DE EEMBODE Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken Vrijdag 21 Dec. 1928 Mo. 76 Twee en Veertigste Jaargang Abonnementen kunnen elke week Ingaan, doch opzegging van abonne ment moet geschieden voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Prijs per 3 maanden 11.00. Bulten Amersfoort f 1.10. Afzonderlijke nummers 10 ct. KANTOOR: LANOEORACHT 28, AMERSFOORT, TELEFOON 314 DE EEMBODE VERSCHIJNT DINSDAO- EN VR1JDAOMIDDAO AdvertentlEn 25 ct. per regel. BIllQke tarieven voor handel en nQverheld bij geregeld adverteeren. AdvertentlEn moeten Dinsdag en Vrfdag vóór 8 uur worden bezorgd. Een bepaalde plaats kan niet worden gegarandeerd Men schame zich nooit ongelijk te bekennen; men zegt daarmede slechts in andere woorden, dat men vandaag verstaudiger is dan men gisteren was. Epistel en Evangelie. VIERDE ZONDAG VAN DEN ADVENT. Les uit den brief van den H. apostel Faulus aan de Korintbiers; IV, 15 Broeders I Aldus bescbouwe men ons als dienaren van Christus en uitdeeler van Gods geheimen. Hier nu wordt i>< de uitdeelers vereischt, dat men getrouw bevonden worde. Mij echter is er bei minste aan gelegen, dat ik door u be oordeeld worde of door eenen meoscbe lijken rechtdag; en niet eens beoordeel ik mi] zeivenwant ik beo mij we'1 niets bewust, maar daardoor ben ik niet gerechtvaardigddoch die mij be- oordeelt is de Heer. Wilt dus niet 66' den tijd oordeelen, totdat de Heer komi. die ook de verborgenheden der duis ternis in bet licht stellen en de beraad slagingen der harten openbaren zal; er dan zal aan een ieder de lof gewoider van God. EVANGELIE volgens den H. Lucas; III, 16. In bet vijftiende jaBr der regeering van keizer Trberius, toen Pontius Pilatu- stadhonder van Judea, Herodes vier vorst van Galilea, Philippus, zijn broeder, viervorst van Iturea en het gewesi Trachonitis, en Lysanias viervorst var Abilene was, onder de hoogepriester; Annas en K ïphas, geschiedde het woord des Heereo tot Joannes, den zoon var Zacharias, in de woestijn. En bij kwam ;n de geheele Jordaanstreek, een doop sel van boetvaardigheid tot vergffenirj" van zorden predikend, gelijk er ge schreven staat in het boek der god- spraken van den profeet Isaias: D< stem eens roependen in den woestijo bereidt den weg de9 Heeren, maak' zijne voetpaden recht I Alle dal zal ge vuld en alle berg en heuvel zal ge slecht woi denen het kromme zal rech en het hobbelige tot eere i ffen baai wordenen alle vleesch zul de zalig beid Gods zier. des harten. Dan zal alle vleesch di zaligheid Gods zien, dan zal op he schoone kerstfeest het goddelijk Kim met zijne genadegaven in ons hart- nederdalen, onze ziel dien vrede schen ken, dieo de wereld niet schenken kan dan zal dit Kerslfeest voor een iede> ran ors inderdaad een Zalig Kerstfees 'ijn vrede op aarde aan de menschel an goeden wil I Evangelieverklaring. Zondag van den Advent Wederom wordt ons in het H. Evan gelie van dezen Zordeg de H. Joannes, de Vcoilocper des Hreren, voor oogei gesteld. Het Evargelie begint met een zeei uitvoerige ijdabepalirg over bet op treden van den grcoten Boetgezant bij den Jord8an, voer geleerden en g'- ichirdkerrers een asDWtjzirg van hei grootste gewicht, Joarr es ru pred kt' tot bet volk boetvaardigheid en ver belerirg des levens cm zich tot di kemst van den Messias voor te be reiden. Warneer in het Oosten een groot vorst door bet latd trek moestee al de wegen zorgvuldig bereid en i fier- gemaakt wordeD, welk