DE EEMBODE
Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
voor Amersfoort en Omstreken
Vrijdag 2 Nov. 1928 No. 62
Twee en Veertigste Jaargang
Abonnementen kunnen elke week ingaan, doch opzegging van abonne
ment moet geschieden voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Prijs per
3 maanden f 1.00. Bulten Amersfoort f 1.10. Afzonderlijke nummers 10 cL
KANTOOR: LANOEORACHT 28, AMERSFOORT, TELEFOON 314
DE EEMBODE VERSCHIJNT D1NSDAO- EN VR1JDAQM1DDAO
AdvertentlEn 25 cL per regel. BillQke tarieven voor handel en nfverbeld
b£J geregeld adverteeren. AdvertentlEn moeten Dinsdag en Vrijdag vóór
8 uur worden bezorgd. Een bepaalde plaats kan niet worden gegarandeerd
Moeilijkheden brengen zwakken in
verwarring, doch maken de sterken
sterker.
Epistel en Evangelie.
DRIE EN TWINTIGSTE ZONDAG
NA PINKSTEREN.
Let uit den brief van den H. Apostel
Paulus aan de Philippensen
III. 17—IV, 3.
Broedesr I Weest navolgers van mij
en let op diegenen, die zóó wandelen
als gij ons tot een voorbeeld hebt.
Want daar wandelen er velen,
ik u dikwijls zeide (en nu ook weenend
zeg), dat zij vijanden zijn van Christus'
kruiswier einde verderf is, wier God
hun buik en wier eer in huune schande
is, die hunne zinnen stellen op het
aardsche. Maar onze wandel is in den
hemel, vanwaar wij ook als Zaligmaker
verwachten onzen Heer Jesus Christus,
die het lichaam onzer geringheid her
vormen zal, zoodat het gelijkvormig
worde aan het lichaam tijaer heerlijk
heid, iogevolge de werkkracht, waardoor
Hij ook alles aan Zich onderwerpen
kBn. Zoo dan, mijne veel geliefde en
zeer beminde broeders, mijne vreugde
en mijne kroon I weest aldus standvastig
in den Heer, zeer geliefden I
Ik bid Evodia en smeek Syntycbe,
eensgezind te zijo in den Heer. E-i ook
u bid ik, oprechte medewerker! sta
baar bQ, die met mij gearbeid hebben
in het Evangelie, met Clemens en mjjne
overige medearbeiders, wier namen in
het boek des levens staan.
EVANGELIE
volgens den H. Mattheus; IX, 18—26
In dien tijd, terwijl Jesus tot de
scharen sprak, zie naderde er een overste,
die Hem aanbad, zeggendeHeet I
mijne dcchter is zoo even gestorven
doch kom, leg uwe band op haar, en
zij zal leven. Jesus nu stond op en
volgde hem met zijne leerlingen.
En zie, eene vrouw, die gedurende
twaalf jaren aan bloedvloeiing leed,
naderde Hem van achteren en raakte
het boordsel van zijo kleed aan. Want
zij zeide bij zich zelveIndien ik slechts
zQo kleed zal hebben aangeraakt, zal
ik gezond zijn 1 En Jesus, Zich oro-
keerend en haar ziende, sprakVer
trouw, dochter 1 uw geloof heeft u ge
zond gemaakt. Eo de vrouw was ge
zond van dat uur af.
Toen Jesus nu in het huis van den
overste gekomen was en de fliitspelers
en de misbaar makende menigte zag,
zeide HijGaat heen want de jonge
dochter is niet dood maar slaapt. En
als nu de menigte uitgedreven was,
ging Hij binnen en vatte haar bij de
hand. En de jonge dochter stond op.
Dere mare nu werd door die gansche
landstreek verbreid.
Evangelieverklaring.
23ste Zondag na Pinksteren.
De overste, van wien het Evangelie
spreekt, heette Jeï'us en stond over
een der Joodsche Synagogen. Hij had
een doebterijv van twaalf jaren, dat
hem door den dood ontrukt was. Door
al zijo tranen kon de vader dit verlies
niet herstellen. Wat doet hij In zijo
groote droefheid neemt hij zijn toevlucht
tot Jezus, valt Hem te voet eo bidt:
«Heer, mijn dochter is zoo even over
leden, maar kom, leg Uw hand op haar
eo zij zal leven,
Leeren we hieruit, hoe ook wij in
allen nood, droefheid of tegenspoed
onze toevlucht nemen tot God, gelijk
de apostel zegt«Werpt al uwe be
kommernissen op God, want Hij draagt
zorg voor u.«
Terwijl de Zaligmaker met Jsïrus.
medegast, dringt een ziekelijke vrouw
ongemerkt tot Jezus door, raakt den
boord van zijn kleed aan, denkend
«indien ik slechts Zijn kleed heb aan
geraakt, zal ik genezen.
