dc herstellingswerken in het kort besproken en geven der Commissie geen aanleiding lot bizon- dere opmerkingen. Alleen In t aanbren gen van een nieuw werk te Spaken burg, waar over ccn lengte 235 M. een bctonmuur op den dijk is geplaatst, zulks in overleg met en nadat het plan daarvoor door Gcdep, Stalen wn< goedgekeurd, acht dc Commissie eer minder gelukkig w.tlr. De werken lol dichting van c!.: talrijke doorbraken in de herstelling van d« stormschade worden dus door de Com missie niet afgekeurd n op bladz. 15 van haar rapport meent de Commissi! zelfs een woord van hulde le moetei brengen aan het Dijksbestuur voor hel geen het gedaan heeft tot herstel var den zeer omvangrijke ontredder den toestand, waarin het tijdig is ge slaagd, In het slot van hare beschouwingen komt de Commissie tot een bespreking van den toestand van het Hoogheem raadschap uit een Waterstaatkundig oogpunt, waaruit blijkt, dat het gebied van het Hoogheem-nadschap niet \v~ tervrij is afgesloten. De Veon- en Veldcndijk, strekkende van de Geldersche grens tot de grens van de gemeente Baarn met een hoogte van gemiddeld 3 M. N.A.P., sluit zich aan aan den Eemlandschen dijk onder dc gemeente Baarn «langs den rechter Eemoever, strekkende tot den Slaagschen dijk met een gemid delde hoogte van 2.50 M. -j- N.A.P. Vervolgens sluit de Slaagsche dijk zich aan met een hoogte'van 2 M.-|-N.A.P. tot aan de Grebbelinie, waar het gebied ian liet Hoogheemraadschap eindigt. De Veendijk en de Vcldendijk onder Bunschoten vormden oorspronkelijk alleen de dijken sedert den aanvang van het bestaan van het Hoogheem raadschap in onderhoud en beheer bij het Dijkbestuur geweest. Dc Eetnlandsclic dijk onder Baarn werd door de Vcrhocfslaagde Aange landen onderhouden cn de Slaagsche dijk was in onderhoud bij het water- ichap „de Slaag." Uit het rapport der Commissie blijkt, dat Dijkgraaf cn Hoogheemraden her haaldelijk op dezen verkeerden en on voldoenden toestand gewezen hebben, waarna in 1888 ten slotte alle dijken het Hoogheemraadschap beschermende, bij hen in beheer en onderhoud zijn gekomen. Tot 1888 hebben Dijkgraaf cn Hoog heemraden nooit iets kunnen verrichten verbetering van den Eemlandschen dijk, noch van den Slaagschen dijk. Als men nu dc gcvolgon van den stormvloed van Januari 1916 nagaat teil opzichte van het Hoogheemraad schap, dan blijkt le, dat de oorspronkelijke dijken van het Hoogheemraadschap, n.l. dc Veendijk en de Vcldendijk, den ont- zettenden vloed in aanmerking geno- op schitterende wijze de kracht liet vlocdwatcr hebben weerstaan. Slechts een kleine doorbraak nabij het Haventje ter plaatse waar cenig'; jaren geleden ccn nieuwe woning werd ge slicht. 2e. dat dc Eemlandschc en Slaag sche dijken niet bestand zijn geweest tegen de kracht van den stormvloed. Vooral dn E uilandschc dijk, waar het vloedwotcr met ongeveer 3/t M. over- ■tortte, is op vele plaatsen bezweken. :c zanten over een lengte van ongeveer 800 M. Deze doorbraken wart /lullend het gevolg van de oversti lie anil den binnenwand galen uitstaan eti afslag veroorzaakte, door de minder goedz specie, waaruit iid-ge van don dijk oorspron kelijk is samengesteld cn de mindere •tiicid i! ,van zoo snel toenam, spoedig de doo braken volkomen werden. In den Slaagschen dijk viel een door braak bij de Grebbelinie en nabij hel stoomgemaal van liet waterschap „dc Zciderdsche Wetering" had, tengevolge der overslorting aan dc binncnzijdi een afslagplaats tot op de helft va den dijk, over een lengte van pint. 1-10 M. Het komt ons niet twijfelachtig ol de doorbraken zijn uitsluitend liet gevolg geweest van den gebrekkigen waterstaatkundigen toestand van Hoogheemraadschap, met name he lage peil voor dc Eemlandsche Slaagsche dijken vastgesteld, waardoor de overslorting van het vloedwater zoo belangrijk was. Dit is dan ook noclt door Gedeputeerde