opschik of i smakelijke iwwit kleed s de oogen iadar hebben wtD dt hebben we orecies! Niels dan brui-J. Nauwelijks truter er op. Eu d.idr had ik, met Johan samen, geld kunnen verdienen, véél field je zou overvloed gehad hebben, jij en de kinderen 'k Had zilt" moeten be slissen, beier jullie welzijn begrijpen Magda zag Op tegen eiken brief, die ml Sydney naar de Van Leuvcn's zijn weg vond, en poogde vruchteloos ook een schaduwkant aan Johan's opge wonden beschrijvingen te ontdekken. Er zouden toch ook wel donkere vlekken zichtbaar worden in zijn nieuw bestaan, al liet dat, in stoffelijk opzicht, niets te wenschcn over. Verlangen naar het vaderland, vreemde gewoonten en toe standen, een Bevoel van eenzaamheid en alWén zijn, dat liet zich op den duur. toch niet terugdringen. Doch Magda 's tegenwerpingen maak ten Henk nóg boozer en ontevredener. „Jouw schuldeis het, dat ik hier ploete ren en sloven moet. 't zou niet uoodig zijn geweest 1 Had ik maar de i moed gevonden, naar eigen wil en meening te besluiten Er kwamen oogenblikken, dat dc jonge vrouw aan haar doorzicht twijfelde, dat hei haar bijna speet, den teleur- gesteldcn, mismoedigen man maar niet ie hebben laten gaan. Zóó werd het samen leven voor beiden toch een bron van leed en ergernis. Na her eerste half iaar echter klonk er een toon van vage onrust, ook van ontstemming en moedeloosheid uit de eerst zoo opgewekte brieven van den jongen „zaken" man. Die zaken schenen tuet meer zóó te vlotten, als tn 't begin. Daarover schreef Johan echter niet maar dat voelde men dat las men tusschcn dc. regels door. Magda maakte echter geen enkele opmerking en Henk trachtte alles nog ten gunste voor zijn broer uit te leggen. Twaalf maanden na Johan's vertrek hielden de brieven geheel op, en één, die zijn broer naar Sydney zond, kwam terug, met op de achterzijde „Ver trokken zonder adres achter te laten," Dc jonge vrouw maakte zich ongerust, maar Henk glimlachte smadelijk. „Die kleinzielige, benauwde oorlooft de huishoudkas tl moeten verplaatsen cn overdaad, nuttige geschenk, tem niet nobel cn flink, gerechten op dc met een - zoo'n paar slovende gedekte Kersttafel zullen te worden Wie stond, schuw en gebukt, in de groeiende schemering van den vroeg in vallenden Decemberavond, voor dc lage huisdeur? „Misschien een arme, die een Kerstgave vraagt," meen- dc Magda medelijdend, j ui reeds tastte zij in haar beursje, om een der wei- ..y' tiige zilverstukjes, die het bevatte, voor den minder l bedeelde af,te zonderen. Doch toen het flauwe slri3iWlant,latJ1 °^c bleckc den buitenstaander viel, 1 pi ontstelde de gevoelige, L riet^'i haar voor 'n oogen- blik. de spraak benam. Bé^^^^B jij, Johan?" En de bleeke, fluisterde terug: „Ja, P BH Magda, ikHeb je nog ujfc deur wijd opengezet 'en met een haast plechtig ge baar trok Henk's vrouw den blijkbaar afgemattcn zwerver over haar drempel. „Kont binnen, broeder. Je bent welkom Haar ontvangst bewees, dat dit woord voor Magda meer beteekende dan een gewoonte klank. Zonder vragen of vorschen, haast zonder- verwondering te toonen, deed ze Johan plaats nemen in een lagen, rieten leunstoel, voorzag hem van 't beste, dal haar huis bevatte en wierp toen eerst een mede- lijdenden blik op zijn vermagerde, ingezon ken gestalte, cn afgedragen plunje. „Ga mee naar ons slaapvertrek, Johan, cn trek ande re kleeding aan, Er zal wel iets van Henk zijn dat je past. Kom. zóó mogen mijn man en de kinderen je niet zien. die teleurstel ling zou te groot en te pijnlijk zijn. Ze heb ben naar je uitgezien en verlangd, al die ja ren", liet ze er zacht op volgen. „En zóó kom ik weer, ccn berooide zwer veling jammerde de jonge man, terwijl omstandigheder misschien lijkt „Zou 't hem lteusch zoo vóór den wind gaan twijfelde Magda dan. „Ik zie er Johan nauwelijks beetje te laten deelcn in zijn overvloed, indien hij dien