s I PU ROL KOM© DE EEMBODE Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken Abonnementen kunnen elke week Ingaan, doch opzegging van abonne ment moet geschieden voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Prijs per 3 maanden 11.00. Bulten Amersfoort f 1.10. Afzonderlijke VrUdag 9 Nov. 1928 No. Twee en Veertigste Jaargang 64 KANTOORLANQEGRACHT 28* AMERSFOORT, TELEFOON 314 DE EEMBODE VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG Advertentlën 25 ct. per regel. BIIIQke tarieven voor handel en nQverbeld b|j geregeld adverteeren. Advertentlën moeten Dinsdag en Vrijdag vödr 8 uur worden bezorgd. Een bepaalde plaats kan niet worden gegarandeerd De kwestie Is niet wat gij doen zoudt indien u geld, tijd, invloed en andere voordeelen beiat, maar wat gij zult doen met de dingen, die gij hebt. Epistel en Evangelie. VIER EN TWINTIGSTE ZONDAG NA PINKSTEREN. Broeders I Doet aan, als uitverkore nen Gods, heiligen en welbeminden, hartelijk mededoogen, goedertierenheid, nederigheid, bescheidenheid, lankmoe digheid, elkander verdragend en elkan der vergevend, zoo iemand eenige klacht heeft tegen een andergelijk de Heer u vergeven heeft, aldus ook gijBoven dit alles echter hebt de liefde, die de band der volmaaktheid is. En in uwe harten zegeviere de vrede van Christus, tot welken gij ook geroepen xijt in dén Hchafm en wceat dankbaar I Het woord van Christus wone in u overvloediglijk, in alle wijsheid, elkander leerend en vermanend met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, Gode door de ge nade zingend in uwe harten. Al wat gij ook doet met woord of werk, doet alles in den naam des Heeren Jezus Chris tus, God en den Vader dankzeggend' door Jezus Christus onzen Heer. EVANGELIE volgens den H. Matthrils; XIII, 24-30. Ia dien tijd sprak Jesus tot de scharen deze gelijkenis: het Rijk der hemelen is gelijk aan een man, die goed zaad op zijnen akker gezaaid had. Doch ter wijl de menscheo sliepen, kwam zijn vijand, zaaide onkruid midden tusschen de tarwe en ging heen. Toen nu de halmen opgeschoten waren en vrucht droegen, vertoonde zich ook het onkSiid Ea de dienaren des huisvaders kwamen en zeiden tot hem Heer 1 hebt gij geen goed zaad op uwen akker gezaaid Vanwaar heeft hij dan ntikiuidf Hij nu zeide tot henEen vijandig mensch heeft dit gedaan. En de dienaars zeiden hem Wilt gij, dat wij gaan en het ver zamelen? Dtch hij zeide: Neen opdat gij misschien niet, het onkruid verza melend, tegelijk daarrré: ook de tarwe uitrukt. Laar belden groeien tot der- oogst en ten 'ijde van den oogst zal ik aan de maaiers zeggen Verzamelt eerst het onkruid en bindt bet zamei- tot bundels om te verbranden; maar vergadert de tarwe in mtjue schuur. Evangelieverklaring. Het Evangelie van dezen Zondag, den laatstee na Pinksteren, is een der meest aangrijpende en doelt zonder twijfel op het laatste der dagen, den ondergang der wereld en het laatste oordeel, waarin allen, die eens gelerfd hebben, ten aanhoore en tenaanschouwe van allen zullen geoordeeld wordrn. Christus gebruikt bier eenige verge lijkiDgcn ontleend Ban Oostersche toe standen om zijn leerlingen den grooten ernst duidelijk te maken van heigeen eenmaal geschieden zal. Tegelijk waar 22 Uit droeve dagen. Met een oogopslag overzag hij liet gevaarlijke en moeilijke van den toe stand. Hij herinnerde zich zich de be loften en bedreigingen van Théroigne, hij zeide lof zich zeiven dat hij tot eiken prijs de gravin moest redden. Hef plein was geheel verlaten; de dageraad was nog ver af: hij