Stalen, noch FEUILLETON. Het vierde gebod. Dezen avond zijn alhier aangekomen Jasper van Kuilenburg oit een schild knaap, hoogst waarschijnlijk gezonden van den hertog om hier te er gaande is." „Zij moeten onmiddelijk in hechtenis worden genomen I' riep vrouwe Catha- „Dat is reeds geschied," was hel antwooid „en met uw goedvinden zal ik hem hier onmiddelijk hel eer hoor doen ondergaan. „Laat hen komen I" zeidc dc Adolf stond op, opende de deur, gaf cenige bevelen aan 'n dienaar, die daar aanwezig was cn keerde daarna terug. „De schildknaap is den dans sprongen," zoide hij, „doch de me is c in hunne komst „Wie gaf ti kennii vroeg zijn moeder. „Dirk Hackfort", was het antwoord. Kort daarna werd de gevangene bin nen geleid. Adolf gaf een tecken dat soldeniers zich zouden verwijderen zeide tot Jasper „Nader, en zeg mij wie u hierheen heeft gezonden „Niemand, heer," antwoordde Jasper. „Spreek de waarheid, knaap," hernam Adolf, daarom zeg mij of het dc hertog i, die u hierheen zond." „Niemand zond mij hierheen," her haalde Jasper. „Gij tracht mij te bedriegen, Ik zal t wel nader onderzoeken. Maar zeg mij dan wat ge hier kwaamt doen." „U spreken heer." „Mij riep Adolf verbaasd. „J«. u I" „En wat hebt gij mij te zeggen „Dat Vincent van Meurs een verrti :r is en slechts op de gelegenheid wacht om liet geslacht Egmoml i tc stootcn, om dien ze te nemen." De bor.dgcnooten zagen alkaar veel betcckenend aan. „Kunt gij uwe woorden bewijzen vroeg Adolf. „Tot eergisteren was ik de gev.mg> n den graaf van Meurs. En hij zelf deelde mij mede, dat Gelderland het twisten tusscheu vader en zoon moede, hem had gekozen tot ruwaard van het rijk, waatbij hij mij tevens zijne plannen voor dc toekomst blootlegde." „Goed, doch gij die een aanhanger, van den hertog zijt, waarom komt gij eerst hier om mij deze tijding mede te doelen? „Ik koin heden van Grave heer, heb onzen heer hertog dezelfde open baringen gedaan." „En gij hebt gedacht dat door de Provinciale dienst bestreden. Ook de commissie komt tot deze con clusie, waar zij op bladzijde 17 neer ichrijft„vooral echter is noodig de dijken te brengen onder een doorloo- pend profil" cn verder uitvoerig betoogt, dat de toestand van het waterschap waterstaatkundig oogpunt ern- i verbetering vraagt, terwijl zij indigt met de verwachting uit te spre ken, dat het gebeurde voor Ged. Sta ten ccn aansporing zal zijn om ten spoedigste plannen te beramen, die tol verbetering kunnen leiden. Dijkgraaf en Hoogheemraden hebben j herhaling op dezen verkeerden toe stand gewezen cn alle wettige pogin- aangewend om daarin verzwaring tc brengen. Slecht is het hun gelukt, nadat 1891 door een bekend in genieur een onderzoek naar dc ge volgen van de verhooging van den Slaagschen dijk hadden doen instel- ntct veel tegenkanting, vergun ning tc verkrijgen tot verhooging van dezen dijk van 1.60 tot 2 M.-f N.A.P. Overigens was het hun niet toegestaan verandering aan tc brengen noch aan den Slaagschen dijk, noch aan den Eemlandschen dijk. Vóór de invoering van het reglement, ■astgesteld door de Staten den len December 1888, hadden Dijkgraaf er. Hoogheemraden zelfs geen zeggings kracht in het beheer cn het onderhoud den Eemlandschen en Slaagscht dijk, terwijl toch zonder die dijken hun gebied slechts aan een zijde WB9 af gesloten. Dc Staten hebben van 1603 tot 1888 (bijna 3 eeuwen) noodig geacht om tot de overtuiging te komen, dit liet beheer dc zorg voor het onderhoud van dijken in eene hand, n.l, bij het Dijksbestuur van het Hoogheemraad- ip beli jordc lu zijn, cn sedert is Dijksbestuur nog niet bij machte geweest om verhooging of verzwaring .li te brengen, De vraag dringt Zicll nu op, bij wie rust do verantwoordelijkheid voor al gebrekkigen toestand cn dunr c toestand tevens de aanl-'idcnde ozask tot de do-jib'.ake.i in den Eem landschen dijk bij den