Maison Wilms - Cuisenier N.V. Middenstands-Credietbank Credieten - Incasso's - Deposito's Bel dan op No. 42 DE EEMBODE R. K. Nieuwsblad voor Amersfoort en Omstreken Dinsdag 19 Dec. 1922 No. 75 ZES EN DERTIGSTE JAARGANG Kantoori Lang* DE BEMBODB verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. ABONNEMENTEN kunnen elke week In gaan, doch opiegglng van abonnement moei geschieden voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Prijs per drie maanden f 1.00 Bultende gemeente Amersfoort 11.10. Afzonderlijke nummers 10 ct. AD VERTENTIÊN 25 cent per regel. Blliqke tarieven voor handel en n|verheld bij geregeld adverteeren. i niet worden gegarandeerd. Iedereen klaagt over de ondragelijk heid des levens, nochtans is een ieder er zoo aan gehecht, dat de dood hem slechts met geweld losrukken kan. Dus moet toch het leven, dat tegen de diepste ellende opweegt een groot, een kostbaar goed xijn. naar Home. n. Wij zijn nog niet veel gevorderd op onze lange reis, waarde lezer, maar ik kan toch niet nalaten u wat meer te vertellen van dien heerlijken dag, waar van de herinnering onze geheele reis bleel overglanzen en nog steeds mijn hart dankbaar stemmen blijft, Wij moeten verder en daarom zal ik u maar niet meer vertellen van wat er overigens in Müaclien die dagen vermeldenswaardig was en zelts de 1' est-Kommers, de feestelijke bijeenkomst van Duitschlands hope, de Katholieke Studentenverenigingenvoorbijgaan met de enkele vermelding en de op merking, dat zij voor den buitenlander wel de meest merkwaardige was èn om de aanwezigheid van allerlei gees telijke en politieke leiders ca om het geheel eenige karakter van zulk een vergadering. Jammer, dat we er weg moesten, toen men ons verzekerde, dat het eerst »lidel« begon te worden. Maar we moesten den volgenden mor gen al vroeg weer uit de veeren.,.. Oberammergau was nl. de eerst volgende pleisterplaats op onze reis. De reis per trein naar Garmich Par- tenkirche en vandaar per auto door de uitloopers der Alphen naar Oberam mergau is heerlijk. Na nog het be roemde Benedictijner-klooster te Ettal bewonderd te hebben, kwamen we tegen den avond in het kleine Beiersche dorpje, dat nog geen 2000 inwoners telleod, door heel de wereld bekend is. Ik moet al weer de bekoring over winnen van 't liefelijk dorpje, zijn ge moedelijke, kunstzinnige en devote be woners en vooral van zijn ongeëvenaard Passie-spel (Een opvoering van het lijden van Christus door de dorpsbe woners van Oberammergau, die om-de tien jaar plaats heelt. Dezen zomer kwamen er, meer dan 300.000 bezoekers te gaan vertelieD. We moeten naar Rome en ik mag u onderweg niet te lang ophouden. Alleen dit moet ik u nog even vertellen, dat we er naast vele andere landgenooten Kardinaal van Kossum aantroffen, die op zijn terugreis van Holland ook de gelegen heid ber.utte het Passiespel te zien. We waren wel vermoeid van de acht uur durende voorstelling, maar d baar ook deze heerlijke uiting van Roomsch leven en echte, ongekunstelde kunst te hebben genoten. En geen nood! in het gastvrije huis van «Kaï- phas«, in 't gewone leven de eerzame do'pssmid Hugo Rutz, waar wij met vijl Engelschen en vier Amerikanen waren opgenomen, wachtte ons een stevig maal en een zacht bed. Hulde I'rau Rutz voor haar hartelijke en zorgzame gastvrijheid Toen we naar bed zouden gaan, klonken uit deu tuin van een nabijzijnde Wirtsdiaft bekende melodiën tot ons op En ja. we hoorden het duidelijk eerst «Aan U, o Koning der Eeuwen-, dan .Wilhelmus, en andere vader- landsche liederen. Aardig, zulke Hei- maihklange te Itooren ver in een vreemd land I Den volgenden morgen zaten we frisch uitgerust en vol verwachting reeds weer bijtijds in den trein. We gingen