bevel dror een voorlocper werd afgekondigd. Zoo ooi kondigt Joannes den komst vsn Christus aanbij beveelt, niet de wegen van bet land maar die van onze hrrten te bereiden en daaruit alle hinderpalen Ie verwijderen die den doortocht var Christus zouden belettensalie dal za> gevuld, alle berg en heuvel geslecht worden, de kromure wegen zullen recht en de om ffen paden rffen gemaakt worden. De dagen van den advent zijn nu bijna geëindigd. Het feest van de ge boorte des Heeren is aanstaande. Onderzoeken we ons zeiven nu eens of wij inderdaad den weg voor Zijn komst bereid hebben, of wij de kromme en oneffen wegen van ons hart volgens de vermaniogeo van Johannes effen e gelijk gemaakt hebben. Heigeen we toi dusverre daarin verzuimd hebben moeten we nu nog trachten goed te maken. Dat de gierigaards zich toeleggen op de werken van barmhartigheid en vooral in dete dagen de armen gedenken, de haatdragenden hun afkeer afleggen en zich met hun evennaaste verzoenen, de afgunstigen een ander het goede gunnc de onkuischen hun bart reinigen, de onmatigen sober en matig gaan leven, kortom dat een ieder de oneffen paden zijns harten (ffen en recht make, zich toclegge op de innerlijke voorbereiding beerlijk aroma PEPERMUNT U verschaft, is vooral ge legen in hef heerlijk aro ma, hetwelk een gevolg ie vandeorigineele bereiding uit echte pepermuntolie. Het Eigendom. In zyn lezenswaardige verhande ling over Socialisme en Katholicisme beschouwt de bekende socioloog Pa- Ier Vrij moed ook de eigendomsver houdingen in onze samenleving. Hij constaleerf in vele kringen ver zet tegen die verhoudingen. "'annecr miliiocncn arbeiders mee- in een beweging, die afschaffing privaat eigendom, althans van productie-middelen, in haar vaandel lieefl geschreven; wanneer, naar den schijn althans, het door hem genoem de „socialisme van liet hart" zieli ver zet legen het privaat bezit en liet openlijk hoont, dan is dat in dicpstcn grond niet uit haat, maar uit liefde, uit verlangen lol liet privaat eigen dom. Niet, omdat ze hem willen afschaf- n. maar omdat ze óók iets bezitten ilien en omdat de economische structuur onzer samenleving hun dat onmogelijk maakt, daarom verzet- ieh. Zc zün jaioersch op de bezitters, i ltoe kan men jaioersch zjjn op iels, aaraau men geen waarde hecht? Met het verstand zegi het socialis- e openlijk: schaft den eigendom af. aar het hart vraagt liet: breidt item uit, verdeelt hem over zooveel mogc- |ijk leden der gemeenschap, laai iedereen, die van goeden wille is. ge bruik kunnen maken van een recht, dat zoo diep in zjjn ziel verankerd ligt, en dat door onze moderne mnat- schappij zoo angstig, maar zoo een zijdig, beschermd wordt. Is dit socialisme van het hart niet •rwant aan een echt Christelijke ge dachte? Heeft Paus Leo XIII zjjn encycliek Rerum Novarum, waarin hy zoo krachtig opkomt voor het eigendoms recht, soms alleen geschreven ten be hoeve van de 10, misschien 20 die inderdaad over eigendom beschikt, of lieefl hij daarbij niet vooral gedacht aan de 80 bezitsioozen, die leven cn sterven zonder iets hun eigendom te kunnen noemen dan de kracht hun- ;r handen? Als deze zelfde Paus zoo uitdruk kelijk het verhand legt tusschen den arbeid en de vrucht van den arbeid en mede hieruit het privaat-eigendoms recht op den grond bewijst, onidat. ~ooals hg zegt, de arbeid zoo innig an den grond vastzit, dat hg voor het grootste gedeelte er niet van te scheiden is en derhalve de