Wie bewondert hier niet bet groote ge
loof en 'c onbegrensde vertrouwen dezer
vrome vrouw Mochten wij haar daarin
navolgen, vooral wanneer wij naderen
tot de H. Tafel, waar wij niet slechts
het geluk hebben den boord van Zijn
kleed aan te raken maar Hem zelve
met Zijn godheid en menscheid ont
vangen mogen. Ach I dat wij dan ten
minste haar geloof en haar vertrouwen
bezaten, zeer zeker zouden wij dan
groote gunsten en genaden van Jezus
verwerven. Want aan haar groot geloof
en vertrouwen schrijft de Heer zelf haar
genrzing toe: «Betrouw dochter,
geloof heeft u genezen.»
Als Jezus met den overste het huis
genaderd is, doet Hij eerst de treur
spelers en misbaarmakende menigti
verwijderen. Het was n.l, een gebruik
bij de Joden, dat zij waarschijnlijk
de heidenen hadden overgenomen,
bij sterfgevallen menschen voor geld te
buren, om door klaagliederen en allerlei
rouwmisbaar over de doode te wer
Dit gebruik mishaagde den Heer en Hij
laat ben uit het sterfhuis vertrekken.
Daarna gaat Hij tot bet «slapende*
kind, neemt haar bij de hand eo ge
bood met Zijn almachtige wil«Doch
tertje Ik zeg U sta oplt
Als de doode zich op bet macht
woord des Heeren overeind richt, moet
dit wel een geweldige indruk; gemaakt
op de omstaanders en allen
die dit hoorden, eo we staan verbaasd
ig zoo weinigen in Israel ge
vonden werden, die dit alles ziende met
Nicodrmus zeiden «Wij getooven, im
mers de teekenen die Gij doet kan geen
mensch verrichten*. Mochten wij ten
door deze wonderbare genezing
bevestigd worden in ons geloof aan
Jezus' Godheid en met volle overtuiging
tot Hem zeggen: «Heer tot wien anders
zullen wij gaan, Gij hebt de woorden
des eeuwigen levens*.
Levenslesjes.
VerroQd onnutten omgangen onnutte
gesprekken. Een wijze sprak: «De
menschen zijn als schietende soldaten
wie zich van hen verwijderd houdt,
wordt niet do6r de kogels getroffen*.
«Gelijk een open stad zonder muren,
is de man, die zijn geest niet weet te
matigen bij het spreken*.
Open uw mond om te spreken even
omzichtig als uw beurs om te betalen.
De verstandige Bpreekt alleen^ wan
neer hij inziet, dat spreken meer nut
heeft dan zwijgen.
Nooit zult gij tot de ware volmaakt
heid komen, indien gij u bekommert
om het doen en laten van anderen
zonder dat bet u aangaat.
Wees bescheiden, ook dan, wanneer
gij anderen wilt straffenwees voor
zichtig, ook dan, wanneer gij anderen
wilt opvroolijken.
Tracht ook in uw gewone gesprekken
nuttig te zijn en vrede te stichten. Beur
de kleinmoedigen op, breng de opge
wondenen tot bedaren, toon aan laste
raars uw misnoegen, troost de treuren
den. Goede en Christelijke gesprekken
zijn nog van meer nut voor u zeiven,
dan voor hen, met wie gij ze voert.
Zie bij anderen veel door de vingers,
bij u zeiven niets.
Gewen u er aan, het doen en laten
van anderen goed uit te leggen. Be-
meikt gij fouten, tracht ze dan te ver
ontschuldigen, zooals gij dBt bij u zeiven
doen zcudt, 't Is beter met de hand
op de borst te kloppen, dan met den
vinger op anderen te wijzen.
Wij kennen slechts de uitwendige
daad, de Alziende alleen ziet ook de
bedoeling, ziel heel de aanleiding, ziet
wellicht verontschuldigende, misschien
zelf rechtvaardigende omstandigheden.
En wij zouden kunnen oordeeleo, «ij
onwetenden, die vaak verblind en altijd
kortzichtig zijn Wij zouden mógen oor
deeleo, wij, die nog geoordeeld moeten
worden? Wat u mishaagt in mij, dat
het in u niet zij.
