Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Koopt ow SdnjjfiDochiiio
PUROL BU RUWE HANDEN
Abonnementen kunnen elke week ingaan, doch
opzegging van abonnement moet geschieden
voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Prijs
per 3 maanden f 1.00. Buiten Amersjoort 1.10
De Gembode
AdvertenOen 36 cent per regel. Billijke tarieven
voor handel én nijverheid bjj geregeld adver
teren. AdoertentiAn moeien Dinedag en Vrijdag
vóór 8 uur in den morgen tgn betorgd.
Kantoor en Drukkerij Lungegricht 28 te Amersfoort - Telefoon 514
Vier en veertigste Jaargang
Verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagmiddag Post-giro no. 44234
Vrijdag 24 Oct. 1930 - No. 60
Vrede-verstoorders onder de Katho
lieken zijn niet diegenen, die altoos weer
aan de ware Katholieke beginselen her
inneren, want dan zou de Paus de
ergste vrede-verstoorder op deze aarde
zijn. Maar het zijn zij, die onder voor
wendsel van voorzichtigheid zich altoos
verder van die beginselen afwenden.
Epistel en Evangelie.
Feest van Christus Koningschap.
Les uit den Brief van den H. Apostel
Paulus aan de Colossensers, I, 12-20.
Broeders; Wij danken God den
Vader, die ons waardig gemaakt heeft
om deel te hebben in de erfenis der
heiligen in het licht; die ons uit de
macht der duisternis getrokken en
overgezet heeft naar het Koninkrijk van
den Zoon zijner liefde; in wien wij
door zijn bloed de verlossing hebben,
de vergiffenis der zonden. Die is het
evenbeeld van den onzichtbaren God,
Eerstgeborene van gansch de schep
ping, want in Hem werd alles gescha
pen in de hemelen en op aarde, de
zichtbare en de onzichtbare dingen,
Tronen en Heerschappijen, Overheden
en Machtenalles werd door Hem en
voor Hem geschapen, en Hijzelf bestaat
vóór alle dingen, en alle dingen be
staan samen in Hem. En Hij is het
hoofd van het lichaam der Kerk, Hij
is het begin, eerstgeborene uit de doo-
den, opdat Hij, ja, in alles de eerste
zou blijven: want in Hem heeft de
gansche Volheid van God gelieven te
wonen, en door Hem alles met Zich
te verzoenen, de wezens, die in de
hemelen zijn, vrede makend door het
bloed van zijn Kruis, in Christus Jezus
onzen Heer.
EVANGELIE
volgens den H. Joannes XVIII, 33-37.
In dien tijd zeide Pilatus tot Jezus:
Zijt gij de Koning der Joden? Jezus
antwoordde: Zegt gij dit uit uzelf of
hebben anderen het u van Mij gezegd
Pilatus antwoordde: Ben ik een Jood?
Uw volk en de Opperpriesters hebben
U aan mij overgeleverdwat hebt Gij
misdaan? Jezus antwoordde: Mijn rijk
is niet van deze wereld. Zoo mijn rijk
van deze wereld was, zoo zouden mijn
onderdanen strijden om Mij niet in de
handen der Joden te laten, maar mijn
rijk is niet van hier. Pilatus zeide Hem
dan: Gij zijt dus koning? Jezus ant
woordde: Gij zegt het. Ik ben Koning.
Hierom ben Ik geboren en hierom ben
Ik in de wereld gekomen, om getui
genis te geven van de waarheid. Alwie
uit de waarheid is luistert naar mijn
stem.
KANTOORBOEKHANDEL
F. TULP 1
Langestraat 80 lo. Kiommealraat TEL. 326
DOOZEN HUISHOUDPOST Inhoudende
50 Enveloppen 30 vel gelinieerd papier
20 Correapondcnlielraarlen 10 Briefkaarten
1 vel vloei Positaricven voor binnen-
en buitenland
PBih fi-
Liturgische Kalender.