nu naar Oostenrijk, een land dat mij althans nog geheel vreemd was. En de reis zou door de bergen gaan. Van Oberammergau ging hel "et een overvollen trein in de richting ü'.chen. Te Murnau, waar we op de hoofdlijn München—IunsbiUckjjkwamcn stapten we uit om op den van Min- chen komenden trein voor Ionsbrück te wachten. Daarin was plaats genoeg volgens Baedeker's aanwijzing eer. plaatsje «rechts, te nemen, om volop te kunnen geoieten van het moois, wat we nu te zien zouden krijgen. Twee dagen te voren had ik het eerst in mijn leven hooge bergen gezien en nu zouden we er midden door sporen. De 'Mittenwaldbahn. zooals dit traject heet, is een der mooiste reizen, die per trein door het hooggebergte maken kan. Nadat we hoog over de bruisende en brullende Partnach gere den zijn, bevinden we ons weldra rondom tusschen de zware grauwe steenmassa's, welker toppen met «eeuwige, sneeuw zijn bedekt. De baan stijgt sterk. De twee zware locomotieven één voor één achter hebben werk de vier wagons er tegen op te krijgen. En we klimmen aldoor, tot we stoppen in Mittenwald, het douane-station, wat op een hoogte van ruim 900 m. in de bergen ligt. De douane bezorgde ons bier niet veel last en het oponthoud gaf gelegenheid van het station af een blik te werpen op het schih'erachtige miniatuurstadje Mittenwald, dat in de Middeleeuwen reeds beroemd was en nog de wereld verrijkt met zijn prachtige violen, cello's en cithers. Als de trein weder verder gaat, moet bij nog steeds klimmen tot we eindelijk het hoogste punt, bijna 1200 M. heb ben bereikt. Al dalende krijgen weldra van een hoogte van nog i dan 1000 m. het gezicht op het dal van de Inn, die als een zilveren lint haar weg trekt, daar heel in de diepte, tusschen de groene weilanden, de be vallige stadjes en sierlijke kerktorens. We krijgen de sensatie vaD in een vliegmachine te zitten lot ineens alles verdwenen is en een zwarte nacht i omgeeft. Een pav minuten slechts het wordt weer licht. Wij zijn door een tunnel gereden. Door de slingering van de baan kunnen we achter i nog het gat in den bergwand zi waar we uit zijn gekropen. De c ducteur komt de lampen aansteken niet voor niets, want we moeten nog verschillende tunnels passeeren, onder een van bijna 2 k. m., beneden zijn. Dat is wel het hinder lijkste van een treinreis in het bergland de telkens terugkeerende tunnels, die u op het onverwachtst het heerlijke uit zicht benemen. Toch bleef er tusschen door nog zooveel schoons te genieten, vooral toen we laDgs de bijna lood rechte ruim 1100 m. hooge Maztins wand rijdend in de verte 't doel van onze reis voor dien dag, Innsbitlck zagen liggen. Aldoor ging het in slin gerende bochten naar beneden, tot we met een groote hoek de vlakte in draaiden en weldra stilstonden op het West-bahnhof te Ionsbiück, De stad zelf viel ons niet mee. Stations, straten, hotels, trams alles maakte den r.aargecstigen ir.d'uk van vervallen grootheid. Aan alles bemeikt men, dat men in een verarmd land 's. Hoewel Innsb.ilck steeds een toeristen plaats geweest is, ziet men er thans de vreemdelingen slechts ongaarne komen. Haddeu we eeDigc maanden :n niet gelezen, dat er een oproer tegen de vreemdelingen was geweest Tegen de vreemdelingen, die met hun hooge valuta zich alles kinnen permit- i, het beste opeten en weghalen ■or de inwonenden d; prijzen on betaalbaar maken. Dat die wrevel nog i verdwenen was, konden we hier daar bemerken, maar de stemming veranderde onmiddelijk, als men hooide dat wij Hollanders waren. «Den Hol landers gunnen wij 't wel. zei mij iemand «die harben zooveel voor onze kinderen gedaaf.» De verbitteri#g was vooral tegen de Pranschen, die in deu afgeloopeo zo r met heele zwermen op