s I
PU ROL
KOM©
DE EEMBODE
Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
voor Amersfoort en Omstreken
Abonnementen kunnen elke week Ingaan, doch opzegging van abonne
ment moet geschieden voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Prijs per
3 maanden 11.00. Bulten Amersfoort f 1.10. Afzonderlijke
VrUdag 9 Nov. 1928 No.
Twee en Veertigste Jaargang
64
KANTOORLANQEGRACHT 28* AMERSFOORT, TELEFOON 314
DE EEMBODE VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG
Advertentlën 25 ct. per regel. BIIIQke tarieven voor handel en nQverbeld
b|j geregeld adverteeren. Advertentlën moeten Dinsdag en Vrijdag vödr
8 uur worden bezorgd. Een bepaalde plaats kan niet worden gegarandeerd
De kwestie Is niet wat gij doen zoudt
indien u geld, tijd, invloed en andere
voordeelen beiat, maar wat gij zult
doen met de dingen, die gij hebt.
Epistel en Evangelie.
VIER EN TWINTIGSTE ZONDAG
NA PINKSTEREN.
Broeders I Doet aan, als uitverkore
nen Gods, heiligen en welbeminden,
hartelijk mededoogen, goedertierenheid,
nederigheid, bescheidenheid, lankmoe
digheid, elkander verdragend en elkan
der vergevend, zoo iemand eenige klacht
heeft tegen een andergelijk de Heer
u vergeven heeft, aldus ook gijBoven
dit alles echter hebt de liefde, die de
band der volmaaktheid is. En in uwe
harten zegeviere de vrede van Christus,
tot welken gij ook geroepen xijt in dén
Hchafm en wceat dankbaar I Het woord
van Christus wone in u overvloediglijk,
in alle wijsheid, elkander leerend en
vermanend met psalmen, lofzangen en
geestelijke liederen, Gode door de ge
nade zingend in uwe harten. Al wat gij
ook doet met woord of werk, doet alles
in den naam des Heeren Jezus Chris
tus, God en den Vader dankzeggend'
door Jezus Christus onzen Heer.
EVANGELIE
volgens den H. Matthrils; XIII, 24-30.
Ia dien tijd sprak Jesus tot de scharen
deze gelijkenis: het Rijk der hemelen
is gelijk aan een man, die goed zaad
op zijnen akker gezaaid had. Doch ter
wijl de menscheo sliepen, kwam zijn
vijand, zaaide onkruid midden tusschen
de tarwe en ging heen. Toen nu de
halmen opgeschoten waren en vrucht
droegen, vertoonde zich ook het onkSiid
Ea de dienaren des huisvaders kwamen
en zeiden tot hem Heer 1 hebt gij geen
goed zaad op uwen akker gezaaid
Vanwaar heeft hij dan ntikiuidf Hij nu
zeide tot henEen vijandig mensch
heeft dit gedaan. En de dienaars zeiden
hem Wilt gij, dat wij gaan en het ver
zamelen? Dtch hij zeide: Neen opdat
gij misschien niet, het onkruid verza
melend, tegelijk daarrré: ook de tarwe
uitrukt. Laar belden groeien tot der-
oogst en ten 'ijde van den oogst zal
ik aan de maaiers zeggen Verzamelt
eerst het onkruid en bindt bet zamei-
tot bundels om te verbranden; maar
vergadert de tarwe in mtjue schuur.
Evangelieverklaring.
Het Evangelie van dezen Zondag,
den laatstee na Pinksteren, is een der
meest aangrijpende en doelt zonder
twijfel op het laatste der dagen, den
ondergang der wereld en het laatste
oordeel, waarin allen, die eens gelerfd
hebben, ten aanhoore en tenaanschouwe
van allen zullen geoordeeld wordrn.
Christus gebruikt bier eenige verge
lijkiDgcn ontleend Ban Oostersche toe
standen om zijn leerlingen den grooten
ernst duidelijk te maken van heigeen
eenmaal geschieden zal. Tegelijk waar
22 Uit droeve dagen.
Met een oogopslag overzag hij liet
gevaarlijke en moeilijke van den toe
stand. Hij herinnerde zich zich de be
loften en bedreigingen van Théroigne,
hij zeide lof zich zeiven dat hij tot
eiken prijs de gravin moest redden.
Hef plein was geheel verlaten; de
dageraad was nog ver af: hij had
wapenen..."
