Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Hupt II StkfjjfllttM Abonnementen kunnen elke week ingaan, doch opzegging van abonnement moet geschieden voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Prgs per 3 maanden f 1.00. Buiten Amersfoort 1.10 De €embode Adverienti&i 23 osnt per regel. BÜUjk* tarieven voor handel en nijverheid bjj geregeld adi torren. Adverientièn moeten Dinsdag en Vrijdag vóór 8 uur in den morgen tjjn bezorgd. Kantoor en Drukkerij Lindegracht 28 te Amersfoort - Telefoon 314 Vier en veertigste Jaargang Vrijdag 31 Oct. 1930 - Post-giro n 4*23* No. 62 De beste Moeder en Beschermster der vrijheid onder de menschen Waarheid. De waarheid zal u vrij maken zegt Sint Jan. Leo XIII. Epistel en Evangelie. Ecn-en-twintigste Zondag na Pinksteren. Les uit den brief van den H. apostel Paulus aan de Ephesiërs; VI, 10—17. Broeders! wordt krachtvol in den Heer en in de sterkte zijner macht. Bekleedt u met de wapenrusting Gods, opdat gij bestand moogt zijn tegen de lagen des duivels.Want wij hebben den strijd niet tegen vleesch en bloed, maar tegen de vorsten en de machten, tegen ae wereldbeheerschers dezer duisternis, tegen het booze geesten dom, in de lucht. Doet daarom aar de wapenrusting Gods, om ten kwaden dage weêrstand te kunnen bieden, en, in alles volmaakt zijnde, te kunnen blijven staan. Houdt derhalve stand, uw lendenen omgord met waarheid, het harnas der gerechtigheid aangedaan, en uwe voeten geschoeid hebbende met bereidwilligheid voor het Evangelie des vredes; en neemt in alles op het schild des geloofs, opdat gij daarmede al de vurige pijlen des boozen vijands kunt uitdoovenneemt ook op den h'elm der zaligheid en het zwaard des Geestes, dat Gods woord is. EVANGELIE volgens den H.Matthetis; XVIII, 23-35. In dien tijd sprak Jesus tot zijne leerlingen deze gelijkenis: Het Rijk der hemelen is gelijk aan een koning, die afrekening wilde houden met zijne dienaren. En toen hij begonnen was met afrekenen, werd er een voor hem gebracht, die hem tienduizend talenten schuldig was. Daar deze echter niet had om te bftalen, gebood zijn heer hem, zijne vrouw en kinderen en al wat hij bezat te verkoopen, en te be talen. Doch die dienaar viel neder en bad: Heb geduld met mij, en ik zal u alies betalen. De heer nu ontfermde zich over dien dienaar, liet hem gaan en schold hem de schuld kwijt. Maar toen die dienaar heenging, vond hij een zijner mededienaars, die hem hon derd tienlingen schuldig was; en dezen aangrijpend, neep hij hem de keel toe, zeggende: Betaal wat gij schuldig zijtl Zijn medeknecht nu viel voor hem neder en smeekte hem, zeggende: Heb ge duld met mij, en ik zal u alies be talen. Doch hij wilde niet; maar heen gaande wierp hij hem in de gevangenis, totdat hij de schuld zou betalen. De medeknechten nu, ziende wat er plaats had, werden zeer bedroefd; en zij kwamen en deelden hunnen heer alles mede wat er gebeurd was. Toen riep zijn heer hem en zeide tot hem: Booze knecht I de geheele schuld heb ik u kwijtgescholden, omdat gij mij gesmeekt hebt; moest dan ook gij u niet ontfermen over uwen mededienaar, gelijk ik mij ontfermd heb over u I En in toorn ontstoken, leverde zijn heer hem over aan de beulen, totdat hij de geheele schuld zou betalen. Eveneens zal ook mijn hemelsche Vader u doen, indien gij niet, ieder zijnen broeder, .an harte vergeeft. KANTOORBOEKHANDEL m F. A TULP LugMtraat 68 to. KrommwfaMt TEL SM DOOZEN HUISHOUDPOST inhoudende i 50 Enveloppen 30 vel gelinieerd papie 20 Correspondentiekaarten lOBrlelkaarten 1 vel vloei Postbrieven voor binnen- Liturgische Kalender. Week van 2—8 Nov. N.B. Vanaf Woensdag iederen dag Credo. Zondag 2. 