Week van 26 Oct.—1 Nov.
Zondag 26. Feest van Christus Ko
ningschap (nieuw feest), 2e geb. en
laatste Evang. van de 20e Zondag na
Pinksteren, eigen Prefatie.
Maandag 27. Vigilie v.d. H.H. Simon
en Judas, 2e geb. Concede, 3e voor
Kerk of Paus.
Dinsdag 28. H.H. Simon en Judas,
Credo, Pref. v. d. Apostelen.
Woensdag 29. Mis van de 20e Zon
dag en Pinksteren, zonder Gloria, 2e
geb. A cunctis, 3e naar keuze, gewone
Prefatie.
Donderdag 30. Als gisteren.
Vrijdag 31. Vigilie van Allerheiligen,
2e geb. v. d. H. Geest, 3e voor Kerk
of Paus.
De goddelijke voorzienigheid weet
steeds op het juiste oogenblik de
middelen te kiezen, die voor een bij
zonder tijdsgewricht noodig zijn. Nu
eens geschiedt dit door inwerking op
vrome zielen, dan weer door recht-
streeksche bevelen. Zoo zijn in den
loop der eeuwen telkens weer nieuwe
devoties ontstaan, dienstig om het ge
loof en het leven der ziel op te wekken
en weer tot bloei te brengen. Denken
wij b.v. slechts aan den H. Rozenkrans,
de vereering van het H, Hart van Jesus
en nu als nieuwste devotie: Het uit
roepen van Christus tot Koning der
huisgezinnen en van heel de maat
schappij.
Ja, inderdaad God weet de middelen
goed en precies voor een bepaalden
tijd te kiezen. Nu het over heel de
wereld kraakt; koningen en keizers
van hun tronen gestooten werdenhet
verderfelijke communisme, en hcljin'zijn
einddoel niet minder verderfelijke so
cialisme, steeds meer veld winnen en
alle ordelijk gezinde burgers met bang
heid slaat, nu flsj er op elk terrein
slechts één oplossing te vindenChris
tus tot koning en heerscher over alle
volkeren en staten te erkennen.
Nu de moraal steeds meer met voe
ten wordt getreden, verkeerde huwe-
lijkspraktijken, gewaagde vrouwen-
kleeding, zedeloosheid en verwildering
hand over hand toenemen, is er maar
één middel meer om aan dat alles een
halt toe te roepen, Christus kronen
tot koning in de huisgezinnen en Zijn
zedeleer in toepassing brengen.
Nu het ongeloof en de geloofsafval
steeds meerderen tot een volslagen
modern heidendom doen vervallen,
zoodat sommige vrijzinnige predikanten
zelfs de godheid van Christus durven
loochenen of in twijfel trekken en Hem
dus op één lijn durven stellen met een
Boedha, een Mohamed, een Confusius,
is er slechts één middel meer in staat
die vloedgolf tegen te houden en
dat is dat alle geloovige christenen,
zoowel katholieken als anderen, vast
houden aan de leer, dat Christus de
Koning, waarlijk de Zoon Gods.
Daarom is deze devotie door Gods
voorzienigheid zoo te juister
komen en heeft de kerk een eigen
feestdag daarvoor ingesteld op den
laatsten Zondag van October.
Zeer schoon en toepasselijk zijn de
ingevoegde gebeden in de H. Mis van
dezen dag. Zoo iuidt de Introïtus: (zang).
„Waardig is het Lam, dat geslacht
is, te ontvangen de macht en de god
heid en de wijsheid en de kracht en
de eer. Hem zij roem en heerschap
pij in de eeuwen der eeuwen. Geef
Heer den Koning Uw oordeel en uw
gerechtigheid den Zoon des Konings.'
Waarna het openingsgebed volgt
„Almachtige eeuwige God, die-in
v beminden Zoon, Koning van het
heelal, alles hebt willen herstellen, ver
leen genadig, dat alle volken-familiün
door de wonde der zonde uiteengerukt,
aan zijn allerzoetste Heerschappij
derworpen worden."
