DE EEMBODE Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken Vrijdag 2 Nov. 1928 No. 62 Twee en Veertigste Jaargang Abonnementen kunnen elke week ingaan, doch opzegging van abonne ment moet geschieden voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Prijs per 3 maanden f 1.00. Bulten Amersfoort f 1.10. Afzonderlijke nummers 10 cL KANTOOR: LANOEORACHT 28, AMERSFOORT, TELEFOON 314 DE EEMBODE VERSCHIJNT D1NSDAO- EN VR1JDAQM1DDAO AdvertentlEn 25 cL per regel. BillQke tarieven voor handel en nfverbeld b£J geregeld adverteeren. AdvertentlEn moeten Dinsdag en Vrijdag vóór 8 uur worden bezorgd. Een bepaalde plaats kan niet worden gegarandeerd Moeilijkheden brengen zwakken in verwarring, doch maken de sterken sterker. Epistel en Evangelie. DRIE EN TWINTIGSTE ZONDAG NA PINKSTEREN. Let uit den brief van den H. Apostel Paulus aan de Philippensen III. 17—IV, 3. Broedesr I Weest navolgers van mij en let op diegenen, die zóó wandelen als gij ons tot een voorbeeld hebt. Want daar wandelen er velen, ik u dikwijls zeide (en nu ook weenend zeg), dat zij vijanden zijn van Christus' kruiswier einde verderf is, wier God hun buik en wier eer in huune schande is, die hunne zinnen stellen op het aardsche. Maar onze wandel is in den hemel, vanwaar wij ook als Zaligmaker verwachten onzen Heer Jesus Christus, die het lichaam onzer geringheid her vormen zal, zoodat het gelijkvormig worde aan het lichaam tijaer heerlijk heid, iogevolge de werkkracht, waardoor Hij ook alles aan Zich onderwerpen kBn. Zoo dan, mijne veel geliefde en zeer beminde broeders, mijne vreugde en mijne kroon I weest aldus standvastig in den Heer, zeer geliefden I Ik bid Evodia en smeek Syntycbe, eensgezind te zijo in den Heer. E-i ook u bid ik, oprechte medewerker! sta baar bQ, die met mij gearbeid hebben in het Evangelie, met Clemens en mjjne overige medearbeiders, wier namen in het boek des levens staan. EVANGELIE volgens den H. Mattheus; IX, 18—26 In dien tijd, terwijl Jesus tot de scharen sprak, zie naderde er een overste, die Hem aanbad, zeggendeHeet I mijne dcchter is zoo even gestorven doch kom, leg uwe band op haar, en zij zal leven. Jesus nu stond op en volgde hem met zijne leerlingen. En zie, eene vrouw, die gedurende twaalf jaren aan bloedvloeiing leed, naderde Hem van achteren en raakte het boordsel van zijo kleed aan. Want zij zeide bij zich zelveIndien ik slechts zQo kleed zal hebben aangeraakt, zal ik gezond zijn 1 En Jesus, Zich oro- keerend en haar ziende, sprakVer trouw, dochter 1 uw geloof heeft u ge zond gemaakt. Eo de vrouw was ge zond van dat uur af. Toen Jesus nu in het huis van den overste gekomen was en de fliitspelers en de misbaar makende menigte zag, zeide HijGaat heen want de jonge dochter is niet dood maar slaapt. En als nu de menigte uitgedreven was, ging Hij binnen en vatte haar bij de hand. En de jonge dochter stond op. Dere mare nu werd door die gansche landstreek verbreid. Evangelieverklaring. 23ste Zondag na Pinksteren. De overste, van wien het Evangelie spreekt, heette Jeï'us en stond over een der Joodsche Synagogen. Hij had een doebterijv van twaalf jaren, dat hem door den dood ontrukt was. Door al zijo tranen kon de vader dit verlies niet herstellen. Wat doet hij In zijo groote droefheid neemt hij zijn toevlucht tot Jezus, valt Hem te voet eo bidt: «Heer, mijn dochter is zoo even over leden, maar kom, leg Uw hand op haar eo zij zal leven, Leeren we hieruit, hoe ook wij in allen nood, droefheid of tegenspoed onze toevlucht nemen tot God, gelijk de apostel zegt«Werpt al uwe be kommernissen op God, want Hij draagt zorg voor u.