Doch daar komen plotseling uit een
naburige sfraal drie personen te voor
schijn.
Terwijl Loudatt naar hen keek, was
Perthuis de deur van de mairie gena
derd en klopte met krachtige slagen aan.
Het was te laat voor Paschal; zijn
voornemen was verijdeld, terwijl dat
van Perthuis tegen hen waarschijnlijk
zou gelukken.
Ijlings keerde hij dan ook naar het
hotel terug, waar hij, gelijk hij besteld
had, zijn paard gezadeld vond. Hij kon
derhalve zonder een minuut te verlie
zen, Noyon in galop verlaten.
Tegen den middag bereikte de bode
van Théroigne de Méricourt het dorp
Marcoing.
Sinds eenigen tijd had hij bemerkt,
dat zijn paard kreupel was en hij ont
waarde, dat het aan den enkel een
schuwt de Goddelijke Zaligmsker teget
de v&liche Christussen en valsche pro
feten, die dan zullen optreden en hel
uiterste zullen beproeven om de geloc-
vigen tot dwaling en afval te brengen
met zulk een succes, dat, wanneer het
mogelijk ware, zelfs de heiligen in twij
fel zouden geraken. Beangstigend is dit
evangelie, maar toch niet zoodanig, dat
Iemand, die het goede wil en bidt om
volharding, z'ch daarover van streek
behoeft te maken. Dat ons leven
maal eindigen sal, weten wij allen
God zelf heeft gezegd, dat hij het
kwade zsl strsffen en het goede be-
loonen. Voor den christen, die zijn best
doet, is voor ongemotiveerde vrees
geen plaats. Alleen voor degenen, die
verstokt en van kwaden wille zijn, is
deze vermaning verschrikkelijk. God is
barmhart'g en goedertieren, maar| ook
rechtvaardig en Hij laat zicg niet be
spotten. Vreeselljk is het onvoorbereid
te vallen in de handen van den levenden
God. Doen wij daarom ons best om
.Itijd zoo te leven, dat wij geen i
behoeven te hebben en het oordeel
ons leveo, onze daden, woorden
en gedachten met gerustheid kunnen
tegemoet zien.
Liturgisch Oud-jaar.
i.
Heilige apotheose.
Nog enkele weken, en het is oude
jaarsavond in de liturgie. Op 2 De
cember a.s. zullen we het nieuwe jaar
ingaan, óns nieuw jaar bij uitstek.
Dat »bij uitstek» is voor heel veel
menschen nog zoo evident niet, of
beterze geven z ch van het wai
geen rekenschap. Oudejaarsavond, dat
is immers 31 Decemberdat is wi
punch, oliebollen of op s'n minst
schot mat vaders oud gew«er. -
En nieuwjaar, dat is 1 Januari
we-schen, die twaalf lange maanden
later 'óch weer niet heelemaal in ve;
tulling zijn gebaar.
Maar dat er een andere "tijdrekening-
:en ander »jaar« en dus bijgevolg ee
BDder oud- en nieuajsar bestaat, wam
bet goed en zéé.- heilzaam eu zelfs
plicht is ons leven in te richten, dat i
dat buiten de punch en bet gi
irschot valt. Alleenwe leven nog
«liturgisch* genoeg om de waarde
van te bes En het is ook zeer
eilijk, zou Faulus nog op heden
kunnen zeggen, om als Christenen te
onder de heidenen.
een serie aitikelen hebben we in
dertijd cp deze plaats al eens beschei
denlek en itl te vlucht g (»le journal,
un oiseauaangetoond wit de
Sluwe
scfvrale
fluid
1~~ en springende lippen
groot gezwel had. De hoefsmid, daar
over heraadpleegd, verklaarde, dat hel
dier zelfs geen mijl meer zou kunnen
afleggen en het verscheidene dagen
zou noodig hebben om te herstellen.
Er bestond geen kans er zich eerder
een te verschaffen dan te Kamerrijk.
Paschal moest er dus toe besluiten te
voet naar die stad te gaan, onderwijl
hij het noodlottige oponthoud ver-
wenschte en zich met bezorgdheid af
vroeg of hij vóór de diligence Valen
ciennes zou bereiken.
