Katholiek Orgaan
voor Amersfoort en Omstreken
Hupt II StkfjjfllttM
Abonnementen kunnen elke week ingaan, doch
opzegging van abonnement moet geschieden
voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Prgs
per 3 maanden f 1.00. Buiten Amersfoort 1.10
De €embode
Adverienti&i 23 osnt per regel. BÜUjk* tarieven
voor handel en nijverheid bjj geregeld adi
torren. Adverientièn moeten Dinsdag en Vrijdag
vóór 8 uur in den morgen tjjn bezorgd.
Kantoor en Drukkerij Lindegracht 28 te Amersfoort - Telefoon 314
Vier en veertigste Jaargang
Vrijdag 31 Oct. 1930 -
Post-giro n 4*23*
No. 62
De beste Moeder en Beschermster
der vrijheid onder de menschen
Waarheid. De waarheid zal u vrij
maken zegt Sint Jan. Leo XIII.
Epistel en Evangelie.
Ecn-en-twintigste Zondag na
Pinksteren.
Les uit den brief van den H. apostel
Paulus aan de Ephesiërs; VI, 10—17.
Broeders! wordt krachtvol in den
Heer en in de sterkte zijner macht.
Bekleedt u met de wapenrusting Gods,
opdat gij bestand moogt zijn tegen de
lagen des duivels.Want wij hebben
den strijd niet tegen vleesch en bloed,
maar tegen de vorsten en de machten,
tegen ae wereldbeheerschers dezer
duisternis, tegen het booze geesten
dom, in de lucht. Doet daarom aar
de wapenrusting Gods, om ten kwaden
dage weêrstand te kunnen bieden, en,
in alles volmaakt zijnde, te kunnen
blijven staan. Houdt derhalve stand,
uw lendenen omgord met waarheid,
het harnas der gerechtigheid aangedaan,
en uwe voeten geschoeid hebbende met
bereidwilligheid voor het Evangelie des
vredes; en neemt in alles op het schild
des geloofs, opdat gij daarmede al de
vurige pijlen des boozen vijands kunt
uitdoovenneemt ook op den h'elm der
zaligheid en het zwaard des Geestes,
dat Gods woord is.
EVANGELIE
volgens den H.Matthetis; XVIII, 23-35.
In dien tijd sprak Jesus tot zijne
leerlingen deze gelijkenis: Het Rijk
der hemelen is gelijk aan een koning,
die afrekening wilde houden met zijne
dienaren. En toen hij begonnen was
met afrekenen, werd er een voor hem
gebracht, die hem tienduizend talenten
schuldig was. Daar deze echter niet
had om te bftalen, gebood zijn heer
hem, zijne vrouw en kinderen en al
wat hij bezat te verkoopen, en te be
talen. Doch die dienaar viel neder en
bad: Heb geduld met mij, en ik zal
u alies betalen. De heer nu ontfermde
zich over dien dienaar, liet hem gaan
en schold hem de schuld kwijt. Maar
toen die dienaar heenging, vond hij
een zijner mededienaars, die hem hon
derd tienlingen schuldig was; en dezen
aangrijpend, neep hij hem de keel toe,
zeggende: Betaal wat gij schuldig zijtl
Zijn medeknecht nu viel voor hem neder
en smeekte hem, zeggende: Heb ge
duld met mij, en ik zal u alies be
talen. Doch hij wilde niet; maar heen
gaande wierp hij hem in de gevangenis,
totdat hij de schuld zou betalen.
De medeknechten nu, ziende wat er
plaats had, werden zeer bedroefd; en
zij kwamen en deelden hunnen heer
alles mede wat er gebeurd was. Toen
riep zijn heer hem en zeide tot hem:
Booze knecht I de geheele schuld heb
ik u kwijtgescholden, omdat gij mij
gesmeekt hebt; moest dan ook gij u
niet ontfermen over uwen mededienaar,
gelijk ik mij ontfermd heb over u I En
in toorn ontstoken, leverde zijn heer
hem over aan de beulen, totdat hij de
geheele schuld zou betalen. Eveneens
zal ook mijn hemelsche Vader u doen,
indien gij niet, ieder zijnen broeder,
.an harte vergeeft.