21e Zond. na Pinksteren, Tijdeigen, Mis In voluntate, 2e geb. Oct. Allerheiligen, Pref. H. Drievuldig heid. Maandag 3. Allerzielen, 3 H.H. Mis sen, Pref. v. Overledenen. Dinsdag 4. H. Carolus Borromeus, 2e geb. Oct. Allerheiligen, 3e H.H. Vitalis enz., Credo. Woensdag 5. Mis v. Allerheiligen, 2e geb. H. Geest, 3e voor Kerk Paus, Credo. Donderdag 6. Mis v. Allerheiligen, 2e geb. H. Geest, 3e voor Kerk of Paus. Vrijdag 7. H. Willibrordus (Ned.), Credo. Zaterdag 8. Octaafdag v. Allerheili gen. Mis als 1 Nov., 2e geb. H.H. Vier gekroonden. Allerheiligen. Naar omhoog heffen wij, Katholieken, den blik, omhoog uit de dwarreling van deze stof, die ons altoos naar omlaag drukt, omhoog naar de heerlijke rust van het heilige Jeruzalem daarboven. Gezaligde dienaren en dienaressen Gods, vieren er den eeuwigen dag van de groote Sabbatsrust, die er overblijft voor het volk des Heeren. Uit het visioen, dat eens den Ziener van Patmos verrukte, treden zij heden naar voren om deze aardsche donker heid, al is het maar voor één dag, te overstralen met de glanzende ontplooi- '~g van de zegevierende Kerk. De gouden poorten van het Paradijs staan heden wijde open. En in de verre hemelen schouwen we de altoos aangroeiende legioenen, die palmen en kronen dragen voor den Troon van het Lam. Zij zingen er het heilige Bruiloftslied, dat nooit verstommen zal, de eeuwige Sionshymne der verloste zielen, en het is de zegening en de klaarheid, de wijsheid de dankzegging, de eer en de macht de kracht, welke zij in een nooit on derbroken melodie en in een nooit ein digenden tijd God zullen toezingen. De Heiligen, zij wonen en leven er et God, en het is van Zijn glorie, die zij indrinken, van Zijn macht, waarmee zij bekleed werden, van Zijn licht, waar door zij staan in hemelschen, bovenna tuurlijken glans. In Zijn Licht schouwen zij Het Licht. Consedere fecit in Christo, zegt Sint Paulus: Hij heeft hen in -w.n netelen op oen troon. Christus is hun leven. De klaarheid en de heerlijkheid, die Gij, Vader, mij gegeven hebt, heb ik hun gegeven zoo sprak Christus zelf over zijne Heiligen in het Hoogepriesterlijk gebed, den iaatsten dag van zijn leven. Waarlijk, als een Mysterie hebben wij te beschouwen de nauwe betrekking der gezaligden tot den verheerlijkten Gpd- mensch Christus. Zij zien Hem nu als den Heer van het groote wereldplan, als den koninklijken Beheerscher van hemel en aarde. Werkdadig zijn zij met Hem verbon den. Zij leven en werken mede in de daden tn Gods heerlijkheid, deelnemend de menschen dienend, en hun duizender lei hulp betoonend. Op geheel bijzondere wijze zijn zij deelachtig aan de heerschappij van den Christus over wereld en Kerk. Voorzeker, de diepste grond van het Goddelijk Koningschap ligt in de heer lijkheid Gods zelf. God immers heeft den grond van Zijn wezen in zich zelf. Ze is de diepste oorzaak zijner sou- vereiniteit over natuur en bovennatuur. God is op de meest reëele wijze en in heel de volheid van het begrip: de Eer- Maar in het Licht zijner Souvereini- _it en gedragen door haar macht leven nu ook de Heiligen met heel hunne per soonlijkheid in God en bij God. Van Zijn volheid hebben zij alles ont vangen, wat zij daar bezitten en genie ten. De onrust van het inenschenhart is bij hen geweken voor de zalige onverstoor bare rust, die van God zelf is en waar naar eens een Augustinus zoo hevig ver langde. Eens hebben zij gestaan voor hun beulen en hun vervolgers, ontelbaren hunner hebben in