Te Kamerrijk had de verhuurder lot
wien hij zich wendde geen enkel paard
beschikbaar, maar hij deed hem eette
uitmuntende gelegenheid aan de hand
om de plaats zijner bestemming met
weinig kosten le bereiken. Een hande
laar uit de stad had voor zich alleen
een rijtuig gehuurd en stond op het
punt van weg te rijden. De zaak was
spoedig in orde en Paschal nam plaats
op goed gevulde kussens naast een
zwaarlijvigen man, die niet weinig in
zijn schik was met iemand die regel
recht uit Parijs kwam te kunnen reizen.
Louhau had zich eerst geluk ge-
wenscht met die gelukkige uitkomst
maar ziende dat zijn reisgenoot, wiens
roode neus hem overigens had moe
ten waarschuwen, om zoo te zeggen
liturgie ia het leven van een tnensch
kan en moet beteekeaen. Als u het
vergeten zijt, dan is het natuurlijk mijn
schuld, gelijk ge u zelf kunt danken, en
niet m^i zoo de liturgie uw liefde heeft
gewonnen Dadat de nummert vau uw
kran'je allang onder het petroleum
stel liggen. Ik wil maar zeggen de
praktijk i8 nog steeds de leerares bi)
uitstek. Eéa jaar waarlijk rr.éégelecfd
hebben in de liturgie, it oneindig veel
meer waard dan tien standaardwerken er
over te lezen, laat staan enkele kranten
artikelen. Dus
De liturgische jaarwisseling is echter
een té mooie gelegenheid om nog eens
ia de vorm van een szalig uiteinde* of
ge wilt een >salig nieuwjaar* de
aandicht te vestigen op de dingen die,
helaas, nog zoo vaak aan ons voorbij
En gelijk gij zelf doet zoo om eD bij
31 December, als er een dubbele streep
gaat gezet worden onder de rekeningen
van.het jsar (en de bereker-iogeo van
het geweten I), zoo ook doet de Kerk
ze geeft een laatste en algemeen
zicht van al de gebeurteniszen, welke
volgens de vastgestelde wetten en voor
schriften inzake de liturgie, gedurende
het jaar plaats grepen. Aan de hand
van de wat globale, maar toch juiste
indeeling, welke we ook indertijd var
de liturgische leesten gaven primo de
feesten welke direct betrekking hebben
op hst Verlossingswerk, op Christus
(Advent Kerstmis - Pascben Pinksteren),
secundo de liturgie der heiligen, aan de
hand daarvan zien we spoedig op welke
scboone wijie de kerk haar overzicht-
houdt. We noemden het al een "heiligt
-potheose* en waarlijk, ik meen er niet
s veel mee te hebben gezegd,
Er zijfl'namelijk tirie feesten
eind van bet kerkelijk jaar, welke we
uitstekend kunnen beschouwen als zoo
danig: het feest van Cbrislus Koning
schap, Allerheiligen en Allerzialen.
Laten we ons in dit opstelletje, hoe
wel het leest reeds voorbij is, met het
e een oogenblik bezighouden.
Hoewel niet ingesteld als zoodanig
of geplaatst aan het eind van de litur
gische cyclus om redenen, welke we
hierboven aangaven, is het feest
Christus' Koningschap toch apiès
de "heilige apotheose* van al de fees-
welke op Christus gedurende hel
betrekking hadden. Wc hebben:
Jezus gevolgd van de kribbe tot hel
kruis en van het kruis tot aan Z§n
delijke Hemelvaart. En nog daarna liet
Hij ons niet alleen, maar stuurde cns:
de H. Geest, de Goddelijke Vertrooster
iet ons te blijven tot aan het einde
xuwen. De structuur van het litur
gisch gebouw wees ons vanzelf de weg
n bet oude testament naar het nieuwe,
eenmaal ddi-io na de Advent
:t Kerstmis aangekomen zagen we
het machtige in zijn voor ons memchen
'zaggelijk groote gevolgen dragend
rk der Verlossing aan ons voorbij
gaan, niet zonder dat we er acti: f aar-
deel namer.
voor elke herberg stil hield, begreep
Itij, dat die vertragingen alles konden
bederven en hij verzocht den drinke
broer dringend te zorgen dat zij vóór
acht uren aankwamen. De koopman
beloofde hem dit en werketijk reden
zij Valenciennes binnen toen de groote
stadsklok acht uren sloeg.