Innsbriick omgeving wören neergestreken en l overwinnaajs-hoogmoed den over- nnenen deden gevoelen. Hun had vooral het oproer gegolden en het had 'thans zooveel uitgewerkt, dal de meesten ervoor waren gevlucht. Op de hoeken der straten en op ieder punt, dat zich er toe leende, zag men nog kleine roode aanplakbrieljes ongeveer in den volgenden inhoud; Medeburgers 1 £'adat zij ons met be hulp van de halve wereld hebben, komen $6 Pranschen ii Telefoon 287 Beekensteinschelaan 48 Telefoon 287 Levert voor de Kerstdagen Prima le klas Hoofdschotels vanaf' f'3.50 Gebraden Kippen vauaf f4.Gebraden Konijnen vanaf f2. Gebraden Eenden vanaf f3.50 Verder prima rleeschschotels tegen scherp conctirreerende prijzen opmaken. Gij allen kunt meehelpen :r uil te gooien door als één man e weigeren; le logies, 2c levens middelen, 3e alle inlichtingen. We zija de stad eens doorgewandeld aar de indruk verbeterde er niet op, zoodat we besloten de stad nog eens van uit de hoogte te bezien en met de beroemde Hungerburgbabn op te stijgen. De Huagerburgbahn is een Drah seil- bahn, later op Capri, waar we met een zelfde inlichting kennis maakien, noemde men het een funicolare. Beide namen beteekenen heieelfde en zou men letter lijk in 't Hollandsch kunnen weergeven ■nel; touw-, of kabelspoor. Twee banen loopen naast elkander: teiwijl op da een wagen naar boven gaat, daalt ti op de andere. Door een kabel, waardoor de electrische stroom gaat zijn de wagsns met het punt van uit gang en van bestemming verbonden. De baan gaal zoo steil omhoog, dal de bodem van de wagens hellend is cn de zitbanken daarop amphilheaters-ge- wijze Jgeplaatst zijn. Hetgeen nog hel voordcel heeft, dat niemand zijn achter buur het uitzicht beneemt. Het station stond aan de rivier en buiten gekomen zweefden wé aanstonds hoog boven het r. Wel een beetje griezelig als i het eerst in zoo'n vreemd v zitMaar het wonderschoone zicht deed ons dra die opwelling voor Amersfoort en Omstreken AMERSFOORT. Lange Gracht no. 4 - Telefoon no. 304 Dspositorente van 3'/2 - 5% gelen. Steeds booger ging het en steeds breeder werd het panorama over de stad en de omringende vlakte. Op 350 M. hoogte bereikten we het eindpunt en vandaar in een paar minuten de overblijfselen van een oud slot en een aardig restaurant aan 'n idyllisch meer tje, waar we ons verfrischten met een glas Tyroler wijn, die er in het arme land genoeg en goed te krijgen was. Toen we terugkeerden begon de avocd reeds te vallen en was het een feeëriek gezicht rp de duizende lichljes tusschen de donkere huizen massa's. Den volgenden morgen regende het, dat het goot. zoodat we besloten maar zoodra mogelijk te vertrekken en van het voorgenomen bezoek aan de prach tige Franciscaner- of Hofkerk afzagen. We zouden nog zooveel mooie kerken zien krijgen. Aan het station namen wc een kaar sje voorRiva, het sinds den Itaausche stadje aan den noordelijken oever van het Garda-meer. Wel vreemd klonk het van een Oostenrijksch be ambte in een geheel Oostenrijksche stad te hooren, dat we daarvoor 55 Lire moesteu betalen. Wel eeu treurig be de algeheele ontwaarding van het Oostenrijksche geld. Gelukkig, dat ik mij inHolland een paar honderd Lire had gekocht; anders hadden wc met geld wisselen juist onzen trein gemist. We gingen nu de B:ennerbaan op n over den Breonerpas Iialia binnen te gaan. Naar men zegt wederom een zeer schoon traject door het gebergte. Maar we hebben daarvan niets kunnen constateeren. Tot op den Brcnnerpas iten we nl. aldoor «in de wolken* letterlijken zin ditmaal. En, ai moge 't eerste oogenblik iets aardigs zijn de gedachte, dat men spooit door die hemelgevaarten, die men anders steeds honderden meters boven zich ziet, een