« Terwijl de Zaligmaker met Jsïrus. medegast, dringt een ziekelijke vrouw ongemerkt tot Jezus door, raakt den boord van zijn kleed aan, denkend «indien ik slechts Zijn kleed heb aan geraakt, zal ik genezen. Wie bewondert hier niet bet groote ge loof en 'c onbegrensde vertrouwen dezer vrome vrouw Mochten wij haar daarin navolgen, vooral wanneer wij naderen tot de H. Tafel, waar wij niet slechts het geluk hebben den boord van Zijn kleed aan te raken maar Hem zelve met Zijn godheid en menscheid ont vangen mogen. Ach I dat wij dan ten minste haar geloof en haar vertrouwen bezaten, zeer zeker zouden wij dan groote gunsten en genaden van Jezus verwerven. Want aan haar groot geloof en vertrouwen schrijft de Heer zelf haar genrzing toe: «Betrouw dochter, geloof heeft u genezen.» Als Jezus met den overste het huis genaderd is, doet Hij eerst de treur spelers en misbaarmakende menigti verwijderen. Het was n.l, een gebruik bij de Joden, dat zij waarschijnlijk de heidenen hadden overgenomen, bij sterfgevallen menschen voor geld te buren, om door klaagliederen en allerlei rouwmisbaar over de doode te wer Dit gebruik mishaagde den Heer en Hij laat ben uit het sterfhuis vertrekken. Daarna gaat Hij tot bet «slapende* kind, neemt haar bij de hand eo ge bood met Zijn almachtige wil«Doch tertje Ik zeg U sta oplt Als de doode zich op bet macht woord des Heeren overeind richt, moet dit wel een geweldige indruk; gemaakt op de omstaanders en allen die dit hoorden, eo we staan verbaasd ig zoo weinigen in Israel ge vonden werden, die dit alles ziende met Nicodrmus zeiden «Wij getooven, im mers de teekenen die Gij doet kan geen mensch verrichten*. Mochten wij ten door deze wonderbare genezing bevestigd worden in ons geloof aan Jezus' Godheid en met volle overtuiging tot Hem zeggen: «Heer tot wien anders zullen wij gaan, Gij hebt de woorden des eeuwigen levens*. Levenslesjes. VerroQd onnutten omgangen onnutte gesprekken. Een wijze sprak: «De menschen zijn als schietende soldaten wie zich van hen verwijderd houdt, wordt niet do6r de kogels getroffen*. «Gelijk een open stad zonder muren, is de man, die zijn geest niet weet te matigen bij het spreken*. Open uw mond om te spreken even omzichtig als uw beurs om te betalen. De verstandige Bpreekt alleen^ wan neer hij inziet, dat spreken meer nut heeft dan zwijgen. Nooit zult gij tot de ware volmaakt heid komen, indien gij u bekommert om het doen en laten van anderen zonder dat bet u aangaat. Wees bescheiden, ook dan, wanneer gij anderen wilt straffenwees voor zichtig, ook dan, wanneer gij anderen wilt opvroolijken. Tracht ook in uw gewone gesprekken nuttig te zijn en vrede te stichten. Beur de kleinmoedigen op, breng de opge wondenen tot bedaren, toon aan laste raars uw misnoegen, troost de treuren den. Goede en Christelijke gesprekken zijn nog van meer nut voor u zeiven, dan voor hen, met wie gij ze voert. Zie bij anderen veel door de vingers, bij u zeiven niets. Gewen u er aan, het doen en laten van anderen goed uit te leggen. Be- meikt gij fouten, tracht ze dan te ver ontschuldigen, zooals gij dBt bij u zeiven doen zcudt, 't Is beter met de hand op de borst te kloppen, dan met den vinger op anderen te wijzen. Wij kennen slechts de uitwendige daad, de Alziende alleen ziet ook de bedoeling, ziel heel de aanleiding, ziet wellicht verontschuldigende, misschien zelf rechtvaardigende omstandigheden. En wij zouden kunnen oordeeleo, «ij onwetenden, die vaak verblind en altijd kortzichtig zijn Wij zouden mógen oor deeleo, wij, die nog geoordeeld moeten worden? Wat u mishaagt in mij, dat het in u niet zij. Neem u in acht voor vleierij. De vleierjj staat in een slechten reuk eo toch is ze de meest gewilde munt. Heel de wereld kent die valsche munt, behalve de ontvanger. Tracht nooit