De €embode Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken N.V. Middenstands-Bank H. ELZENAAR Bel dan op No. 42 Advertentiën 2.5 cent per regel. Billijke tarieven voor handel en nijverheid bij geregeld adver- t eer en. Advertentiën moeten Dinsdag en Vrijdag vóór 8 uur in den morgen zijn bezorgd. Abonnementen kunnen elke week ingaan, doch opzegging van abonnement moet geschieden voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Prijs per 3 maanden f 1.00. Buiten Amersfoort 1.10 Kantoor en Drukkerij Langegncht 28 te Amersfoort - Telefoon 314 Drie en veertigste Jaargang Verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagmiddag - Post-giro no. 44234 Dinsdag 10 Sept. 1929 - No. 47 We kunnen allen jegens elkander vol liefde zijn. Het feit, dat ieder van ons zijn fouten heeft, en dus ook het feit, dat ieder van ons gestruikeld en ge vallen is soms languit geeft ons een heel stevtgen grond voor die be wonderenswaardige en koninklijke eigen schap: naastenliefde. De vloek der weifel- moedltftield. Toen men Alexander den Groote vroeg, hoe hij er in geslaagd was, de wereld te veroveren, antwoordde hij: „Door niet te weifelen". Een prompt besluit en een sublieme durf hebben menig mensch over gevaarlijke crisis sen heengevoerd, waar beraad en aar zeling ondergang beteekend zouden hebben. Een zeer succesrijk man, die zijn „geluk" toeschrijft aan prompte be slissingen, zeide: „Het groote voordeel van snel besluiten ligt in de grootere voordcelen, die komen tot hen, die dapper zijn want hel is dapper in zaken van vitaal belang, snel te be slissen. Beschroomden en aarzelenden vallen de kleinere winsten toe." Door met uw doel te leuteren door iets half te willen door te aarzelen en van den cenen naar den anderen kant over te hellen, als gij kiezen moet tusschen tegengestelde gedragslijnen, door het eerst op de cene manier te probeeren en dan weer op een andere door niet de karakter vastheid en de beslistheid te hebben onwrikbaar „ja" of „neen" te zeggen door altijd weer het voor en tegen te wegen, verliest gij uw houvast op het leven. Een training in snul en afdoend beslissen zou voor een onschatbare waarde zijn voor de mllliocncn aarze lende, weifelende mcnschen, die nooit in staat schijnen te zijn tot de een of andere beslissing te komen. Zij zijn als de onbesloten mensch. van wien een dichter zeide: „Hij is gelijk de bewusteloosheid van de zee bij het keeren van het getij". Hij gaat zon min voor- als achteruit: hij doet niets dan weifelen. Massa's mannen en vrouwen met prachtige natuurlijke bekwaamheid en goede opleiding brengen het nooit tot iets, omdat zij de kracht der beslist heid missen. Zij loopen om alles heen, totdal het te laat is om te besluiten den een of anderen weg in te slaan. Zij blijven voor de beschermende heining staan, zelfs als het hun levenswerk betreft, tot zij den middelbaren leeftijd hebben bereikt, of nog later, wanneer het on mogelijk voor hen is, in cenige branche uitmuntendheid te bereiken. De jaren, waarin zij in hun beroep of bedrijf tot de hoogste sporten der ladder hadden moeten opklimmen wer den doorgebracht in onvruchtbare be sluiteloosheid, al trachtend een be sluit te nemen, welke roeping zij zou den volgen. Er zijn duizenden menschen, die van nature in ieder ander opzicht den aan leg bezitten tot het verrichten van groote KANTOORBOEKHANDEL m F. fl. TULP Langestnat 68 to. Krommaitraat TEL 526 SCHOOL- TEEKEN- EN SCHRIJFBENOODIGDHEDEN dingen, doch hun groote kansen in het leven zijn teniet gedaan door den vloek der besluiteloosheid. In