PONNE SCHIMMEN iHflchroom Priicius DE EEMBODE KATHOLIEK NIEUWSBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN TWEEDE BLAD VRIJDAG 26 NOVEMBER 1920 Eon wandeling door Oud» Jlmtrsfoort (1770). Door T. PLUIM. IV. Than* beschrijft de gids de Katholuke kerken. Hij zegtDe Roomschgecinden hebben vier plaatsen tot uitoefening van hun Godsdienst, n.l. één aan 't Zand, op den hoek van 't St. Aagtenstraatje, één in de Muurhuizen tusschen de Lange- straat en 't Kerkstraatje, één op de Langegracht in de Krommenelleboog- "steeg en één mede aan 't Zand, bij of omtrent het kerkje van het St. Aagten klooster, De twee eerste kerken be- hooren aan de zoogenaamde Jansenisten en hebben elk een Priesterde twee anderen worden ieder bediend door een geordenden Priester, die een kapelaan onder zich heeft. In 't jaar 1726 heeft men den Joden ook vergund een geschikte Synagoge te bouwen. Zij heeft haar ingang aan 't eind der Kortegracht, niet ver van de Viscbmarkt. Aan de wesrajjdc van de Bloemendaalsche Poort is het Jood- sche Kerkhof. GASTHUIZEN. Het Sl. Pieten Gasthuis staat op den Singel bij het Spui't werd reeds in 1390 gesticht door eenige voorname burgers ten behoeve van arme zieken, die hulp en oppassing noodig hadden. In den beginne was het niet groot, maar in 1533 werd er een nieuw gast huis gebouwd, sedert welken tijd er meer dan 70 oude lieden in verpleegd werden. Tegenwoordig (dus in 1770) worden er 12 oude mannen en 12 oude vrouwen in onderhouden. Het gebouw is zeer ruimhet heeft een torentje met een luikiokje. Voorts is er een kerkje, waarin nog in de voorgaande eeuw door de Hervormden gepredikt werd, en een kerkhof, waarop de dooden van 't huis begraven worden. Oudtijds had men een afzonderlijk Melaatsch- of Lasarushniseven buiten de stad, waar de Gasthuisbroeders het opzicht over hadden doch dat huis is in verval geraakt en zijn de inkomsten aan het Gasthuis afgestaan. Men ziel buiten de Kamppoort nog een Herberg, die het .Lazarushuis, genoemd wordt. Het Sacraments- of Bloklands Gast huis, staande aan de Langestraat tus schen de Nieuwe- en de Stoovcstiaat, werd in 1573 gesticht door den Heer Wouter van Blokland en zijn huisvrouw Johanna Piek. Het dient tot huisvesting en onderhoud van 12 arme oude mannen, burgers der stad. Het St. Elisabeths Gast- of Zieken huis, in de Muurhuizzn tusschen de Korte gracht en de Schoutcnbrug werd in 1577 gebouwd tot hulsvesting en genezing van behoeftige zieken. Het staat onder het bestuur van 3 Regenten en 9 Regentessen, die allen van den Roomschen godsdienst zijn en een man en een vrouw aanstellen om U) 't huis te wonen en de bedlegerigen op te passen. Het H. Geesthuisgewoonlijk de Pot genoemd, staat in de Achterkamp in 't noordoosten der stad. Het is door een muur omsloten, waarin nog een kapel staat, weleer aan St. Rochus ge wijd, benevens het Pesthuis, terwijl nog eenige kamers en keukens van 't Pest huis zijn afgescheiden om besmetting te voorkomen.' In dit Huis werd oud tijds een pot met warm eten werd ge kookt en aan de armen uitgedeeld'; vandaar de naam. Uit de inkomsten worden eiken Zaterdag in de St, Joris- kerk giften uitgedeeld aan de huis- aittende armen, n.l. 5 pond roggebrood. 