KANTOORBOEKHANDEL
m F. A TULP
LugMtraat 68 to. KrommwfaMt TEL SM
DOOZEN HUISHOUDPOST inhoudende i
50 Enveloppen 30 vel gelinieerd papie
20 Correspondentiekaarten lOBrlelkaarten
1 vel vloei Postbrieven voor binnen-
Liturgische Kalender.
Week van 2—8 Nov.
N.B. Vanaf Woensdag iederen dag
Credo.
Zondag 2. 21e Zond. na Pinksteren,
Tijdeigen, Mis In voluntate, 2e geb.
Oct. Allerheiligen, Pref. H. Drievuldig
heid.
Maandag 3. Allerzielen, 3 H.H. Mis
sen, Pref. v. Overledenen.
Dinsdag 4. H. Carolus Borromeus,
2e geb. Oct. Allerheiligen, 3e H.H.
Vitalis enz., Credo.
Woensdag 5. Mis v. Allerheiligen,
2e geb. H. Geest, 3e voor Kerk
Paus, Credo.
Donderdag 6. Mis v. Allerheiligen,
2e geb. H. Geest, 3e voor Kerk of Paus.
Vrijdag 7. H. Willibrordus (Ned.),
Credo.
Zaterdag 8. Octaafdag v. Allerheili
gen. Mis als 1 Nov., 2e geb. H.H. Vier
gekroonden.
Allerheiligen.
Naar omhoog heffen wij, Katholieken,
den blik, omhoog uit de dwarreling van
deze stof, die ons altoos naar omlaag
drukt, omhoog naar de heerlijke rust
van het heilige Jeruzalem daarboven.
Gezaligde dienaren en dienaressen
Gods, vieren er den eeuwigen dag van
de groote Sabbatsrust, die er overblijft
voor het volk des Heeren.
Uit het visioen, dat eens den Ziener
van Patmos verrukte, treden zij heden
naar voren om deze aardsche donker
heid, al is het maar voor één dag, te
overstralen met de glanzende ontplooi-
'~g van de zegevierende Kerk.
De gouden poorten van het Paradijs
staan heden wijde open.
En in de verre hemelen schouwen we
de altoos aangroeiende legioenen, die
palmen en kronen dragen voor den
Troon van het Lam.
Zij zingen er het heilige Bruiloftslied,
dat nooit verstommen zal, de eeuwige
Sionshymne der verloste zielen, en het is
de zegening en de klaarheid, de wijsheid
de dankzegging, de eer en de macht
de kracht, welke zij in een nooit on
derbroken melodie en in een nooit ein
digenden tijd God zullen toezingen.
De Heiligen, zij wonen en leven er
et God, en het is van Zijn glorie, die
zij indrinken, van Zijn macht, waarmee
zij bekleed werden, van Zijn licht, waar
door zij staan in hemelschen, bovenna
tuurlijken glans.
In Zijn Licht schouwen zij Het Licht.
Consedere fecit in Christo, zegt Sint
Paulus: Hij heeft hen in -w.n
netelen op oen troon.
Christus is hun leven.
De klaarheid en de heerlijkheid, die
Gij, Vader, mij gegeven hebt, heb ik hun
gegeven zoo sprak Christus zelf over
zijne Heiligen in het Hoogepriesterlijk
gebed, den iaatsten dag van zijn leven.
Waarlijk, als een Mysterie hebben wij
te beschouwen de nauwe betrekking der
gezaligden tot den verheerlijkten Gpd-
mensch Christus.
Zij zien Hem nu als den Heer van het
groote wereldplan, als den koninklijken
Beheerscher van hemel en aarde.
Werkdadig zijn zij met Hem verbon
den.
Zij leven en werken mede in de daden
tn Gods heerlijkheid, deelnemend
de menschen dienend, en hun duizender
lei hulp betoonend.
Op geheel bijzondere wijze zijn zij
deelachtig aan de heerschappij van den
Christus over wereld en Kerk.
Voorzeker, de diepste grond van het
Goddelijk Koningschap ligt in de heer
lijkheid Gods zelf.
God immers heeft den grond van Zijn
wezen in zich zelf.
Ze is de diepste oorzaak zijner sou-
vereiniteit over natuur en bovennatuur.
God is op de meest reëele wijze en in
heel de volheid van het begrip: de Eer-
Maar in het Licht zijner Souvereini-
_it en gedragen door haar macht leven
nu ook de Heiligen met heel hunne per
soonlijkheid in God en bij God.
Van Zijn volheid hebben zij alles ont
vangen, wat zij daar bezitten en genie
ten.
