DE EEMBODE
K. K. Nieuwsblad voor Amersfoort
en Omstreken
Vrijdag 12 Dec. 1924 No. 74
Acht en Dertigste Jaargang
ABONNEMENTEN kunnen elke week in gaan, doch opiegglng van
abonnement moet geachledeti voor den aanvang van een nieuw kwartaal.
Pr|t per drie maanden 1.00. Bulten de gemeente Amersfoort i 1.10.
Alsonderljke n
KANTOOR: LANQEGRACHT 28, AMERSFOORT. TELEFOON 314
DE EEMBODE VERSCHIJNT DINSDAG- EN VR1JDAOMIDDAG
APVERTBNTlfiN 25 cent per regel. BIU|ke tarieven voor hardtl en
n|verheld b| geregeld adverieeren. Advert en tien moeten Dinsdag
en Vr|dag vóór 8 uur worden besorgd. Een bepaalde plaats kan
niet worden gegarandeerd.
Dit nummer beslaat uit 2 bladen
TWEEDE BLAD
Godsdienst en Kerk
Epistel en Evangelie.
LES uit den brief van den H. apostel
Paulus aan de Philippensen IV, 47.
Broeders 1 Verblijdt u in den Heer
te allen tijde nogmaals zeg ik u ver
blijdt u I Uwe zedigheid zij allen men-
schen bekend de Heer is nabij. Weest
in niets bekommerd, maar laat in alles
door bidden en smeeken met dank
zegging uwe begeerten bekend worden
bij God. En de vrede Gods, die alle
begrip te boven gaat, beware uw
verstand, in Christus Jezus onzen Heer.
EVANGELIE
volgens den H. JoannesI, 19—28.
In dien tijd zonden de Joden uit
Jeruzalem priesters en Levieten tot
Joannes, om hem te vragen Wie zijt
gij Hij nu beleed en loochende het
nieten hij beleed Ik ben de Christus
niet. En zij vroegen hem Wat dan
zijt gij Elias t En hij zeide Ik ben het
niet. Zijt gij de Profeet En hij ant
woordde Neen. Zij zeiden dan tot hem
Wie zijt gij opdat wij antwoord geven
aan degenen die ons gezonden hebben
wat zegt gij van u zei ven.5 Hij zeide:
Ik ben de stem eens roependen in de
woestijnmaakt recht den weg des
Heeren I gelijk de profeet Isa'as gezegd
heeft. De afgezondenen nu waren uit
de Pharizeëu. En zij vroegen hem en
zeiden tot hemWat doopt gij dan,
indien gij de Christus niet zijt, noch
Elias, noch de Profeet? Joannes ant
woordde hun, zeggendeIk doop met
waterdoch midden onder u staat Hij
dien gij niet kentHij is degene, die
na mij komen zal, die vóór mij geweest
is, wiens schoenriem ik niet waardig
ben te ontbinden. Dit is geschied te
Bethania, aan de overzijde van den
Jordaan, waar Joannes doopte.
Vrijdag Prope es, Tijdeigen 2e en 3e
geb, als Woensdag.
ZATERDAG 20. Mis van Quater
temper-Zaterdag Veni, Tijdeigen 2e
geb. en laatste Evang. Vigilie van de
H. Thomas, 3e geb. Deus qui de beatae.
Liturgische Kalender-
Week van 1421 December.
ZONDAG 14. 3e Zondag var
Advent, Mis Gaudete, Tijdeigen2e
gebed Octaaf O. L. V. Praef. van de
H. Driev.
MAANDAG 15. Octaafdag O. L. V.,
Mis als 8 Dec. 2e geb. Aurem uit de
Mis van den 3s Zondag van den Advent.
Credo. Praef. van de H. Maagd.
DINSDAG 16. H. Eusebius, 2e geb.