rechtvaar digheid niet kan duiden, dat iemand datgene bemachtigt en datgene ge niet, waaruan een ander zjjn zweet heeft gegeven, meent gc dan, dat deze beschouwingen alleen gegeven worden ter wille van liet kleine aant|l groote landiiccren en niet veeleer té" wille van de massa kleine pachtboe ren cn eenvoudige landwerkers, die onder den druk van zware hypothe-, ken of harde pachtcontractcn huir vingers krom cn hun huisgezinnen arm werken? Het komt wel eens voor, dut but- gerljjkc rechtbanken een voi ben te strjjkcn over iemand, die vato diefstal beschuldigd is cn die, na on derzoek van zjjn zaak, bljjkt in uiter sten nood de hand te hebben uitge stoken naar het goed van een ander, t naar wat voedsel, naar wat geld, om dat bij geen anderen uitweg meet zag. De rechtbank zal in zoo n geval clement zyn; zc zul verzachtende standigheden pleiten, ze zal misschien genade voor recht laten gelden; ze zal haar hart boven baar verstand laten spréken en hoogstens zeggen: doe zoo iets niet meer, dan zal ik u voor waardelijk veroordeelen. Maar er is nog nooit een burgerlijk rechter geweest, die in zoo'n geval gezegd heeft: ge hoort hier niet, gé hebt een recht uitgeoefend. De katholieke Kerk is zoo'n recht bank. Ze is zoo zeker van haar beginselen i deze en zóó zeker ook van de on- intasthaurheid van liet cigendoras- echt, dat ze in zoo'n geval van uiter ton nood aan dien persoon niet al leen zegt. dut hij geen dief is, en niet alleen clementie pleit, maar dat zg hem zeggen durft: ge hebt goed ge handeld, ge hebt gebruik gemaakt van uw recht; ge hebt gedaan wat ge mocht, ja missclücn uit liefde tot ]j zelf cn uw huisgezin moest doen. Heel zeker geldt dit alleen i n uitersten n o o d, ais er geen an der passend en doelmatig middel meer overblijfi. De katholieke moraal kan eenerzijds een zóó belangrijk so ciaal instituut, als het persoonlijk eigendomsrecht, niet prijsgeven aan de willekeur van den enkeling; maar anderszyds bewijst dit voorbeeld, dat er voor de katholieke moraal nog iets hoogers, nog iets meer primair is dan liet eigendomsrecht, met andere woorden, dat liet eigendomsrecht geen absoluut, geen onbeperkt recht Als men daaromtrent de leer van Sint Thomas naslaat, naar wien de katholieke Kerk als naar een barer of- ficieele leeraars in dergelijke vraag stukken zoo gaarne verwijst, dan blijkt, dat in beginsel, vóór alle men- schelijke redeneering. de aarde met al wat ze draagt, door God ter beschik king is gesteld aan alle menschen, zoodal, wat het gebruik dier goede ren betreft, het aan alle menschen gemeenzaam moet blijven, gemakke lijk van de eenc hand naar de andere .moet kunnen overgaan en het door niemand in bezit kan worden geno men in dezen zin, dat hij naar wille keur en zonder beperking er dc be schikking over zou hebben. Als het geoorloofd is en levens noodzakelijk, leerl St. Thomas, de goederen te verdoelen en de beseiiik- king cr over aan particulieren over te laten, dan is dat om een drievou dige reden van algemeen welzijn: Ten eersle, omdat aldus de goede- n beter worden beheerd dan wall er ze in gemeenschappelijk bezit blijven; ten tweede, omdat er bij privaat be zit der goederen meer cn betere orde heerscht. En ten derde: omdat aldus beter de vrede onder de menschen gewaar borgd is. Deze drie redenen van liet gezond versland verzetten zicli blijkbaar te gen een collectivisme, waar niemand blijvend mee gebaat zou zgn, maar anderzijds zijn ze