had wapenen..." Doch daar komen plotseling uit een naburige sfraal drie personen te voor schijn. Terwijl Loudatt naar hen keek, was Perthuis de deur van de mairie gena derd en klopte met krachtige slagen aan. Het was te laat voor Paschal; zijn voornemen was verijdeld, terwijl dat van Perthuis tegen hen waarschijnlijk zou gelukken. Ijlings keerde hij dan ook naar het hotel terug, waar hij, gelijk hij besteld had, zijn paard gezadeld vond. Hij kon derhalve zonder een minuut te verlie zen, Noyon in galop verlaten. Tegen den middag bereikte de bode van Théroigne de Méricourt het dorp Marcoing. Sinds eenigen tijd had hij bemerkt, dat zijn paard kreupel was en hij ont waarde, dat het aan den enkel een schuwt de Goddelijke Zaligmsker teget de v&liche Christussen en valsche pro feten, die dan zullen optreden en hel uiterste zullen beproeven om de geloc- vigen tot dwaling en afval te brengen met zulk een succes, dat, wanneer het mogelijk ware, zelfs de heiligen in twij fel zouden geraken. Beangstigend is dit evangelie, maar toch niet zoodanig, dat Iemand, die het goede wil en bidt om volharding, z'ch daarover van streek behoeft te maken. Dat ons leven maal eindigen sal, weten wij allen God zelf heeft gezegd, dat hij het kwade zsl strsffen en het goede be- loonen. Voor den christen, die zijn best doet, is voor ongemotiveerde vrees geen plaats. Alleen voor degenen, die verstokt en van kwaden wille zijn, is deze vermaning verschrikkelijk. God is barmhart'g en goedertieren, maar| ook rechtvaardig en Hij laat zicg niet be spotten. Vreeselljk is het onvoorbereid te vallen in de handen van den levenden God. Doen wij daarom ons best om .Itijd zoo te leven, dat wij geen i behoeven te hebben en het oordeel ons leveo, onze daden, woorden en gedachten met gerustheid kunnen tegemoet zien. Liturgisch Oud-jaar. i. Heilige apotheose. Nog enkele weken, en het is oude jaarsavond in de liturgie. Op 2 De cember a.s. zullen we het nieuwe jaar ingaan, óns nieuw jaar bij uitstek. Dat »bij uitstek» is voor heel veel menschen nog zoo evident niet, of beterze geven z ch van het wai geen rekenschap. Oudejaarsavond, dat is immers 31 Decemberdat is wi punch, oliebollen of op s'n minst schot mat vaders oud gew«er. - En nieuwjaar, dat is 1 Januari we-schen, die twaalf lange maanden later 'óch weer niet heelemaal in ve; tulling zijn gebaar. Maar dat er een andere "tijdrekening- :en ander »jaar« en dus bijgevolg ee BDder oud- en nieuajsar bestaat, wam bet goed en zéé.- heilzaam eu zelfs plicht is ons leven in te richten, dat i dat buiten de punch en bet gi irschot valt. Alleenwe leven nog «liturgisch* genoeg om de waarde van te bes En het is ook zeer eilijk, zou Faulus nog op heden kunnen zeggen, om als Christenen te onder de heidenen. een serie aitikelen hebben we in dertijd cp deze plaats al eens beschei denlek en itl te vlucht g (»le journal, un oiseauaangetoond wit de Sluwe scfvrale fluid 1~~ en springende lippen groot gezwel had. De hoefsmid, daar over heraadpleegd, verklaarde, dat hel dier zelfs geen mijl meer zou kunnen afleggen en het verscheidene dagen zou noodig hebben om te herstellen. Er bestond geen kans er zich eerder een te verschaffen dan te Kamerrijk. Paschal moest er dus toe besluiten te voet naar die stad te gaan, onderwijl hij het noodlottige oponthoud ver- wenschte en zich met bezorgdheid af vroeg of hij vóór de diligence Valen ciennes zou bereiken. Te Kamerrijk had de verhuurder lot wien hij zich wendde geen enkel paard beschikbaar, maar hij deed hem eette