Neem u in acht voor vleierij. De
vleierjj staat in een slechten reuk eo
toch is ze de meest gewilde munt. Heel
de wereld kent die valsche munt,
behalve de ontvanger. Tracht nooit u
bij anderen meer bemind te maken dan
voegzaam is.
Indien u iemand leed doet, spreek
hem aan met vriendelijke woorden, dan
zult gij hem en u zeiven (tot bedaren
brengen. Het vergiffenis schenken onder
menschen is wederkeerig en zoo nood
zakelijk als het ademhalen. Neemt het
welgemeende woord van een vriend
gaarne aan.
Indien gij hevige tegenspraak onder
vindt, dan baat bet in den regel u zelf
en uw zaak, voorloopig te zwijgen.
Wie overwinnen wil, moet leeren
verdragen.
De vrienden noemen zich oprecht,
de v janden zijn hetdaarom moet gij
hun berisping doen strekken tot zelf
kennis: se is een bittere mitsdij. Laat
overigens misgunners misgunnen en
haters haten, wat God u gunt, dat moet
men u laten. Voelt gij u in uw ee'
gekrenkt, geef u dan niet over aan ver
bittering. Ieder twistziek woord, dat
uit liefde tot God terughoudt, is mt
waard dan de schoonste rechtvaardiging.
Beheersch u steeds: de toorn is ge
lijk een wild paard, dat men in toom
moet houden.
Is het recht aan zachtmoedigheid ge
paard, dan wint bet aan kracht en
aanzien: gepaard aan toorn, verliest
het beide.
Indien gij misnoegd zijt, wees dan
dubbel op uw hoede; «Het toornige
ongeluk*, zegt een menschenkenner, «is
schrikwekkend vindingrijk iu bet laste-
n van God en den naaste*.
Wees barmhartig jegens armen eo
lijdenden en, zoo ge de middelen hebt
ook vrijgevigtoon hun Bteeds uw deel-
leming en beb een troostend woord
'oor hen over. Brdetik, vooral ten
tijde van bijzonderen nood, dat ver-
ouwen op God en naastenliefde
:rste plichten zijn.
Nooit moet gij u meer vetheugeD,
dan wanneer gij gelegenheid hebt an
deren naar de ziel nuttig te zijn.
Aan het eeuwig geluk van een
kelen mensch moet u meer gelegen
:jn dan aan alle schatten der wereld.
T. P.
Arbeid.
De menscb, die arbeidt verheft zich
vervolmaakt zich zeiven.
Maar deze ouderwetscbe, oer-solide
gedachte kan in onze samenleving
slechts dan weer waarde krjgen, wan
neer het individu en met het individu
de msatscbappj en in de maatschappij
Opvoeding,
Wie zijn de opvoeders der kinderen?
Kort en zakeljk kan daarop bet ant
woord gegeven wordenkrachtens de
natuurwet zijn de ouders de onmiddel
lijk bevoegden. En geen enkele macht,
niemand mag zich, op welke wijze dan
ook, daarmee bemoeien, tenzij dit nood-
zakeljfk is in het belang van hel kind
en in het belang van het algemeen
maatschappelijk welzijn.
Nog de Staat, nccb de Gemeente,
noch iemand anders is de eerst ge-
echtigde wat betreft de opvoeding der
kindereD.
Voorzoover echter het huisgezin niet
bij machte is, om aan de kinderen dié
opvoeding te geven die noodig is voor
de omstandigheden van bet leven, waarin
het kind later komt te staan, kan het
de kinderen afstaan aan een instelling,
die datgene aanvult wat het huisgezin
door verschillende omstandigheden niet
geven kan.
En die instelling is de school.
De school is dus een instelling, die
baar bestaansrecht ontleent aan de
ouders. Dat de Staat bet zenden van
de kinderen naar die instelling tot plicht
heeft gemaakt, vindt zijn oorzaak in het
feit, dat de Staat inziet, dat het ver
werven van de verschillende vaardig
heden op de school, absoluut nood
zakelijk is voor bet algemeen welzijo.
Daar de school dus eigenlijk is een
instelling door de ouders zelf gewild,
daarom moet er ook innig contact be-
tUBschen de ouders en de school.
Een kloof tusschen beide is iels onna
tuurlijks, iets onlogisch, wanneer we
uitgaan van bovengenoemde beginselen.