De ex-lakei had in twee dagen en
ondanks verschillende onvoorziene ver-
tragingem, gelijk wij gezien hebben,
meer dan vijf en dertig mijlen afgelegd,
zonder genoegzaam slaap en voedsel
genolen te hebben, zoodat hij dood
moede was. Maar hij voelde zijn krach
ten als het ware hernieuwd, toen hij
un, dat de postkoets uil Parijs
nog niet aangekomen was; derhalve
zou Perthuis zijn doel niet bereiken,
de gravin zou gered worden.
Na afscheid genomen te hebben van,
den vriendelijkcn man, die hem gere
den had, spoedde Itij zich naar het
hotel van mevrouw de Béroly, die,
gelijk men weet, een schuilplaats ver
leende aan de vrovw, die hij kwam
redden uit vrees voor Théroigne, na
laaghartig haar echtgenoot aan de
revolutionaire rechtbank overgeleverd
te hebben.
Chriilus^.Koningtcbap, hoewel
borgen onder de armoede en de nede
righeid, welke Hij ons ten allen tijde
leerde, was sl dadelijk evident. Nog in
lijn kribbe bewezen reeds koningen
Hem de vorstelijke eer met goud, wie-
took en mirre en tot aan het moment
Waarop Christus voor Pilatus openlijk
Verklaarde Kouing te t jn (Ego sum Rtx)
hebben we steeds de Koninklijke, God
delijke waardigheid van Zijn Persoon
in ZijD optreden kunnen bespeuren. Was
dus Christus tóór alles God en tevens
mensch, Verlosser, tevens wonderdoe
ner en weldoener, in Zijn Koningschap
fereenigde Hij dit alles, gelijk Zijn God-
fijn tevoren reeds het Koningschap
moest inhouden.
Zoo ook ontstond het feest dat wg
eren op de laatste Zondag van Oc-
tober, maar omdat bel tevenB valt aan
let eind van de liturgische cyclus kunnen
ook niet anders dan een heerlijke
bekroning in zien van 41 de feesten,
die ons Christus in de diverse stadia
Zijn leven op aarde voorstellen.
Het Kind van Belhlchem en de Op
dracht in de tempel, de Gastheer van
liet laatste Avondmaal, de Lijder in de
Hof van Olijven, de Zaligmaker van het
kruis en de Triomphator van Paschen
is tecslotte de Koning van het verloste
menschdotn.
Maar Pilatus éa zijns gelijken en de
vele anderen, die nog op heden een
vergeefsch "kruisig Hem* roepen, heb
ben daarvan niets begrepen. Want Pilalus
kan dat koningschap van dien gebonden
boosdoener daar voor bem niet rijmen
met de vernederende, en alles behalve
koninklijke situatie waarin Zijn eigen
volk hem bad gebracht. >Ego sum Rex*,
zeide Jezus, maar Pilatus zag slechts
de boeien en boorde de woedende
kreten op het plein voor zijn paleis.
En hij trok de schouders op en
-misschien wat vaag medelijden
dien fantast 1 En daarom hoorde bij ook
niet, begreep bij althans niet de woor
den, die Christus er op liet volgen
-Mijn koninkrijk tt niet van desc
wereld Zoo Zijn koninkrijk
deze wereld zou zija geweest, J
niet gebooden ea vernederd -
Pilatus hebben gestaan. Maar Zijn
koninkrijk w4s niet van deze wereld
co d.'iarom was Hij bet »Lam, dat ter
slachtbank zou worden geleid*.
Dat Jezus juist vciklaarde koning te
zijo, teiwijl Hij als een slaaf en een
boosdoener op het punt stond veroor
deeld te worden tot de meest ver
nederende dood, is typeerend voor Zijn
koningschap, dat niet van deze wereld
is. Hoe gemakkelijk zou het Hem ge
vallen zijn Zich koning te iateo uit
roepen door de enthousiaste meoigte,
velke Hem vele malen tot in de woestijn
'olgdeof door de HoBannaroepers
tan enkele dagen geleden Maar
toen, tcéa "trok Christus Zich terug
in de stilte om te bidden*, zegt het
Evangelie en niet alvorens totBal ver
laten en beroofd te zijn geworden van
Hem, voor bet uiterlijk, tct
koning zou kuoner maken, niet alvorens
alléén en geboeid voor Zijn lechttt»
zou Christus sprekm: "Ego
Ik bén koning.*
IX.