u bij anderen meer bemind te maken dan voegzaam is. Indien u iemand leed doet, spreek hem aan met vriendelijke woorden, dan zult gij hem en u zeiven (tot bedaren brengen. Het vergiffenis schenken onder menschen is wederkeerig en zoo nood zakelijk als het ademhalen. Neemt het welgemeende woord van een vriend gaarne aan. Indien gij hevige tegenspraak onder vindt, dan baat bet in den regel u zelf en uw zaak, voorloopig te zwijgen. Wie overwinnen wil, moet leeren verdragen. De vrienden noemen zich oprecht, de v janden zijn hetdaarom moet gij hun berisping doen strekken tot zelf kennis: se is een bittere mitsdij. Laat overigens misgunners misgunnen en haters haten, wat God u gunt, dat moet men u laten. Voelt gij u in uw ee' gekrenkt, geef u dan niet over aan ver bittering. Ieder twistziek woord, dat uit liefde tot God terughoudt, is mt waard dan de schoonste rechtvaardiging. Beheersch u steeds: de toorn is ge lijk een wild paard, dat men in toom moet houden. Is het recht aan zachtmoedigheid ge paard, dan wint bet aan kracht en aanzien: gepaard aan toorn, verliest het beide. Indien gij misnoegd zijt, wees dan dubbel op uw hoede; «Het toornige ongeluk*, zegt een menschenkenner, «is schrikwekkend vindingrijk iu bet laste- n van God en den naaste*. Wees barmhartig jegens armen eo lijdenden en, zoo ge de middelen hebt ook vrijgevigtoon hun Bteeds uw deel- leming en beb een troostend woord 'oor hen over. Brdetik, vooral ten tijde van bijzonderen nood, dat ver- ouwen op God en naastenliefde :rste plichten zijn. Nooit moet gij u meer vetheugeD, dan wanneer gij gelegenheid hebt an deren naar de ziel nuttig te zijn. Aan het eeuwig geluk van een kelen mensch moet u meer gelegen :jn dan aan alle schatten der wereld. T. P. Arbeid. De menscb, die arbeidt verheft zich vervolmaakt zich zeiven. Maar deze ouderwetscbe, oer-solide gedachte kan in onze samenleving slechts dan weer waarde krjgen, wan neer het individu en met het individu de msatscbappj en in de maatschappij Opvoeding, Wie zijn de opvoeders der kinderen? Kort en zakeljk kan daarop bet ant woord gegeven wordenkrachtens de natuurwet zijn de ouders de onmiddel lijk bevoegden. En geen enkele macht, niemand mag zich, op welke wijze dan ook, daarmee bemoeien, tenzij dit nood- zakeljfk is in het belang van hel kind en in het belang van het algemeen maatschappelijk welzijn. Nog de Staat, nccb de Gemeente, noch iemand anders is de eerst ge- echtigde wat betreft de opvoeding der kindereD. Voorzoover echter het huisgezin niet bij machte is, om aan de kinderen dié opvoeding te geven die noodig is voor de omstandigheden van bet leven, waarin het kind later komt te staan, kan het de kinderen afstaan aan een instelling, die datgene aanvult wat het huisgezin door verschillende omstandigheden niet geven kan. En die instelling is de school. De school is dus een instelling, die baar bestaansrecht ontleent aan de ouders. Dat de Staat bet zenden van de kinderen naar die instelling tot plicht heeft gemaakt, vindt zijn oorzaak in het feit, dat de Staat inziet, dat het ver werven van de verschillende vaardig heden op de school, absoluut nood zakelijk is voor bet algemeen welzijo. Daar de school dus eigenlijk is een instelling door de ouders zelf gewild, daarom moet er ook innig contact be- tUBschen de ouders en de school. Een kloof tusschen beide is iels onna tuurlijks, iets onlogisch, wanneer we uitgaan van bovengenoemde beginselen. De opvoeding van een kind is een verantwoordelijk en moeilijk werk. De ouders hebben een bepaalde taak daar- de school heeft daarvan een bepaalde taak. Maar elk neemt toch de geheele opvoeding voor zijn rekening, alleen het verschil van de wijze waarop de