werkelijk bezat. Hij was altijd even gulhartig." „Je hebt hem immers jn zoo goed als' verboden, w schrijven," morde Henk JKSuKrIDm^ „Je bang, dat verhaal van zijn welslagen 't hoofd zou doen draaien, me aansporen, BSKokSSJ^B ook den armzaligen boel HEigPHpH hier vaarwel tc zeggen en 't opnieuw tc wagen, d .i ar. |p moedige wenkt „Jij kunt niets wagen.' Magda zei 't zacht, maat op ernstigen, beslisten toon. „Je hebt twee kinderen, voor wie brood moet worden verdiend. De verplichting, voor ze te zorgen, nam jc al op ie. toen jc mij vroeg, ie vrouw te worden. Wat me-zelve aangaat, liet ik te graag volkomen vrij, te gaan, waar je meent dat rijkdom en geluk wenken, maar. terwille der kinderen, moei ik je aansporen, hier tc blijven, in je bescheiden werkkring al valt dit je dubbel moeilijk bij dc voorstel ling van Johan's belangwekkend arbeids terrein cn schitterende positie. Je zult je •och aan je plichten niet willen onttrekken Mokkend en weerstrevend schikte de oudere broei zich dan weer in zijn lot en wie hem in 't hart had kunnen lezen, zou ervaren hebben, dar hij even stoute lucht kasteden bouwde over Johan's mogelijken tcrtigkeetalk de onwetende kleinen dat deden op hun onschuldige manier, die in elk opzicht van de werkelijkheid heel wat verschilde. kerstukke Italianen iu der kinderen doen stralen en weet. cok weer een vriendelijkcn. danktonen lach bren g:n op Henk's gewoonlijk zoo >iroef gelaat r komt een haast onhoorban zucht over Magda's lippen, als ze aan haar man denkt. Hij werkte hard en onvermoeid, inaar de ar beid bracht hem geen vreugde, omdat, op den achtergrond van zijn denken, van zijn plannen beramen en voornemen opvatten, altijd het beeld van Johan vcrtec», van den Australische!) Nabob, zonder moeite of in spanning rijk geworden, in zijn onbekom merd bestaan' geen gedachte ineer over hebbend voor den broer in Holland, die- vaak worstelde fflej gebrek. Nooit zou hij Magda de voldoening gegund hebben, in onvricndelijken zin over zijn broer te spre- loopt m geen zeven slootcn tegelijk, wees maar niet bang. De zaken zullen hem boven 't hoofd groeien, hij zal geen tijd over houden, om te schrijven." „Maar zijn laatste brieven waren al zoo moedgevend niet meer," zuchtte Natuurlijk is een menscli, vooral een mensch alléén, aan stemmingen onderhevig op 't oogenblik dat wij over hem tobben, neemt hij er misschien een goed cn vroolijk leven van, of ver diept zich in winstgevende berekenin gen. Wees maat gerust. Johan komt bést terecht. Beter misschien dan wij," voegde hij er binnensmonds, met eemge verbittering bij. Want zijn zaken wilden maar niet de hoogte ill, en verschaften hem nauwe- Jijles het aliernoodigste levensonderhoud. Met heel hard werken kon hij er nét zoowat komen, maar dikwijls keek hii haast wrevelig naar de vaak verstelde plunje der kinderen cn het keurig nette, maar tamelijk versleten man teltje, waarmee Magda zich tooide, als ze uitging. Voor niets scheen ooit gèld te zijn. Speelgoed of lekkernij was voor elc kinderen een ongekende weelde, en, om een beetje aan hun begeerten tegemoet te komen, had Henk zich aangewend, telkens als et weer een wrnscli onvervuld moest blijven, troos tend tc zeggen „Wacht nu maar cn wc cl 'iviedcn Als oom uil Australië komt, brengt hii bepaald allerlei lekkers cn mooi. mee." De kleintjes praatten henj soms al na wanneer de één ver driet h.irf beurde de ander hem op mcl ric belofte, dat oom Jo nu zeker héél spoedig kwam, en waren ze som- ondeugend dan behoefde Henk den schuldige maat even te herinneren „Als oom d.it nu "eens wist om terstond gehoorzaamheid cn ijver (c ïicn terugkecren. Eindelijk .naakte de Australische oom onderweip uit van al de ge-prek- ken der kinderen en was hij. onwetend, dc held van hun droomen cn ver wachtingen dat hij nooit iets van zich hooien liet, verhoogde in hun schatting nog