De onrust van het inenschenhart is bij
hen geweken voor de zalige onverstoor
bare rust, die van God zelf is en waar
naar eens een Augustinus zoo hevig ver
langde.
Eens hebben zij gestaan voor hun
beulen en hun vervolgers, ontelbaren
hunner hebben in de pijn van het doods
uur het venerabele hoofd gebogen voor
het slagzwaard, dat hun bloed deed
stroomen over de mondige aarde, als fa-
natieken en krankzinnigen zijn zij een
spot geweest voor den wereldling, hun
deugd is belasterd, hun eer geroofd, hun
leven tot den dood toe gefolterd, maar
zijn zij in rust.
„De zielen der rechtvaardigen zijn
Gods hand, geen torment van boosheid
zal hun meer genaken, voor het oog der
verdwaasden scheen het alsof zij gestor
ven waren, maar nu zijn zij in vrede."
Katholieken, als gij in het Offerto
rium der AllerheiligcnMis deze woorden
uit het boek der Wijsheid zult lezen,
overdenkt dan eens in een stille over
peinzing wat innige zielsvertroosting
door deze woorden wordt uitgestort
het geloovig christenhart.
De Heiligen zijn door de wereld ver
acht geworden, in onzegbare kwelling
van allerlei aard hebben zij het leven
gelaten, voor de profane ongeloovige
historie zijn zij ais personen zonder be-
duidenis, revoluties en oorlogen hebben
hun werken vernietigd, maar zij zijn nu
in vrede.
Welk een troost voor den geloovige!
Want het leed, dat wij dragen en nog
moeten dragen, is eenmaal ook hun leed
geweest. Maar zij zijn reeds in Ge rust,
die ons nog wacht.
Wij, die nog aan deze stof zijn ge
bonden, kennen geen rust.
Wat wij rust noemen is geen rust.
Alles rondom ons is beweging en on
rust, gejaagdheid, hartstocht en brand.
Gelijk het stof, dat opgejaagd wordt
een wervelwind, zoo ook wij in onze
eindige en eindelooze bewegelijkheid.
Alles keert en draait in een onstuimige
golving om ons heen, want de gedaante
dezer aarde gaat voorbij.
Alles wisselt en slijt en veroudert als
n kleed, en als wij die hevige agitatie
des levens niet altoos in ons zeiven ge
voelen, dan is dat omdat wij niet be
merken hoe wij zelf met al het overige
om ons heen in één en dezelfde snelheid
worden meegesleurd.
Toch haakt ons hart naar rust.
Het is dat'nooit sluimerende gevoel,
dat wellicht de grootste kwelling is van
het menschelijk leven.
Die arbeidt in zijn huis, en die werkt
op den akker, en die vaart op de zeeën,
en die handel drijft in de wereld en die
krijg voert tegen de volken, die intri
geert als een hoveling en jacht maakt op
roem en genot allen aspireeren naar
rust, allen haken naar het eind van den
strijd.
Eenmaal zoo hopen wij zal die
rust ook over ons komen.
De rust van Sion heeft geen einde.
fiaaromTs die' rust een bciuuiimg.
Maar tot die rust in God zal nooit één
onzer komen, zoo die rust niet uit strijd
gewonnen wordt.
De moeilijke maar onafwijsbare strijd
der deugd.
Het is weer de H. Liturgie der Kerk,
die den Berg der Acht Zaligheden op
gaat en die wondere, voor de wereld zoo
onbegrijpelijke aanvangswoorden der
Bergrede ons in de ooren dreunt, als zij
in het H. Evangelie van dezen dag de
Zaligheid toewijst aan de armen van
geest, aan de zachtmoedigen en de wee
nenden, aan de barmhartigen en die
hongeren en dorsten naar Gods gerech
tigheid, aan de zuiveren van harten en
die den vrede liefhebben, aan hen die
smaad en vervolging lijden om wille
het recht
T. G.
Allerheiligen
Zij hebben den goeden strijd gestreden
Hun sterven was geen droefenis
Zij hebben den drempel overschreden
Der plaats waar eeuwige vrede is.
Priesters, leeken,' kloosterlingen
Van eiken leeftijd, rang en stand
Mogen thans het blij Hosanna zingen
In het schoone Hemels-vaderland.
Zij werkten mee met de genade
En al was hun leven dikwijls hard
Zij gingen bij Jesus zelf te rade
Die stond hen bij in strijd en smart.