De opvoeding van een kind is een
verantwoordelijk en moeilijk werk. De
ouders hebben een bepaalde taak daar-
de school heeft daarvan een
bepaalde taak. Maar elk neemt toch de
geheele opvoeding voor zijn rekening,
alleen het verschil van de wijze waarop
de tijden, waarin de middelen tot
opvoeding worden toegepast verschillen.
Na school het huisgezin. Ouder school
natuurlijk de school. Beiden houden zich
lus met hetzelfde object bezig: de op-
-oeding vao het kind. Ouders en school
hebben elkaar de hand te reiken. Per
soneel en ouders moeten voortdurend
elkaar de hand reikeo.
Wat volgen daar nu voor practische
dingen uil?
Dat de onderwijzers zich op de hoogte
stellen van de jongen of liever gezegd
van het kind in het huisgezin, en de
ouders zxb van het kind op school.
De ouders de steun van den onder
wijzer, de onderwijzer de steun van de
Die samenwerking moet bestaan wat
betreft de verstandelijke vorming, maar
ook zeer zeker wat betreft de gods
dienstig zedelijke vorming. Ernstige
karakterfouten dienen besproken te
worden tusschen onderwijzer eo ouders.
De godsdienstige gewoonten, die op
school in gebruik zijn, dienen door de
Ouders voortgezet te worden.
Alle middelen tot samenwerking te
bespreken zou ondoenlijk zijn. Samen
werking moet er zijn en ouders, gij
weet, wanneer ge samenwerking wilt,
op welke wijze ge dat het beste kunt
doen.
Weest overtuigd van de geweldigr
laak der opvoeding, 't Is uw teveas-
werk. 't Is het levenswerk van de ondet-
w«zer. Leert uw kinderen, in den ruim-
sten zin van het woord. Leert ben door
eigen woord en voorbeeld. Leert 1
In samenwerking met de school. Jt:
zegt in het Evangelie: Gaat eo leert.
Hij spreekt het tot Zijn Apostelen. Maar
•an ieder menscb heeft Christus het
gezegd. Het ligt in bet wereldplan, dat
ieder mensch als sociaal wezen, rijn
medemensch moet leeren door eigen
oord en voorbeeld.
Jrzus bekrachtigt bet nog eens me
simpele, maar toch zoo ultdrukkelijkt
woorden Gaat en onderwijst.
Ouders, gaat, wendt alle middelen
tn, en leert.
den Schepper.voor God, die
den arbeid als straf oplegde aan den
mensch aan de edelmoedige volbrenging
van de harde wet om het brood in het
zweet des aanscbijns te verdienen, de
voldoening verbond, die het zoo zoet
maakt te rusten na moedig volbrachte
slechts dan wanneer men de
beteekenis van deo arbeid in dit licht
beschouwt, dan eerst begrijpt men de
diepe oorzaak van onze talloos-vele,
maatschappelijke mistoestanden, die an
archie en revolutie noodzakelijk moeten
in de hand werkeo.
Want waar is hetblijft de ethische
beteekenis van den arbeid uitgeschakeld,
dan ook blijft de arbeid voor den werk
gever slechts het middel tot verwerving
maatschappelijken wellTand en van
rijkdom, voor den werknemer een slaven
juk, dat ontevreden en mokkend ge
dragen wordt met haat in bet hart.
Arbeid geldt voor iederen mensch
arbeidsplicht.
Reeds van het Aardsch-paradijg heet
het«God, de Heer, nam den mensch
plaatste hem in een lusthof, opdat
hij deze zou beweiken en in stand
houden*. Het karakter van 'n straf
kreeg die arbeidsplicht eerst na den
zondeval, toen de mensch zelf het harde
'oord op 's Heeren lippen drong: «In
et zweet uws aanscbijns zult gij uw
En telkens weer vinden wij in het
groote boek der Openbaring die ver
plichting tot den arbeid opnieuw inge
scherpt.
«Zes dagen zult gij arbeiden en uwe
werkzaamheden verrichten,* zegt Exod,
20. 9.
>Van den arbeid uwer hand zult gij
n,« luidt het in Ps. 127, 2.
Te morgen zaal uw zaad en ook
avond laat uwe hand niet rusten,*
moedigt de Pred. aan.
«Doe wat uwe hand te doen vindt
1 doe hel ijverig,* zegt dezelfde esp,
9 vers 10.
En wordt niet in het Boek der
Spreuken de luiaard verwezen naar de
'iijtige mier
Ziet, daarom heeft God ervoor ge
zorgd, dat voor de meeste menschen
reeds omreden van hua levensonder
houd de arbeid gebiedend noodzake
lijk is.