hun jeugd hadden zij eerzucht en de bedoeling hun levenskansen tot het uiterste uit te buiten, doch zij wisten niet, wat zij verlangden te doen. Zij namen dus tijdelijke posities aan als chauffeurs, tramconducteurs, klerken wat zij ook toevallig vonden, totdat zij een besluit konden nemen! aan gaande hun levenswerk. En in die positie bleven zij, steeds schommelende tusschen het eene ding en het andere, builen staal een besluit te nemen, totdat zij tenslotte ontwaak ten om te bemerken, dat hun eerzucht gestorven en hun jeugd verdwenen was. Hun groote kans tot het behalen van succes, tot het verrichten van iets, dat de moeite waard was in het leven, was voorbijgegaanOntevreden en on gelukkig. doch zonder de voor een verandering benoodigde drijfkracht, be rustten zij in hun inferieure posities. Een lid van dit leger van weifel- moedigen, iemand met een goede op leiding. die een zeer nederige positie bekleedde, zeide mij iederen keer, dat ik hem ontmoette, dal hij niet van plan was te blijven waar hij was: „Ik heb ambitie voor iets hoogers. Ik wil niet, dat de menschen zullen denken dat. wat ik nu doe, mijn levenswerk is." Dit niettegenstaande het feit, dat hij toen reeds de veertig gepasseerd was. En hij was jaar na jaar in die be trekking gebleven, zonder een enkele ernstige poging tot verandering ar wenden. Evenals duizenden anderen in soort gelijke omstandigheden, bedroog deze man voortdurend zichzelf. Hij besefte de noodlottige macht der gewoonte niet. welke het steeds gemakkelijker maakt, dat wat wij jaren lang gedaan hebben, te blijven doen. Kleine Gemeenten. De minder gunstige toestand der financiën in menige gemeente trekt veler aandacht. Er is zelfs een verecniging in den lande die te dien aanzien „Waarschu wende Cijfers" publiceert. Alleen de ontleding der oorzaken van de stijging der gemeentelijke uit gaven en schulden kan echter een be vredigend antwoord geven op de vraag, of de toestand inderdaad zoo somber is als men die thans schetst. Geleend geld, verwerkt in electrici- teitsfabrieken en -netten, in waterlei dingen, in havens, in wegen, in school gebouwen, is slechts zelden doelloos gebruikt. Het Rijk kan wel zeggen, dat zijn eigen schulden sinds 1898 opliepen van f 1092 millioen tot f 2788 millioen en de gemeentelijke schulden van f230 millioen tot f1093 millioen op 1 Jan. 1924, dus die van het Rijk nog niet verdrievoudigd, de gemeentelijke bijna vervijfvoudigd werden maar de aanduiding van die verhoudingen zegt den oningewijde veel te weinig. Hel Rijk heeft aan de gemeenten zóó zware lasten opgelegd, b.v. op het gebied van onderwijs, van de waren- keuring, van de veekeuring en slachting, dat er wel moest geleend worden'om de Rijkswetten uit te voeren. Met de uitgaven is het juist eender gesteld. Aan de gemeenten werd voor geschreven wat zij te doen hadden en zij moeten zelf de middelen zoeken n de voorschriften uit te voeren. De groote gemeenten, die het dub- bclevoordeel genieten van een kapitaal krachtige bevolking en van winstge vende bedrijven, konden zich wel door de moeilijkheden hcenwerken. Veel kleine gemeenten daarentegen bleken onmachtig. Het zal noodig zijn, opgelegde las ten te minderen door vereenvoudiging van voorschriften en inperking van xplichtingen. En vooral ten aanzien der kleine gemeenten moet worden toegepast het middel der vereeniging van kleine gemeenten. Wel is hier en daar gezegd, dat door vereeniging geweld werd aange daan aan de historische ontwikkeling der gemeenten doch deze theorie is niet houdbaar. De staatsman Thorbecke verklaarde