En dan de tusschenzang:
„Hij zal heerschen van zee tot zee
en van den stroom tot het uiteinde
der aarde. En alle koningen der aarde
zullen Hem aanbidden; alle volkeren
zullen Hem dienen. Zijn macht is een
eeuwige macht, die niet zal ontnomen
worden, en Zijn rijk is een dat niet
zal vervallen."
Deze Zondag heeft een eigen Epistel,
Evangelie en Prefatie gekregen.
In de prefatie komen de volgende
schoone woorden voor:
„Opdat Hij, zich zelf op het altaar
des Kruises als vlekkeloos en vreed
zaam Offer opdragend, de geheime
nissen van de verlossing dermensch-
heid zou voltrekken, en na aan zijn
heerschappij alle schepselen te hebben
onderworpen, het eeuwige en alge-
ineene Rijk aan uw onmetelijke Maje
steit zou toevertrouwen: het Rijk der
waarheid en des levens; het Rijk der
heiligheid en der genade, het Rijk der
gerechtigheid, der liefde en des vredes".
De ongeschreven
Grondwet.
Niet het schrijven van boeken, maar
liet woord Gods beschouwend de Apos
telen als hun levenstaak.
„Met niets houd ik rekening," zoo
sprak S. Paulus tot de ouderen v£
gemeente van'Ephese, „en mijn eigen
persoon tel ik niet, zoo ik maar volbren-
ge mijn levenstaak en de bediening, die
ik van den Heer Jezus ontvangen heb en
van liet Evangelie der genade Gods te
getuigen. En nu zie, ik weet dat gij allen
waar ik doorgegaan, predikend het Ko
ninkrijk Gods, mijn aangezicht niet meer
zien zult."
In zijn Romeinenbrief schrijft hij:
„Hoe zuilen zij dan aanroepen, in wel
ken zij niet geloofd hebben? Hoe zullen
zij geloov envan welken zij niet gehoord
hebben? En hoe zullen zij hooren, zon
der die prediktZoo is dan het geloof
uit het gehoor."
Als de Apostel aan de Corinthiërs
ecnige voorschriften gegeven heeft om
trent het ontvangen van het Lichaam des
Heeren en hen met nadruk heeft ge
leerd, dat zij niet zonder ernstige voor
bereiding tot de H. Tafel mogen nade
ren, maar zich eerst moeten beproeven
opdat zij goed het Lichaam des Heeren
zouden ouderscheiden van alle profane
spijs, voegt hij er nog deze woorden aan
e: „De overige dingen zal ik verorde-
n, als ik zal gekomen zijn."
Behalve hetgeen geschreven was, had
S. Paulus dus nog andere dingen mee te
dcelen, welke men ook diende te weten,
die zou hij naderhand zelf komen
zeggen.
Ue groote Augustinus teekende bij
deze woorden aan: „Hetgeen de Apostel
toen beloofde, betrof de ceremoniën
welke bij het ontvangen Van het H. Sa
crament moeten onderhouden worden.
Wij hebben dat zonder schriftuur van de
Kerk geleerd."
Aan de Thessallonicensen stuurt Pau
lus de. ernstige aanmaning, zich tocli
niet te laten overschreeuwen of op eeni-
gerlei wijze te laten verleiden. En hij be
sluit die vermaning aldus: „Zoo dan
broeders, staat vast en houdt de inzet
tingen die u geleerd zijn, hetzij door ons
woord, hetzij door onzen zendbrief."
En als eindelijk het uur is aangebro
ken, waarop de grijze geloofsheld ster
ven inoct, daar hij zijn goeden strijd
heeft gestreden en zijn loopbaan heeft
voleindigd, schrijft hij nog eens aan zijii
geliefde zoon Timotheus vol vaderlijke
bezorgdheid: „Houd het voorbeeld der
gezonde woorden die ge van mij ge
hoord hebt. Bewaar het goede pand dat
u toevertrouwd is door den H. Geest,
En wetend dat ook Timotheus een
maal sterven zal, voegt hij er eenige
regels verder aan toe: „En hetgeen gij
van mij gehoord hebt onder vele getui
gen, betrouwd dat aan getrouwe men-
schen, welke bekwaam zullen zijn om
ook anderen te leeren."