Maar daarom ook is de beteekenis
in den menschelljken arbeid niet, dat
wordt gezwoegd eo geslaafd tot ver
werving alleen van rijkdom en aanzien.
Maar daarom is in het groote leven
der menschen de welstand van hen,
wier arbeid slaagde boven verwachting
het aangewezen reserve-kapitaal voor
hen wier werken en tobben minder of
buiten hunne schuld niet slaagde in den
wisselenden strijd om het bestaan.
Wie echter de hem van God gestelde
taak in deze wereld niet of slecht ver-
vervult, die is een onnut, althans geen
volwaardig medelid der menschelijke
maatschappij,
Is niet de vraag, welke plaats men
inneemt in het levend organisme der
menschheid, het komt er maar op aan,
ïeo zijne plaats inneemt. D'r zij a
1, die zoo lui leven of ze over 'n
millioen te beschikken haddenen d'r
zijn rijken, die werken met 'n ijver, of
wisten, hoe zij aan den dag
van morgen komen. Maar armen en
rijken, boeren en mijnwerkers, tecbni-
kers en kooplieden, mannen en vrouwen,
professoren eo doktoren, geestelijken en
leeken 't zijn allen, het moeteD allen
zijnweikers naar de ordinandi Gods,
En menig werkman is 's avonds na
zijn handenarbeid minder vermoeid dan
een ijverig journalist, een praktiseerend
geneesheer, of een studeerend leeraar.
Eo menig fabrikant of koopman ziet
voor den tijd z'o haren verbleeken van
zorg en opwinding, waarvan zijoe onder
geschikten, die hem benijden, geen A >uw
begrip zich kunnen vormen.
Ieder beroep, iedere stand heeft nu
eenmaal zijn eigenaardigen arbeid.
Maar geaibeid moet er worden, overal.
En dat daarbij de arbeid dea eenen
des anderen arbeid vooronderstelt, en
dat er in ons moderne leven geen enkele
stand zonder schade kan gemist worden,
haast geen enkel beroep voor het al
gemeen welzijn overbodig isdat be
wijst iedere werkstaking in het klein
en iedere revolutie in het groot.
Zoo geldt dus arbeid voor iederen
mensch als arbeidsplicht. P. D.
Binnenland
OvernealDa van de Eea.;
Ia de zitting der Prov. Staten van
Utrecht, werd op voorstel van Ged.
Staten besloten, de Eem in beheer eo
onderhoud te brengen bij de provincie
Utrecht en haar vervolgens zoodanig te
verbeteren, dat zij een goede scheep
vaartweg zal worden voor vaartuigen
tot ongeveer 500 ton.
Het Rijk zal vermoedelijk '/s 6e_
deelte in de vei betering der kosten bij
dragen. Ten laste van Amersfoort,
Baarn eo Soest zal eveneens 3 der
kosten moeten komen. De totale kosten
zullen f 200,000 niet te boven gaan.
De jaarlijksche kosten van onderhoud
na de voorgestelde verbetering sullen
bedragen f8250. Het Rijk zal in deze
kosten niet bijdragen, waarom op voor
van Ged. Staten besloten wordt
twee-derde dezer kosten voor rekening
der provincie te nemen het restant zou
dan eveneens door de gemeente Baarn,
Soest en Amersfoort moeten worden
gedekt.
De heer Van den Brink uit Bzarn,
bracht dank aan Ged. Staten voor deze
voordracht en zeide, dat zij in Baarn
met gejuich ontvangen was. Hij hoopte,
dat ook de andere betrokken gemeen-
ran het groote belang dezer voor
dracht overtuigd zullen zij'-.
De heer Wijkamp (lid van Ged. S:aten)
dankt voor de woorden van den heer
d. Brink en hoopt, dat ten spoedig-
yan bet Rijk de toezegging voor
de subsidie moge afkomen.
Postpakketten.
BQ de Tweede Kamer is een wets
ontwerp ingediend tot wQzigiog van de
Pakkelpostwet, waarbij bet msximum
gewicht van postpakketten in het bin-
nenlandsch verkeer voorsbands wordt
gebracht van 5 op 7 K.G.
Bij een beperking tot 7 K.G. zal de
dienst, naar het zich laat aanzien, ook
ten plattelande naar behooren kunnen
worden uitgevoerd.
Het ligt in het voornemen te bevor
deren, dat het port voor pakketten van
een gewicht boven 5 K.G. tot en met
7 K.G. wordt bepaald op 60 cent. Met
het oog op een eventueele verdere
verhooging van het maximum gewicht
der pakketten, is het echter wenschelijk,
dat het maximum port dat voor een
pakket mag worden geheven, wordt
verhoogd en nader vastgesteld op fl.