tijden, waarin de middelen tot opvoeding worden toegepast verschillen. Na school het huisgezin. Ouder school natuurlijk de school. Beiden houden zich lus met hetzelfde object bezig: de op- -oeding vao het kind. Ouders en school hebben elkaar de hand te reiken. Per soneel en ouders moeten voortdurend elkaar de hand reikeo. Wat volgen daar nu voor practische dingen uil? Dat de onderwijzers zich op de hoogte stellen van de jongen of liever gezegd van het kind in het huisgezin, en de ouders zxb van het kind op school. De ouders de steun van den onder wijzer, de onderwijzer de steun van de Die samenwerking moet bestaan wat betreft de verstandelijke vorming, maar ook zeer zeker wat betreft de gods dienstig zedelijke vorming. Ernstige karakterfouten dienen besproken te worden tusschen onderwijzer eo ouders. De godsdienstige gewoonten, die op school in gebruik zijn, dienen door de Ouders voortgezet te worden. Alle middelen tot samenwerking te bespreken zou ondoenlijk zijn. Samen werking moet er zijn en ouders, gij weet, wanneer ge samenwerking wilt, op welke wijze ge dat het beste kunt doen. Weest overtuigd van de geweldigr laak der opvoeding, 't Is uw teveas- werk. 't Is het levenswerk van de ondet- w«zer. Leert uw kinderen, in den ruim- sten zin van het woord. Leert ben door eigen woord en voorbeeld. Leert 1 In samenwerking met de school. Jt: zegt in het Evangelie: Gaat eo leert. Hij spreekt het tot Zijn Apostelen. Maar •an ieder menscb heeft Christus het gezegd. Het ligt in bet wereldplan, dat ieder mensch als sociaal wezen, rijn medemensch moet leeren door eigen oord en voorbeeld. Jrzus bekrachtigt bet nog eens me simpele, maar toch zoo ultdrukkelijkt woorden Gaat en onderwijst. Ouders, gaat, wendt alle middelen tn, en leert. den Schepper.voor God, die den arbeid als straf oplegde aan den mensch aan de edelmoedige volbrenging van de harde wet om het brood in het zweet des aanscbijns te verdienen, de voldoening verbond, die het zoo zoet maakt te rusten na moedig volbrachte slechts dan wanneer men de beteekenis van deo arbeid in dit licht beschouwt, dan eerst begrijpt men de diepe oorzaak van onze talloos-vele, maatschappelijke mistoestanden, die an archie en revolutie noodzakelijk moeten in de hand werkeo. Want waar is hetblijft de ethische beteekenis van den arbeid uitgeschakeld, dan ook blijft de arbeid voor den werk gever slechts het middel tot verwerving maatschappelijken wellTand en van rijkdom, voor den werknemer een slaven juk, dat ontevreden en mokkend ge dragen wordt met haat in bet hart. Arbeid geldt voor iederen mensch arbeidsplicht. Reeds van het Aardsch-paradijg heet het«God, de Heer, nam den mensch plaatste hem in een lusthof, opdat hij deze zou beweiken en in stand houden*. Het karakter van 'n straf kreeg die arbeidsplicht eerst na den zondeval, toen de mensch zelf het harde 'oord op 's Heeren lippen drong: «In et zweet uws aanscbijns zult gij uw En telkens weer vinden wij in het groote boek der Openbaring die ver plichting tot den arbeid opnieuw inge scherpt. «Zes dagen zult gij arbeiden en uwe werkzaamheden verrichten,* zegt Exod, 20. 9. >Van den arbeid uwer hand zult gij n,« luidt het in Ps. 127, 2. Te morgen zaal uw zaad en ook avond laat uwe hand niet rusten,* moedigt de Pred. aan. «Doe wat uwe hand te doen vindt 1 doe hel ijverig,* zegt dezelfde esp, 9 vers 10. En wordt niet in het Boek der Spreuken de luiaard verwezen naar de 'iijtige mier Ziet, daarom heeft God ervoor ge zorgd, dat voor de meeste menschen reeds omreden van hua levensonder houd de arbeid gebiedend noodzake lijk is. Maar daarom ook is de beteekenis in den menschelljken arbeid niet, dat wordt gezwoegd eo geslaafd tot ver werving