stormvloed van januari 1916 is geweest bijgevolg deze doorbraken. .af cn Hoogheemraden waren machteloos om den toestand te ver inderen Gedeputeerde Slatcn zijn na- ig gebleven, tijdig voorstellen tot ver betering bij de Staten in tc dienen, hetgeen duidelijk in het rapport vnn de Commissie lol uiting komt. Door dit rapport hoewel daarin gepaste critiek niet achterwege is ge laten kunnen Dijkgraaf cn Hoog heemraden zich gerehabiliteerd achten van den minder gunsligcn indruk om trent hun handelingen in het verslag aan de Staten gevestigd en zij hadden daarop verwacht, dat Gedep. Staten hun houding in overeenstemming hier- icdc zouden bepalen. Uit bun antwoord op liet rapport nder dagteekening van 25 Juni 1917 an de Staten ingezonden, blijkt echter het tegendeel en nemen HEdGr. Achtb. eene houding aan, die dc noodige samenwerking met het Dijksbestuur voor liet vervolg vrijwel onmogelijk maakt. De hoofdoorzaak van de doorbraken ml. de onvoldoende regeling van den Waterstaatkundigen toestand dezer streek voorbijgaande wordt dc be voegdheid van de Staten betwist om in een onderzoek te treden naar de uitgevoerde werken en wordt in Staats rechterlijke beschouwingen dc aandacht afgeleid van de zaak, die aanleiding gaf tot de instelling van de Commissie van onderzoek. Vcider wordt te kennen gegeven,- omtrent de waardeering der uitgevoerde werken, dat Ged. Staten daarover zelf wenschen te oordeelen, zij geen reden vinden om wijziging In hunne appreciatie tc brengen en dat j kan worden afgewacht of de bestaande wettelijke bepalingen voldoende gele genheid zullen blijken te geven, een deugdelijke uitvoering van de in voor bereiding zijnde plannen tot dijksver- hooging en vernieuwing te verzekeren, terwijl daaraan de bedreiging voor het Dijksbestuur wordt toegevoegd, dat.' mocht zulks blijken niet 't geval te zijn, dat een van de voorstellen, die de Commissie verklaart met belangstelling tegemoet te zien, zal kunnen strekken, om hierin voor zooveel noodig te Op deze wijze trachten Gedeputeerde Staten de ware ooizaak van de ramp ter zijde te stellen. Dc daarop in de Statenvergadering gevolgde behandeling van het rapport, gaf tengevolge van dit antwoord aan leiding tot verwarde discussion, waarbij de he.'ocgdhcidskwestic op den voor grond trad cn noch dc door ons uit gevoerde werken, noch de oorzaak v.an de doorbraken in bespreking kwamen. AUe;n werd dc indruk gevestigd en door Gedeputeerde Staten gretig aan vaard en bevestigd, dat Dijkgraaf cn Hoogheemraden nalatig zijn geweest in de behartiging van de hun toever trouwde belangen. Dijkgraaf en Hoogheemraden zijn zich deze nalatigheid niet bewust en staan hier lijnrecht tegenover Gedep. Staten, wetende, dat als van nalatig heid sprake kan zijn deze moet gezocht worden bij het gezag, dat in gebreke gebleven is, tijdig voor ver betering van dcu zeer gebrekkigen waterstaatkundigen toestand tc zorgen, terwijl zij in deze wetenschap ten volle worden bevestigd door het rapport der Commissie uit de Staten. De houding door Gedeputeerde Sta- n, in deze aangelegenheid aangeno- en, is naar dc meening vnn het Dijk bestuur niet geschikt om eene goede samenwerking tusscheu beide College's bij dc komende plannen lot dijksver- hooging, waarvan de noodzakelijkheid thans ook bij Gedep. Sti :cn schijnt vast te staan, te bevorderen, In het belang van het Hooghect raadschap achten Dijkgraaf en Hoog heemraden het dan ooit wcnschelljk hoe ongaarne ook hun mandaat neder Ie leggen en Hare Majesteit het mij nuttig zouden zijn Jasper zweeg. Adolf nam stilzwijgen als eene toe stemming op, en vervolgde „Gij zult mij morgen het ander nader verklaren. Nog een enkele vraag Waar is uw schildknaap geble- iii „Dat is mij onbekend, heer." Adoll' fonste dc wenkbrauwen. „Jas per," zeidc hij, „uwe oprechtheid is mij bekend, doch dut verdwijnen komt