reiziger in het gebergte, die in lettrrlijken zin in de wolken is, is dit in figuurlijken zin niet meer, wijl ze hem alle uitzicht benemen. De regen slaat tegen de ramen en aan alle kanten dikke mist. Eerst boven op den Brenncr- pas (plm. 1400 M waicn we er uit ea konden we gedureDde het oponthoud voor de visitatie do wolken zien kruipeD langs de met sneeuw bedekte berg iden eenige honderden meiers van Taxi of auto noodij» Amersfoort, Hebt II een Weldra konden we nu bemerken, dat e in het zuidelijk gedeelte der Alpen kwamen. Nog ging de reis voortdurend door het gebergte, maar de plantengroei was veel weelderiger en alom zagen we de wijngaarden tegen de hellingen der bergen. Brixen werd gepasseerd, dan Bozen (thans omgedoopt in Bolsano) en Triente (wat onze aandacht bijzonder trok om de beroemde kerkvergadering ran 1545 tot 1563 gehoudeoj en twee uur waren #6 in Möri; w'aar resten overstappen in het lokaal treintje, dat ons naar Riva zou brengen. Aan ruïnes van huizen en een in elkaar geschoten kerk zagen we, hoe hier eenige jaren geleden den oorlogs waanzin had gewoed en van dit schoone land een oord van verschrikking had gemaakt. Weldra bracht ons treintje ons buiten die narigheid in een bergland schap zoo woest en zoo aangrijpend schoon als we onze reis nog niet hadden gezieo en ook later niet meer te zien kregen. Onze aandacht was zoo in be slag genomen door wat er buiten den wagen was, dat we op onze mede passagiers in 't geheel niet letten. Dat veranderde evenwel toen w: daar achter eigen taal hoorden spreken, zij h«t met wat anderen tongval. Hoe weldadig klinkt dat in den vreemde De wederzijdsche kennis was spoedig gemaakt en in het hotel 's avonds ge noeglijk voortgezet, 't Was een Belgisch dokter, die met zijn vrouw op reis was. Veel konden we nu niet praten; er was te veel te zien. In eens zien we om een bergrug komend op 't dicp-blauwe Gar- dameer en Riva als een sprookje liggend zijn kust. Slechts enkele minuten en hel verdwijnt weer achter de bergen. Nog een half uurtje sporende laat- ninulen tusschen palmen en olijf- ten en we zijn in Rivahet aard- paradijs! TH. BREMER, pr. 30 UIT HET VERLEDEN. Tien minuten later had de ougeluk- kige opgehouden te leven en werd be sloten verder te trekken. Gekleed als een eenvoudig en wel gesteld koopman, liep Wollaait vooruit. Hij had afgesproken om gedurig het geroep van een katuil te laten hooren als een sein, dal men verder kon trek ken. Liet hij evenwel het geschreeuw van een gejaagde kat hooren, dan moest men blijven waai men was. Werd bij aangevallen, dan zou hij «Holland Holland roepen. Nog niet lang was Wolfaart op pad of hij zag de rots waarop de burg lag en meteen bij de heerbaan een vrij groot huis waar boven den ingang eene ton aan een ijzeren arm bengelde. Hei gi si breeuw van de kat werd ge hoord cn koelbloedig ging Wolfaart tot voor liet huis. «Goeden avond, Heer! Zoo laat nog op weg 1 Zotkt gij een huis om te overnachten of wilt gij uwen dorst les- schen aan echt bier uit de beste Leu- vensche brouweiijen? Treed dan in Wol'aarl keek op en zag een deerne voorover door het raam gebogen. «Uier,* zei hij, «goed, geef mij bier. Ik lub dorst. Maar als ge mij bedriegt,* Wolfaart hief dreigend den vinger op, «weet dan dat ik u op staanden voel betoover.