alleen van rijkdom en aanzien. Maar daarom is in het groote leven der menschen de welstand van hen, wier arbeid slaagde boven verwachting het aangewezen reserve-kapitaal voor hen wier werken en tobben minder of buiten hunne schuld niet slaagde in den wisselenden strijd om het bestaan. Wie echter de hem van God gestelde taak in deze wereld niet of slecht ver- vervult, die is een onnut, althans geen volwaardig medelid der menschelijke maatschappij, Is niet de vraag, welke plaats men inneemt in het levend organisme der menschheid, het komt er maar op aan, ïeo zijne plaats inneemt. D'r zij a 1, die zoo lui leven of ze over 'n millioen te beschikken haddenen d'r zijn rijken, die werken met 'n ijver, of wisten, hoe zij aan den dag van morgen komen. Maar armen en rijken, boeren en mijnwerkers, tecbni- kers en kooplieden, mannen en vrouwen, professoren eo doktoren, geestelijken en leeken 't zijn allen, het moeteD allen zijnweikers naar de ordinandi Gods, En menig werkman is 's avonds na zijn handenarbeid minder vermoeid dan een ijverig journalist, een praktiseerend geneesheer, of een studeerend leeraar. Eo menig fabrikant of koopman ziet voor den tijd z'o haren verbleeken van zorg en opwinding, waarvan zijoe onder geschikten, die hem benijden, geen A >uw begrip zich kunnen vormen. Ieder beroep, iedere stand heeft nu eenmaal zijn eigenaardigen arbeid. Maar geaibeid moet er worden, overal. En dat daarbij de arbeid dea eenen des anderen arbeid vooronderstelt, en dat er in ons moderne leven geen enkele stand zonder schade kan gemist worden, haast geen enkel beroep voor het al gemeen welzijn overbodig isdat be wijst iedere werkstaking in het klein en iedere revolutie in het groot. Zoo geldt dus arbeid voor iederen mensch als arbeidsplicht. P. D. Binnenland OvernealDa van de Eea.; Ia de zitting der Prov. Staten van Utrecht, werd op voorstel van Ged. Staten besloten, de Eem in beheer eo onderhoud te brengen bij de provincie Utrecht en haar vervolgens zoodanig te verbeteren, dat zij een goede scheep vaartweg zal worden voor vaartuigen tot ongeveer 500 ton. Het Rijk zal vermoedelijk '/s 6e_ deelte in de vei betering der kosten bij dragen. Ten laste van Amersfoort, Baarn eo Soest zal eveneens 3 der kosten moeten komen. De totale kosten zullen f 200,000 niet te boven gaan. De jaarlijksche kosten van onderhoud na de voorgestelde verbetering sullen bedragen f8250. Het Rijk zal in deze kosten niet bijdragen, waarom op voor van Ged. Staten besloten wordt twee-derde dezer kosten voor rekening der provincie te nemen het restant zou dan eveneens door de gemeente Baarn, Soest en Amersfoort moeten worden gedekt. De heer Van den Brink uit Bzarn, bracht dank aan Ged. Staten voor deze voordracht en zeide, dat zij in Baarn met gejuich ontvangen was. Hij hoopte, dat ook de andere betrokken gemeen- ran het groote belang dezer voor dracht overtuigd zullen zij'-. De heer Wijkamp (lid van Ged. S:aten) dankt voor de woorden van den heer d. Brink en hoopt, dat ten spoedig- yan bet Rijk de toezegging voor de subsidie moge afkomen. Postpakketten. BQ de Tweede Kamer is een wets ontwerp ingediend tot wQzigiog van de Pakkelpostwet, waarbij bet msximum gewicht van postpakketten in het bin- nenlandsch verkeer voorsbands wordt gebracht van 5 op 7 K.G. Bij een beperking tot 7 K.G. zal de dienst, naar het zich laat aanzien, ook ten plattelande naar behooren kunnen worden uitgevoerd. Het ligt in het voornemen te bevor deren, dat het port voor pakketten van een gewicht boven 5 K.G. tot en met 7 K.G. wordt bepaald op 60 cent. Met het oog op een eventueele verdere verhooging van het maximum gewicht der pakketten, is het echter wenschelijk, dat het maximum