in zijn tijd: Ik meen, dat sedert vele jaren door ieder, die met het bestuur van Binnenlandsche Zaken in aanra king kwam, is erkend, dat wij in onderscheidene provinciën een te groot getal van kleine gemeenten hebben, en dat het bestuur zou worden ver eenvoudigd in het belang dier gemeen ten zelve, gelijk in dat der provinciale en Rijksadministratie wanneer vele gemeenten met andere werden vcr- eenigd, en aldus verstand in de plaats trad van het toeval, waarvan het tegen woordige splitsing het gevolg is. „Ik voor mij ben volkomen overtuigd dat wanneer die wetgevende macht van die bevoegdheid (om gemeenten te vereenigen) geen of een zeer zeld zaam gebruik maakt, een van de groot ste beletselen, die een goed, eenvoudig en krachtig gemeentebestuur hier te lande in den weg staan, niet zal wor den opgeheven." Wat Thorbecke voorstond, is hier daar verwezenlijkt, maar lang niet worpcit als de groote, heeft in ver houding tot deze een zeer kostbaar bestuur en een dure administratie. Haar ingezetenen dragen lasten, die vaak veel te zwaar zijn. De Gedeputeerde Staten kunnen ook door samenvoeging van gemeente de gcmeenfc-financiën verbeteren. T. G. genoeg. Na The Na Thorbecke hebben velen aan zijn beginsel herinnerd, niet het minst prof. Oppenheim en de Staatscommissie ter voorbereiding van de herziening der gemeentewet. In de provincie Utrecht beslaan nog 3 gemeenten met minder dan 500 zie len en 18 gemeenten met een zielen tal wisselend tusschen 500 en 1000. Zonder te beweren, dat alle gemeen ten met minder dan 1000 ingezetenen in aanmerking moeten komen voor ver eeniging, mag toch wel worden gezegd, dat het beslaan van zéér kleine ge- zeer nadeelig is voor den algemeenen welstand. De kleine ge meente, aan dezelfde plichten onder- voor Amersfoort en Omstreken AMERSFOORT. Lange Oracht no. 4 - Telefoon no. 304 Deskundige voorlichting bjj den aan- en verkoop van Effecten Verhuring van Lips safe-loketten Verzilveren van coupons Handelscredieten Incasseeringen Spaar-deposito's rente 4 pet. Middelbaar onderwlls voor Melsles. De vrouwen-emancipatie zag in haar eerste dagen, dwaas genoeg, geen an deren uitweg dan de verwerving van rechten en posities, welke tot dan toe voorbehouden schenen te zijn'aanlden heer der schepping. De schrijfster, Georges Sand, in man- nenpantalon wandelend over de Pa- rijsche boulevards, is in dit opzicht een symbool gebleven van het eerste te lange stadium van de moderne vrouwenbeweging, n.l. van de slaafsche Imitatie van den man. En er zijn nog heel wat cigaretten- rookende en met de beenen-ovcr-elkaar zittende meisjes, die zich boven dit streven nog niet uit hebben kunnen n nieuw stadium is intusschen ingeluid, een tijdperk, waarin de vrouw haar cischen van medezeggingschap in opvoeding en in bestuur, zoo mo gelijk nog krachtiger zal handhaven, maar waarin tevens de bewustheid is teruggekeerd van het bezit Tr«r bijzondere vrouwelijke aard, in vele opzichten superieur aan die van de man, en waarvan de volledige ont plooiing van de hoogste beteekenis is voor het individueeie geluk van het meisje, de vrouw-zelve, en niet minder voor de som van geluk en welzijn van de geheele maatschappij. ~>e vrouw is zich bewust geworden, er een middel beslaat, om invloed te oefenen, de grootste invloed, welke het een mensch gegeven kan zijn rondom zich te doen uitstralen, een middel, zoo eenvoudig, dat de eenvoudigen van harte het nooit ver geten hebben, en dat slechts de (verkeerd) ontwikkelden, het uit het oog verloren kunnen hebben, n.l. door vrouw te blijven. En nu bedoel