DE EEMBODE
KATHOLIEK NIEUWSBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN
DINSDAG 15 JUNI 1920.
34»te JAARQANQ No. 21.
Kantoor: Lindegracht 28, Amersfoort.
DE EEMBODE verschijnt Dinsdag-
Vrijdagmiddag.
ABONNEMENTEN kunnen elke week In
gaan, doch opzegging van abonnement moet
geschieden voor den a
kwartaal.
Prijs per drie maanden f0.90 Buiten de
gemeente Amersfoort 10.95. Afzonderlijke
-s 10 et.
plaats kan niet worden gegarandeerd.
Urijmttsclarij.
Dat de Christelijke godsdienst, en
trouwens iedere andere, welke een per
soonlijk God erkent, in wezen en ka
rakter lijnrecht tegenover de vrijmetse
larij moet staan, ligt voor de hand.
In de zoogenaamde „Oude plichten",
die de grondwet der vrijmetselarij zijn,
heet het, en wel op de eerste plaats
„Een vrijmetselaar is door zijn be
roep gehouden, de zedenwet te gehoor
zamen, en als hij de Kunst goed ver
staat, zal hij noch een stompzinnig
godloochenaar, noch een ongodsdien
stig wosstaard zijn."
Naar tegenwoordig zijn vele vrijmet
selaars vau oordeel, dat de „Oude
Plichten" niet meer als blindend moe
ten beschouwd worden. Zelfs het Bun-
desbat, het officiCele orgaan van de
voornaamste der Berlijnsche grootlo-
ges, schreef daaromtrent:
„De Oude plichten zijn als oudste
grondslag der symbolische mctselarij
ook voor het tegenwoordige van hooge
historische beteekenis. Bindend zijn ze
echter voor de tegenwoordige vrijmet
selarij slechts in zooverre, als zij in de
wetgeving der op zich zelf staande
loge-bondeD organiek zijn opgenomen."
Die vrijmetselaais, welke het aange
haald artikel der Oude Plichten nog als
bindend beschouwen, gelooven toch in
den regel niet aan eenen persoonlijken,
bovennatnurlijkcn God. De dieper inge
wijde vrijmetselaars hangen meest allen
een naturalisch-panthiïstisch Godsbe
grip, aan. d. w. z. zij verstaan onder
„God" slechts het samenstel der in de
wereld werkende natuurkrachten of de
natuurwetten en invloeden, die de
ontwikkeling van het heelal in zijn ge.
heel en zijne onderdeelen veroorzaken.
Zij beschouwen den mensch zeiven,
doordien hij de kroon der zichtbare
schepping, is als de hoogste verschijning
van het Goddelijke.
In zooverre deze „verlichte" vrij
metselaars op de hoogte der tegen
woordige wetenschap en beschaving
zijn, ligt hunne geloofbelijdenis ve
in het monisme, d. i. de op de moderne
ontwikkelingsleer berustende „eenheids
filosofie", die een wezenlijk onderscheid
tusschen geest en stof, God en wereld
loochent,
Men zal zeggen, dat de vrijmetse
laars altijd eenen „Bouwmeester van
het Heelal" erkennen.
Gewis, maar zij denken hierbij niet
aan een persoonlijk wezen doch aan
een begrip in den aangeduiden pan-
theïstischen zin.
Met het pantheïstisch werkende na-
tuurprinciep der vrijmetselarij komt de
uitdrukking „bouwmeester van het heel
al" weinig overeen, en daarom verlan
gen consequente vrijmetselaars, wien
deze tegenstrijdigheid tusschen zaakeD
benaming niet aanstaat, zooals Br.
Findel, dat men den „bouwmeester van
het heelal" eenvoudig late vallen, want
dit „symbool" is „mr^onniek volkomen
onhoudbaar."
,De aanroeping van den Grooten
Bouwmeester in de Loges," zoo be
sluit dezelfde die in de studie van het
logewezen vergrijsd is, „heeft bijna al
tijd de beteekenis van een stoplap, als
den redenaar de gedachten gaau ont
breken ze is meest louter lippen
dienst, zelden de uitdrukking van een
echt godsdienstig gevoel."