De brief, waarvan Paschal de over
brenger was en zijn naam, dien hij
opgaf, verschaften hem gemakkelijk
toegang tot de gravin, die zich op dat
oogenblik met hare beide kinderen in
de kinderkamer bezighield.
Na inzage genomen te hebben van
den brief haars echtgenoote, zeide zij
„Mijnheer de graaf raadt mij aan
mij naar België te begeven, ntaar zijne
genegenheid voor mij maakt hem ten
onrechte ongerust, zou ik denken.
Niemand weet dat ik hier ben, en al
kende men zelfs mijn verblijf, wat heb
ik dan nog le vreezen, ik zwakke
vrouw, die toch wel niet verantwoor
delijk kan gesteld worden voor de
opiniën en daden van mijn vader, den
graaf de Montmorin, dien zij vermoord
en van mijn echtgenoot, dien zij als
een gemeen misdadiger op de hielen
hebben gezeten."
„Mevrouw de gravin", antwoordde
Paschal, „alles wat ik u kan zeggen is,
dat gij geen uur, geen minuut zelfs te
verliezen hebl. Gij zijt formeel beschul
digd de emigratie bevorderd te hebben.
Het bevel tot uwe inhechtenisneming
is te Parijs afgegeven, het is onderweg
en zal spoedig hier zijn als het er niet
Wij allen zijn koningzzoaen en
koningsdochters van onzen Vader in
den Hemel, en het feezt van Christus'
Koningschap is ook het feest van Zijo
kinderen, die waarlijk van koninklijke
bloede zijo, zooals Paulus zegt. Wat
een geluk, wat een tzoost, wat
rijkdom 1 Voor de wéreld zijn we
schien arm, of verlaten, of niet in tel,
wij hebben een groot verdriet te dragen,
een zwaar leven, eentODig, gedrukt
Maai lócb zijn we koningskinderen om
dat het koninkrijk van odxtn Vader niet
van dezen wereld is, zieéió' de apo-
tbeie aan bet eind van bet liturgisch
jaar: een summum van troost en licht,
een samenvatting van genaden, bet uit
zicht op een tafrecl waarin wij ons zelf
terugvinden naast en gelijk aan de
heiligen en de engelen.
Het feest van Christus' koningschap
dus waarlijk de kroon op de liturgi
sche cyclus en een subliem besluit zoo
als alleen de Kerk ons dat weet te
geven. N. de P.
So'csmes, Nov. 1928.
Binnenland
Mgr. Dr. Arlëns-Conllé.
Te Utrecht vergaderde het Nationaal
Comité, gevormd met het doel, om de
nagedachtenis van Mgr. Dr. Ariëns z.g.,
door hel oprichten van een gedenk-
teeken blijvend le eeren.
Er waren een veertigtal aanwesigen
uit alle kringeD en uit alle dcelen
k een kort inleidend woord
Mi. Ruys de Beerenbrouck, besloot de
'ergadering achtereenvolgens
Het Uitvoerend Comité te doeo be-
taan uit vijf personen: Mr. Ch. Ruys
de Beerenbrouck, voorzitter; H. C.
Nijkamp (Enschedé), secretaris; pastoor
dr. van Koeverden, penningmeester
A, C, de Bruijn en J, G. Suriog.
Van de geestelijke nalatenschap var
Mgr. Dr. Ariëns:
a. zijo correspondentie aan divcrat
personon te verzamelen en te ordenen
b. een keuze uit zijn brochures, tijd
schrift- en andere artikelen in ééne uit
ive te publiceeien.
Een standbeeld van den ovetledene
op te richten in Enschedé, de plaats,
waar bij zijn levenswerk lóór ongeveer
veertig jaren onder moeilijke omstandig
heden is begoonep,
In de actie van hel Comité de groote
organisaties, R. K, Werkliedenverbond,
-Sobtiëtas*, R. K. Vrouwenbond, "Voor
£er en Deugd*, e. d. te betrekken.
Da Groote Stilte.
Tien jaren zijn er sedert vetloopen,
Ook voorkinderen
Vele kinderen lusten niet
gaarne pepermunt. Een
uitzondering hierop vormt
PEPERMUNT
omdat deze, dank zij de
origineele samenstelling,
geen scherpen of bitteren
bijsmaak heeft.
dat" de wapenstilstand werd gesloten
en nog steeds is Europa niet tot rust
gekomen, al mogen wij wijzen op enkele
lichtpunten. Doch in de gemoederen
heersebt nog geenszins overal vrede.