ik niet alleen de invloed, die een moeder, welke ècht-vrouw is gebleven, door iddel van haar kinderen kan uitoe fenen lot over belangrijke aantallen zielen, tot in latere geslachten, een invloed, welke menig staatshoofd haar zou kunnen benijden. Maar ik wil hiermede ook zeggen, dat in alle omstandigheden het meisje, de vrouw de machtigste invloed op haar omgeving en daar-buiten zal uitoefenen, door het rijk bezit van haar vrouwelijkheid zoo ongerept mogelijk te bewaren en zoo effectief mogelijk te exploiteeren, onverschillig of zij leerares of verpleegster, verloskundige of verzorgster, meester in de rechten of geneeskundige, winkelbediende of bibliothecaresse is. Daarom verheugt het ons zoo buiten gewoon, dat ook in het Middelbaar Onderwijs deze kentering te bespeuren valt. Dit blijkt vooral uit de snel toe nemende groei van de Middelbare Meisjesschool, iets geheel anders dan de zoogenaamde H.B.S. voor meisjes! de meeste ouders weten dit echter nog niet; en de toenemende belang stelling ervoor in onderwijskringen, ja zelfs bij de regeering. Het behoeft dan ook wel geen verwondering te wekken, dat in het voor geruimen tijd inge diende Wetsontwerp lot regeling van het Voorbereidend I ooger- en Middelb. Onderwijs, aan deze school een wet telijke basis verzekerd werd. Intusschen hebben ijverige voorstan ders en voorstandsters van de Middel bare Meisjesschool niet stil gezeten en heeft dit schooltype zich reeds sym pathie weten te verwerven in breede kringen. Voor niet-deskundige ouders kunnen wij deze school misschien het een voudigste kenschetsen als wij zeggen het onderwijs is er meer ontwikkeld dan dat van de U.L.O. school, door het uitgebreider programma, de langere studieduur (5 jaar) en de hoogere be voegdheden, welke van de docenten gevraagd wordenhet geeft echter geen voorbereiding voor de Universi teit, heeft absoluut niet te maken met eenigerlei eischen voor verdere studie, en leidt onmiddellijk op voor het maat schappelijk leven of voor de taak als moeder in de ontwikkelde standen. Het vrouwelijke komt in deze school ïeindig meer tot uiting dan in andere schooltypen, zelfs indien die onder louter vrouwelijke leiding staan. Die meisjes, welke niet geschikt zijn voor de eigenlijke studies worden er niet zoo geestelijk afgemat, behoeven zich niet te plagen met een scheepslading chemie en met uren-lang-kwellende- wiskunde, waar ze misschien niet de minste aanleg voor hebben worden niet door afjakkerend gestudeer en buiten de sfeer van haar tegenwoordige of toekomstige belangstelling staande problemen meedoogenloos getrok ken uit de natuurlijke kring van be langstelling voor het eigen gezin, voor broertjes en zusjes, voor huiselijk lief en leed, voor alles wat samenhangt met de vrouwelijke verzorgings- en opvoedingstaak, in één woord voor Kantoorboekhandel Kantoormeubelen Schrijfmachines Langestraat 84 Telef. 528 Speciaal adres voor Uw Kantoor- School-, Schrijf- en Teekenbenoo- digdheden. - Advertentie-Bureau Hebt II een Taxi of auto noodig 7 Amersfoort het moedertje-spelen, voordat ze het zelf zijn. Integendeel, de vrijkomende uren worden besteed aan voor-de-vrouw- meer-practfschekennisen ontwikkeling: ziel- en opvoedkunde, hygiëne, hui selijke warenkennis, eenvoudig boek houden, sociologie, fraaie en nuttige handwerken, huiselijke sierkunst, enz. Dingen, die de meisjes thuis direct kunnen gaan toepassen, waar ze de waarde van kunnen toetsen aan de practijk, waarmede ze aanstonds Moe ders lasten kunnen gaan verlichten, alvorens er het leven van haar eigen of anderer