O, roem van onze Roomsche Kerk
Die heiligmaking was Uw werk
Gij kreegt de middelen van Uw Stichter
Ach, breng Hem oils ook, immer dichter.
W. B.
Allerzielen
Na Allerheiligen Allerzielen
De weemoedigste dag van heel 't jaar
Voor hen die op 't graf eens dierbren
[knielen
In somber zwart is 't rouwaltaar.
Dag van herinnering aan hen, die
[scheidden
Ons voorgegaan zijn in den dood
Die reeds de komst van hun Verlosser
[beidden
Bijzonder vragen zij nu om, hulp in den
[nood.
Allerzielen,- dag van troost voor die
[gelooven
Dat een weerzien ligt in 't na verschiet
Een blijvende hereeniging hierboven
Zij, die gelooven, zij wanhopen niet.
God schenke de zielen de eeuwige rust
Hij verlosse hen uit hun lijden
Wees, christen, U toch steeds bewust
Dat Uw gebed hen helpt bevrijden.
W.
Tu solus altisslmus.,
„Gij alleen zijt de Allerhoogste", al
dus begon P. Henricus, in het tijdschrift
.Christus Koning", een beschouwing
'Ver het vergaan van het Engelsche
luchtschip „R 101", waaraan we het
volgende ontleenen:
„Een kleine 220 M. lang, 42 hoog,
en«inet een doorsnee van ongeveer 40
Meter, zoo rustte de trotsche luchtreus,
Europa's grootste luchtschip, de „R.
*71", aan Cardingtons landingsmast.
Tegen 't vallen der duisternis verhief
het gevaarte zich tegen den donkeren
avondhemel. Welgemoed hadden pas
sagiers en bemanning afscheid geno
men; vol rustige veiligheid converseer
den, soupeerden en sliepen ze, in de
verlichte salons, gondels en kajuiten!
Met de luxe en 't comfort van een
Oceaanstoomer, verdween de „R 101"
in de richting van Londen en koerste
Z. Oostwaartsoni nooit meer terug
te keerenlBeauvais werd het kerk-
den reusl
i machtige worsteling tegen
zwiepende regenvlagen en 't koppige
stooten en rukken van een woedenden
storm, werd ie geveld, in de holte van
'n kleine vallei. Met ongehoorde kracht
zag hij zich neergesmakt, getuigen
de motoren, die zich diep in den grond
hebben gewroet; uit meerdere vuur
haarden raasden met zuigend geweld
meer dan huizenhooge vlammen op,
gevoed o.a. door een 170.000 kub. me
ter gas en 25.000 liter zware oliën;
ontstellend waren de knallen, verbijste
rend de uiteenkraking.
In die karkas-vol-hellehitte hebben
n 50 personen 'n verschrikkelijken
(vuur-) dood gevonden.
De vormlooze klomp getuigt van 't
wrakke van alle menschenwerk; het
verguldsel, wat hier en daar op overi-
TegenBlónf'Öêê^T aSfiTals
een bittere grijns!
Het technisch lucht-wonderen
z'h allertreurigst eind!
Als van zélf gaan hier de gedachten
terug naar 1912, waarin een geweldige
ramp de „Titanic" naar de diepte
sleurde!
We zien weer dien wijden waterplas,
stil toen als 'n vijver. Daarbóven een
klare sterrenlucht!
Hier werden de 1500 opgezogen, uit
wereld-luxe in doodelijke vernietiging!
O, ze was zoo trotsch uitgevaren, de
reuzeboot! Rijkdom van techniek, en
macht over harde, weerbarstige elemen
ten, zooals geen kiel ter wereld ze nog
ooit gekend had.
Met al dat bezit, hoog opgericht als
een zwaan, kliefde ze de golven...
Maar niemand heeft ze ooit weer terug
gezien.
Over de volle lengte is ze opengere
ten; voor de vèrgezichten van honder
den en honderden werd plots de gor
dijn der eeuwigheid geschoven, en de
gapende kolken sloten zich over het
drijvende kerkhof heen!
Al zouden er morgen aan den dag
nog duizenden Titanics door de zee
verslonden worden, ze zou geen r:l:
meter buiten haar oevers treden'
zouden er honderden „R 101" 's b
dend uiteenrijten, geen sterveling
aan den loop der elementen eenige ver
andering bespeuren!