uitmuntende gelegenheid aan de hand om de plaats zijner bestemming met weinig kosten le bereiken. Een hande laar uit de stad had voor zich alleen een rijtuig gehuurd en stond op het punt van weg te rijden. De zaak was spoedig in orde en Paschal nam plaats op goed gevulde kussens naast een zwaarlijvigen man, die niet weinig in zijn schik was met iemand die regel recht uit Parijs kwam te kunnen reizen. Louhau had zich eerst geluk ge- wenscht met die gelukkige uitkomst maar ziende dat zijn reisgenoot, wiens roode neus hem overigens had moe ten waarschuwen, om zoo te zeggen liturgie ia het leven van een tnensch kan en moet beteekeaen. Als u het vergeten zijt, dan is het natuurlijk mijn schuld, gelijk ge u zelf kunt danken, en niet m^i zoo de liturgie uw liefde heeft gewonnen Dadat de nummert vau uw kran'je allang onder het petroleum stel liggen. Ik wil maar zeggen de praktijk i8 nog steeds de leerares bi) uitstek. Eéa jaar waarlijk rr.éégelecfd hebben in de liturgie, it oneindig veel meer waard dan tien standaardwerken er over te lezen, laat staan enkele kranten artikelen. Dus De liturgische jaarwisseling is echter een té mooie gelegenheid om nog eens ia de vorm van een szalig uiteinde* of ge wilt een >salig nieuwjaar* de aandicht te vestigen op de dingen die, helaas, nog zoo vaak aan ons voorbij En gelijk gij zelf doet zoo om eD bij 31 December, als er een dubbele streep gaat gezet worden onder de rekeningen van.het jsar (en de bereker-iogeo van het geweten I), zoo ook doet de Kerk ze geeft een laatste en algemeen zicht van al de gebeurteniszen, welke volgens de vastgestelde wetten en voor schriften inzake de liturgie, gedurende het jaar plaats grepen. Aan de hand van de wat globale, maar toch juiste indeeling, welke we ook indertijd var de liturgische leesten gaven primo de feesten welke direct betrekking hebben op hst Verlossingswerk, op Christus (Advent Kerstmis - Pascben Pinksteren), secundo de liturgie der heiligen, aan de hand daarvan zien we spoedig op welke scboone wijie de kerk haar overzicht- houdt. We noemden het al een "heiligt -potheose* en waarlijk, ik meen er niet s veel mee te hebben gezegd, Er zijfl'namelijk tirie feesten eind van bet kerkelijk jaar, welke we uitstekend kunnen beschouwen als zoo danig: het feest van Cbrislus Koning schap, Allerheiligen en Allerzialen. Laten we ons in dit opstelletje, hoe wel het leest reeds voorbij is, met het e een oogenblik bezighouden. Hoewel niet ingesteld als zoodanig of geplaatst aan het eind van de litur gische cyclus om redenen, welke we hierboven aangaven, is het feest Christus' Koningschap toch apiès de "heilige apotheose* van al de fees- welke op Christus gedurende hel betrekking hadden. Wc hebben: Jezus gevolgd van de kribbe tot hel kruis en van het kruis tot aan Z§n delijke Hemelvaart. En nog daarna liet Hij ons niet alleen, maar stuurde cns: de H. Geest, de Goddelijke Vertrooster iet ons te blijven tot aan het einde xuwen. De structuur van het litur gisch gebouw wees ons vanzelf de weg n bet oude testament naar het nieuwe, eenmaal ddi-io na de Advent :t Kerstmis aangekomen zagen we het machtige in zijn voor ons memchen 'zaggelijk groote gevolgen dragend rk der Verlossing aan ons voorbij gaan, niet zonder dat we er acti: f aar- deel namer. voor elke herberg stil hield, begreep Itij, dat die vertragingen alles konden bederven en hij verzocht den drinke broer dringend te zorgen dat zij vóór acht uren aankwamen. De koopman beloofde hem dit en werketijk reden zij Valenciennes