Aurem (3e Zondag) 3e geb. van de
H. Maagd, Deus, qui de beatae.
WOENSDAG 17. Mis van Quater
temper-Woensdag Rorate, Tijdeigen
2e geb. Deus, qui de beatae, 3e geb.
voor de kerk, Ecclesiae, of voor den
Paus, Deus omnium.
DONDERDAG 18. Mis als Zondag,
2e en 3e geb. als Woensdag.
VRIJDAG 10. Mis van Quatertemper-
fiet flmcrsfoorlscbc
museum.
Door A. F. VAN BEURDEN.
II.
Een stad met een historie als Amers
foort, die teruggrijpt tot in de kruis
tochten, eene stad, die zich ziender-
oogen uitbreidt, is verplicht, voor de
overblijfselen uit baar geschiedenis eer
bied te hebben en te bewaren en
te behouden, wat de lijd nog ongerept
liet. Daaraan is men hier niet te kort
gebleven, al heeft de vroegere sloopings-
woede, de decadente smaak, het verval
der kunst offers gekost. Vele zelfs I
Want hoeveel pooiten, hoeveel mooie
gevels, hoeveel kerksieraden, hoeveel
waardevolle antikiteiten zijn er ver
dwenen I Waar zijn de prachtige gebrand
schilderde veosiers der St. joriskerk,
de banieren, onder wierwappc-
renden banen dc gilden en de strijd
bare burgers optrokken Waar de oude
meubelen der gestichten, de zilveren
bekers en bokalen, de justitie-zwaarden,
de rouwborden, de goudlederen behang
sels, de meesterstukken der gilden en
de voortbrengselen der geniën op het
gebied der schoone kunsten
Spaarzaam zijn ze bewaard en overal
erspreid. En met den nieuwbouw en
de veranderingen van trapgevelhuizen
dwaisgebouwen verdwenen dikwijls
de eikenhouten betimmeringen, de ge
bruiksvoorwerpen, die men dacht, dat
de moderne omgeving niet meer
Het leven onzer voorvaderen, waar-
l het onze is opgebouwd, was niet
io vluchtig, stond op steviger onder
grond, gaf meer blijk van practischen
En wat ze gebruikten, was grover,
maar kon tegen een stoot. Is het dan
niet natuurlijk, dat er reeds vóór een
halve eeuw de drang ontstond naast
het verlangen, om uit den algemeenen
dergang te redden, wat er te redden
viel. Om het oude, het kunstvolle, hel
karakteristieke, dat tot het wezen der
stad behoord had, te verzamelen en
wel geordend den volke voor oogen te
stellen ter beleeriDg en ter vereering,
ter studie en ter overdenking,
Burgers, die der stad hunner geboorte
i inwoning een goed hait toedroegen,
sloegen de handen ineen en beproefden,
:e zwaar die taak ook woog, een
useum te stichten, waarin het merk
aardige te samen gebracht zou worden.
Dit plan werd met geestdrift ont
worpen en met kracht uitgevoerd.
De oudheidkundige-vereen. Flehite,
genaamd naar de oude streek waarin
Eems voorde lag en reeds genoemd in een
schenking van Karei den Groote, deed
goed werk en stichtte het museum, dat
nog bestaat en langzamerhand 't mid
delpunt geworden is van het bestaan
der vereenigiog.
Wij zullen de geschied .-nis van deze
stichting, die vooral in de eerste kwart
eeuw van alle zijden zooveel steun
ondervond, niet schrijven dat moeten
wij aan tijdgenooten en AmersfoorterB
overlaten, Ook willen wij er van af
zien de oamen Ie noemen der bestuurs
leden, die Flehite in bloeierden staat
brachten.
Een uitzondering willen'en moeten
wij maken voor wijlen den heer Tromp
van Holst, die door zijn ambitie en
zijne vrijgevigheid het Museum door
moeilijke jaren heenhielp en steeds op
het plan verscheen, als er nood was.