de pijn van het doods uur het venerabele hoofd gebogen voor het slagzwaard, dat hun bloed deed stroomen over de mondige aarde, als fa- natieken en krankzinnigen zijn zij een spot geweest voor den wereldling, hun deugd is belasterd, hun eer geroofd, hun leven tot den dood toe gefolterd, maar zijn zij in rust. „De zielen der rechtvaardigen zijn Gods hand, geen torment van boosheid zal hun meer genaken, voor het oog der verdwaasden scheen het alsof zij gestor ven waren, maar nu zijn zij in vrede." Katholieken, als gij in het Offerto rium der AllerheiligcnMis deze woorden uit het boek der Wijsheid zult lezen, overdenkt dan eens in een stille over peinzing wat innige zielsvertroosting door deze woorden wordt uitgestort het geloovig christenhart. De Heiligen zijn door de wereld ver acht geworden, in onzegbare kwelling van allerlei aard hebben zij het leven gelaten, voor de profane ongeloovige historie zijn zij ais personen zonder be- duidenis, revoluties en oorlogen hebben hun werken vernietigd, maar zij zijn nu in vrede. Welk een troost voor den geloovige! Want het leed, dat wij dragen en nog moeten dragen, is eenmaal ook hun leed geweest. Maar zij zijn reeds in Ge rust, die ons nog wacht. Wij, die nog aan deze stof zijn ge bonden, kennen geen rust. Wat wij rust noemen is geen rust. Alles rondom ons is beweging en on rust, gejaagdheid, hartstocht en brand. Gelijk het stof, dat opgejaagd wordt een wervelwind, zoo ook wij in onze eindige en eindelooze bewegelijkheid. Alles keert en draait in een onstuimige golving om ons heen, want de gedaante dezer aarde gaat voorbij. Alles wisselt en slijt en veroudert als n kleed, en als wij die hevige agitatie des levens niet altoos in ons zeiven ge voelen, dan is dat omdat wij niet be merken hoe wij zelf met al het overige om ons heen in één en dezelfde snelheid worden meegesleurd. Toch haakt ons hart naar rust. Het is dat'nooit sluimerende gevoel, dat wellicht de grootste kwelling is van het menschelijk leven. Die arbeidt in zijn huis, en die werkt op den akker, en die vaart op de zeeën, en die handel drijft in de wereld en die krijg voert tegen de volken, die intri geert als een hoveling en jacht maakt op roem en genot allen aspireeren naar rust, allen haken naar het eind van den strijd. Eenmaal zoo hopen wij zal die rust ook over ons komen. De rust van Sion heeft geen einde. fiaaromTs die' rust een bciuuiimg. Maar tot die rust in God zal nooit één onzer komen, zoo die rust niet uit strijd gewonnen wordt. De moeilijke maar onafwijsbare strijd der deugd. Het is weer de H. Liturgie der Kerk, die den Berg der Acht Zaligheden op gaat en die wondere, voor de wereld zoo onbegrijpelijke aanvangswoorden der Bergrede ons in de ooren dreunt, als zij in het H. Evangelie van dezen dag de Zaligheid toewijst aan de armen van geest, aan de zachtmoedigen en de wee nenden, aan de barmhartigen en die hongeren en dorsten naar Gods gerech tigheid, aan de zuiveren van harten en die den vrede liefhebben, aan hen die smaad en vervolging lijden om wille het recht T. G. Allerheiligen Zij hebben den goeden strijd gestreden Hun sterven was geen droefenis Zij hebben den drempel overschreden Der plaats waar eeuwige vrede is. Priesters, leeken,' kloosterlingen Van eiken leeftijd, rang en stand Mogen thans het blij Hosanna zingen In het schoone Hemels-vaderland. Zij werkten mee met de genade En al was hun leven dikwijls hard Zij gingen bij Jesus zelf te rade Die stond hen bij in strijd en smart. O, roem van onze Roomsche Kerk Die heiligmaking was Uw werk Gij kreegt de