binnen toen de groote stadsklok acht uren sloeg. De ex-lakei had in twee dagen en ondanks verschillende onvoorziene ver- tragingem, gelijk wij gezien hebben, meer dan vijf en dertig mijlen afgelegd, zonder genoegzaam slaap en voedsel genolen te hebben, zoodat hij dood moede was. Maar hij voelde zijn krach ten als het ware hernieuwd, toen hij un, dat de postkoets uil Parijs nog niet aangekomen was; derhalve zou Perthuis zijn doel niet bereiken, de gravin zou gered worden. Na afscheid genomen te hebben van, den vriendelijkcn man, die hem gere den had, spoedde Itij zich naar het hotel van mevrouw de Béroly, die, gelijk men weet, een schuilplaats ver leende aan de vrovw, die hij kwam redden uit vrees voor Théroigne, na laaghartig haar echtgenoot aan de revolutionaire rechtbank overgeleverd te hebben. Chriilus^.Koningtcbap, hoewel borgen onder de armoede en de nede righeid, welke Hij ons ten allen tijde leerde, was sl dadelijk evident. Nog in lijn kribbe bewezen reeds koningen Hem de vorstelijke eer met goud, wie- took en mirre en tot aan het moment Waarop Christus voor Pilatus openlijk Verklaarde Kouing te t jn (Ego sum Rtx) hebben we steeds de Koninklijke, God delijke waardigheid van Zijn Persoon in ZijD optreden kunnen bespeuren. Was dus Christus tóór alles God en tevens mensch, Verlosser, tevens wonderdoe ner en weldoener, in Zijn Koningschap fereenigde Hij dit alles, gelijk Zijn God- fijn tevoren reeds het Koningschap moest inhouden. Zoo ook ontstond het feest dat wg eren op de laatste Zondag van Oc- tober, maar omdat bel tevenB valt aan let eind van de liturgische cyclus kunnen ook niet anders dan een heerlijke bekroning in zien van 41 de feesten, die ons Christus in de diverse stadia Zijn leven op aarde voorstellen. Het Kind van Belhlchem en de Op dracht in de tempel, de Gastheer van liet laatste Avondmaal, de Lijder in de Hof van Olijven, de Zaligmaker van het kruis en de Triomphator van Paschen is tecslotte de Koning van het verloste menschdotn. Maar Pilatus éa zijns gelijken en de vele anderen, die nog op heden een vergeefsch "kruisig Hem* roepen, heb ben daarvan niets begrepen. Want Pilalus kan dat koningschap van dien gebonden boosdoener daar voor bem niet rijmen met de vernederende, en alles behalve koninklijke situatie waarin Zijn eigen volk hem bad gebracht. >Ego sum Rex*, zeide Jezus, maar Pilatus zag slechts de boeien en boorde de woedende kreten op het plein voor zijn paleis. En hij trok de schouders op en -misschien wat vaag medelijden dien fantast 1 En daarom hoorde bij ook niet, begreep bij althans niet de woor den, die Christus er op liet volgen -Mijn koninkrijk tt niet van desc wereld Zoo Zijn koninkrijk deze wereld zou zija geweest, J niet gebooden ea vernederd - Pilatus hebben gestaan. Maar Zijn koninkrijk w4s niet van deze wereld co d.'iarom was Hij bet »Lam, dat ter slachtbank zou worden geleid*. Dat Jezus juist vciklaarde koning te zijo, teiwijl Hij als een slaaf en een boosdoener op het punt stond veroor deeld te worden tot de meest ver nederende dood, is typeerend voor Zijn koningschap, dat niet van deze wereld is. Hoe gemakkelijk zou het Hem ge vallen zijn Zich koning te iateo uit roepen door de enthousiaste meoigte, velke Hem vele malen tot in de woestijn 'olgdeof door de HoBannaroepers tan enkele dagen geleden Maar toen, tcéa "trok Christus Zich terug in de stilte om te bidden*, zegt het Evangelie en niet alvorens totBal ver laten en beroofd te zijn geworden van Hem, voor bet uiterlijk, tct koning zou kuoner maken, niet alvorens alléén en geboeid voor Zijn lechttt» zou Christus sprekm: "Ego Ik bén koning.