geheel ontleend aan overwegingen van algemeen wel zijn, dat de hoogste wet en het hoog ste doel van elke maatschappelijke ordening is. Daarom gaat het niet aan, tc den ken of te zeggen: wal van my is, be hoort my onvoorwaardelijk toe, ik kan er mee doen, wat me naar wille keur goed dunkt; niemand, hy zy gemeenschap of individu, lieefl liet recht er een hand naar uit te steken. Heel anders besluit Sint Thomas, even rustig als logisch: „Wat volgens positief, menschelyk, afgeleid recht is, kun nooit in tegenspraak komen met wat volgens Goddelijk recht, volgens tiet natuurrecht is. Maar vol gens de orde der natuur, door dc Goddelijke Voorzienigheid ingesteld, zgn de lagere goederen daartoe be stemd, dgt er mee in de behoeften der menschen worde voorzien; en daar om mag de verdeeling der goederen en hun in bezit-ncming nooit zooda nig zyn, ^dut er die bestemming door wordt belet. De goederen derhalve, die iemand in overvloed bezit, belmo ren, krachlens natuurrecht, aan het onderhoud der armen." Behoeft men nu socialist te zyn, om zich in liet licht van bovenstaande leer tegen de tegenwoordige eigen domsverhoudingen te verzetten en is binnen het raam van deze leer niet elke hervorming mogelijk, die dc schrijnende tegenstellingen van het oogenblik kan opheffen? Oude Voornamen, door T. PLUIM. Wat is een naam? Shakespeare. Mijn opstel over de familie-namen werd blijkbaar door velen met be langstelling gelezen; ik zal daarom thans ook onze voornamen de revue laten passeeren? Onze oudste voornamen zyn na tuurlijk van Germaanschen oor sprong en minstens 2000 jaren oud. Eerst later, na de invoering van het Christendom, kwamen ook Bybelsche namen in gebruik, dus Hebreeuwsche (Mozes, Abraham, Jacob, enz.), Grieksche of Latynsche, al zullen de laatsten misschien ook reeds in den Romeinsclicn iyd hier Ie lande inge- •oerd zyn. Onze Gerinaansclie voornamen dan zyn minstens 20 a 23 eeuwen oud cn zonder meer bijna niet meer te her kennen. Maar uit oude documenten zyn ons vele van die voornamen vrij wel ongeschonden bewaard cn kun- we dan nagaan, wat ze oorspron kelijk betcekenden, want elke naam had een bepaalde zin. Wat by die oude Gerinaansclie voornamen opvalt, is het strydhaftig karakter onzer verre, heidensche •ooroudersde schoonste, dc vleiend- te naam was ontleend aan een krijgswapen of duidde een krijgsheld Als wapen wordt 'meestal genoemd de oude gairu of geer. waarvoor wy i „werpspies" zouden zeggen; een ■aard was een brandn of brand, dal eigenlijk „blinkend" betcekcnt. En dan hield men ook veel van dubbel en. die dus feitelijk Iweemaal hetzelfde zeggen. Dus Gerbrand spreekt van een dubbel wapen, en duidde daarom een dubbelen held Een ander woord voor „blinkend" twam ook voor als „bercht" of .brcclit", oorspronkelijk: berhta (de h werd als ch uilgesproken). Dus Bertha is: dc beroemde, zooals Ber- tus de beroemde man beteekent. naam Adelaard, verkort tol Anl- dert of Allert. is nu wel duidelijk: die edel van aard is. Evenzoo is Adelberi, Albreeht of Albert niets anders dan: de blinkende (strijder), die van adel Ook Adelheid behoort Hierbij, is verkort tot Aleida. Aaltje, want de uitgang heid (liaidu) beteekent namelijk: gedaante, gestalte, zooals „schoonheid" eigenlijk wil zeggen: de schoone gestalte. Ziellier nog een paar van die ger- namen: Gerhard, d.i. de spcer-slerke, de sterke speer, want hard beteekent sterk; cn van dat Gerhard maakte Gerard, Gerrit, Geert. Gerhard