middelen van Uw Stichter Ach, breng Hem oils ook, immer dichter. W. B. Allerzielen Na Allerheiligen Allerzielen De weemoedigste dag van heel 't jaar Voor hen die op 't graf eens dierbren [knielen In somber zwart is 't rouwaltaar. Dag van herinnering aan hen, die [scheidden Ons voorgegaan zijn in den dood Die reeds de komst van hun Verlosser [beidden Bijzonder vragen zij nu om, hulp in den [nood. Allerzielen,- dag van troost voor die [gelooven Dat een weerzien ligt in 't na verschiet Een blijvende hereeniging hierboven Zij, die gelooven, zij wanhopen niet. God schenke de zielen de eeuwige rust Hij verlosse hen uit hun lijden Wees, christen, U toch steeds bewust Dat Uw gebed hen helpt bevrijden. W. Tu solus altisslmus., „Gij alleen zijt de Allerhoogste", al dus begon P. Henricus, in het tijdschrift .Christus Koning", een beschouwing 'Ver het vergaan van het Engelsche luchtschip „R 101", waaraan we het volgende ontleenen: „Een kleine 220 M. lang, 42 hoog, en«inet een doorsnee van ongeveer 40 Meter, zoo rustte de trotsche luchtreus, Europa's grootste luchtschip, de „R. *71", aan Cardingtons landingsmast. Tegen 't vallen der duisternis verhief het gevaarte zich tegen den donkeren avondhemel. Welgemoed hadden pas sagiers en bemanning afscheid geno men; vol rustige veiligheid converseer den, soupeerden en sliepen ze, in de verlichte salons, gondels en kajuiten! Met de luxe en 't comfort van een Oceaanstoomer, verdween de „R 101" in de richting van Londen en koerste Z. Oostwaartsoni nooit meer terug te keerenlBeauvais werd het kerk- den reusl i machtige worsteling tegen zwiepende regenvlagen en 't koppige stooten en rukken van een woedenden storm, werd ie geveld, in de holte van 'n kleine vallei. Met ongehoorde kracht zag hij zich neergesmakt, getuigen de motoren, die zich diep in den grond hebben gewroet; uit meerdere vuur haarden raasden met zuigend geweld meer dan huizenhooge vlammen op, gevoed o.a. door een 170.000 kub. me ter gas en 25.000 liter zware oliën; ontstellend waren de knallen, verbijste rend de uiteenkraking. In die karkas-vol-hellehitte hebben n 50 personen 'n verschrikkelijken (vuur-) dood gevonden. De vormlooze klomp getuigt van 't wrakke van alle menschenwerk; het verguldsel, wat hier en daar op overi- TegenBlónf'Öêê^T aSfiTals een bittere grijns! Het technisch lucht-wonderen z'h allertreurigst eind! Als van zélf gaan hier de gedachten terug naar 1912, waarin een geweldige ramp de „Titanic" naar de diepte sleurde! We zien weer dien wijden waterplas, stil toen als 'n vijver. Daarbóven een klare sterrenlucht! Hier werden de 1500 opgezogen, uit wereld-luxe in doodelijke vernietiging! O, ze was zoo trotsch uitgevaren, de reuzeboot! Rijkdom van techniek, en macht over harde, weerbarstige elemen ten, zooals geen kiel ter wereld ze nog ooit gekend had. Met al dat bezit, hoog opgericht als een zwaan, kliefde ze de golven... Maar niemand heeft ze ooit weer terug gezien. Over de volle lengte is ze opengere ten; voor de vèrgezichten van honder den en honderden werd plots de gor dijn der eeuwigheid geschoven, en de gapende kolken sloten zich over het drijvende kerkhof heen! Al zouden er morgen aan den dag nog duizenden Titanics door de zee verslonden worden, ze zou geen r:l: meter buiten haar oevers treden' zouden er honderden „R 101" 's b dend uiteenrijten, geen sterveling aan den loop der elementen eenige ver andering bespeuren! Groot en tóch weer zoo klein men- schenkind, praat niet van verovering der zee, verovering van de luchten; ze hooren God alléén! 