* IX. De brief, waarvan Paschal de over brenger was en zijn naam, dien hij opgaf, verschaften hem gemakkelijk toegang tot de gravin, die zich op dat oogenblik met hare beide kinderen in de kinderkamer bezighield. Na inzage genomen te hebben van den brief haars echtgenoote, zeide zij „Mijnheer de graaf raadt mij aan mij naar België te begeven, ntaar zijne genegenheid voor mij maakt hem ten onrechte ongerust, zou ik denken. Niemand weet dat ik hier ben, en al kende men zelfs mijn verblijf, wat heb ik dan nog le vreezen, ik zwakke vrouw, die toch wel niet verantwoor delijk kan gesteld worden voor de opiniën en daden van mijn vader, den graaf de Montmorin, dien zij vermoord en van mijn echtgenoot, dien zij als een gemeen misdadiger op de hielen hebben gezeten." „Mevrouw de gravin", antwoordde Paschal, „alles wat ik u kan zeggen is, dat gij geen uur, geen minuut zelfs te verliezen hebl. Gij zijt formeel beschul digd de emigratie bevorderd te hebben. Het bevel tot uwe inhechtenisneming is te Parijs afgegeven, het is onderweg en zal spoedig hier zijn als het er niet Wij allen zijn koningzzoaen en koningsdochters van onzen Vader in den Hemel, en het feezt van Christus' Koningschap is ook het feest van Zijo kinderen, die waarlijk van koninklijke bloede zijo, zooals Paulus zegt. Wat een geluk, wat een tzoost, wat rijkdom 1 Voor de wéreld zijn we schien arm, of verlaten, of niet in tel, wij hebben een groot verdriet te dragen, een zwaar leven, eentODig, gedrukt Maai lócb zijn we koningskinderen om dat het koninkrijk van odxtn Vader niet van dezen wereld is, zieéió' de apo- tbeie aan bet eind van bet liturgisch jaar: een summum van troost en licht, een samenvatting van genaden, bet uit zicht op een tafrecl waarin wij ons zelf terugvinden naast en gelijk aan de heiligen en de engelen. Het feest van Christus' koningschap dus waarlijk de kroon op de liturgi sche cyclus en een subliem besluit zoo als alleen de Kerk ons dat weet te geven. N. de P. So'csmes, Nov. 1928. Binnenland Mgr. Dr. Arlëns-Conllé. Te Utrecht vergaderde het Nationaal Comité, gevormd met het doel, om de nagedachtenis van Mgr. Dr. Ariëns z.g., door hel oprichten van een gedenk- teeken blijvend le eeren. Er waren een veertigtal aanwesigen uit alle kringeD en uit alle dcelen k een kort inleidend woord Mi. Ruys de Beerenbrouck, besloot de 'ergadering achtereenvolgens Het Uitvoerend Comité te doeo be- taan uit vijf personen: Mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck, voorzitter; H. C. Nijkamp (Enschedé), secretaris; pastoor dr. van Koeverden, penningmeester A, C, de Bruijn en J, G. Suriog. Van de geestelijke nalatenschap var Mgr. Dr. Ariëns: a. zijo correspondentie aan divcrat personon te verzamelen en te ordenen b. een keuze uit zijn brochures, tijd schrift- en andere artikelen in ééne uit ive te publiceeien. Een standbeeld van den ovetledene op te richten in Enschedé, de plaats, waar bij zijn levenswerk lóór ongeveer veertig jaren onder moeilijke omstandig heden is begoonep, In de actie van hel Comité de groote organisaties, R. K, Werkliedenverbond, -Sobtiëtas*, R. K. Vrouwenbond, "Voor £er en Deugd*, e. d. te betrekken. Da Groote Stilte. Tien jaren zijn er sedert vetloopen, Ook voorkinderen Vele kinderen lusten niet gaarne pepermunt. Een uitzondering hierop vormt PEPERMUNT omdat deze, dank zij de origineele samenstelling, geen scherpen of bitteren bijsmaak heeft. dat" de