Men leest met genoegen de oude
verslagen, niet alleen om de menig
vuldige giften en in bruikleen-stellingen,
maar ook om de interessante.verklarin-
gen, die daaraan toegevoegd zijn. Men
kan zien, dat er een opgewekt leven
heerschte in de rijen der leden. Lang
zamerhand zijn de kamers en de zalen
van het gebouw vol geworden, zóó
vol, dat er gebrek aan ruimte kwam.
Het gevolg daarvan was, dat de orde,
de regelmaat, die in een museum moet
heerscheu, gebroken werd.
Nieuwe aanwinsten aan schilderijen
oesten hun plaats vinden naast oude
triptieken of drieluiken. Waardelooze
schilderijen werden niet geweigerd en
kregen plaats. Er kwam een overvloed
van prenten, van ééne voorstelling,
drie, vier, vijf exemplaren. De biblio
theek over Amersfoort en 't Sticht liep
vol. Haardplaten, doodsborden, perka
menten, vaandels, kleedingstukken vul
den wanden en kasten. In de glazen uit
stalkasten prijken bokalen versierd met
wapeos en opschriften. Maar men borg
er ook de roode balken op den van galg,
aaraan zoo menig misdadiger zijn
llendig leven eindigde. Men vond er
ok een groot Nederlandsch wapen van
tabak.
Waar het uurwerk van den Langen
Jan vernieuwd werd, kreeg Flehite de
vier reuzen-wijzers van het cijferblad
biDnen zijne gastvrije muren.
Waar de stad de msquetten der uit
breiding op tafels met fraaie miniatuur
boompjes laDgs de gekleurde wegjes
:t meer noodig bad, zette
de onderverdieping van hel
Ze werden stofnesten. Grafsteenen, die
eigenlijk rechtop in de kerkmuren
Sint-Joris en van den Lieve Vrouwen
Toren hadden moeten ingemetseld wor
den borg men ze in een donker onder
lokaal, waar ze nog liggen.
Een verzameling tabakspijpen van af
hei kleine oude soldatenpijpje, uit den
lijd toen men het rooken nog »toeback
suijgen* heette tot en met de drie-
koppige Pruisische jagerspijp, ze zija
daar verzameld.
De schop, waarmede de Wilhelmina-
boom geplant is, ze ligt er heerlijk te
rusten, trots op baar voornaamheid.
En aldus is langzamerhand het
Museum geworden niet alleen eene
verzameliog van echte, goede Amers-
foortsche antikiteiten, maar ook een
magazijn van curiositeiten, zooals iedere
stad er voor twee eeuwen een had.
(Wordt vervolgd.)
De afdeeliog Amersfoort van den
Ned. Bond van Kcffiehuishouders Res-
eurs en Slijters richtte tot den
gemeenteraad een adres, waarin zij
opmerkendat adressante uit het ant
woord van B. en W. op de Afdeelings-
verslagen van den Raad heeft vernomen,
dat in den loop van het jaar 1925 een
voorstel zal worden gedaan lot ver-
Amersfoort
dat dit aantal thans 52 bedraagt, ter-
•ijl de gemeente op 1 Jan. 1924 reeds
34156 inwoners telde;
dat alzoo krachtens dit bevolkings
cijfer het aantal vergunningen in deze
gemeente zou mogen bedragen één op
de 400 inwoners en alzoo 85 vergun
ningen hier zouden mogen bestaan,
iodien niet telkens weder dit maximum
kunstmatig zou zijn verlaagd
dat adressante reeds nu wil wijzen
op bet groote gevaar van een te ver
doorgevoerde kunstmatige vermindering
van het aantal vergunningen, aangezien
ert tot allerlei ongure toestanden,
clandestienen verkoop van ster
ken drank in allerlei vorm en inrich
tingen, het benadeeeien alzoo van den
bonafiden handel, terwijl voorts ook de
prijzen van vergunningen dusdanig boog
worden opgedreven, dat eenerzijds het
monopolie voor de bestaande vergun
ninghouders veel waardevoller wordt,
maar nieuwe exploitanten voortdurend
grooter offers moeten brengen om een