Groot en tóch weer zoo klein men-
schenkind, praat niet van verovering
der zee, verovering van de luchten; ze
hooren God alléén! 's Heeren geluid
gaat over de wateren, de God van
majesteit laat (ook in de luchten) zijn
stem hooren!
Werkelijk groot is God alléén! De
zon is de glans van Zijn oog; Hij glim
lacht in de maan ons tegen, en de ster
ren aan 't firmament vormen om Zijn
slapen een niet al te onpassend aureool.
Hij ademt over de vogelen, en ze kwin-
keleeren, Hij bukt zich over de bloe
men, en ze heffen d'r kopje op naai
Hem; in het bruisen der zee en 't loeien
van den storm verneemt men Zijn stem.
Mensch, die een „Titanic" bouwt, en
dan onwrikbaar gelooft in waterdichte
schotten, die alléén nog maar het
Credo kent van techniek en chemie,
die meesterlijk een monster construeert
ep je er dan door laat verpletten, ver
branden, vermorzelen:
o Mensch, groot is God alléén!
Heeft de hemel dit weer eens willen
inscherpen aan een menschengeslacht
van enorm-gegroeide techniek maar
treurig-verknoeide ethiek?
Blijf me met toeval van het lijf, ook
bij het R 101-ongeluk. Toeval is de
schutting van kladpapier, waarachter
dom ongeloof het veege lijf te bergen
zoekt.
Zeker, zeker: ook ik las over de
waarschijnlijke oorzaken der ramp!
Maar waar blijft: achter alle fejten en
gebeurtenissen staat een goddelijke
Voorzienigheid, die alles in zijn samen
hang voorzag en toeliet.
Moge diezelfde Voorzienigheid, die
getuige was van de onmachtige „al
macht" en de gebrekkige „al-wijsheid"
van techniek en chemie, zich, in haar
Al-goedheid, vol erbarming hebben
neergebogen over de ongelukkige
slachtoffers in de hel van verschrik
king, de brandende „R 101" in Beau-
- vallei.
1 naemf Mn abonnement foor onder
houd «en uw schrijfmachine bi]
h. ELZEHAAR
KANTOORBOEKHANDEL Q
LANGESTRAAT 84 TEL. 528
Gredoriana.
DE GEZANGEN DER REQUIEM
MIS.
Omreden Allerzielendag aanstaande
s, en de H. Mis van dien dag de votif-
mis is, die in elke kerk in den loop
van het jaar regelmatig terugkeert,
heeft het zonder twijfel nut dit misfor
mulier in zijn geheel te behandelen.
Omdat daarbij de gezangen zelf zulke
uitgelezen stukjes Gregoriaansch zijn,
hopen wij, dat velen zich de moeite eens
zullen getroosten deze Mis in den loop
van deze weken eens met bijzondere in-
beschouwen.
alle geloovige zielen, Allerzielen, stamt
uit de elfde eeuw. De heilige Odilo,
Abt van de beroemde Benedictijner ab
dij van Cluny, vaardigde omtrent het
begin van de elfde eeuw een decreet
uit, voor al de huizen zijner congrega
tie, dat op den lsten November na de
vespers van Allerheiligen, de doodsklok
geluid en daarna het officie der Over
ledenen gezongen moest worden. Den
volgenden dag moesten alle priesters
der congregatie de H. Mis opdragen tot
lafenis van alle geloovige zielen. Deze
gewoonte verspreidde zich weldra over
geheel de Kerk. Dit neemt echter niet
weg, dat reeds de oudste handschriften
van het Gregoriaansch een „Agenda
mortuorum", een misformule hebben
met dezelfde introitus en Graduale
de harde scheiding die ieder mensch
natuurlijk als een leed voelt, niet ge-
stooten maar getroost wordt door de
gezangen, die in de Kerk weerklinken.
Dit is ook de reden, waarom de meer
stemmige requiem-missen bijna allen
zoo onkerkelijk en zoo leelijk zijn, en
wel, omdat zij niet den geest van een
hoopvol weerzien in God ademen. Deze
„hoop-looze" geest mag dus in geen
enkel opzicht invloed hebben op de op
vatting en de voordracht van de Gre-
goriaansche requiem-gezangen.
Gooische Post J.