wapenstilstand werd gesloten en nog steeds is Europa niet tot rust gekomen, al mogen wij wijzen op enkele lichtpunten. Doch in de gemoederen heersebt nog geenszins overal vrede. Het is daarom, dat U opgewekt wordt wederom dit jaar krachtig mede te werken aan de internationale beweging, om op wapenstristandsdag gedachten le wijden aan vrede over heel de aarde. Hierbij mag Nederland, dat groot is in zijn vredewerk en een belangrijke internationale task heeft te vervullen, niet achterblijven. Zoo mag worden verwacht, dat evenals vorige jaren velen met geestdrift dsa'aan zullen deelnemen. Allen worden uitgenoodigd om op 11 November a.s., den vredezdag, des morgens om 11 uur, gedurende twee minuien sterk te willen denken aan vrede en de broederschap der volken, opdat bet gevaar van den oorlog verre moge blijveD, Burgerlijke 8tand van Baarn. GeborenEgbertus Johannes, z. v. J. Smeekes en J. H. van Houttum Lubertba Reijerdma, z. v. J. Hartog en J, M. ter Burg Theunis Adriaan, z. v. T. Verboom en A. A. M. Klop. Gehuwd: D. C. van Stempvocrt en F. B. L. Ostermann W. Broerze en E. M. Pouw M. Meester en H. van Beonekom H. van den Broek en G. Smit H. Horcsveld en W. S. Klaasseo H. P. Daatzelaar en C, G. de Ruij er A. B. de Bruin en G, Natter C H. de Jong en R. van Kessel. I OverledenW. S. van Bi'der- berk, 49 jr., echtg, v. E. A. Bagger man Maria van Bentum, 52 jr., ongehuwd. reeds is. En ik inoet er bij voegen, dat men nauwkeurig weet in welk huis gij' u ophoudt. Dat alles weet ik uit zekere bron. daar ik den agent ontmoet heb die ter uwer vervolging uitgezonden is en door wien ik zelf bijkans ge vangen genomen zou geweest zijn, daar hij het doel van mijne reis ver moedde." Bij die woorden verbleekte de jonge ouw en verborg haar gelaat in beide handen maar weldra hief zij het hooid weder met fierheid en vastberadenheid omhoog. „Daar het moet zal ik vertrekken," zeide zij, en mij begeven naar de plaats, die mijnheer de graaf mij aan wijst en waar ik den persoon moet vinden, die op zich genomen heeft mij eene schuilplaats in het buitenland (e verschaffen,| den monnik Valentinus.Maar des nachts met twee kinderen te moeten reizen!... Kon ik ten minsle wachten tot den ochtend, of een rijtuig nemen „Ik herhaal het, mevrouw, de oogen- blikken zijn kostbaar en gij moet vluchten zonder dat iemand er iets van vermoedt." „Ik. ga mijne toebereidselen maken. Gij vergezelt mij ongetwijfeld? „Ik moet ten spoedigste naar Parijs leritgkeerenEvenwel zal ik u tot aan de grenzen begeleiden. Ik heb een pas, die ons, naar ik hoop voor alle onaangenaamheden zal beveiligen." De jonge vrouw ging naar het aan grenzend vertrek om hare gastvrouw, die door hare gebreken aan haar leuningstoel gekluisterd was, met de treurige mare bekend te maken en af scheid van haar te nemen en keerde na verloop van een kwartier uurs terug met een reiszak aan de hand. „Ik ben gereed", zeide zij. „Gelijk gij ziet, neem ik slechts weinig mede mevrouw de Béroly zal mij over eenige dagen mijne bagage nazenden." De beide kinderen waren ingeslui merd op de sofa, waarop hunne moe der ze had neergelegd. Met tranen in de oogen wekte zij ze. „Arme engeltjes," lispelde zij, „het ir der beproevingen slaal wel vroeg voor tt Zich daarop tot Paschal wendende, ging zij voort „Het hotel heeft twee uitgangen langs welken zullen wij uitgaan?" „Langs dien, waar wij het minste in het oog loopen... ik zal de beide kinderen dragen." Wordt vervolgd. ILa

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1928 | | pagina 1