Uit Paulus' woord zelve hooren wij
het dus: de prediking van levende men-
schen, door de Apostelen middellijk of
onmiddellijk aangesteld, moet het mid
del zijn om hetgeen die Apostelen aan
gaande Christus en het Godsrijk geleerd
hebben, aan de wereld bekend te maken.
Niet een ieder echter mag prediken,
mag leeraar der waarheid wezen, maar
alleen hij die daartoe wettig is gemach
tigd en aangewezen. Want zoo staat er
in den Romeinen brief: „Hoe zullen zij
prediken indien zij niet gezonden zijn?"
W. B
Zij heeft geen kanonnen of soldaten,
geen zwaard, geen legioenen, waarmee
zij haar wil. kan opleggen aan de vol
keren.
Alle machten der aarde zijn legen
haar gekeerd, nu meer dan ooit.
De officieeie, indifferente wetenschap
ziet laatdunkend op tiaar neer.
De technische vindingen van den ino-
Sernen tijd brengen over haar kinderen
dc vergetelheid der eeuwige goederen.
De groote wereldpers en haar neu
traliteit of besliste vijandschap deci
meert de rangen der geloovigen of doet
afzakken naar de vrijgeesterij.
Bij dit alles moest zij wel ondergaan
i haar levensdag zelfs met geen uur
meer zien verlengd, indieii daar niet in
haar woonde de onverwoestbare kracht
des geloofs, die in alle geledingen der
Kerk telkens nieuw leven doet ontsprin
gen en het bestaande leven in onver-
welkbare frischheid behoudt en hooger
uitbloeien doet.
T. O.
Maar
Een zeer leelijk woord, is het woordje
„maar". Zendt God ons een kruis, zij
het nog zoo licht en ook welverdiend, ja!
wij kunnen er wel niets aan veranderen,
maar toch ook niet nalaten te zeggen:
Maar! Begint men zich over den mede-
mensch in gunstigen zin uit te laten, dan
is het gij kunt er zeker van zijn:
imaar! Spreekt iemand een ge
voelen, een bewering uit, waartegen wij
niet het minste kunnen inbrengentoch
veroorloven wij ons te zeggen: Zeker,
waar is het, maarWordt ons iets
tegen onzen zin gelast het helpt wel
niets toch moeten wij daarbij aan
merken: Dat zou nu heel goed zijn,
Altijd en overal dat leelijke woord,
waardoor zich het ziekelijk gevit, ge-
het lijdelijk verzet lucht. Wij kun-
er niets redelijks tegen inbrengen,!
zakelijks tegen doen, wij weten er
niets beters voor in de plaats te stellen,
toch kennen wij ons dat recht toe om
door dat woordje onze ontevredenheid
te uiten.
Hoe beschamend is ook hier het voor
beeld van Hem, die ons is voorgegaan
opdat wij in Zijne voetstappen treden
zouden! Hij, die gescholden, niet weder
schold, Hij leed en toonde zelfs geen
somber gelaat, Hij gaf zich zelfs
aan hem, die-Hem onrechtvaardig
oordeelde. Altijd en overal heeft Hij ver
vuld, wat Hij reeds door den Profeet
had aangekondied: Ik wederspreek niet.
Wel mag men zeggen: het woordje maar
stond niet in 's Heeren woordenboek.
T. G.
De Waarheid.
De Kerk kan alleen machtig bloeien
door het bezit der waarheid.
Dat bezit is haar eenige rijkdom,maar
één die met alle schatten der aarde niet
te vergelijken valt.