kinderen mooier en geluk kiger mede te maken. Behalve nog, dat de Middelbare meisjesschool toch een ontwikkeling aan talenkennis, en anderszins mee geeft, die recht geeft op toelating aan de Leergangen tot studie voor een Middelbare acte, tot de School voor Maatschappelijk Werk en deOpleidings- cursussen voor leerares aan een huis houdschool. Ik meen dan ook gerust te durven verklaren, dat aan zoo'n inrichting op he. oogenblik een groote waarborg wordt geboden, dat de meisjes bij haar ruime algemeene ontwikkeling vrouw zullen kunnen blijven, niet on geschikt of minder geschikt worden gemaakt voor het gezinsleven en toch om een nieuw woord te gebruiken meer dan voldoende „redzaam" 4) Helden. Een Zonierschc dag als lieden was het, toen zijn moeder heenging, en hare ziel vertrok om in de eeuwigheid eenen doode te zoeken, wiens ziel zij nooit of nimmer verloren kon achten. „Neen, lljalmar," zoo had zij op liet laatste oogenblik nog tot haar zoon ge sproken, die, het hoofd in hare bleeke handen begraven, aan haar sponde lag neergeknield: „neen, hij was te goed om voor eeuwig verloren te gaan, en een stem in mijn binnenste herhaalt mij dag in, dag uit, dat Qod op het laatste oogenblik zijn anne ziel nog genadig was! Maar, hij zal moeten boeten, Hjalmar, boeten boeten I" En toen had zij den knaap innig tegen zicli aan gedrukt, en hem gevraagd: „Weet gij nog, Hjalmar, toen gij U voor U dooden vader bevond?" Hjalmar herinnert zich nog zeer goed, wat hij toen zijne stervende moeder heeft gezegd: „Ja, moedertje, en ik wil U nog eens beloven wat ik reeds aan vader gezworen heb!" En in de handen zijner moeder heeft hij den eed herhaald, dien hij eens aan het doodsleger zijns vaders had uitgespro ken. En nog even goed herinnert hij zich, welk een helder licht over de trekken der stervende was gekomen, toen zij zijne woorden vernam, En dan had zij hem lang en zwijgend aange staard, en eindelijk gezegd: Hjalmar nu zou ik nog één wensch op deze wereld hebben! Beloof Uwe moeder dat gij, zoo goed gij kunt, den dood Uws vaders zult boeten maar. mijn teergeliefd kind, zweer mij tevens, dat gij nimmer, wat er ook gebeure, eene schuld door een nieuwe schuld wilt vergrooten En bij den eed zijn gestorven vader gezworen, had Hjalmar nog den eed aan zijn stervende moeder gevoegd. Nog denzelfden dag was zij van hem gescheiden, na nog een laatste zegenend kruisteeken op 's knapen voorhoofd geteekend te hebben, haar eenigen zoon dien zij nu alleen achterlaten moest op de wereld. En toen waren de lange jaren ge komen, gedurende welke Hjalmar von Trugnot, door voorteffelijke opvoeders geleid, in den stillen vrede der studie zalen en der kloosters de eerste, Wilde, smart vergat. Maar hoe meer zijn geest tot rijpheid kwam, zoo te meer werd hij stii en ernstig en zoo te meer rijpte ook in den geest van den ideaal aan- gelegden jongeman het besluit, zijn jonge leven te wijden aan een held haftige verzoening voorden dood zijns vaders. „Tracht nimmer eene schuld te ver grooten door een nieuwe schuld!" Klaar en hel klinkt thans moeders laatste wensch weer in de ooren van den droomenden jongeman op de over schaduwde bank in het park van het Jesuiteninstituut. Een stille glimlach van zalig geluk vliegt over Hjalmar's trekken, en als in een zoeten droom fluistert hij zaclit voor zich uit: „Gij zult U verheugen, beste moedertje, als gij ziet hoe ik mijn woord honden zal!" Een oogenblik later staat Hjalmar von Trugnot, in de werkkamer van den rector, die met een vriendelijke uit drukking over liet ernstige gelaat op den