3 pond tarwebrood en po ml bnerr. In het jaar 1552 werd er ook een Weeshuis gesticht, in 't noordelijk deel der stad aan den Singel, voornamelijk uit een gift van Katharina Somers. Doch in 1611 werden de weeskinderen over gebracht naar can voormalig klooster van Reguliere Kanunniken, Marienhof geheeten, en staande op een plaats, die ondrijds de Haag genoemd werd. aan de Singel bij de standsmuren. De inkomsten van dit klooster werden toen ook tot onderhoud van het Weeshuis bestemd. Ook wordt er, tweemaal per jaar door twaalf leden der stadsregeering een inzameling van geld langs de hui zen gehouden. Landbouw. aar zelden een oplossing is te vinden. Het kindervraagstuk h» nijpend. Veel jongelui zien tldig in, dat ze zoo stiel mogelijk 't bedrijf nloeten verlaten en trachten dit ook te doen te sjjn lang sleChsten niet, die heengaan De groote massa jongelui kan dat evenwel niet. omdat se te weinig geleerd heb ben wat hen geachrkt mankt voor an dere bedrijven en die moeten dus op 't land blijven hangen. Er is alzoo een groot overschot op 't platteland dat er geen behoorlijk bestaan kan vinden. Voor die jongemenschea moest, een goed heenkomen kunnen ge vo ml én 'orden. 't Arbeidersvraagstuk Is niet minder moeilijk. De landarbeiderskinderen blij- i zoo min mogelijk op 't land, omdat In andere bedrijven meer kunnen ver dienen en de stad meer genoegens geeft. Worden deze vraagstukken niet cm- ntig onder de oogen gesien en pakt verbeteringen niet krachtig aan, dan wordt de positie van den landbouw en daarmede ons nationaal bestaan met den dag ongunstiger. VerbeUren. De boer en de stedeling, ze hebben belden een verschillend geestesleven dat verschil vloeit voort uit 't econo- nomisch en vooral sociaal milieu, waarin n leven. Dal verschil is zóó groot, c elkaar niet kunnen begrijpen begrijpt elkaar niet, omdat men zich niet in elkanders toestand kan :rplaatsen. Daarom kunnen hervormingen nooit uit de stad aan 't land worden voor geschreven. Alleen dat zal ged^en, wat inderdaad wortelt in 't landleven. Er 'olgt ook uit, dat de boercnitand, de plattelandsbevolking, niet streven moet de stadsbevolking na te volgen, want de levensvoorwaarden zijn te verschil lend, Wat in dc stad kan, lukt lang niet altijd op de het land en ook om- Toch vraagt 't platteland, de boeren stand ernstige hervormingen, want be halve wat technischen vooruitgang ia er sedert eeuwen geen wijziging van beteekenis in het boerenbedrijf gekomen de levensvormen zijn wat oudgeworden, i zelfs verouderd, paar brandende kwesties op het grondgebruik en grond bezit het kindervraagstuk en het bo^- renerfrechthel arbcidersprobleem. Om deze kwesties draait alles. Op den boerenstand rust 't noodlot, dat de kin deren, zoo zij in 't boerenbedrijf blijven, steeds in ongunstiger omstandigheden geraken dan hun ouders. Door 't erf recht worden de bedrijven gesplitst of de zoon. die oen vader opgvolgt, wordt bypolbeekboer, zoo er meer kinderen :ijn, die voor hun eifdeel moeten worden ilgekecrd. Kan in 't burgerlijk leven iedere ji gen het verder brengen dan zijn vader, de beerenzoons zijn gebonden aan 't stuk grond, dat vader voor hen nalaat' Dtt stuk is te klein er naarmate e' kinderen zijn. De grootste moei lijkheden doen zich gewoonlijk ook al voor als de zoons den huwbaren leeftijd hebben bereikt, en tot dien leeftijd bij vader in bedrijf zijn geweest. Waar zal de zoon een eigen huishoudeu kunnei opzetten Gewoonlijk loopt het dan ui op een „in-trouwen" bij de ouders. Bijni iedere boerenfamilie komt voor deze ei soortgelijke