En dat bezit is tevens haar hoogste,
haar meest onoverwinnelijke kracht.
In al het andere is de Kerk zwak,
Beleefdheid ia niet alleen een sieraad
maar ook een beschuttingsmiddel voor
de deugd, een sterke wal voorde rein
heid des harten, eene beschermster voor
vo'e gevaren, een steunpilaar voor het
gevoel van achting jegens onszelf en
voor de onderlinge hoogachting.
T. G.
Zie ik iemand, die een ander vleit,
omdat hij bang is van hem de waarheid
te hooren, dan daalt mijne achting voor
beiden. Zie ik, dat iemand een ander
vermijdt uit vrees voor diens waarheids
liefde, dan begin ik achting te koesteren
voor den laatste. Zie ik iemand rond
borstig, en onbeschroomd omgaan met
eci£ander,; die,geen verschooning kent,
dan slaat de ohversehrokkene beter bij
mij te-boek dan de schrikaanjager.
Veelal zijn de inenschen voor ons,
zooals wij ze némen, ja zooals wij hen
maken. Neemt men ze van hun besten
kant en dien heeft toch ieder dan
zijn ze niet zoo kwaad. Laat iemand
werkelijk niets goeds in zich ontdekken,
dan is het toch nog een groot verschil,
hoe wij hem tegemoetkomen. Voor 't
overige mag iemand op zichzelf nog zoo
slecht zijn, toch zou hij zich jegens ons
nog heel anders voordoen, bijaldien wij
zelf hem niet gemaakt hadden tot het
geen hij nu ten onzen opzichte is. Waar
om traden vroeger zijne boosheid, zijn
onbeschaamdheid, zijne onverschillig
heid niet aan liet licht? Wijl wij hem
toen door ons optreden dwongen zich
in te toornen. Sinds wij ons tegenover
hem blootgaven, heeft hij het juk afge
worpen. Wij trachtten heil te winnen
door ons naar zijne beweringen, zijne
neigingen te schikken; hij kwam er ach
ter, dat wij hem ontzagen en toen
was het te laat, Ook op dat gebied moe
ten wij vaak boeten, wat wij zelf mis
deden.
Waarlijk aangenaam in het dage-
lijksch verkeer, degelijk man van-zaken,
maar oovenal betrouwbaar leider kan
slechts hij wezen, wien de moeilijkste
karakters, de neteligste gevallen, de
pijnü
Binnenland
of neemt een abonnement «oor onder
houd van uvr schrijfmachine bij
h. ELZETWflR
KANTOORBOEKHANDEL
LANöESTRflAT 84 TEL. 628
GEBRUIKSKUNST.
Onze Ncdcrlandsche verzamelingen
van gebruikskunst zijn te arm, vergele
ken mot den blijen rijkdom van schilde
rijen dien wij in onze musea hebben.
Daarom moet dc staatskas niet op een
beetje geld zien om het bezit te vermeer
deren. Het is nuttiger besteed dan voor
de stelling van Amsterdam.
Ook konden wellicht rijke particuüe-!
ren zich wat minder eenzijdig op den
eeredienst der schilderkunst werpen. In
menig buitenlandsch museum getuigen
zalen vol mooie oude gebruiks- en sier
kunst van een gewaardeerde vrijgevig
heid.
Het handwerk van den ouden tijd
spreekt sterk tot het volk. Verrijk de mu
seums en organiseer er eenvoudige en
klare voordrachten over wat er is uit
gestald.
Dat zit vol goede lessen van allerlei
aard.
Er komt uit den kring der hoorders al
de vraag: hoe kwamen de mcnschen aan
de voorbereiding en den tijd om zoo te
werken, laat men dan ook niet ontzien
daarop liet antwoord te geven.
Want dit behoort tot het onderricht
in de vaderlandsche geschiedenis, dat
een goede plaats neemt in alle graden
van ons onderwijs, ue werkstukken zijn,
niet minder dan de veldslagen, „roem-,
rijke daden", en uit de vergelijking van
het heden komt een nuttig inzicht in het
wezen van onzen roemloozcn tijd,
T. G.
gelegenheid zijn tot beoefening der zelf
verloochening, tot uitroeiing der eigen
liefde.