port dat voor een pakket mag worden geheven, wordt verhoogd en nader vastgesteld op fl. Lectuur. In de afdeelingen der Prov. Staten zQn klachten geuit over minderwaardige en onzedelijke lectuur, welke in de open bare leeszalen aanwezig is. Een lid, voorstander van de openbare leeszaal, kondigde een voorstel aan om geen subsidie meer te verleenen, tenzij deug delijke waarborgen kunnen worden ge geven, dat dergelijke ongezonde lectuir niet aanwezig is. Een ander lid wild aanmanen tot voorzichtigheid, doch meent, dat daarbij de breedheid van opvatting over den inhoud van een werk, als uiting van kunst, niet in het gedrang mag komen. Een derde wil >n het algemeeo de waarde van een boek als uiting van kuost, wel erkennen, d ch waar de openbare leeszaal een instituut van volksopvoeding moet zijn, acht dit lid de aanwezigheid van boeken als hier bedoeld zeer zeker een volks gevaar, omdat dergelijke lectuur niet verheft, doch verlaagt. Ged. Statea antwoorden, dat zij be< reid zijn zich met het bestuur van den Bond van Openbare Leeszalen en Bibliotheken in de provincie Utrecht In verbinding te stellen, ten einde zich er van te vergewissen, in|hoevcrre de hier bedoelde klachten gegrond zijn te achten eo cq, na te gaan, wat in deze kan worden gedaan. Het komt hun college aanvankelijk lor, dat de opvatting, ontwikkeld door het derde hierboven aangeduide lid, de eest juiste is te achten. Na langdurige discussies gingen de Prov. Staten accoord met het plan vtn Ged. Staten. rljjk aroma Het genot, dat het gebruik - mm PEPERMUNT U verschaft, is vooral ge- legen in het heerlijk aro- ma, hetwelk een gevolg ie van de origineele bereiding uit echte pepermuntolie. MIJNHARDT'a Hoofdpijn-Tabletten60 cL Laxeer-Tabletten60 cl. Zenuw-Tabletten.75 cL Staal-Tabetten 90 cL Maag-Tabletten75 BQ Apoth. en Drogisten PROV. STATEN. In de Dinsdag onder leiding van dr. Jacob heropende winferzitting van de Provinciale Staten van Utrecht werd besloten een adres te richten tot de Tweede Kamer met betuiging van leed wezen over de houding der Regeering inzake de autobusdienstbelemmering rondom Utrecht. Daarna kwam aan de orde het adres n Rhenen, om een provinciaal subsi die ten behoeve van de restauratie van den Cuneratoren aldaar. Voorgesteld werd afwijzend te be schikken. De heer v. Gaasbeek diende echter 11 voorstel in om steun te verleenen met een subsidie van 25 pCt. der kos ten tot een maximum van 17.500. Na langdurige discussie wordt het voorstel-v. Gaasbeek verworpen met 26 tegen 10 stemmen. Het afwijzend voorstel van Gedepu teerden werd daarop goedgekeurd. Een voorstel van Ged. Staten tot het verleenen van een provinciale subsidie van 250 aan de Vereeniging tot be houd van molens in Nederland „de Hollandsche Molen" werd aangenomen. Geruimen tijd is daarop van gedach ten gewisseld over een afwijzend prae- advies van Ged. Staten op een adres der Utrechtsche Volks-Universiteit om provinciaal subsidie te mogen ont vangen van 1000. Het afwijzend prae- advies werd tenslotte goedgekeurd. Daarop werden goedgekeurd de be- liten van aandeelhouders der N.V. P. U. E. M. tot aankoop van grond en tot het aangaan van een geldleening groot 1.000.000 ten laste van de Pro vincie rentende hoogstens 5 pCt. en te gen den hoogst mogelijken koers en af te lossen in hoogstens dertig jaren. Dan keurde de vergadering goed een voorstel tot het nemen in beheer en on derhoud ^n het verbeteren van een ge deelte der rivier de Eem. De kosten wezer worden geraamd op 200.000. Eveneens gingen de Staten accoord met een voorstel van Gedep. Staten om het beheer en onderhoud over te ne men van eenige wegen.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1928 | | pagina 1