is dus: de sierke speer; men kon ook omgekeerd zeggen: Hari-ger. Zoo is Ludger (Lüdeger)de beroemde speer; immers dit lud (beroemd) staat voor hloda (clode of lode), dat wjj terugvinden in: Claude en ook in Lodewyk, d.i. Chlode-vcg of Ciodwig, verkort tot Clovis, Louis en dat een voudig beteekent: de beroemde strij der, want vig is stryd; zoo is Wig man de strjjdman, stryder, evenals Wig-hart, of Wiggert: de sterke strij der beteekentHartwig, 't omgekeer de, zegt weer hetzelfde. Ook de naam Ludcn beteekent: de beroemde. Er- hart staat voor Ehr-hart, die eervol en sterk is. Verder vinden wij de geer terug in: Rutger, dat ouder „Rüdcger" luidde, en dc onstuimige, woeste speer betec- kende, dus alweer een onversaagd stryder aanduidde. Het woord brand ('t blinkende vaard) vinden wy behalve in Brand i Gerbrand (reeds genoemd), ook nog terug in Hildebrand, waarin bilde :er stryd belcekcnt, dus: slryd- ■aard; Hildegonda is dus: de stryd- jonkvrouw. Mathilde beteekent stryd- iw, evenals Mach telt. Ecu derde naam voor zwaard was eg, dat voor- en scherp, een puntig zwaard aanduidde: vandaar Egbert: liet blin kende. scherpe zwaard, de schitteren de held. (Egberts is dus: de zoon van io'n held). De oude naam voor borstharnas as brunja, brune; vandaar de voor- lain Bruin, Bruinis, Bruis of Breu- s (Bruin-s is dus: dc zoon van Bruin). Zoo beteekent Brunhilde: het strydliarnis, en later: de strjjdvrouw. Aan het legr, 't harja of lieer, her innert nog: Here-man, Herman, Harm, dat wil zeggen: legerman. Maar ook ontleende men zyn naam gaarne aun sterke dieren, ook al weer om overmacht van lichamelijke kracht aan te duiden. Hoor maar: Atha-vulf (later: Adolf, Dolf) be teekent vadcr-wolf, dus wolfsvader of dapper man. Bernard, Beren-hard: die als een beer zoo sterk is; Bernulf, beren-welp: (sterk als) een jonge beer; Bernwout: beheersclier van een beer, dus: de sterke; immers woud, wald, wil zeggen, nacht; ook onze voornaam Wouter, d.i. Walter of Walt-heer slaat voor: bestuurder. Everhard, Evert zegt ons: sterk als n ever of wildzwijn (Duitscli: Eberbard); Leonhard, Lcendcrt: is: sterk als een leeuw; ook 't Friesche Lieuwe beteekent leeuw. Maar Leo pold heeft uicts met leeuw tc maken; liet staat voor '1 oude Lcud-baid, d.i. de stoutmoedige strijder voor 't volk. Wolfert is Wolf-hartdie sterk is als een wolf, cn Wolf-gang, die als een wolf gaat, n.l. ten strijde, dus alweer een onversaagd kampvechter. - Arend, Aart is Arend, de koning der vogelen, en Arnoud is de oude Arend, de volwassene strijder. Laat ik nu nog een greep doen uit de overige namen. Dirk luidde oorspronkelijk: Diede- rik, d.i. volks-vorst; want rik is ko ning, zooals wij reeds zagcii, en Died ■oik; Dietsch (Duitsch) is de taal t 't volk en niet 't Latjjn, dat de taal der kerk of geleerden was. Fre- derik wil zeggen: vrede-vorst. Hendrik, Henri, Heinde vorst met dc (sterke) hand; figuurlijk: de machtige vorst, want hand is 't sym bool van macht. Gijs staat voor Gisil, d.i. gijzelaar, i duidde een zeer voornaam persoon m. daar alleen de eersten des lands lot gijzelaars werden uiigekozen.Van- danr: Gysbrecht, d.w.z. de schitteren de gijzelaar, de voornaamste. Het rouwelyke was Gisela. Godard, Geurt, staat voor Gota- hard, d.w.z. sterk als een (heiden sche) god. Hugo, Huig, komt van hugin, d.i. 