Binnenland
De dag van Allerzielen laat ons een
blik werpen in het moederhart der
Kerk. Zij is, zooals de H. Augustinus
zegt, de „pia mater communis" de lief
devolle, bezorgde moeder. Zij kan haar
kinderen niet vergeten, ook niet wan
neer zij reeds uit het leven gescheiden
zijn, ook niet wanneer niemand zelfs
hun bestaan of naam meer kent
Voor allen bidt zij en brengt zij zo
offers en het Katholieke volk heeft die
karaktertrek van zijn moeder overge
nomen en leeft diep en innig met deze
dagen mede.
Over de gebeden en gezangen van
dezen dag ligt een bovenaardsche rust,
er spreekt een groot vertrouwen uit op
de barmhartige liefde van God. Men
zou over de doodenliturgie van de eer
ste christelijke eeuwen de woorden var
de communio der requiem-mis kunnen
schrijven „quia pius es": Gij, o God,
zijt goed, mild, barmhartig. Deze geest
ademen ook heel bijzonder de Introitus,
Graduale, (tractus) en communio. De
middeleeuwen hebben meer de gedach
te aan oordeel en gerecht naar voren
gebracht en zingt van de straffen, die
den mensch te wachten staan. Dit zijn
dan ook de hoofdgedachten van de
middeleeuwsche „Dies irae".
De geest der nieuwere tijden, die be-
heerscht wordt door groote treurnis, te
groote droefenis bij den dood van een
naast-bestaande, als ware er geen
eeuwig leven hiernamaals, is aan de
kerkliturgie onbekend. Daarom zijn de
requiem-gezangen doorwarmd van de
christelijke hoop en dit is ook de re
den, dat iemand die bedroefd is over
DE NACHTTREIN.
Voor de nachttreinen besloot men tot
het vervangen van het oude, onge
rieflijke materieel, door moderne, vier-
sige rijtuigen.
Men kan na 3 November aan elk
willekeurig stopstation zonder eenige
formaliteit den trein verlaten of met
- dezen meereizen. Wel zal men «fln
der lofetu'^c Mt hn koopen, tenzij men
bereid is een kleinen toeslag te be
talen. De reiziger uit de provincie, die
bijv. onverwachts in Amsterdam tot na
middernacht is opgehouden, kan dan
toch met den nachttrein terug, door
zijn biljet met den conducteur te ver
rekenen, aan wien hij boven het reis
geld een kwartje toeslag betaalt voor
de derde klasse en twee kwartjes voor
de eerste en tweede klasse.
Met ingang van genoemden datum
zullen eveneens de z.g. tegentreinen
worden ingelegd, die uit Groningen
en Maastricht vla Utrecht naar Amster
dam en Rotterdam en Den Haag loopen,
terwijl bovendien nieuwe treinen naar
Leeuwarden en Hengelo zullen worden
gedirigeerd.
De wachtkamers van alle tusschen-
stations, waar de nachttreinen sloppen,
zullen een half uur voor het vertrek
van den trein geopend zijn.
Tenslotte kunnen ook rijwielen met
de nachttreinen worden vervoerd tegen
het sneltreintarief van f 1.25.
Kerknieuws.
AARTSBISDOM UTRECHT.
De plannen voor een nieuw Semi
narie voor het Aartsbisdom zijn reeds
zoo ver gevorderd, dat Vrijdag een
terrein is aangekocht te Apeldoorn.
Het terrein ligt aan den Arnhemschen
weg, dicht bij de kerk van de H.H.
Fabianus en Sebastianus, in de on
middellijke nabpeid van Rijksbos-
schen, die niet verkaveld worden.
De oppervlakte van het terrein is
16 H.A., 400 Meter aan den weg en
400 Meter diep.
PASTOOR VAN LAAK f
In den ouderdom van 55 jaar over
leed te Enschede de Zeereerw. heer
G. F. van Laak, pastoor te Overdinkel.
Hij was achtereenvolgens kapelaan
te Vasse en in Losser. In 1907 werd
hij belast met de oprichting van een
nieuwe parochie in het Lossersche
Veld, later Overdinkel genoemd. Den
16en November 1910 werd deze op
gericht onder bescherming van den
H. Gerardus Majetla. Hij stichtte ook het
godsdienstig tijdschrift „De Gersrdus-
bode", en organiseerde processies ter
eere van den H. Gerardus naar Over
dinkel, waaraan het laatste jaar door
circa lO.OOOpelgrimswerd deelgenomen.