moeilijkheden, Godsdienst. Epistel en Evangelie EERSTE ZONDAG VAN DEN ADVENT. Broeders! Wij weten, dat het reeds daar is om uit den slaap te iwaken. Want nu is onze zaligheid er nabij dan toen wij het geloof aannamen. De nacht is voorbijgegaan, :n de dag genaderd. Laat ons dan ifleggen de werken der duisternis en aandoen de wapenen des lichts I Laat als bij dag, eerbaar wandeleh, niet asserijen en dronkenschap, ni- in slaapvertrekken en oneerbaarheden, niet in twist en afgunst'maar doet aan den Heer Jesus Christus. EVANGELIE rolgens den H. LucasXXI, 2533. fn dien tijd sprak Jesus tot zijne leer- L lingenEr zullen teekenen zijn aan aarde ontsteltenis der volken door ver vaardheid wegens het bruisen van zee en golven, als de inenschen uitdroogen van angst en verwachting wat der ge- heele wereld zal overkomenwant de krachten der hemelen zullen geschokt worden. En dan zullen zij den Zoon des menschen zien komen in eene wolk, met groote macht en majesteit. Wanneer deze dingen beginnen te gebeuren, dan naar omhoog en heft uwe hoofden op, want uwe verlossing is nabij. En Hij zeide hun eene gelijkenis Ziet den vijgeboom en al de boomen als zij reeds vrucht uit zich doen voort komen, dan wert gij dat de zomer nabij is. Zoo ook gij. als gij deze dingen zult zien geschieden, weet dan, dat het Rijk Gods nabij is. Vaarwaar, Ik zeg udit geslacht zal niet voorbijgaan, totdat alle' geschiedde. Hemel en aarde zullen bijgaan, maar mijne woorden zullen niet voorbijgaan. Aartsbisdom Utrecht. Z. D. H. de Aartsbisschop Utrecht heeft aan den Weleerw. heer N. V. Centrale Crediet- en Landbouwbank ARERSFftRT, Kertegr. Tll W 963 UTRECHT, Til. Intsrc 460 80EST,Jf«# Wesdastr 206, Tal. lat. SCHERPCKZEB.. Tal. latere. 6. Telegramadres „Credo" hnlniln H IwiUiiijii ««««Éi Brian In Mil Safe Depssit. STOOM-APPENDAGES PIJP-AFSLUITERS PAKKING EN VERDERE MACHINEKAMER BEHOEFTEN Tel. 169 Vlasakkerwej 52° B. M. Brrcndscn op zijn verzoek gezondheidsredenen eervol ontslag verleend als pastoor le Grocesen, eo heeft benoemd t pastoor te Groessen, den Wel eerw. heer j. L. M. Hoorneman tot pastoor te Amersfoort (H. Franc. Xav.) den Weleerw. heer C. Hartman tot directeur aan het Seminarie Rij senburg den Weleerw. heer H. F.! Frank tot paatoor te Vinkeveen, den Wel eerw. heer H. Campman tot pastoor te Avcrecst, den Wel eerw. heer A. H. Meijer; tot pastoor te Hengelo 'O. (H. Lam- bejtus), den Weleerw. heer A. J. Wez enborg tot pastoor te Amhetn (H. Eusebius). den Weleerw. heer H. Mocking tot pastoor te Bemmel, den Weleerw. geer W. J. M. Grimmelt tot pastoor te Steenderen, den Wel- :rw. G. B. Ellenbroek tot kapelaan te Utrecht (H. Ludger), den Weleerw. heer A. Th. G. Hamers tot kapelaan te Hilversum (H. Vitus), den Weleerw. heer M. F. Batenburg. Godsdienstige Voreenlgingen. De verschillende godsdienstige ver- eenlgingen, waarin men zich verbindt tot liefdewerken, vrome oefeningei gemeenschappelijke gebeden, behooren tot de heerlijkste bloemen van katholieke leven. Zij vernieuwen zekeren zin het leven en den ijver der eerste Christenenzij zijn de uitdruk king en opwekking van echte broeder liefde, versterken de macht van het goede voorbeeld en bieden gelegenheid bekrompen menschenvrees te over winnen zij vcrecoigcn de menschen, welke door wereldlijke betrekkingeo. stand en roeping in dit leven gescheiden zijn, in geestelijke gemeenschap en Christelijke gelijkheid