En zei s de groot Dultsche Lands-
loge te Berlijn, die door BBr.', van
andere genootschappen als de voor
naamste vertegenwooidigster der „Chris
telijke grondstrooming" in de vrijmet
selarij heftig wordt aangevallen, ver
klaarde het eens te zijn met liet Gods
begrip volgens Spencer-Littré, zooals
in den boezem de Belgische vrijmetse
larij herhaaldelijk werd uiteengezet.
Constquente vrijmetselaars, wien het
met de volleeige ontwikkeling van het
humaniteits-beginsel ernst is, beschou
wen God, zooals Hij in den Christelij-
ken, persoonlijken zin erkend wordt,
als den voornaamsten hinderpaal tegen
den vooruitgang.
Den godsdienst, die een bovenaardsch,
bovenmenschelijk wezen tot karakter
heeft, noemen zij „het gilt der volkeren."
Spreken de vrijmetselaars dus van
het Goddelijke, dan verstaan zij daar
onder niet anders dan het louter men-
schelijke. „Godsdienst" is voor hen het
aankwecken der gevoelens, welke naar
hunne wijze van zien de menschen on
derling moeten verbinden en veredelen.
Is alzoo voor de vrijmetselaars het-
liver menschelijke het hoogste ideaal,
het veihevenste richtsnoer, dan moet
hun het geloof aan een bovenmensche-
Iijken God en iedere op deze erkenning
rustende godsdienst als het gevaarlijkste
sn verderfelijkste bedrog en bijgeloof
voorkomen, dat met alle middelen moet
worden uitgeroeid.
Zulks is dan ook op velerlei wijze
iltijd het streven der Loge geweest.
Binnenland.
Het Duitsche stoomschip «Santa
Theresa*, dat met salpeter geladen
was en gesleept werd door de Engel-
sche sleepboot >St. Boswells* van
Chili naar Hamburg, geraakte in het
mijnenveld bij Terschelling, De sleep
boot liep op een mijn en zonk binnen
twee minuten. Zestien man der equi
page verdronken w.o. de kapitein en
het rnachlnepersoneel.
Op het noodsein der »Santa The-
sa« vertrok oogcnblikkelijk de sleep
boot »Storteinelk II* ter assistentie,
even later gevolgd door de sleep-
booten »Trxel« en Wodan*. De
•Stortemclk II* maakte met den kapi
tein een bergiDgscontract, waarna de
Santa Theresa* door de sleepbooteo
•Stortemelk* en «Texel* uit het mijn-
veld werd getrokken en nu door vier
sleepbooten naar Nieuwediep werd
gesleept.
De volkstelling die dit jaar moest
gehouden worden is tien jaar uitge
steld, -wegens dc hooge kosten van
administratie en materialen.
Er
bij de Federatie
R. K. Diocesane Bonden tot bevorde
ring der christelijke matigheid en tot
bestrijding van het alcoholisme aange
sloten 5 Diocesane Krulavcrbonden
met 383 afdeelingen en 27097 leden,
n.l, 5172 geheelonthouders, 18937 af
schaffers en 2537 Paulisten 5 Dloce-
ie Mariabonden met 347 afdeelingen
48.518 leden, bestaande uit 7.333
geheel-onthoudsters en 40.980 af-
schafsters.
sectie »St. Franciscvs* van So-
br gtas (Spoormann.-geheel-onthoqders)
telt 673 leden, allen geheel-onthouders,
bestaan 4 Priestcr-Krulsverbonden,
in Utrecht, Hértogenbosch, Breda
Roermond, met 856 leden en 86
geheel-onthouders en 770 afschaffers.
De Jeugdorganisatie der 5 Diocesane
Krui9verbonden telt 194 Jongencbon-
den (Adspiranten-afdeelingen) met 7742
leden, van welke 6672 geheel-onthou
ders en 978 afschaffers.
De Jeugdorganisatie der 5 Dioc,
Mariabonden telt 219 Meisjesbonden
(Adspiranten-afdeelingen) met 12138
leden, van welke 9580 geheelonthoud
ers en 1596 afschafsters.