'erstand; de naam zegt dus: de ver standige; zoo beteekent: Huibert, Huibreclit, Hubert, Huid: de schitte rende wyze. Lambert, Lambrecht, staat Lando-berht, d.w.z. het blinkende ■aard in dienst van liet land, dus: landsverdediger. Ook Lebuïnus verbergt ond.anks zyn Latijnschen vorm een oud-gcr- mannschcn liefelyken naam; hel woord staat voor Leub-win, waffrin leub aan ons „geliefd" beantwoordt zin ons „vriend" beteekent. Wfj- nand is dus de „wynende", die ais vriend bemint. Het oude woord Maht (Macht, Mag) beteekent: macht, kracht, sterk te, cn leeft voort in Makke, d.i. de machtige; Magin-hard, Megin-hard, Meinhard, Meindert of Mein: de machtige sierke (dus vrijwel een dub belnaam). Radboud beteekentde stoutmoedi ge raadgever, evenals Koenraad, Koert. Swidbert. een evangelieprediker, beteekent sterke stryder (blinkende zwaard)immers dit „swid" staat lór suind cn beteekende sterk. Al deze namen zyn van oud-Ger- maanschen oorsprong, minstens 20. 25 eeuwen oud. Natuurlijk zyn er wy zeiden liet reeds by de invoe ring van 't Christendom vele namen uil den Bijbel of van Martelaren in gevoerd; o.a.: Agatha (Griekscb): de zachte. Anna (Hebreeuwsch)de gewjjde (n.l. aan God) Augustus: de verhevene. Christiaan, de Christelijke. Theodora: de van God gegevenr. Gregorius: de herder. Helena: de lichtende. Julius: de jongeling. Julia: de jonge maagd. Johannes: door God geschonken. Margaretha: de parel. Elisabeth: dc aan God gewijde. Baarn, Nov. 1928. Uw Kerstgave voor de Kerk van H. Theresia van het Kind Jezus? Kerstnacht gezongen H. Mis voor alle weldoeners Binnenland Os verbinding vsn Amsterdam mei den BovenRIjn. In de Amzterdamtcbe Kamer van Koe phandei deelde de vooraitter mede, dat t'e heer A. Donker ontslag heeft genomen als lid der Kamer. De reden >ot dit ontslag, ligt in het teil, dat de Kamer voor Amsterdams' veibioding met den Rijn een kanaal door de Gel- deiscbe Vallei h.eft aanvaard, onder voorwaarde, dat met het graven daar van niet noemenswaard meer lijd aal lijn gemoeid dan met bet volgen van het tracé Wijk bij Duurstede. De geheel onhoudbare toestand op dit oogenblik roept om een dadelijke bealisaing voor een der beide tracé's. De Geldersche Industrieeie Club heeft in den Minister van Waterstaat een adres geionden waarin tij uiteenaet, dat bet volgens haar oordeel wenache- lijk is, dat soowei de scheepvaait, be stemd voor de directe verbinding met den Boven Rijn als de binnenvaart, practiach en economisch het meest ge baat zal rijn bij de verbiodiog van Amsteidam met den Boven-Rgn via het Geldersche Valieikanaal omdat dit ge acht wordt te zij" de koitzte verbinding vao de hoofdstad met den Boven Rijn met alle tusscbenliggende plaatsen Door den burgermeester van Amster dam werd in de raadsvergadering aldaar aan sluiting op een rede van wet houder Ter Haar nu degedeeld, dat de Minister van Waterstaat aan het Am- sterdamsche gemeentebestuur het nieuwe plan inzake bet Geldersche Vallei-kanaal heeft voorgelegd. Overweging biervan behoefden B. en W. niet te weigeren, nu de vroegere bezwaren tegen bet Vallei plan giootendeels zijn opgeheven. Het Geldersche Vallei-kanaal tal n.l. socala gebleken ia, in verband met bet feit, dat de uitvoering der Zuiderzee- weiken in 'o veel vlugger tempo zal geschieden, binnen 10 jaar gemaakt PUROL er opj Als Uw Handen ruw zijn of geaprongen en Uw Lippen schraal en pijnlijk; maar vooral ook bij brand- en snijwonden, onlvelllngenenallerlei huidverwondingen Het verzacht en geneest

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1928 | | pagina 1