en bewerken een heilxamrn wedijver in werkdadigr vroomheid en een Gode welgevallig leven. Men denke slechts aan de Vin- cenlius-vereenigingen, de Maria-Congre- gatién, de verschillende Missie-vereeni- gingen, enz. enz. De geestelijke Orden en de Geloften. De geloften z(n een vrijwillige ver bintenis tot het opvolgen der drie Evan gelische raden: de «^willige armoede, eeuwige zuiverheid en volkomen ge hoorzaamheid onder een geestelijken overste. De geloften zijn de grondslag van den rellgieueen staat, waarin naar Christelijke volmaaktheid wordt ge streefd. Als de Christen de liefde van Christus en het offer op den Calvarie berg overweegt, dan rijst voor zijne ziel de vraag van den Psalmist»Hoe tal ik den Heer vergelden, alles, wat Hij voor mij heeft gedaan?" Kn aitverfco ren zielen, door Gods genade versterkt oepen uit met den H. Apostel Thomas •Laat ons gaan, om met Hem tester- ven (Jo. II, 16), d.w-e. arm worden met den Arme. verstorven met den Ge kruisigde, gehoorzaam ir isme. Dit la de bete» Katholiek kloosterwezen. Deze navol van Christus Is, evenals Christus voor de wereld een steen des aanstoots, een ergernis en een dwaas heid. En toch heeft het tegenwoordig geslacht het grootste en belangrijkste deel ham beschaving aan de kloosters De wereld heeft vooral weinig gevoel voor de beschouwende orden, waarvan de leden een leven van gebed, afzonde ring en boetvaardigheid leiden. En toch zijn het juist deze orden, die van groot nut zijn voor de maatschappij, daar zij door het gebed Gods genade en ont ferming over de zondige wereld af- ameeken en door haar voorbeeld boet- 'aardigheid en wereldverachting pre- I HARRY SHARPE HOOFDSTUK. I. Een elag In het gezicht. Ben Collester was juist, op don dag af, één jaar in den Algemeenen Bestel lersdienst geweest, toen er iets ge beurde, dat hem geheel van streek bracht. Zijn weg voerde hem dien dag in de nabijheid der Vijfde Avenue dei groote wereldstad New-York, alwaar hij een brief had af te geven aan de deur van een groot en fraai Ingericht (tuis. Hij gaf een krachtigen rul bel, wachtte een poosje en belde toen nog eens, onderwijl de kraag van zijn jas hoog optrekkend, om zich tenminste eenigszins te beveiligen voor den ijzig kouden, scherpen wind, die hem onop houdelijk sneeuw en stukjes ijzel in het aangezicht joeg. Twee keer gebeld en nog geen ge hoor I Zulk een woning heelt toch ge- woonlijkjeen huisknecht, of ten minste iemand wiens taak het is op de bel te letten, en ze moeten al heel „groen" zijn, als zij de gebiedende oproeping van vast post- en telegraaf beambte niet herkennen. „Mj ook goed", zeide bij eindelijk, de hooge stoep weer afgaande. »Ik heb mijn plicht gedaan, en als ze nu hun brief nog verlangen, dan kunDen ze er zelf om sturen. In ben niet van plan als een uilhangkord te blijven aan, om den gcheelen nacht door -eeuw en hagel beschoten te worden.» Juist was hij de stoep af, toen hem iemand tegen kwam, die hem staande hield. Het was een jonge i kleine, flctsblauwe oogen, die er op dit oogenblik rood en waterig uitzagen, alsof hij óf erg aan het pierewaaien geweest was, óf geruimen tijd tegen den stormwind in had geloopen. Heilo daar!» zeide de jonge mai ije hebt geen gehoor gekregen, is hi wel? Waarom ga je dan weg zonder je boodschap te hebben achtergelaten Ik heb drie keer gebeld en vijl minuten gewacht. Dat is meer dan van mij verlangd