vergunning te kunnen bekomen, noodig
voor de exploitaitie van een behoorlijk
koffiehuisbedrijf, omdat het publiek in
het algemeen niet de inrichtingen
wil bezoeken, waarin niet ieder de
dranken kan bekomen, die
gewenscht worden;
dat dus het bezit van een vergunning
>or een koffiehuis of restaurantzaak
:n behoefte is, zelfs al beduidt de ver
koop van sterken drank op zichzelf in
zulk een inrichting slechts weinig;
n steeds verder drukken van
mum aantal vergunningen in
geen enkel opzicht eenig voordeel heeft,
de behoefte aan zulke ver
gunningen niet mede daalt en dat deze
efte niet door de vaststelling van
cijfer en het nemen van een be
sluit kan worden geregeld, maar dal
deze uitsluitend verbaud houdt met de
'orderingen der geheelonthouding, die,
maar adressante op goede gronden
meent te mogen constateeren, niet zoo
groot zijn als B. en W. dezer gemeente
ichijnen te vermoeden
dat adressante Uw Raad in ieder ge
val durft verzoeken, te willen bevorde-
i W. overleg zullen willen
plegen ook met haar. alvorens een
voorstel te doen, als door bedoeld
College is aangekondigd
dat zulk een overleg niet anders dan
voordeelen kan hebben en naar de be-
Voor de leden der Vereeniging
den H. Vincentius a Paulo is Zondag
14 December 1924 's morgens half 11
H. Mis in de Kerk van O. L. Vr.
Hemelvaart, Lsngegracht.
Algemeene H. Communie in dezelfde
kerk, om kwart over acht.
De collecte zal onder alle H. Missen
de vier Parochie-kerken gehouden
worden op Zondag 21 December.
's Avonds half 8, algemeene ver
gadering in het Vincentins lokaal van de
R. K. Jongensschool aan de Breestraat.
Dinsdag veilde Notaria Schröder in
de ZwaanWarmoezeniershofstede
het Hoevelakensche Voetpad no. 1
te Amersfoort tegen de stad, te zamen
groot 54 Aren 20 c.A.
Te aanv. bij de betaling. Vrij van
buur, opgehouden voor f7300.
4 Woningen met bouwland en weg
te Amersfoort aan de Woestjgerweg
ÏS. 112—118.
Verhuurd voor f2 p. s. en p. w.
1 perceel bouwterrein aldaar groot
pl.m. 410 M* en 1 perceel bouwland
aldaar groot pl.m, 3130 M'. Gekocht
door A. van de Pol en J. v, Ruitenbeek
de som van f5550.
Zondag a. s. 8 uur precies vergadert
de sjonge Werkman* parochie O. L. Vr.
Hemelvaart.
leden worden, gezien bet belang
rijke punt der agenda, allen op de
vergadering verwacht.
Personen tusschen den leeftijd van
18—23 jaar, en nog geen lid zijn van
de parochiale sjonge Werkman*, wor
den allen op de vergadering uitge-
Ingezonden-
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Op voor de sjonge WerkBan«.
Mijnheer de Redacteur verleen mij
eenige plaatsruimte voor de onder
staande regelen. Bij voorbaai mijn dank.
Omhoog de vaan, de vaan omhoog
Laat golven thans haar baaD.
Hef op dee'z standaard voor ons oog
De jongelingschap treedt aan.
ja juist, en over die laatste zin wou
ik het juist even over hebben. Wanneer
wij voor drie jaren terug die jongeling
schap zagen aantreden, was ze prachtig,
waut naast de Patronaten van alle
parochiën zagen wij een groeiende en
bloeiende sjonge sWerkman*. Laat
1 ook eens aantreden Ze is niet
wat ze eens was, als het ware
massa die met den Eerwaarde
Directeuren van de Patronaten de
besturen van de J. W. en het bestuur
van de Centrale Jonge Werkman samen
werkte. Neen alles gaat afzonderlijk,
de centrale J. W. die vroeger de goede
geest onder de verschillende afd. wist
te houden is over de klink, op één
Parochie bestaat de J. W. nog enkel
et naam, de goede geest is er uit.