In de 5 Bisdommen hebben de
plaatselijke Maria-vereenigingen als
onderafdeelingen 251 St. Annaveree-
nigingen met 25.485 gezinnen en
73871 kinderen.
Tot het Sobri'ilasleger behooren te-
Jiieo n itn 176.000 personen.
Uit een zweefmolen geslingerd. Op
de kermis te Deventer is het 7-jarig
zoontje van G„ door het grijpen naar
zijn pet die afwaaide, uit een zweef
molen gesiingerd en doodeljjk aan het
hoofd verwond.
Op het landgoed Tongeren nabij
Epc werd deze week een vossenjacht
gehouden. Er werden vier vossen, waar
onder een gr ote moervos, geschoten.
Men meldt dat de Landelijke Fede-
ra ie van de Bouwvakarbeiders aan de
Regeering een schuld heeft van f600,000
wegens ten onrechte ontvangen werk-
loosheidsuitkeeringen, welke nu moeten
'en terugbetaald. In verband met
verwachten uitsluiting in de bouw
vakken is dit voor de Federatie een
groote strop.
Bij uitspraak van den Centralen Raad
van Beroep werd in het geschil, onstaan
tusschen den voorzitter van den Raad
Arbeid te Utrecht en E. C. V. te
Maarssen, verstaandat de zoons en
dochter van laatstgenoemde niet verze-
keringplichtig zijn krachtens de Invali
diteitswet wegens hunne we-kzaamheden
voor hem en R. C. V. voor hen geen
premie verschuldigd is, op grond; dat
in het algemeen kinderen, die vao hun
ouders vrijen kost, Inwoning, kleeding
zakgeld genieten, en werkzaam zijn
het bedrijf of de huishouding dier
ouders, niet kunnen geacht worden met
huu ouders een arbeidsovereenkomst te
hebben h'sloten; dat immers
ichten van die werkzaamheden voort-
vloeit uit familieverbanddat wel is
waar in bepaalde gevallen zich omstan
digheden kunnen voordoen, welke tot
het bestaan van een arbeidsovereen
komst zouden moeten doen besluiten,
in het onderhavige geval niets
van zoodanige omstandigheden is ge
bleken.
Men verzoekt ons van bevoegde
zijde het volgende bericht op te neme
Het geval kan zich voordoen, dat
de financiuele omstandigheden van
iemand, die op 3 December 1919 den
leeftijd van 65 jaar had bereikt of over
schreden en een aanvraag om rente als
bedoeld In artikel 28 der Ouderdoms
wet 1919 indiende, waaijp door het
Bestuur der Rijksverzekeringsbank een
afwijzende beslissing werd genomen,
omdat hij zelf of zijn echtgenoot in de
vcmogensbelasting over het dienstjaar
1918/1919 of (en) in de Rijluinkomaten-
belaiting over bet dienstjaar 1918/1919
of het dienstjaar 1919/1920 was aan
geslagen naar een inkomen van f1200.
of meer, of van Iemand, die op grond
van den belastingaanslag geen aanvraag
om rente deed, wijziging is gekomen,
waardoor zijn vermogen of Inkomen
daalde in die mate, dat bij niet langer
in de vermogena of (eo) in de Rijks-
inkomstenbelasting wordt aangeslagen
lar een Inkomen van t 1200.— of meer.
Ingevolge artikel 33 der Ouderdoms
wet 1919 heeft een dergelijk persoon
alsnog recht op de rente ex artikel 28,
wanneer hij aantoont, dat hij zelf of
zijn echtgenoot niet langer in de ver-
mogensbelasting of in de Rijkslokom-
stenbclasting naar een inkomen van
f 1200.of meer is aangeslagen.