wordt,* zei Ben. Loop rondom was het ruwe ant woord. Als je een brief of boodschap hebt af te geven, dan is het je plicht dit te doen. Geef op wat je hebt!» Zljt gij Horace Underwood vroeg de knaap, niet zeer ingenomen met de manieren van den jongen man. Ik ben de zoon van Horace Under- wqod,» antwoordde de ander. »Hoe weel ik of dat waar Is? Het huis scheen onbewoond ik moet het aan iemand in dat huls geven, ma niet aan den eersten den besten die mij op straat naar vraagt». Als je mij uit het huis had zien komen, zou je het mij dan gegeven hebben Jawel, als u eerst mijn boek had afgeteekend.» In orde hoorik zal doen wat j» verlangt. Kom maar weer mee en be dan nog eens, ventje ik zal Je boek a'teekenen en je ook nog iets ter her innering geven op den koop toe.» Ben wachtte totdat de man de stoep was opgegaan, de deur met een sleutel, dien hij uit zijn z«k haalde, geopend hnd en liet huis was binnengegaan. Het schijnt alles in ortlr le zijn, ofschoon hij er allemschtig vcrloopen uitziet voor zulk een fijnen messleu». zei Ben tot zichzelven, terwijl hij an dermaal aan de bel trok. De deur werd nu onmiddelijk ge opend en de jonge man, die hem op straat had aansproken, stond voor hen en keek hem met een kwaadaardige! grijnslach aan. •Geef nu op je boodschap,» «el hl). Jawel, eerst teekenen.» En Ben opende zijn boek en wees op een oog oningevulde plaat* tegen over naam en datum van den brief. Underwood teeker de, nam de enve loppe en wilde de deur sluiten, Ben keerde zich reed* om, om weg te gnan, ofschoon hij eigenlijk op een fooitje voor zijn extra moeite had ge rekend. Ben Collester had nooit zooveel centen dat hij niet meer wist mee te doen. Hei daar, wacht eens even Undderwood eensklaps uit. »Ik heb Je beloofd dat ik je «ets geven zou ter herinnering aan mij.» grinnikte hij, hij had een alleronaangenaamste manier im, zoodra hij sprak of glimlachte, ilke tand en kies die hij in zijn mond lad te laten zien, Ja, dat hAdt u mij beloofd, maar i wilde er natuurlijk niet om vragen, tel Ben. Kom dan maar hier,» «ei Under wood. Hij haalde zijn beurt te voor ichijn, doch In plaats van er iet» uit te haten, boog hij ilch eensklaps voor over en gaf den bestellersjongen met de vlakke hand een gevoeligen *l»g In het gezicht. Ben wankelde met een kreet van pijn achteruit. De deur werd voor zijn neut dicht geslagen en men hoorde de stem Underwood, die hem nog toeriep •Ik had je gesegd dat ik je tcta ter herinneringgeven zou. kleine puck-hond, nu heb je wat!» Ben's bloed kookte letterlijk van woede. Hij keek haastig rond naar een of ander projectiel en wanneer hij dit op dat oogenblik bin nen zijn bereik gezien had, zou niet geaarzeld hebben een der groote spie gelruiten van het fraaie huis in te gooien. Nou, ik wil wel wedden dat ik je niet gauw vergeten zalschreeuwde hij zoo hard hij kon. En toen, beseffende het dwaasheid zou zijn zijn woede het huis te koelen, verwgderde hij zich zoo snel hij kon. Op den hoek der straat ontmoette Hij toevallig een hem bekenden kran tenjongen. Wat voor nieuws vanavond Feddy vroeg hij. terwijl hij hem staande hield. Er is iets niet in den haak in dit gedeelte der *tad, Ben,» was het ant woord. Wat is «r, een moord cf een dief stal vroeg Ben gretig. »'t Een noch het ander er is iemand geschaakt I Wordt vervolgt

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1920 | | pagina 5