Het is daarom, dat U opgewekt wordt
wederom dit jaar krachtig mede te
werken aan de internationale beweging,
om op wapenstristandsdag gedachten
le wijden aan vrede over heel de aarde.
Hierbij mag Nederland, dat groot is
in zijn vredewerk en een belangrijke
internationale task heeft te vervullen,
niet achterblijven. Zoo mag worden
verwacht, dat evenals vorige jaren velen
met geestdrift dsa'aan zullen deelnemen.
Allen worden uitgenoodigd om op
11 November a.s., den vredezdag, des
morgens om 11 uur, gedurende twee
minuien sterk te willen denken aan
vrede en de broederschap der volken,
opdat bet gevaar van den oorlog verre
moge blijveD,
Burgerlijke 8tand van Baarn.
GeborenEgbertus Johannes, z. v.
J. Smeekes en J. H. van Houttum
Lubertba Reijerdma, z. v. J. Hartog en
J, M. ter Burg Theunis Adriaan, z.
v. T. Verboom en A. A. M. Klop.
Gehuwd: D. C. van Stempvocrt en
F. B. L. Ostermann W. Broerze en
E. M. Pouw M. Meester en H. van
Beonekom H. van den Broek en
G. Smit H. Horcsveld en W. S.
Klaasseo H. P. Daatzelaar en C, G.
de Ruij er A. B. de Bruin en G,
Natter C H. de Jong en R. van
Kessel. I OverledenW. S. van Bi'der-
berk, 49 jr., echtg, v. E. A. Bagger
man Maria van Bentum, 52 jr.,
ongehuwd.
reeds is. En ik inoet er bij voegen, dat
men nauwkeurig weet in welk huis gij'
u ophoudt. Dat alles weet ik uit zekere
bron. daar ik den agent ontmoet heb
die ter uwer vervolging uitgezonden
is en door wien ik zelf bijkans ge
vangen genomen zou geweest zijn,
daar hij het doel van mijne reis ver
moedde."
Bij die woorden verbleekte de jonge
ouw en verborg haar gelaat in beide
handen maar weldra hief zij het hooid
weder met fierheid en vastberadenheid
omhoog.
„Daar het moet zal ik vertrekken,"
zeide zij, en mij begeven naar de
plaats, die mijnheer de graaf mij aan
wijst en waar ik den persoon moet
vinden, die op zich genomen heeft mij
eene schuilplaats in het buitenland
(e verschaffen,| den monnik
Valentinus.Maar des nachts met
twee kinderen te moeten reizen!...
Kon ik ten minsle wachten tot den
ochtend, of een rijtuig nemen
„Ik herhaal het, mevrouw, de oogen-
blikken zijn kostbaar en gij moet
vluchten zonder dat iemand er iets van
vermoedt."
„Ik. ga mijne toebereidselen maken.
Gij vergezelt mij ongetwijfeld?
„Ik moet ten spoedigste naar Parijs
leritgkeerenEvenwel zal ik u tot
aan de grenzen begeleiden. Ik heb een
pas, die ons, naar ik hoop voor alle
onaangenaamheden zal beveiligen."
De jonge vrouw ging naar het aan
grenzend vertrek om hare gastvrouw,
die door hare gebreken aan haar
leuningstoel gekluisterd was, met de
treurige mare bekend te maken en af
scheid van haar te nemen en keerde
na verloop van een kwartier uurs terug
met een reiszak aan de hand.
„Ik ben gereed", zeide zij. „Gelijk
gij ziet, neem ik slechts weinig mede
mevrouw de Béroly zal mij over eenige
dagen mijne bagage nazenden."
De beide kinderen waren ingeslui
merd op de sofa, waarop hunne moe
der ze had neergelegd. Met tranen in
de oogen wekte zij ze.
„Arme engeltjes," lispelde zij, „het
ir der beproevingen slaal wel vroeg
voor tt
Zich daarop tot Paschal wendende,
ging zij voort
„Het hotel heeft twee uitgangen
langs welken zullen wij uitgaan?"
„Langs dien, waar wij het minste in
het oog loopen... ik zal de beide
kinderen dragen."
Wordt vervolgd.
ILa