Het is dan in zijn belang, dat hij
zoo spoedig mogelijk, d.w.z. op den
dag, waarop zijn vermogenstoestand of
zijn inkomsten verandering ondergingen
of zoo spoedig mogelijk daarna een
aanvraag om ouderdomsrente indient,
of, mocht hij reeds eerder een aanvraag
om rente hebben ingediend, waarop
door het Bestuur der Rijksverzekeriqgs-
bank afwijzend werd beschikt, een
tweede aanvraag om rente indient. Met
die indiening moet hij niet wachten,
tot de aanslagbiljetten zijn uitgereikt ol
op het eventueel door hem ingediende
bezwaarschrift of verzoek om ontheffing
is beslist, omdat in dit geval dc rente
ipgaat op den dag van de indiening
der op de veranderde omstandigheden
gegronde aanvraag (artikel 33, 2e Ud
der Ouderdomswet 1919).
Hij kan dan later, d.w.z. zoodra
hg een beslissing op zijn eventueel ver
zoek om ontheffing ontvangt of wel
in aanslagbiljet ontvangt beneden de
de wet genoemde grens of wel ia het
Scheel niet meer aangeslagen wordt
e stukken of bewijzen, waaruit
een en ander blijkt, aan de Rijksver-
zekeringsband toezenden.
Voor verdere inlichtingen kunnen be
langhebbenden zich weden tot de tus-
scbenpcrsonen of tot het kantoor van
den Raad van Arbeid.
door de toiletten te ontdoen van
alles wat zweemt naar het ordinaire en
het losbandige en er voor in de plaats
te stellen het deftig* ;en eenvoudige,
welke de ware schoonheid kenmerken,
ten einde den goeden smaak van onze
Nederlandsche wouwen te bevorderen
te ontwikkelen
Ie. door uit uwe étalage* en prijs
couranten toiletten en modellen te weren
die door hunne onwelvoeglijkheid een
verderfclijken invloed uitoefenen op de
Jeugd en het schaamtegevoel doen af
stompen.
Van haar kant ipoort <le Federatie
hure leden en die der bg haar aange
sloten vereenigingen met aandrang aan,
hare inkoopen slechta te doen bij die
firma's, van welke algemeen bekend is,
dat zg de beginselen van zedigheid en
fatsoen hoog houden.
^Voorjaar 1920.
Namena het Dag. Bestuur:
F. «TEENBERGHEENGERINGH,
Voor*.
A. M. KLEIPOOL, Secretaresse.
lezen wg den volgenden oproep
Aan dt Costmmtris, Dames-klter-
makers en dt Directie's dtr Lingerie-
en Modemagaajf'ntn van Vrouwen- en
Ktnderkletding in Nederland.
De Federatie van Diocesane R. K.
Vrouwenbonden in Nederland, vertegen
woordigende luim 35000 persoonlijke
leden, waarbij bovendien zgn aange
sloten alle Nederlandsche R.K.Vrouwen-
vereenigingen van ons Vaderland, doet
een dringend beroep op Uwe mede
werking om een einde te maken aan
de onwelvoegelgkheid en de onzedig
heid van de hedendaagzche mode:
le. door geen modellen te vervaar
digen of ten vrrkoop aan te bieden,
die de zedigheid kwetsen
2e. door te breken met het gebruik
van onbehoorlijke •décolletés*, over
dreven nauwe of korte rokken door
geen verkeerd gebruik meer te maken
doorschijnende weefsels;
Amersfoort
Ook in de parochie O. L. Vrouw
Hemelvaart woidt nu een melajcspa-
tronaat gesticht. Ken commissie is
daarvoor werkzaam en Woensdagavond
7 uur zal In 't Patronaatagebouw aan
de Elleboogsteeg een samenkomst
worden gehouden, waartoe dc betrok
kenen werden uitgenoodigd.
Op de markt: zandaardappelen f4
.1 f5 per bcct.l.hoendereieren f 12 A
f13 per 100 *L; grasboter f2.50 1
f2.70 per kg.; duiven f 1.50 4 f 1.80
per paar; kippen 12 4 f3, piepkuikens
10.40 4 f 1.50, oude eenden f 1.30 4
f2.50, tamme kongnen fl 4 f2.50,
magere varkens 160 4 f120, drachtige
zeugen f200 4 f450, biggen 130 4
f60, zeugen f180 4 1250 per stuk.