zijn belangrijkheid- '„Waarom zou Jo toch geen enkelen keer iets van zichzelf schrijven?" tobde Magda vaak maar dan had Henk zijn antwoord klaar „Och, 't zal hem vervelen, ziel: inet zijn gedachten Later op den avond, toen de lichten waren uitgebrand, de kindervoetj. en mondjes tot rust gekomen, zaten dc groote mcnschcti nog een poos bijeen. Het haardvuur knapte, de koffie geïnde nóg was 't feest. Feest om hem. die weerkeerde, feest van den zwervenden afgedwaalden broeder. Met lange tusschenpoozen deed m; het verhaal van teleurstelling en annoi de, van ziekte en verlatenheid, ooi v.Vi van onberaden handelingen, van or. bezonnen daden, die tijdelijk, kor: stondig gewin, maar duurzaam nadet brachten. Als bootsman verdiende lu den overtocht naar Holland, om in céi der Londenschc nachtverblijven zelt van zijn klecderctt en papieren beroofd tc worden, alsmede van het kleine beetje saamgegaard geld. dat hem <1, terugkomst in Holland moest verge makkelijken. „Niets bezit ik, mei hoegenaamd dan mijn berouw, mijn ernstige wil om te arbeiden, maar ook mijn wankele gezondheid, mijn afge takeld lichaam." „Toch ben je ons welkom, nietwaar. Henk? En niet enkel op dezen Kerst avond. voor eenige dagen, maar juist zoolang, als je onze hulp noodig hebt. Ie bent welkom om den wil van Hem. Die heden op aarde kwam, Die voor ons arm werd cn Zich over dc armen ontfermt." Toen vonden dc handen van dc beide broers cn van het geduldige, dappere vrouwtje elkaar in zwijgenden, toch welsprekendcn greep. De kleine Van Leuvcn's hebben noon anders geweien of oom Johan was Je gever der vele goede Kerstgaven cn evenzeer de bewerker van hun welstand, want met ::i|n terugkomst begon dr vermeerdering van voorspoed cn welvaart. Ook in stoffelijke heteekenis nam het geluk, tegelijk met den oom ui- Australië, bu hen zijn intrek. G.V.V.N. Internationale Kerstgebruiken seriand is het rondgaan met de Ster in zwang. De i Graubündcnland halen aan de huizen geld op. dal risjes wordt opgespaard. Gelijk tnen op de afbeelding en lantaarn niet godsdienstige afbeeldingen beplakt. tranen druppelden uit zijn vermoeide oogen op de magere, slecht verzorgde handen, waarmee hij ze bedekte. Magda raakte bemoedigend zijn schou der aan. „Kom nu, Johan! Dat is allemaal van later zorg. E t moet je een bad geno men cn je behoorlijk gekleed hebben. Er is heusch niet véél tijd meer." ae Ruim een hall uur later herkende zeker niemand in den net uitzienden, tengeren man, den sjofele... hongcrigen bedelaar, die kt aan de woning der Van Lcuven's klopte. -,k Nog zwak en vmuoeid, maar dankbaar en verzadigd keek I I,au dc bescheiden Jiuis- I kamer rond, waai nu alles voor 't op handen zijnde feest in g i eedheid was gebracht, de geurende dennc ikken, met hun talrijke _J kaarsjes wachttci otn aangestoken te wor den, de dampende cho- olademelk met vcrschc ,v_, BI kerstbrooden op de grage Jar firM» -Ml mnden. die cr zich aan ouden ie goed doen. En mooiste in 't vertrek i.ck wel Magda-zelve, in Zondagsjapon i de olijke oogen endenblij- limlachenden mond, die ■t toch, in talloozc fijne rimpels en groefjes, sprak leed en zorg en kommer. Nauwelijks had de klok zeven geslagen, of Henk, 'i-ÉöPlgelijk met de kinderen, trad het huisvertrek bin- 'Jf-S". nen en, als was daarop nog slechts gewacht, op "ImJv y ze^e oogenblik prijk tc de Kcrstooom ui den 1 glans zijner vele, gekleurde kaarsen. Eén minuut was aller aandacht en beiang- ggSSstelling voor 't schitterend verlichte boompje, maar ■st Henk bemerkte terstond den vreemdeling, •n die, de ééne hand als steun zoekend, op xi den armleuning, van zijn stoel, dc andere id den binnenticJende smcckend tegeiistrckte. au God zelve dooi heide ge- op deze aarde en i™L mkribbe;inc,,,.teKtzl.t 1 p'1,cu: paleis vol verdriet. Cuido Cczcllc.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1925 | | pagina 12