Op voor de sjonge Werkman* roep
ik hen toe, die lid van deze kunnen
:jjn, sOm hoog de Vaan* en aan het
werk, opdat onze R. K. Jeugd beweging
in Amersfoort bloeie, zoodat de toe
komst daar een hechte en standvastige
maatschappij op kan bouwen.
DE SPEURDER.
UITEENGESLAGEN.
Het leven van een klerk van een bank
is in Amerika, vooral in het Wilde
Westen, nu juist niet een betrekking,
die geen gevaar oplevert. In de laatste
jaren hebben maar ai te dikwijls drieste
bandieten nu hier dan daar aanslagen
op banken gepleegd. Toch is allengs
ook hierin eenige verbetering gekomen
en neemt het getal aanslagen van dien
Ia het geval, dat ik ga verhalen,
volgde de straf voor de misdaad me
zonderlinge en ontzettende snelheid.
Skagway is een kleine stad van eenigi
duizenden inwoners op het betwist grond
gebied van Alaska gelegen, maar tegen
woordig door het gouvernement der
Vereenigde Staten bestuurd, 't Is het
westelijk eindpunt van den «White Pass
and Yukon-spoorweg* en de poort naar
de Klondyke-streek. In den tateren tijd
is het plaatsje vrij fatsoenlijk geworden,
maar in de eerste dagen der goudkoorts
was Skagway ongetwijfeld om zijn acht
baarheid allerminst te prijzen. Sedert
den dood evenwel van zekeren «Soapy
Smith* (Zeperige Smith), den aanvoer
der van een beruchte bende booswich
ten en desperado's bleven tot deze
merkwaardige gebeurtenis met de «Ca
nadian Bank* seosaliewekkende
slagen achterwege.
Eenigen tijd geleden opende de Ca
nadian Bank of Commerce* een filiaal
Skagway. Het personeel bestond
den directeur H. M. Lay, den boek
houder C. Pooley, en den kassier Wal
lace. Het filiaal bad in het se'
zaken gemaakt in wissels
goudstof te verstrekken, en wellicht de
wetenschap dat zóó dicht bij zooveel
schatten lagen opgehoopt, bracht eeo
onverschrokken deugniet op het denk
beeld van een aanval daarop.
Op zekeren dag van September van
bet vorig jaar had de directeur een dag
vacantie genomen, en bewaakten dus
alleen de heeren Pooley en Wallace
de bank. Terwijl zij zich onledig hielden
met bun gewone werkzaamheden, schrik
ten beiden op door het onstuimig bin
nentreden van een man, die naar het
loket liep, eerst een revolver en daarna
stuk dynamiet te voorschijn haalde,
toen den heer Wallace toevoegde,
wijzend op het stuk dynamiet. «Zeg
'reis weet je wel wat dat is Nou,
ik heb twintig duizend dollars noodig,
en haast je wat
De heer Wallace is een koelbloedig
man, zoodat deze angstaanjagende vor
dering niet geheel en al den invloed
op hem had, welken ze op een bangi
man zou hebben gemaakt.