Aanvoer: 30 heet. zandaardappelen,
70.000 stuks hoendereieren, 250 kilo
grasboter, 25 magere varkens, 200
biggen en 30 zeugen.
De Burgemeester brengt ter Icennis
van belanghebbenden, dat op 17 dezer
en op 1 en 29 Juli a.s. op het militaire
oefeniogsterrein op de I.eusderheide
eene schietoefening met scherp met een
batteig houwitsers gehouden zal worden.
De vurende batterg zal zgn opgesteld
ongeveer in de lijn reservoir waterleiding
op de Stompen, Piramide van Auster-
litz en pl.m. 800 M. Z.O. van den
straatweg naar Amersfoort en zal in
Zuid-Oostelgke richting schieten.
De onveilige strook zal zgn afgeba
kend door roode vlaggen en een lgn
van posten met witte vlaggen.
Wanneer geschoten wordt, zal op de
gzeren uitkgkpost nabg het spoorweg
kamp de nationale vlag gcheschen zijn.
Vermoedelijk zal het schieten ongeveer
11 uur voormiddag aanvangen om 13.30
namiddag eindigen. Verder vestigt hg
de aandacht op het gevaar, eventueel
niet-gesprongen projectielen aan te
raken of op te rapen.
Geboren Johannes Hendrikus, s. v.
W. J. v. d. Berg en M. C. Schuiten
Willem, z. van R. v. Gulik en J, M.
Bleyenburg Cornelia Janna, d. van
W. Schouten en J. Zevenboom
Hendrik, z. van W. M. van Egdom
J. J. Mol Angenient, d. v. H.
van Meetoren en E. Veencndaal
3' Aan
•Ik weet 't niet, meester
Vertel alles
•Wg waren heengegaan,
tijger te jagen. Zes mijlen van hier
vonden wij hem. Door Hoerti's schot
gewond, vluchtte hij naar het zuiden.
Vier uur lang volgden wg zgn spoor.
Tegenover Raimangal stortte hg zich
te water en bereikte bij de bananen
het kreupelhout. Ik wilde terugkecren,
maar Hoeiti weigerde. Hij meende,
dat. nu de tijger gewond was, hij ge
makkelijk zou te vangen zgn. Wij
zwommen de rivier over en op het
eiland scheidden wij, om den omtrek
ie onderzoeken. De nacht daalde reeds,
tusschen het loof was het reeds don
ker en overal heerschte een geheim
zinnig stilzwijgen. Plotseling weer
klonken de schrille tonen der ramsinga.
Nauwclgks had ik honderd schreden
afgelegd, toen ik een hartverscheuren-
den kreet hoorde. Deze kreet
Hoerti
Met het geweer in de hand, stortte Ik
in den Dschoenget en kwam spoedig
bg de bananen. Hier lag de arme
Hoerti op zgn rug. Ik riep hem, maar
hg gaf geen antwoord.*
En wanr ws» hij gewond?*
Ik zag op zijn geheel lichaam
geen wond.* En hebt ge niemand be-
meikt
Niemand, zelfs geen geluid hoorde
ilr. Ik werd bang, wierp me in de
rivier, zwom hanr over, waarbij ik mijn
veer verloor en kwam weer terecht
d/n Dschoengcl. Ik geloof dat il<
zes mijlen geloopcn heb, zonder adem
te halen, zoo bang was ik,«
II.
Een diep stilzwijgen volgde op bet
treurige verhaal van den Ind'Iir. Tremal-
Naik was plotseling stil geworden.
Het hoofd op de borst gebogen, het
voorhoofd gefronst, dc armen over
elkaar geslagen, wandelde hij op en
neer voor de hut. Kammamoerri,
sprakeloos van schrik, staarde naden
kend voor zich uit, zelfs de hond lag
zwijgend naast Darma. De schrille
tonen der ramsinga schrikten den
slangenjagcr uit zijn gepeins op. Hij
hief het hoofd op, wierp een blik op
den Dschoenget, waarboven een dichte,
verpestende nevel hing, keerde ^ich
om en vroeg ruw, terwijl hij op Aghoer
toeliep»Hebt gij nooit de ramsinga
gehoord
•ja wel, meester, maar slechts een
enkelen keer.*
-Wanneer dan
Vóór ongeveer zes maanden, in den
nacht, toen Tamoel verdween.