Lectuur.
In de afdeelingen der Prov. Staten zQn
klachten geuit over minderwaardige en
onzedelijke lectuur, welke in de open
bare leeszalen aanwezig is. Een lid,
voorstander van de openbare leeszaal,
kondigde een voorstel aan om geen
subsidie meer te verleenen, tenzij deug
delijke waarborgen kunnen worden ge
geven, dat dergelijke ongezonde lectuir
niet aanwezig is. Een ander lid wild
aanmanen tot voorzichtigheid, doch
meent, dat daarbij de breedheid van
opvatting over den inhoud van een
werk, als uiting van kunst, niet in het
gedrang mag komen. Een derde wil >n
het algemeeo de waarde van een boek
als uiting van kuost, wel erkennen, d ch
waar de openbare leeszaal een instituut
van volksopvoeding moet zijn, acht
dit lid de aanwezigheid van boeken
als hier bedoeld zeer zeker een volks
gevaar, omdat dergelijke lectuur niet
verheft, doch verlaagt.
Ged. Statea antwoorden, dat zij be<
reid zijn zich met het bestuur van den
Bond van Openbare Leeszalen en
Bibliotheken in de provincie Utrecht In
verbinding te stellen, ten einde zich er
van te vergewissen, in|hoevcrre de hier
bedoelde klachten gegrond zijn te achten
eo cq, na te gaan, wat in deze kan
worden gedaan.
Het komt hun college aanvankelijk
lor, dat de opvatting, ontwikkeld door
het derde hierboven aangeduide lid, de
eest juiste is te achten.
Na langdurige discussies gingen de
Prov. Staten accoord met het plan vtn
Ged. Staten.
rljjk
aroma
Het genot, dat het gebruik
- mm
PEPERMUNT
U verschaft, is vooral ge-
legen in het heerlijk aro-
ma, hetwelk een gevolg ie
van de origineele bereiding
uit echte pepermuntolie.
MIJNHARDT'a
Hoofdpijn-Tabletten60 cL
Laxeer-Tabletten60 cl.
Zenuw-Tabletten.75 cL
Staal-Tabetten 90 cL
Maag-Tabletten75
BQ Apoth. en Drogisten
PROV. STATEN.
In de Dinsdag onder leiding van dr.
Jacob heropende winferzitting van
de Provinciale Staten van Utrecht werd
besloten een adres te richten tot de
Tweede Kamer met betuiging van leed
wezen over de houding der Regeering
inzake de autobusdienstbelemmering
rondom Utrecht.
Daarna kwam aan de orde het adres
n Rhenen, om een provinciaal subsi
die ten behoeve van de restauratie van
den Cuneratoren aldaar.
Voorgesteld werd afwijzend te be
schikken.
De heer v. Gaasbeek diende echter
11 voorstel in om steun te verleenen
met een subsidie van 25 pCt. der kos
ten tot een maximum van 17.500.
Na langdurige discussie wordt het
voorstel-v. Gaasbeek verworpen met 26
tegen 10 stemmen.
Het afwijzend voorstel van Gedepu
teerden werd daarop goedgekeurd.
Een voorstel van Ged. Staten tot het
verleenen van een provinciale subsidie
van 250 aan de Vereeniging tot be
houd van molens in Nederland „de
Hollandsche Molen" werd aangenomen.
Geruimen tijd is daarop van gedach
ten gewisseld over een afwijzend prae-
advies van Ged. Staten op een adres
der Utrechtsche Volks-Universiteit om
provinciaal subsidie te mogen ont
vangen van 1000. Het afwijzend prae-
advies werd tenslotte goedgekeurd.
Daarop werden goedgekeurd de be-
liten van aandeelhouders der N.V.
P. U. E. M. tot aankoop van grond en
tot het aangaan van een geldleening
groot 1.000.000 ten laste van de Pro
vincie rentende hoogstens 5 pCt. en te
gen den hoogst mogelijken koers en af
te lossen in hoogstens dertig jaren.
Dan keurde de vergadering goed een
voorstel tot het nemen in beheer en on
derhoud ^n het verbeteren van een ge
deelte der rivier de Eem. De kosten
wezer worden geraamd op 200.000.
Eveneens gingen de Staten accoord
met een voorstel van Gedep. Staten om
het beheer en onderhoud over te ne
men van eenige wegen.