* De deerne verwijderde zich var am, deed de deur open en wilde Wolfaart in een vertrek laten gaan. «Dankje je, meisje Geef mij hel bier aar abn de deur*, zeide hij. Dat scheen tegen te vallen, doch bracht toch eene kan, maar eer hij die aan de lippen had, traden vier groote, sterke mannen uit het vertrek, la zoo, is er gezelschap zeide Wolfaart. «Komaan, hoe meer zielen, meer vreugd Drink dan, Heer I Het bier zal verkwikken. Het is kostelijk brouwsel' zeide de deerne. Weer kwamen d'ie mannen uil ht vertrek en langzaam naderden zij nu Wolfaart, die heel kalm bleef, doch zoodra hij zag dat een de,- lieden met een kuijl op hem toeschoot, sprong Wolfaart op hem toe en sloeg hem de tinnen bierkan zoo op het hoofd, dat de getroffene, als een gedolde stier, ineenzakte. De kan vloog nu de lucht in en eer twee der aanvallers wisten, wat er toch met hen gebeurde, had Wolfaart hen aangegrepen en met de hoofden zoo tegen elkander gebonsd, dat ze dood neervielen, e beurt, schelmen*, riep hij. r gingen niet op de vlucht •*-- J-' -1 dien e meenden dat wel aankonden, maar ze hadden zich vergist in Wolfaarts ongevenaarde lichaamskracht, en eer de langste ei sterkste der vier zich met het zwaan de hand op hem wierp, had hij zijl st doen Dederdalen en den scho.i der. des mans .letterlijk verpletterd. De drie anderen waren echt r nog niet af geschrikt en vielen Wolfaart aan, doch deze greep nu een ijzeren staaf, die hij zag staan en weldra was een der drie op de vlucht geslagen. Vluchten.1 Dat mocht niet. «Holland! HolLndriep Wolfaart i weldra kwam de bende aanhollen. «Grijp dien vluchteling en die deerne lar ginder,* riep hij zijn volk toe. «Ik zal het met deze schelmen wel klaar krijgen.* Toen hij dat zeide kwam er bet huis aan, die aan het spit drie ge braden hoenders had. Voorzichtig na derde hij Wolfaait in den rug, doch deze had den zoogenaamden kok wel gezien. Plotseling keerde hij zich om, greep den man aan en wierp hem eenige schreden ver tegen eencn muur. Hierop tastte hij de twee anderen aan cn juist had hij dezen onschadelijk ge- iaakt toen Marten met de twee vluch telingen aankwam. «Waarom hebt ge toch niet vroeger Holland, Holland* geroepen, Heer;* vroeg Marten. «Waarom ik dat niet gedaan heb Wel. kijk dan, daar liggen zes n' men Lodewijk van Vaelbcke zou geen knip voor den neus waaid zijn, als hij er door meer dan tien aangevallen werd' «En wat met dezen man vroeg Marten. «Geef hier*, zeide Wolfaart en zoodra hij den tegenspartelende roover i ha iden had, hield hij hem in de hoogte en met een «Dit niet dezen schelm,* wierp hij hem, alsof de man een kaats bal was, een heel eind verder legen eer.en boom. Al de mannen der hecle bende stonden op dit gezicht verslagen. Dap pere Ridders badden ze ontmoet, sterke mannen hadden "ze gezien, maar een als deze, die zeven mao, bijna zonder eenig wapen, stond en een volwassen en zwaar gebouwd man zulk ece eind wegwerpen kon, neen, dat hadden zt oog nooit gezien. Nu pas wisten z< dat de geruchten, die van Wolfaart) sterkte en kracht rondliepen, waarheid waren. Niemand had hel willengelooven, omdat Wolfaart een man was, als ieder r, maar nu hadden ze met eigen oogen gezien wie hij was en wat hij kon. Met dien man aan het hoofd, meende ieder dat de heele bende wel duizend man sterk was, en de twee honderd kregen ook voor duizend man moed. «En wat met die deerne, Heer roeg Marten. «Wel, die zal ons een smakelijken naaltijd gereed maken. Er zijn hier kippen om aan het spit te braden en bier en brood zijn er ook,* zeide Wolfaart. En als ze het vergiftigt?* vroeg Hein, de benker. Van alles wat wc le eten of te drinken krijgen, eet en drinkt zij het rst,« zeide Wolfaait. Een uur daarna hadden al de man- in zich uitnemend tegoed gedaan aan brood, gebraden kippen en bier, en thans werd er besloten, daar het in middels donker geworden was om hier te b'ijven tot het aanbreken van deu dag en dan den Wolfsburg aan te vallen. Mogelijk zou de deerne, als ze zich het leven redden kon, wel eenige inlichtingen kunnen geven. Wotdt v rvolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1922 | | pagina 1