•Gelooft gij, evenals Kammamoerri,
dat 'i een ongeluk voorspelt
•Ja, meester I*
•Goed,* zei Tremal Naik, •Kamma
moerri, neem de roeispanen ter hand I-
Wat wilt ge doen, meester?-
vroeg de Maharat.
Ik ga naar dco banaan I*
•O, doe dat niet, meester I* riepen
de beide Indiërs.
Tremal-Nnik beach iuwde hen met
vlammende oogen. »De slangcnj iger
beefde nooit In zijn leven en zal ook
hedenavond niet beven. Naar de boot,
Kammamoerri,* riep hij op een toon,
die geen tegenspraak duldde.
Kammamoerri nam een paar roei
spanen en ging naar den oever. Tiemal-
Naik ging de hut binnen cn nam een
lang geweer met versierden loop van
den wand, Hij voorzag zich van kruit
:n stak zijn lang mes in zijn gordel.
Aghoer, gij blijft hier,* zei hij, naar
de deur gaande. »Ala wij in twee
dagen niet terug zijn, volgt gij ona
met den tijger of Punthy naar Rai
mangal.*
•Stoot afl* zei hij.
Beiden sprongen in de boot en
roeiden langzaam, eu zwijgend heen.
Diepe duisternis heerschte op de Sun-
derbarids en den Mangalstroom. Rechts
]links groeiden dichte, stekelige
bamboes, waartusschen tijgers knorden
en slangen sisten, In de verte echter
teekenden zich eenige boomen donker
tegen den horizon nt. Een drukkend,
geheimzinnig zwijgen heerschte alom.
Tremal-Nnik lag achter in de boot,
zwijgend bield hij het geweer in de
hand. Kammamoerri zat midden in de
boot en liet den kleinen gonga vliegen,
die een vurlgen streep achter zich ilet,
alsof hel vergiftige water met phos
phor vermengd was. Bijna elk tuigen
blik hield bij op met roeien, lag met
ingehouden adem op den loer cn vroeg
den slnngenjsger, of hij niets gehoord
of gezien had. Reeds een half uur be
vonden zij zich op de rivier, toen hei
stilzwijgen onderbroken werd door dt
ramsinga. Het kwam van den rechter
oever en van zoo nabij, alzof de
speler slechts honderd schreden ver
wijderd was.
-Haiti* duisterde Tremal-Naik.
s was het bevel hei
gevloeid, toen een ander
ramsinga de eerste beantwoordde,
maar op veel grooteien afstand. Hi
speelde een treurige melodie, terwj
de eerste lustig was. Waarom echter
speelden de beide instrumenten zoo
verschillend Was het misschien een
ignsal Kammamoeri vreesde het.
Meester I* zei hij, »wij zijn ontdekt l«
Waaischijnlijk,* antwoordde Tremal-
Naik, die opmerkzaam luisterde.
De Maharat greep naar de roei
spanen. de gonga vloog vooruit en
bereikte spoedig de plaats, waar de
bedding der rivie- nauwer werd,
Een landtong stak in de baai voor-
t, en een reusachtige alleen staande
boom hief trotsch zijn kruin ten
hemel.
-De banaan I* riep Tremal Naik.
-Wee* niet bang, Maharat) Laat de
roeispanen rusten en laat de boot
alleen op 't eiland aanvaren. Misschien
is iemand in de nabifheit'
De Maharat gehoorzaamde. Hij
vlijdde zich neer op den bodem van
de gonga, welk voorbeeld dou.
Tremal-Naik gevolgd werd. De boot.
gegrepen door de sterke strooming,
dreef tegen de noordelijkste punt van
het eiland Raimangal, de woonplaats
der geheimainnige wesens. die den
armen Hoerti vermoord hadden.
Een diepe stilte heerschte op dl*
geheimzinnige» plaats.