's Heeren geluid gaat over de wateren, de God van majesteit laat (ook in de luchten) zijn stem hooren! Werkelijk groot is God alléén! De zon is de glans van Zijn oog; Hij glim lacht in de maan ons tegen, en de ster ren aan 't firmament vormen om Zijn slapen een niet al te onpassend aureool. Hij ademt over de vogelen, en ze kwin- keleeren, Hij bukt zich over de bloe men, en ze heffen d'r kopje op naai Hem; in het bruisen der zee en 't loeien van den storm verneemt men Zijn stem. Mensch, die een „Titanic" bouwt, en dan onwrikbaar gelooft in waterdichte schotten, die alléén nog maar het Credo kent van techniek en chemie, die meesterlijk een monster construeert ep je er dan door laat verpletten, ver branden, vermorzelen: o Mensch, groot is God alléén! Heeft de hemel dit weer eens willen inscherpen aan een menschengeslacht van enorm-gegroeide techniek maar treurig-verknoeide ethiek? Blijf me met toeval van het lijf, ook bij het R 101-ongeluk. Toeval is de schutting van kladpapier, waarachter dom ongeloof het veege lijf te bergen zoekt. Zeker, zeker: ook ik las over de waarschijnlijke oorzaken der ramp! Maar waar blijft: achter alle fejten en gebeurtenissen staat een goddelijke Voorzienigheid, die alles in zijn samen hang voorzag en toeliet. Moge diezelfde Voorzienigheid, die getuige was van de onmachtige „al macht" en de gebrekkige „al-wijsheid" van techniek en chemie, zich, in haar Al-goedheid, vol erbarming hebben neergebogen over de ongelukkige slachtoffers in de hel van verschrik king, de brandende „R 101" in Beau- - vallei. 1 naemf Mn abonnement foor onder houd «en uw schrijfmachine bi] h. ELZEHAAR KANTOORBOEKHANDEL Q LANGESTRAAT 84 TEL. 528 Gredoriana. DE GEZANGEN DER REQUIEM MIS. Omreden Allerzielendag aanstaande s, en de H. Mis van dien dag de votif- mis is, die in elke kerk in den loop van het jaar regelmatig terugkeert, heeft het zonder twijfel nut dit misfor mulier in zijn geheel te behandelen. Omdat daarbij de gezangen zelf zulke uitgelezen stukjes Gregoriaansch zijn, hopen wij, dat velen zich de moeite eens zullen getroosten deze Mis in den loop van deze weken eens met bijzondere in- beschouwen. alle geloovige zielen, Allerzielen, stamt uit de elfde eeuw. De heilige Odilo, Abt van de beroemde Benedictijner ab dij van Cluny, vaardigde omtrent het begin van de elfde eeuw een decreet uit, voor al de huizen zijner congrega tie, dat op den lsten November na de vespers van Allerheiligen, de doodsklok geluid en daarna het officie der Over ledenen gezongen moest worden. Den volgenden dag moesten alle priesters der congregatie de H. Mis opdragen tot lafenis van alle geloovige zielen. Deze gewoonte verspreidde zich weldra over geheel de Kerk. Dit neemt echter niet weg, dat reeds de oudste handschriften van het Gregoriaansch een „Agenda mortuorum", een misformule hebben met dezelfde introitus en Graduale de harde scheiding die ieder mensch natuurlijk als een leed voelt, niet ge- stooten maar getroost wordt door de gezangen, die in de Kerk weerklinken. Dit is ook de reden, waarom de meer stemmige requiem-missen bijna allen zoo onkerkelijk en zoo leelijk zijn, en wel, omdat zij niet den geest van een hoopvol weerzien in God ademen. Deze „hoop-looze" geest mag dus in geen enkel opzicht invloed hebben op de op vatting en de voordracht van de Gre- goriaansche requiem-gezangen. Gooische Post J. Binnenland De dag van Allerzielen laat ons een blik werpen in het moederhart der Kerk. Zij is, zooals de H. Augustinus zegt, de „pia mater communis" de lief devolle, bezorgde moeder. Zij kan haar kinderen niet