mij er verdacht voor. Wie was die knaap?" ,.lk weet het niet, heer." Adolf glimlachte. „Geloof mij, Jasper, dat ik niet zoo eenvoudig ben om dit voor goede munt op tc nemen. Ook hierover morgen nader. Zeg mij nu nog welke partij gij in Gelderland zijt toegedaan Jasper zweeg. „Spreek," vervolgde Adolf kalm. ,Zcg gerust uwe meening, ik zal er u liet lastig ont vallen." Jasper schudde het hoofd. „Gij weigert I" riep Adolf. „Gij durft hts nietuit te konten voor uw gevoclcnl" „Heer," antwoordde Jasper vastbe raden, „ik erken gcene partij in Gel derland. Mijn vaderland heeft maar een heer en dat is uw vader, hertog Arnout. dien God nog lang het leven spare." Deze woorden deden vrouwe Calha- rina opspringen, terwijl dc overige hee- ren een gemompel van alkcuring lieten hooren. Adolf wenkte met de hand om kalm te blijven cn vroeg zijn gevangene nii zonder zekere ironie „Ik eerbiedig uwe denkwijze. Maar ver klaar mij dun eens waarom gij zooveel ijver aan don dag legt om mij te waar schuwen voor een vijand, die zonni ge zegt, het er op toelegt ont mij te bnroovcn van den t-oon r" Jasper zag den vorst met e digen blik aan cn zcide „Heer, gij zijt een Egmont toekomstige hertog," Adolf zag zijne gevangene lang spra keloos aan. Eindelijk sprak hij ,Gij blijft hier, morgen spreken wir nader en het zal aan u zclven liggen gc niet onmiddelijk de vrijheid krijgt, waarvan ik verplicht ben u «lelijk tc beroovcn. Gij kunt gaan." hij gaf Otto van Bijlanl een tcckcu zijl voormalige schildknaap weg te leiden, „Jasper bevalt mij," sprak hij is een van die gouden harten, die nature trouw zijn. Ik zal hem voor mijne zaak zien te winnen en dit zal mij ge lukken zoodra slechts dc oude hertog van het toonecl is verwijderd," „Doe zulks, mijn zoon, ik beken mij in dien knaap vergist tc hebben. Maak er Intusschen onmiddelijk werk van Vincent van Meurs onschadelijk te maken. Hij zou u een spaak in het wiel kunnen steken." COMMANDITAIRE BANKVEREENIGING H. L. A. DULLAERT Co. AMERSFOORTLangegracht 8 Tel. 363. SOESTVan WcedestraAt 206 - Telefoonnummer 6. SCHERPENZEEL: Rijksstraatweg Telefoonnummer 2. Beheeren en administrecren Particuliere Vermogens. Dijkgraaf en Hoogheemraden van den Bunschoter Veen- cn Veldendijk JOHs. KNOPPERS, Dijkgraaf. R. NAGEL Mzn. K. VAN AMERONGEN. W. VAN DE KOLK Wzn. Mr. A. J. DE BEAUFORT. H. C. A. DE JONG. A. KU1JEK. Azn., Hoogheemraden. Levenskracht"; gij werkt er toe mede. dat menschen kunnen worden verpleegd cn aan hun huisgezin kunnen worden teruggegeven, wien anders dc dood besluipt. Geeft met blijmoedige offervaar digheid I Bloemendag „Herwonnen Levenskracht". Alweer een bloemendag, zult ge zeg gen, geachte lezers en lezeressen. Ja, al weer. Gc weet misschien al, waar het m gnat. „Gedenkt den tuberculoselijder", Een iffcrtje wordt a.s. Zondag van U ge vraagd voor den armen tuberculoselijder, voor Item, die niet-uit eigen middelen een verpleging in een sanatorium kan bestrijden. Een heerlijk werk vnn naastenliefde lts het dan ook, waartoe de Bestuur- :rs van het R. K. Vakbureau het initiatie! nami-n, n.l. tot stichting n fonds „Herwonnen Levenskracht". Wat beoogt „Herwonnen Levens krocht" Dc bestrijding der tuberculose op hut terrein der Vakbeweging door o.iti. gelden te verzamelen, t hen, die zelf ecu opname in 41 torium niet kunnen bekostigen, te helpen. Alle leden der Vakbonden, aange sloten bij het Bureau der K. K. Vak organisatie, worden, in geval opname gewanscltt is, in een sanatorium, koste loos verpleegd. Ook de gezinsleden, echtgcnoote en kinderen, hebben recht, voor zoover de middelen van „H. L." zulks toelaten, op kostelooze verpleging. Wnnneer U dan Zondag een bloempje wordt aangeboden door de bloemcn- verkoopsters. weiger dan een offertje niet. Kunt ge iets meer missen dan een dubbeltje, wat men u voor het bloempje zal vragen, geeft dan wat