zooeven binnengekomen jongeman toetreedt. „Welnu, Hjalmar, gij komt mij zeker mededeelen, dat gij voor Uwe intrede op de Hoogeschool bij een Uwer vrien den de vacantie wilt doorbrengen, en dat gij thans afscheid van mij komt nemen?" „Neen, pater rector, ik kom U in tegendeel zeggen dat ik nóch van U, óch van Uw klooster scheiden wil! Ik kom U vragen ot U mij voor er hier wilt houden I" „Hoe, Hjalmar, versta ik U goed? Gij wilt„Ja, Pater, ik wil Jcsuïet worden! WeetJU nog, wat ik U vertelde, toen ik terugkeerde van het versche graf mijner moeder? Wat ik mijr. gestorven vader en mijne ster vende moeder heb gezworen? Dat zou ik thans in vervulling willen doen gaan, Pater! Ach, dit jaar, op den sterfdag mijner moeder, mijner lieve, zalige moeder, had ik een zoo won derlijken droom! Het was mij, als be vond ik mij in den hemel. Ik zag daar een ontelbaar aantal gouden zetels, en daarop zaten de zaligen en zongen wondervolle hemelsche gezangen. Toen zocht ik de hemelsche reien door, en eindelijk zag ik te midden der zaligen, mijne moeder. Zij lachte mij toe, als had zij mij reeds lang bemerkt maar de gouden zetel aan hare zijde was leeg. „Moeder, waar is vader?" vroeg ik toen wenkte zij mij bij haar, en sprak zacht en zoo plechtig en ernstig „Hjalmar, hij wacht op Uwe boete!" En hoe lang moet hij wachten moeder?" vroeg ik verder. „Totdat een „Onze Vader" ten einde gebeden is, Hjalmar", gaf zij mij ten antwoord, maar dan ontwaakte ik plotseling". „Nu weet ik niet, Pater", ging Hjal mar voort, wat dat beteekenen moet. Maar ik denk, dat ik voor Vader bid den moeteii zal, en ik zal wel veel moeten biddenEn ik kan dat wel het beste doen, wanneer ik Pater, het is mijn rijpelijk overwogen besluitwanneer ik priester word!" „Hjalmar," spreekt de orde-geeste lijke, indien God U roept zoo volg Hem! Reeds dikwerf hebben wij met elkander Uws vaders dood besproken misschien, neen, Hjalmar, gewis en zeker wacht zijne ziel de verzoenini harer schuld van U, Hjalmar! Hoegi die verzoening en wanneer en waa gij die verzoening zult bewerkstelligen weet God alleen! Houd.U slechts bereid ook Uw uur zal eenmaal slaan! En wat Uw droom betreft, Hjaimar? Hoe zou ik dat raadselachtige woord uit den mond Uwer moeder uitleggen Een „Onze Vader" is zoo snel gebe den, dat ik niet kan gelooven, dat het tijd genoeg laat voor de verzoening van een zware schuld! En toch is de inhoud van het „Onze vader" zoo rijk en diepzinnig, dat men wel een men- schenleven noodig heeft, om het te bidden totdat de dood onze laatste bede verhoort; verlos ons van den kwade! En thans, Hjalmar, God zegene Uw besluit en dat het Uwe en Uws vaders ziel tot heil moge strekken!" Vier weken later verlaat Hjalmar von Trugnot het oude, stille klooster, dat hem een tweede tehuis was, om af te reizen naar een noviciaat der priesters van de Sociëteit van Jezus. Twintig jaren zijn wederom voorbij gegaan. In de dienstkamer van het Engelsche gouvernementsgebouw te Kampour, in lndië, heerscht koorts achtige opwinding. De groote Sepoy- opstand onder de leiding van Nama Sahib heeft zijn schrikwekkenden stort vloed over geheel Doab en Audh uit gebreid. Van alle kanten komen ver bijsterende berichten in over de uit moording der gehate Europeanen, en worden de gruwelijkste tooneelen ver haald, welke zich daarbij afspeelden. De Sepoy's zijn- reeds aangegroeid tot een bijna ontembare massa geen twijfel meer, of de Engelsche macht is reddeloos verloren, indien er geen wonderen geschieden. (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1929 | | pagina 1