«O, heel goed,* antwoordde hijnai
welijks zijn hoofd ophtffend. Alsdan ee
oogenblik wachtend, om een paar cijfers
te boeken, begaf hij zich langzaam naar
de open brandkast. Dit liet de bandiet
toe, ongetwijfeld meenende, dat aan zijn
buitengewoon verlangen zou worden
voldaan. Maar toen de heer Wallace
zijn confrater voorbijging, die een stap
voorwaaits had gedaan, ten einde een
geweer te grijpen, dat onder ds toon
bank lag, zei bij op gedemptcn toon
«Wees op uw hoedel*
De vreemdeling bestreek nu den heer
Wallace met zijn revolver, en de heer
Pooley bedacht tijdig, dat hij geen
kans had het wapen te grijpen en het
eerste schot te lossen. Hij volgde dus
den hem gegeven wenk en gleed achler
de dikken stalen deur der brandkast,
hij betrekkelijk veilig was, als de
dief het vuur opende. Te gelijker lijd
aam de heer Wallace een sproDg door
de achterdeur der bank. De boef begreep
nu, dat bij was beet genomen en schoot
zijn pistool af. De knal ervan werd
onmiddelijk gevolgd door een zoo
weldigen slag, dat de meubelen
het kantoor werden dooreengesmeten
en versplinterd, en de latten
plafond half verbrijzeld omlaag hingen.
Na de eerste oogeublikken van vreese-
lijke ontsteltenis werkte de heer Wallace
sich tusschen de verbrijzelde voorwerpen
door weer naar binnen.
«Ben je gekwest, Pooley vroeg hij
angstig, de wolk van stof en rook, die
in het vertrek hing, met zijn blik trach
tende te doorboren.
«Ik geloof het niet,* luidde het ant
woord, met beverige stem. >'n beetji
in mijn stukken, dat 's alles.*
Pooley kwam alsnu uit zijn schuilhoek
i de twee bedienden bekeken zwijgend
het half vernielde kantoor, zich ver
bazend, boe ze heelhuids hadden kun-
ontkomen. In het eerst wa
ondoenlijk zich eenig begrip te maken
n den toestand, zóó ontzettend snel
,s alles in zijn werk gegaan, 't Was
a waar tooneel van verwoesting en
midden van den warboel lagen pa
pieren, banknoten en geldstukken
elke richting verspreid.
Inmiddels waren uit verren omtrek
de stedelingen naar de plek vac
heil gesneld. De heer Pooley verhaalde
-or zoover zijn zenuwachtigheid hem
dat toeliet, wat gebeurd was. Heel
tuurlijk vroeg toen iemand wat van
bedrijver der misdaad was geworden,
en terstond werd onder de ruïne
onderzoek ingesteld.
Het eerste wat men vond was het
stuk dynamiet, door den boef aai
heer Wallace dreigend vertoond. Curieus
genoeg, was dit niet ontploft. Eenige
oogenblikken later werd gevonden
van den rampzaligen boef was o
gebleven. De kop en de rechter
waren geheel weggeslagen, en ook het
overige van het lichaam bood een af
schuwelijken aanblik. De dood had
hem overvallen, snel en verschrikkelijk.
Het feit, dat een stuk onoutploft
dynamiet was gevonden, behoort tot
de onverklaarbare zaken, wijl dynamiet
een eigenaardig ontploffingsmiddel is.
De booswicht moest nog meer dyna-
bij zich hebben geborgen, en dit
vermoedelijk ontploft door den
schok, door het lossen van bet pistool
schot teweeggebracht.
Ofschoon de poging om de Bank te
berooven, mislukte was de aangebrachte
schade toch zeer aanzienlijk. Ook was
tijdelijk een hoeveelheid goudstof ver
loren gegaan, verstrooid door de ont
ploffing maar door zorgvuldig muren
en vloer der kamer af te stoffen en af
te schrappen werd al het verlorene
teruggevonden.
Bij het onderzoek, dat volgde, werd
de identiteit van den roover niet be
wezen, maar hij werd verondersteld een
beruchte misdadiger te zijn geweest,
bekend aan de politie-auloriteiten van
alle havens aan de Stille Zuidzee. De
dynamiet, welke hij bij zich droeg, had
hij blijkbaar willen gebruiken om het
gebouw iu de lucht te doen vliegen,
na het geëischte geld in ontvangst te
hebben genomen. Dat zijn eigen leven
bet eenige zou zijn, dat verloren ging,
had hij ongetwijfeld allerminst gedroomd.