Het meest aanbevelenswaardig in den
het diepst des gemoeds voortspruitende,
omgang is de inachtneming van eene uit
eenedoor huinanen en christelijken geest
bezielde beleefdheid.
Verreweg de meeste men§chen zien
in deze deugd want ook beleefdheid
moet als deugd beoefend worden al
leen het opvolgen der etikette.
Naar geest en gemoed zeer hoog
staande personen, die de aangenomen
verkeersvormen door iets edelers weten
te vervangen, kunnen zich met opzet van
eenfge dezer plichtplegingen losmaken.
Dit intusschen daargelaten, is de ware
beleefdheid iels veel hoogers, dan de
wereld zich gewoonlijk daarbij vooi
oogen sfelt.
Zij is geen bloote schijn, geen uiter
lijke dwang, maar de natuurlijke uit
beelding van een inderdaad edel hart.
Derhalve zijn wij haar niet slechts te
genover vreemden verschuldigd, neen,
de innigste vertrouwelijkheid, de lang
durigste omgang kan ons niet van haar
ontslaan ook jegens huisgenooten en on
dergeschikten.
De christelijke beleefdheid is niet
slechts een sieraad des levens, zij is eene
ware kunstoefening, een voornaam deel
van hetgeen wij onder de kunst des
levens begrepen wilden hebben.
Zij is de artistieke verfraaiing der
omgangszeden, ja meer nog de kuuste-
naarsuitheelding van iden veredelden
mensch zelf.
Beleefdheid van den christen is de
bloesem der deugd, de natuurlijke open
baring van den geest der humaniteit,
der christelijke zeifbelieersching, van de
naastenliefde met a! hare schoone
vruchten. j
lx aa a
Ben waardevol boek.
Allereerst zijn door Prof. Dr. Karl
Adam behandeld, de twee hoofdzaken
van ons Christelijk geloof, namelijk
Christus, de Heer, en de Kerk, Christus
lichaam. Logisch voort redeneerend
moeten we nu het verband tusschen
deze beide grondslagen leggen, om een
geheel te krijgen. Deze twee begrippen,
Christus en de Kerk, slaan niet los van
de verbinding is zoo nauw,
over dezen Oneindige vervufiTzljn van
ootmoed, reinheid en liefde.
Waar de vraag naar God niet in
zulk een stemming gesteld wordt, waar
de mensch deze vraag naspeurt in het
volkomen bewustzijn van onathanklijk-
heid, met zuiver profane gevoelens
alsof het bestaan of niet bestaan van
God bcm om bet even was, en doet
alsof hij een rechter Is over een be
klaagde, heeft men te doen met schul
dige onwetendheid omtrent eigen wezen
en ontoelaatbare zclfvcrliefflng.
De zoekende mensch kan tegenover
het Goddelijke alleen een afwachtende
en bereidvaardige houding aannemen,
daar liet oplossend antwoord slechts
van boven komt. Daarom is niets ver-
keerder dan de elschde Oodheid van
Jezus in streng-wetcnscbappeltjken zin
zóó te bewijzen, dat ook de onver
schillige, ja dc zcdclijk-mlndcrwaar-
dlgc, dc zelfzuchtige en zinnelijke
mensch, dc Godheid van Jezus als met
handen grijpen moet en niet meer
loochenen kan.
Alsof het geloof een zoo vanzelf
gekende waarheid «ra zijn als twee
maal twee vier Is. Wat ware her voor
een Christendom waarvan de ijverigste
aanhangers de wijzen en verstandigen
naar de wereld zouden zijn, de zelf-
voldanen en zelfzuchtige» en niet de
armen van geest, die rein van hart zijn?