vergeten, ook niet wan neer zij reeds uit het leven gescheiden zijn, ook niet wanneer niemand zelfs hun bestaan of naam meer kent Voor allen bidt zij en brengt zij zo offers en het Katholieke volk heeft die karaktertrek van zijn moeder overge nomen en leeft diep en innig met deze dagen mede. Over de gebeden en gezangen van dezen dag ligt een bovenaardsche rust, er spreekt een groot vertrouwen uit op de barmhartige liefde van God. Men zou over de doodenliturgie van de eer ste christelijke eeuwen de woorden var de communio der requiem-mis kunnen schrijven „quia pius es": Gij, o God, zijt goed, mild, barmhartig. Deze geest ademen ook heel bijzonder de Introitus, Graduale, (tractus) en communio. De middeleeuwen hebben meer de gedach te aan oordeel en gerecht naar voren gebracht en zingt van de straffen, die den mensch te wachten staan. Dit zijn dan ook de hoofdgedachten van de middeleeuwsche „Dies irae". De geest der nieuwere tijden, die be- heerscht wordt door groote treurnis, te groote droefenis bij den dood van een naast-bestaande, als ware er geen eeuwig leven hiernamaals, is aan de kerkliturgie onbekend. Daarom zijn de requiem-gezangen doorwarmd van de christelijke hoop en dit is ook de re den, dat iemand die bedroefd is over DE NACHTTREIN. Voor de nachttreinen besloot men tot het vervangen van het oude, onge rieflijke materieel, door moderne, vier- sige rijtuigen. Men kan na 3 November aan elk willekeurig stopstation zonder eenige formaliteit den trein verlaten of met - dezen meereizen. Wel zal men «fln der lofetu'^c Mt hn koopen, tenzij men bereid is een kleinen toeslag te be talen. De reiziger uit de provincie, die bijv. onverwachts in Amsterdam tot na middernacht is opgehouden, kan dan toch met den nachttrein terug, door zijn biljet met den conducteur te ver rekenen, aan wien hij boven het reis geld een kwartje toeslag betaalt voor de derde klasse en twee kwartjes voor de eerste en tweede klasse. Met ingang van genoemden datum zullen eveneens de z.g. tegentreinen worden ingelegd, die uit Groningen en Maastricht vla Utrecht naar Amster dam en Rotterdam en Den Haag loopen, terwijl bovendien nieuwe treinen naar Leeuwarden en Hengelo zullen worden gedirigeerd. De wachtkamers van alle tusschen- stations, waar de nachttreinen sloppen, zullen een half uur voor het vertrek van den trein geopend zijn. Tenslotte kunnen ook rijwielen met de nachttreinen worden vervoerd tegen het sneltreintarief van f 1.25. Kerknieuws. AARTSBISDOM UTRECHT. De plannen voor een nieuw Semi narie voor het Aartsbisdom zijn reeds zoo ver gevorderd, dat Vrijdag een terrein is aangekocht te Apeldoorn. Het terrein ligt aan den Arnhemschen weg, dicht bij de kerk van de H.H. Fabianus en Sebastianus, in de on middellijke nabpeid van Rijksbos- schen, die niet verkaveld worden. De oppervlakte van het terrein is 16 H.A., 400 Meter aan den weg en 400 Meter diep. PASTOOR VAN LAAK f In den ouderdom van 55 jaar over leed te Enschede de Zeereerw. heer G. F. van Laak, pastoor te Overdinkel. Hij was achtereenvolgens kapelaan te Vasse en in Losser. In 1907 werd hij belast met de oprichting van een nieuwe parochie in het Lossersche Veld, later Overdinkel genoemd. Den 16en November 1910 werd deze op gericht onder bescherming van den H. Gerardus Majetla. Hij stichtte ook het godsdienstig tijdschrift „De Gersrdus- bode", en organiseerde processies ter eere van den H. Gerardus naar Over dinkel, waaraan het laatste jaar door circa lO.OOOpelgrimswerd deelgenomen.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1930 | | pagina 1