meer. God zal het u duizendvoudig belooncn. Gij helpt door uw gave „Herwonnen Uit het Buitenland. Van den Oorlog. Het Is vooral op het Westelijk front, waar Franschen en Duitschcrs tegen over elkaar staan, dat de strijd met buitengewoon verbittering gevoerd wordt. Dc aanvallen en tegenaanvallen „zijn er niet van dc lucht". Nu weder hebben dc Duitschcrs een succes te boeken. Een Fransche hoogtestelling ging met gevangenen en machinege- wcien In Duitschc handen over. Dit het een wankel bezit zal zijn voor de Duitschcrs, die hoogtestelling, kan men wel voor zeker houden tegenwoordig wisselen daar de loopgraven in een week eenige malen van bezitter. In het tijdvak van 1 tot 14 Juli maakten dc Russen 834 officieren en 35,809 minderen krijgsgevangen, de buit was o.m. 93 zware en lichte ka- nonnen, 28 loopgraafmortieron, 403 mitrailleurs. De groote rede van den nieuwen Rijkskanselier in den Rijksdag vat men in een telegram aldus samen De kanselier legde zich vast op de vredesmotie, minder direct waren zijn uitlatingen over de invoering van het parlementaire stelsel. De socialisten-conferentie te Stock holm ter voorbereiding van den vrede is vastgesteld op 15 Augustus. Tot nu toe is dc conferentie met baar voor bereidend werk veel langzamer gevor derd dan men zich had voorgesteld. Men zal moeten afwachten of het met het snel einde van den oorlog dentelf- den weg gaat. .,Gecnnood,"antwoordde Adolf. „Reeds morgen wordt zijn gebied door Nijme gen afgezet, opdat hem geenc bcrichen toekomen vóór ona plan is uitgevoerd dan kan ik verder met Item afrekenen.' „Bravo I" Zeide zijne moeder. 3e teerling vat geworpen voor den ouden hertog ging een tijd van diepe nedering aanbreken. XIV. Alvorens de aanslag tegen hertog Arnout werd ondernomen, beleefde deze cenige kalme en genoeglijke dagen. Het onverwachte vertrek zjjncr echtge noot had hij opgenomen als eene nieu we vredebreuk, doch zooveel te meer deed het hein genoegen haar spoedig te zien wederkeeren, en wel In eene gesteltenis, die oogcnschijnlijk geen twij fel overliet aan hare goede bedoelin gen. Zij sprak van het naderend kerst feest als ccn feest van verzoening t alle mensehen, die van goede wille en dat zij van goeden wille was, bezwoer zij met de duurste ecden. Zij smeekte genade en vergiffenis af voor haar zclvcn en tiaar zoon, die haar weldra zou volgen en deed dc schoon ste beloften voor de toekomst. De oude hertog liet het beroep op zijn hart niet onbeantwoord. Zoo hij nog twijfel had kunnen koesteren was deze thans geheel verdeven door de wijze, waarop zijne echtgenoote haar beweerd berouw inkleedde, want het was steeds zijne vaste overtuiging ge weest, dat een terugkeer tot het goede alleen mogelijk was door een terugkeer tot dc godsdienstige denkbeelden, welke hij linar steeds had voorgehouden en geleerd. Vrouwe Catharina kende haar «lacht offer te goed om niet te weten wat zij te doen had, wilde zij eiken argwaan verdrijven, terwijl hnrc verdorvenheid groot genoeg was om de godsdienst tot dekmantel te kiezen van hare mie- daden, ja, erger nog, dezen tc ruisbru- ken, om een gruwelstuk mogelijk |te maken dat tot dan eenlg in de geschie denis was, Willem van Egmond, die zich met lijn zoon Fredcrik tc Grave had ge vestigd, vertrouwde echter die schijn heilige betuigingen niet en maakte vsn "t wantrouwen geen geheim. I loe inschrikkelijk Amout ook tegen over zijne echtgcnoote was, toch ver mocht zij hem niet uit het hoofd te praten, dat Adolf waarlijk zoo schuldig was, als men hem in zijne oogea ge maakt had. In deze zaak leende de hertog meer het oor aan zijn broeder, die Item bezwoer, alvorens van eene toenadering blijkt tc geven, een bewij', een zichtbaar bewijs te doen leveren, dat het berouw goed gemeend was. Wordt voortgezet

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1917 | | pagina 1