Zoo wordt dc geweldige beteckcnis
duidelijk van Jezus woord: „Niet vlccsch
en bloed hebben u dit geopenbaard,
maar mijn Vader die In don hemel is".
Geen boeken of documenten waren
de eerste middelen om de boodschap
van Christus tot de menschen te bren-
;en. Hef evangelie van Jezus stroomde
iet menschdom binnen in den brecdcn
stroom van het oude geloofsleven der
Kerk, die geleid werd door het woord
der Apostelen en vervuld was van den
Heiligen Oeest. Hoe kon het ook an
ders? Wat levend Is, laat zich In diepte
en omvang niet persen in enkele schrif
telijke stellingen. Al wat geschreven
is, ook dc Bijbel, draagt daarom sterk
het stempel van den tijd, een vorm,
die aan latere menschen heel licht
star en vreemd lijkt, hoe levend dc
inhoud ook is. Daarom heeft dc Bijbel
ook geen zelfstandig gezag, los van
het geloof der kerk. Dc evangeliën
f;even ons slechts brokstukken van
ezus. Daaruit het beeld van Jezus
weer volledig op te bouwen, is on
mogelijk. Zonderde levende overlevering
van de eene Kerk blijve den wezen
lijke trekken van het Christus beeld
ons raadselachtig en verborgen.
Hier ligt zeker dc scherpe grenslijn,
die de grondslag van bet Katholieke
geloof scheidt van het Protcstantsche,
of beter, die de Katholieke overtuiging
scheldt van elke louter-verslandelijke
bcoordeollng van Christus, die zich
baan brak in crltlsche theologie.
Zoo stroomt er door de Kerk een
leven dat vol, één en machtig Is. Geen
eindelooze tekstcritiek, geen onvrucht
bare geschiedbeschouwing cn taal
kennis voert ons tot het geheim van
Christus, maar een liefdevol zichonder-
dompelen in den rijkdom van het
stroomend leven, dat van Hem Is uit
gegaan, dat de eeuwen door als levende
kracht bewaard bleef, cn dat heden,
dat die vroeger ai aangeduid is ala het
huwelijk van Christus en de Kerk, als
de Kerk als bruid van Christus.
Daaruit volgt direct dat wij Christus
slechts kunnen kennen door zijn Kerk
en niet door wetenschappelijk, critisch
onderzoek, door geleerd speuren cn
doordenken, maar door geloovlg aan
vaarden. De genade van het geloof
wordt niet op de eerste plaats aan
wijzen en verstandigen, maar aan hen
die het geknield, biddend, willen .ont
vangen.
De katholieke geloofsverzekerheid
kan worden samengevat in dezen eenen
zin: „Ik kom tot God door Christus
in zijn Kerk; ik leer God kennen door
Christus, die in de Kerk werkt".
Zooals wij zien, rust de katholieke
geloofsverzekerdheid dus op drie hei
lige begrippen: God, Christus, Kerk.
Hoe komt de katholiek aan zekerheid
over God en tot geloof in Hem? Het
begin van deze kennis ligt op den weg
van het natuurlijk kennen, maar de
voltooiing ligt op den weg van de
genade en van de openbaring. De Va-
ticaansche Kerkvergadering leert, dat
God, als begin en einde van al het
zichtbare, met zekerheid kan gekend
worden. En deze kennis komt des te
beter tot stand, naarmate wij ons dui
delijker bewust worden, dat de vraag c
naar God, het godsdienstig vragen en Christus en k
zoeken, tets anders is als net gewoon Waar twee of drie vergaderd zijn,
vragen, b.v. naar het (even der Insecten, daar ben ik in hun midden. Niet drie,
Onzejelndige en onvolmaakte natuur'maar mtltioenen geloovige harten zijn
wijst hier naar een absoluut Wezen. I in Jezus naam vereenigd in één Kerk
Met Hem staan wij niet op dezelfde Daarom is Jezus waarachtig temidden
lijn. Daarom moet de houding tegen- van hen.